Door weer en winkelgeweld…

Het is lang geleden dat ik in het grote winkelcentrum in “de stad” geweest ben. En het is nog langer geleden dat ik hier alleen geweest ben. Ik vind shoppen gewoon niet zo heel leuk en al helemaal daar niet. Maar ik wil even langs een aantal winkels die toevallig allemaal daar gesitueerd zijn. Dus op mijn enige vrije zaterdag rijd ik door weer en wind naar het centrum. Een parkeerplekje vinden is al bijna een utopie. Zouden ze iets gratis weggeven vandaag? Maar dan spot mijn oog een wegrijdende auto en wij zijn de eersten in deze rij. Misschien moet ik ook maar direct een staatslot kopen, bedenk ik me.

Natuurlijk sta ik helemaal achteraan in zo’n beetje de laatste rij, aan de andere kant van waar de ingang zich bevindt. En het regent. Maar hé, ik hoef in ieder geval niet neurotisch rondjes te rijden zoals de auto’s die achter mij reden nu wel doen. Dus vol goede moed stap ik uit en trek een sprintje naar de ingang. Ik had verwacht tussen een menigte door te moeten wurmen, maar het valt allemaal mee. Ik weet niet waar iedereen zich verstopt heeft maar hier is het niet eens zo heel druk. 

Op naar de eerste winkel. Sinds zoonlief hier woont is mijn sokkenvoorraad drastisch geslonken. Het is dat ik zelf de was doe en zie waar mijn inmiddels vieze en kapotte sokken steeds liggen. Zijn voeten zijn minimaal zeven maten groter dan die van mij, en toch lukt het hem om die klompen in mijn sokjes te wurmen. Als ik hem erop aanspreek, krijg ik te horen dat het ‘echt alleen in noodgevallen’ is. In zijn geval dus dagelijks. Op aandringen heeft ie uiteindelijk een hele berg nieuwe sokken in eigen maat gekocht en sla ik nu dus maar nieuwe in voor mijzelf.

De kruidvat is de volgende toko. Ik snap niet hoe hier gewerkt en gewinkeld kan worden. Het is altijd complete chaos. Er lijkt geen logica in de gangpaden te zitten en alles in de winkel schreeuwt mij toe. Zelfs het rek met snoep komt agressief op mij over “koop mij of verdwijn…” Het geeft mij zo’n beklemmend gevoel, alsof ik onder water een doolhof moet afleggen waar maar geen uitgang lijkt te zijn. Wat een verschil met de kruidvat in mijn eigen dorp, waar weliswaar nooit iemand achter de kassa staat, maar waar gestructureerde chaos enigszins rust brengt. Onverrichte zaken, maar met hartkloppingen, sta ik weer buiten. In speedmars vervolg ik mijn route naar de volgende winkels.

Zonder er echt bij na te denken heb ik mijn boodschappenlijst op chronologische volgorde van de route gezet. Zelfs mijn onderbewuste wil zo min mogelijk tijd doorbrengen tussen al het winkelend gespuis. Bijna bij de uitgang breng ik nog een bezoek aan de groente- en visboer, waar bij de laatste een rij staat waar ik helemaal eng van word. Ik duik de groentewinkel in om een voorraadje gezonde snacks in te slaan. De rij aan de overkant verplaatst zich en als ik aankom ben ik direct aan de beurt. Kijk, dat geeft mij dan toch weer een goed gevoel bij het afsluiten van deze survivaltocht.

Bepakt, bezakt en geestelijk uitgeput keer ik huiswaarts. Missie volbracht, tot ergens in het voorjaar.