Sprookjesachtig mooi…

Het heeft heel de avond en nacht gesneeuwd. En niet die lullige kleine witte vlokjes die smelten zodra ze de grond raken. De vlokken die in Nederland meestal naar beneden vallen. Nee, dit is het echte werk. De sneeuw heeft zich als een dikke zachte deken over het hele landschap gedrapeerd. Als er in het dal al zoveel is gevallen, hoeveel zou er dan op de berg terecht zijn gekomen? Dat is de eerste gedachte die in mij opkomt als ik vanuit mijn slaapkamer naar buiten kijk. Ik kan mij bijna niet inhouden en voel mij als een kind dat op schoolreisje gaat. Uitgelaten en enthousiast. 

Maar eerst gaan we met de hele groep ontbijten. Het is half 8 als we aanschuiven in het restaurant en ons te goed doen aan al het lekkers. Ik eet veel te veel maar houd mijzelf voor dat het een actieve dag gaat worden. Zonder brandstof wordt het niks! Nog geen uur later staan we allemaal buiten, gehuld in onze warme sportieve kleding. Op naar de skilift voor onze eerste afdaling. 

Onderaan de lift nemen we afscheid van de twee tantes, die zichzelf vermaken in het dorp. Er volgt nog een groepsfoto en daarna gaan we naar boven. Het weer is wisselvallig. Zo nu en dan sneeuwt het. Dit houd eigenlijk heel de dag aan. Het maakt de winterse gedachte wel helemaal af. Het is heerlijk om het board weer aan mijn voeten te voelen. Hoewel het zicht af en toe wat lastiger wordt. Her en der boarden we namelijk letterlijk tussen de wolken door. De tweede dag is een lichte kopie van de eerste. Maar de zon laat zich nu wel af en toe zien. Een mooi voorbode voor de 3e dag. 

Die breekt sneller aan dan ik wil. Onderweg naar boven vergaap ik mij aan het mooie uitzicht. De zon zet alles, zoals altijd, in een ander perspectief. Boven is totaal niet te vergelijken met beneden. De sneeuw van de voorgaande nacht heeft alles bedekt en het heeft een dempend effect. Alles lijkt zachter en mooier. We zijn vroeg boven en zo’n beetje de eerste. De heren kiezen voor het stijle stuk maar dat sla ik graag over. Ik besluit het bospad te nemen. Aan het einde van de route komen beide stukken weer samen. Zodra ik de bocht om ben, ben ik helemaal alleen. 

Het enige geluid dat ik hoor is de knerpende sneeuw onder mijn board. Het liefst zou ik hier stil gaan staan om alles extra in mij op te nemen. Het is werkelijk prachtig. Het besneeuwde landschap strekt zich voor mij uit. De paden voor mij zijn nog onaangeroerd en de bomen zijn gehuld in een mooie witte deken. Kennen jullie het sprookje Narnia? Waarbij Lucy via de achterkant van een kledingkast in een ander land terecht komt? Zo voel ik mij ook. Dit is een compleet andere wereld. Magisch en betoverend.

Gelukkig mag ik hier nog een paar dagen vertoeven. Want de rest van de week, op de laatste dag na, is nog even magisch als die eerste dagen. De temperatuur loopt langzaam op maar de bomen zijn tot zeker dag 5 mooi wit en de bospaden goed begaanbaar. Dus neem ik iedere afdaling nog eens en nog eens en nog eens. Het is hier sprookjesachtig mooi!

Wel of niet …

“We weten nog niet of we meegaan…” of “We kijken wel of we nog kunnen boeken…”  of “Misschien, we weten het nog niet zeker…”. Allemaal antwoorden waar ik geen ruk mee kon. Maar die mij wel steeds de hoop gaven dat het geen definitief NEE was. Iedere keer als we elkaar zagen of spraken vroeg ik er naar. Iedere keer kreeg ik van mijn oom en tante het zelfde antwoord. “Geen idee, we zien wel, misschien…”

We gaan al jaren met elkaar op vakantie en de groep is gewoon niet compleet als niet iedereen er bij is. Op het laatste feestje dat we hadden zei mijn neefje spontaan dat ie ging kijken of het hem ging lukken vrij te nemen. Want tja, zo’n wintersportweek is toch wel heel tof! Maar van mijn oom en tante kreeg ik alleen een vaag antwoord zoals hierboven al omschreven.

Na die week bleef iedere vorm van communicatie uit. Ik dacht nog dat ie het misschien gezegd had in een dronken- of sentimentele bui. Of omdat ie mijn gezeik zat was, dat zou natuurlijk ook nog kunnen. Ik hield op met zeuren en legde mij er bij neer dat dit een jaar zou worden met het kleinste groepje wintersporters ooit. Want zoonlief ging ook al niet mee.

Dit mocht de pret niet drukken en met de overblijvers bespraken we al wat we zouden gaan doen. Lekker boarden en skiën. Misschien zelfs een dagje naar een ander skigebied. Een middag met tante op stap die niet skiet. En uiteraard een paar keer relaxen in de sauna. Maar eerst moesten we nog op de plaats van bestemming zien aan te komen. 

De reis naar Oostenrijk, die rond 22.00 uur van start ging, verliep heel voorspoedig. Het was super rustig onderweg. De voorspelde regen en sneeuw bleef gelukkig grotendeels uit en er waren ook geen al te grote wegwerkzaamheden. Dit hebben we wel eens anders meegemaakt. Waar we ons wel de tandjes van schrokken was de hoge benzineprijs langs de weg. Na één keer tanken besloten we daarna alleen nog in de dorpjes naast de snelweg te gaan tanken.

Veel vroeger dan anders kwamen we op onze vaste vakantiestek aan. Neef en nichtje waren reeds gearriveerd en stonden vanuit de lobby naar ons te zwaaien. Iet wat stijf liepen we het hotel in. En daar stond Neefje-die-mee-zou-gaan-maar-niks-meer-liet-horen midden in de hal. “Surprise!!” Riep hij keihard. Voor ik het wist hing ik om zijn nek en kneep hem bijna fijn. Super tof!! Ik kon er maar niet over uit dat het hem gelukt was. De stinkerd had ons niks verteld.

Inmiddels waren we allemaal gearriveerd. Net toen we het ons in de lobby gemakkelijk wilden maken in afwachting van de sleutel van de kamer, stond ons nog een verrassing te wachten. Oom en tante kwamen tevoorschijn. “Surprise!!!” Werd er weer geroepen. Nu kon ik mij niet meer inhouden. Ik vloog ze beide om de hals en moest er zelfs een traan van blijdschap van laten. Al die tijd wisten ze al dat ze mee zouden gaan maar vonden het te leuk om ons voor de gek te houden. Ze moesten wel ruim voor ons aanwezig zijn zodat ze ons konden verrassen. En dat is meer dan gelukt!!

De voorbereidingen…

Terwijl ik nog wat nieuwe ideeën voor een project aan het uitwerken ben en tegelijk een handleiding aan het dichten ben voor een collega, tikt de tijd gestaag door. Daarmee komt ook mijn vakantie met rasse schreden dichterbij. Mijn collega roept iets in de trant van: “Zo, je zou maar met vakantie gaan deze week?!” Ik hoor het zinnetje aan en opeens realiseer ik mij dat ik inderdaad binnen een paar dagen al weg ben. 

Natuurlijk wist ik wel dat ik met vakantie zou gaan en de voorbereidingen waren links en rechts ook al getroffen. Zo waren onze ski’s en board reeds gewaxt. De kleding, schoenen en andere wintersportattributen hadden we het weekend er voor van de vliering gehaald. Maar de koffer moet nog wel ingepakt en ook Draak moet nog weggebracht worden naar zijn vakantie adres.   

Daarmee begint dus feitelijk mijn eerste vakantiedag. Het inpakken van de spullen en het wegbrengen van Draak. Dat mij meestal een klein beetje een weemoedig gevoel geeft. Alsof ik “zomaar” afstand van hem doe. Maar Draak is net als voorgaande jaren in goede handen. En is inmiddels helemaal thuis op zijn vakantieadres. 

Gelukkig komt het niet vaak voor maar nu toevallig wel. Van die onverwachte zaken die je er eigenlijk niet bij kunt hebben. Zoiets als: “Heb jij mijn skisokken toevallig gezien?? En weet je misschien waar mijn handschoenen zijn?” Spullen die normaal gesproken een vaste plek hebben. Maar daar nu dus niet liggen. 

Irritant!!! Want waarom liggen deze spullen niet op hun gebruikelijke plek? Nu ben ik eerst een uur lang alle kasten, tassen en verborgen ruimtes af aan het zoeken om tot de conclusie te komen dat zoonlief alles met de kerstvakantie geleend heeft voor zijn skivakantie. Grote kans dat het nog bij hem ligt. Na wat bel- en appwerk zijn sokken en handschoenen gelukkig weer boven water. Terug naar de “zenmodus” en de tassen kunnen verder worden ingepakt.  

Voor we alles zo efficiënt mogelijk in de auto plaatsen, want we hebben dit jaar geen skibox op het dak, moeten we eerst Draak wegbrengen. We mogen in onze handjes knijpen dat er lieve mensen zijn die hun huis en haard ter beschikbaar stellen. Draak is nog geen meter over de drempel en praat al honderd uit. Hij voelt zich helemaal op zijn gemak. Wanneer zijn verblijf, in het midden van de kamer met uitzicht op het parkje, gereed is kan hij niet wachten om zijn intrek te nemen. Hij begint direct met poetsen en eten en roept daarna: “Daaaag, Doei!!!” Met andere woorden: Ga maar lekker weg!!

Een aantal taken op de to-do-lijst kan ik inmiddels afstrepen. Met iedere vink die ik zet voel ik een laagje “dat-moet-ook-nog” wegvallen en het vakantie gevoel groeien. We halen nog wat boodschappen voor de heenreis want we rijden in de nacht naar onze plaats van bestemming. De ervaring heeft ons geleerd dat er dan niet veel open is. Als we alles in huis hebben rijd ik naar stal om Poownie gedag te zeggen. 

Ik geef mijn grote harige vriend nog een flinke poetsbeurt, een lekkere emmer met voer en een grote knuffel. Ook voor hem wordt deze week goed gezorgd. Als ik hem daarna tevreden tussen zijn maten in de paddock terug zet kan ik alles loslaten. Met een afgevinkte lijst rijd ik terug naar huis. Nu kan de vakantie echt beginnen… 

Party time…

Januari een depressieve maand? Niet voor mij. De maand stond in het teken van feestjes. Het is lang geleden dat ik er zoveel heb bijgewoond of heb meegevierd.

Het begon met een gezellige high tea in het tuincentrum een stad verderop. Dit feestje was voor mijn zus die als eerste jarig was deze maand. Het weer was troosteloos. De wind sloeg de regen tegen de kas. Maar omdat wij binnen zaten, waar het warm en gezellig was, klonk het extra knus. Bijna drie uur lang probeerden we diverse soorten verse thee terwijl we de ene na de andere versnapering aten. We begonnen met de hartige broodjes, gevolgd door overheerlijke wraps en we eindigden bij de cakejes, donuts en muffins. Veel te veel natuurlijk. We kletsten gezellig bij en sloten de middag af met een wandeling door het tuincentrum. 

De verjaardag van mijn tante werd thuis gevierd. Met een huiskamer vol visite aten we, ondertussen luidkeels zingend, slagroomtaart. De taart was zo groot dat sommige zelfs wel twee stukken aten. Het was leuk om bij te kletsen met ooms en tantes die ik al even niet meer gezien had. Er werd zelfs een foto album met hele oude foto’s te voorschijn gehaald. Verjaardagen en nostalgie gaan hier altijd hand in hand. 

Het biergarten feest dat mijn neef voor zijn verjaardag organiseerde volgden in het zelfde weekend. Het was droog en windstil, gelukkig maar want alles was buiten. De temperatuur daalde langzaam naar de 0 graden. Dat gaf het complete feest een extra wintersporttintje. Verspreid door de tuin stonden kachels en BBQ’s te branden. Later op de avond werden daar de lekkere snackies in opgewarmd en uitgeserveerd. De avond werd afgewisseld met dansen op apreski muziek om warm te blijven, biertappen om de dorst te lessen en heel veel lachen met elkaar. Een toffe avond die ik niet had willen missen. 

Tussendoor aten we op het werk diverse keren gebak. Want we hadden een jubileum te vieren met collega’s. Er waren er die het al een paar jaar volhouden bij deze baas. (5) En er zijn er die het al heel veel jaren volhouden (35). Hoe gezellig is het om stil te staan bij dit moment en anekdotes van even geleden of van heel lang geleden de revue te laten passeren. Ook daar zei ik geen nee tegen. 

Dan hadden we nog de verjaardagen die we graag hadden willen vieren maar die niet meer gevierd worden. Lieve Opa, Ma en oom Ray. Ik hoop dat ze in café ’t Hemeltje de slingers hebben opgehangen en er uitbundig is getoast.

Mijn nichtje vierde haar 30e verjaardag. Hoewel ze zelf trouwens nog niets afwist van dit feest. Haar vriend organiseerde een surpriseparty. Daar ging de nodige organisatiestress aan vooraf. Maar het moet gezegd: hij had het prima geregeld. De locatie, ergens in Delft, was erg gezellig. De ruimte was compleet versierd met ballonnen, slingers, muziek, bediening met lekkere hapjes en uiteraard drank in overvloed. Mijn nichtje, die dacht dat ze uit eten ging, werd geblinddoekt naar de locatie gebracht en trof daar vrienden en familie. Een geslaagde avond!!

Januari bracht feest en gebak. Ik ben bang dat dit in februari kleinschalig wordt voortgezet. Met hier en daar een feestje en een etentje. Ik denk dat ik maar een extra rondje sporten ga inlassen. 

Schaatspret in de polder…

Uiteraard staan er nog een aantal to-do taken op de huishoudelijke lijst voor dit weekend. Maar het weer gooit roet in het eten. Soms moet je gebruik maken van de mogelijkheden die zich voordoen. Zo ook vandaag. Want het is sowieso de laatste dag en het zou zelfs wel eens de laatste keer van het jaar kunnen zijn. Dus duiken we bij het ontwaken direct de vliering op. Snorren onze schaatsen, ijshockeysticks en de puck op uit de wintersporthoek. Met een broodje en koffie in onze mik rijden we naar de polder waar we, hopelijk, onze eerste schaatsstreken van het jaar kunnen maken. 

Onderweg zien we al voldoende mensen schaatsen, glijden en sleeën. Het heeft dan ook flink gevroren afgelopen nacht. Zo erg dat we de auto niet eens open kregen toen we weg wilden rijden. Er zijn er meer die het er nu lekker van nemen. Maar uit voorzorg rijden wij door naar de polder. Want daar is de sloot niet al te diep. Des te meer kans dat het goed dicht gevroren is en mochten we er toch doorheen zakken dan staan we hooguit tot onze knieën in het water. Het is daar leuker en ook niet onbelangrijk, het is er meestal niet druk.

Poownie snapt er niks meer van als we de auto bij stal neerzetten en ik hem vanaf de andere kant van het hek groet. Hij staat mij na te kijken terwijl ik met mijn schaatsen onder mijn arm naar de waterkant loop. Er staan al verschillende mensen op het ijs. Het is zo leuk komt te zien hoe iedereen zich voortbeweegt. De één gracieus en elegant, de ander al stuntelend terwijl hij links en rechts ingehaald wordt door iemand op noren. 

Vriendlief heeft binnen no-time zijn schaatsen onder gebonden. Springt overeind en doet alsof hij nooit anders gedaan heeft. Hij schaatst een stuk, draait om zijn as en gaat in zijn achteruit verder. Maakt wat overstappen links- en rechtsom terwijl hij ondertussen op mij aan het wachten is. Zelf schaats ik al mijn hele leven. Toch voel ik mij de eerste paar minuten altijd een soort Bambi. Maar voor het zover is moet ik eerst van mijn kont af en het ijs op. 

Nou, daar ga ik dan. Ik wankel en wiebel wat. Herstel mijn evenwicht terwijl ik mij al glijdend en schuivend richting vriendlief begeef. We maken een rondje op de plas waar nog twee gezinnen rondjes schaatsen. Na 5 minuten voel ik mijn scheenbeen al. Maar ik klaag niet. Want morgen is het namelijk weer 9 graden. Dus tijd om er lekker een paar dagen voor uit te trekken heb ik niet. De spierpijn die ik morgen ga voelen neem ik voor lief. 

Ik voel mij gaandeweg zekerder worden. Mijn streken worden langer en beheerster. Het lukt mij om over te stappen en achteruit te schaatsen. We kunnen zelfs nog wat “ijshockeyen”. Ooh ik geniet met volle teugen en ben als een kind zo blij. Mijn schenen voel ik niet eens meer. De kramp in mijn kaken des te meer. Ik heb het niet doorgehad maar al die tijd heb ik met een vette glimlach op mijn bakkes op het ijs gestaan. Met vermoeide spieren en heel voldaan trek ik twee uur later mijn schaatsen weer uit. Dit pakken ze ons niet meer af. 

A day off

Voetbal fotograferen is lange tijd mijn lichtpunt op de zaterdag geweest. Ik haalde er heel veel energie uit en deed dit soms met nog meer plezier dan de boys op het veld. Met de drukte om mij heen is het steeds moeilijker om dit gevoel te behouden. Fotograferen ging mij tegenstaan en op het laatst voelde het meer als een verplichting dan als een hobby. 

De voetbal, of eigenlijk het fotograferen daarvan, is dan ook het eerste wat ik besluit los te laten. Alleen al om meer ruimte te creëren voor rust in mijn hoofd en tijd voor mijzelf. De eerste twee zaterdagen voelen aan alsof ik spijbel. Alsof ik tijd voor mijzelf creëer dat ik eigenlijk aan andere zaken zou moeten besteden. Dat is precies het moment waarop ik realiseer dat het juist goed is om afstand te nemen en dit even los te laten. 

De zaterdagen erna voelen stuk voor stuk aan als een cadeautje. Ik heb niet alleen een middag “vrij” maar ook het bewerken van de foto’s en het bijhouden van diverse social media kanalen komt te vervallen. Ik houd een hele dag aan tijd over. Toen vriendlief vroeg of ik zin had om mee te gaan naar de voetbal bedankte ik hem direct. Nee! De voetbal staat even helemaal onder aan mijn lijst. Ik heb besloten om pas weer over de voetbal na te gaan denken wanneer ik het ga missen. Tot die tijd geniet ik van mijn extra zaterdagen die na al die weken nog steeds aanvoelen als een extra vakantiedag.

Een dag vrij betekend wel dat er tijd overblijft voor zaken waar ik normaal tijd voor moet maken. Het schoonmaken van de complete bovenverdieping is zo’n taak. Iedere keer doe ik wel iets. Snel de badkamer. Of de slaapkamer. Of de trap. Tussen de bedrijven door dus. In etappes, want geen tijd. Maar nu, met mijn gevoel van zeeën van tijd, kan ik er eens flink tegenaan. 

Ik besluit maar direct grondig te werk te gaan en trek alles van zijn plaats. Alleen al in de badkamer vind ik rommel die er niet thuis hoort. Lege verpakkingen van shampoo, spullen van zoonlief. In kamers waar het niet zou moeten tref ik kleding aan, zowel schoon als vuil. Op de overloop liggen sporttassen, maar ook boodschappentassen (?) en gereedschap. Ik de slaapkamers staan lege, half lege en volle flesjes water. 

Ook ik maak mij schuldig aan de rommel want mijn SUP-spullen liggen na mijn laatste tocht ergens eind zomer, nog steeds “te drogen”. Ik sorteer en ruim op. Gooi weg wat weg kan, vul waar nodig spullen aan en rangschik hier en daar de boel.

Er wordt flink gestoft en gesopt. Als laatste wissel ik de stofzuiger voor een dweil en zwabber alles lekker schoon. Ik neem er de tijd voor. Want die heb ik nu ook. Na mijn dagtaak poetsen kijk ik tevreden op mijn werk terug. Alles is weer schoon en aan kant. Een voordeel van een keer in de zoveel tijd goed poetsen is dat ik veel meer voldoening uit en van mijn werk heb. En de zin in voetbalfotografie? Die komt vanzelf wel weer terug.

Bedankt Boys, voor alle keren dat jullie mij een toffe zaterdag hebben bezorgd. Hopelijk tot snel ⚽️

Ga je mee?

Onze vakantie kwam met rasse schreden dichterbij. Het liefst hadden we een week in een strandstoel op een van de Canarische Eilanden doorgebracht maar met alle ellende in de wereld en het gezeik bij de vliegvelden verging de zin al snel. Dus besloten we de toerist in eigen land uit te hangen en voor twee verschillende locaties en hotels te kiezen. Want ook hier in Nederland is voldoende te zien en te beleven. 

De eerste bestemming mocht ik uitkiezen. Dat werd Limburg met een aantal overnachtingen op het landgoed van een kasteel. Ik vind het tof om rond te dwalen door een historie van pracht en praal. Een plek waar zich heel veel heeft afgespeeld, maar waar ik nooit wat van heb meegemaakt. Nu loop ik door oude gangenstelsels. Heb ik vanuit de torenkamer zicht op de omgeving. Flaneer ik door de kasteeltuin en dineer ik in een balzaal waar ooit feesten werden gegeven (of mensen werden vermoord, geen idee) De toegangsweg waar ooit ridders met paarden galoppeerden bewandel ik nu zelf en ik loop onder de poort door die in woelige tijden werd afgesloten (of wanneer het bedtijd was, geen idee…).  Kortom ik laat de geschiedenis voor mijn ogen tot leven komen alleen door hier te zijn. 

Toen we aan ons haute cuisine diner zaten, want dat leek mij zo leuk op deze locatie, vroeg ik mij af of de andere gasten om ons heen bij het meubilair hoorden of gewoon, net als wij, gasten waren?! Uit welk deel van de geschiedenis stammen die?! Op een ander stel na, waren wij de jongste van het hele gezelschap. Het mocht de pret niet drukken. Wij genoten tot op zekere hoogte van onze maaltijd. Eerlijk is eerlijk, wat ons geserveerd werd zag er werkelijk prachtig uit. Maar de hoeveelheid en smaak daar valt over te twisten. Ik ben gastronomisch niet goed onderlegd en misschien komt het daardoor dat ik de slogan: “Voor de echte fijnproever” een beetje verkeerd geïnterpreteerd heb. Wij waren in ieder geval blij dat we maar voor een luxe diner hadden gereserveerd. 

Het verblijf was verder echt fantastisch. Onze kamer super ruim en direct gelegen naast de befaamde toegangspoort. De oude van dagen hielden het al vroeg voor gezien dus last van feestgangers hadden we niet. De serene rust hing al die tijd als een fijne deken over het hotel en onze “voortuin”. Die overigens was voorzien van een fonteintje en zitjes met kussens. Speciaal voor de oudjes, of de koukleumen zoals ik, met fijne zachte fleeceplaids. Zo konden we gezellig daar een drankje doen en al babbelend en lezend de avond relaxed afsluiten. 

Verder deden we wat de gemiddelde toerist in Limburg doet. Lekker shoppen. Wandelen door het mooie Valkenburg waarbij we dit keer de grotten over sloegen. Bezochten nog een ander kasteel en reden rond in dit mooie landschap. Op aanraden gingen we naar Gaia Zoo in Kerkrade en genoten we van het uitzicht op het toeristische Drielandenpunt. Verder hebben we ons heel veel laten verwennen door uit eten te gaan.

Aan alles komt een eind en ik vond het jammer dat we maar voor een paar dagen geboekt hadden. Deze omgeving is zo mooi en verdiend meer tijd om bezocht en gezien te worden. Daarom laat ik Limburg gewoon op mijn lijstje staan. Voor een volgende keer. 

Los plankje…

Op de app verschijnt een foto van een mannetje dat drijfnat en onder het kroos in het gras zit. Met een ietwat beteuterd gezicht kijkt hij in de camera. De tekst er onder is in de trant van: “Het rechter stuk van de loopplank zit dus los.” “Aaaaah wat sneu!” Gaat er door mij heen. Het mannetje is in het water gevallen terwijl hij wilde helpen met het vullen van de watervoorraad voor de paarden. Gelukkig is het één van de heetste weken van de maand juli en hij had zich niet bezeerd. 

De volgende dag volgt er een bericht over de app van een van de andere dames. “Water is weer bijgevuld. Maar ook ik haalde een nat pak”. Afgezien van een gênant moment en natte kleding is er verder gelukkig niks aan de hand. 

Diezelfde avond komt er nog een melding over de app van een van de dames die vorige week pardoes van de plank viel en onbedoeld ook een verfrissende duik in de sloot had genomen. Ook hier geen schade alleen een nat pak en misschien ook een gênant moment wanneer er mensen op het terras hebben mee kunnen kijken. 

Om water voor de paarden te halen mogen we gebruik maken van de kraan van het restaurant dat naast onze wei ligt. De snelste manier om daar te komen is over (of door hihi) de sloot. Ik loop twee keer per week over die zelfde plank en heb tot nu toe nog nooit problemen gehad. Maar begin nu toch te twijfelen. Drie mensen te water en dat in 1 week tijd. Uit voorzorg pak ik een extra tasje met kleding in. Je weet nooit. 

Als het mijn beurt weer is om de bakken te vullen kijk ik nog eens kritisch naar de plank. Hij ligt er nog precies het zelfde bij als vorige week. Het touw aan de kant om je naar beneden en naar boven te begeleiden test ik eerst nog even door er een paar keer aan te trekken. Niks voelt anders en alles ligt nog op z’n plek. Vol vertrouwen “abseil” ik het talud af naar beneden en zet mijn voet op de plank. Zoals ik geleerd heb op “De Polder”. 

“De Polder” was het aller eerste echte “thuis” van Poownie. En was (hij bestaat helaas niet meer in de vorm zoals ik het ooit ook mijn thuis mocht noemen) erg groot. Overal lagen planken over het water om de weides snel te kunnen doorkruisen. Bij warm weer namen we wel eens een uitdaging van elkaar aan om het springend te proberen. Of fierljeppend als je het lef had. Iemand die opgegroeid is op “De Polder” is behept met skills waar een woudloper jaloers op is.

Met mijn voet test ik het eerste deel van de plank. Dat gaat goed. Zo ook de tweede en de derde. Zonder kleerscheuren kom ik aan de overkant. Ik grijp het hangende touw om het talud weer op te krabbelen en sluit de tuinslang aan. De terugweg gaat op dezelfde manier. Ik maak alle bakken schoon en wanneer ze gevuld zijn herhaal ik mijn survival toer. Gelukkig zonder te water te gaan.

Dan opeens gaan de sluizen van boven open. Dikke druppels vallen op mij neer. Regen zoals we dat in weken niet gezien hebben. Bij de tijd dat ik de auto gehaald heb ben ik doorweekt. Ik ben dan weliswaar niet in de sloot gekukeld maar heb jammer genoeg toch een nat pak opgelopen. 

Een dag voor in de boeken…

Het was er dit jaar gewoon nog niet echt van gekomen. De dagen dat het lekker weer was en er niet veel wind stond moest ik werken. De dagen dat ik vrij was en dus tijd had was het pisweer of stond er te veel wind. En, nou ja, ik ben nu eenmaal een mooi weer mens wat mijn buitenhobby’s betreft. Vandaag komt alles mooi samen. Een vrije dag, bijna windstil, blauwe lucht, zon aan de hemel en een graad of 26. Al met al prima weer voor een toerke op de SUP. 

Voor de verandering besluiten we eens vroeg naar het water te gaan. De parkeerplaats is nagenoeg leeg. Een enkele roeier is aanwezig maar verder niemand. Ik vind waterpret over het algemeen wel leuker als er een gezellige bedrijvigheid om mij heen te vinden is. Maar een keer het water voor ons alleen is ook wel erg fijn. 

Het bootje van vriendlief heeft vandaag zijn vuurdoop. Die ziet voor het eerst sinds maanden pas weer het water. Maar wonder boven wonder start het ding direct en werkt naar behoren. Ik heb mijn SUP ook binnen no-time opgepompt. Ik trek nog vlug wat flesjes water mee voor onderweg. Dat gaan we met dit mooie weer wel nodig hebben. 

Jammer genoeg steekt er een windje op en uitgerekend heb ik hem tegen. Dat is voor vriendlief niet zo’n ramp. Maar voor mij, op mijn met eigen spierkracht voortgedreven vaartuig, wat minder tof. Ik peddel stug door. Vooralsnog zijn wij de enige twee op het water en daar maak ik dankbaar gebruik van. Ik ga van links naar rechts en zoek de ideale lijn door wind en stroming. 

Dat ik al even niks meer gedaan heb merk ik na een kleine 2,5 km. Gelukkig krijg ik een klein sleepje. En dat dames en heren is nog eens extra genieten. Ik hoef even niks te doen dan alleen maar genieten van de zon op mijn bakkes en zorgen dat ik niet van mijn plank af lazer. Dat gaat mij beide redelijk goed af. 

Door mijn sleepje zijn we iets sneller op onze lunchlocatie. Nog voor we goed en wel aangemeerd zijn raken we in gesprek met de eigenaar van de toko. Ik loop nog te klooien met de leash van mijn SUP terwijl hij honderduit verteld over de boten die te huur zijn, het terras en een grappig voorval met een aantal klanten die niet wensten te betalen en hoe creatief dit was opgelost. Geweldig. 

Het heeft overigens wel wat om op deze manier bij een “restaurant” aan te komen in plaats van met de fiets of de auto. Gelukkig is er nog plek op het terras want inmiddels rammel ik van de honger. Zonder moeite wordt er een parasol voor ons uitgeschoven en krijgen we kussens voor op de stoelen aangeboden. Na de lunch keren we terug naar de steiger. Dit keer hebben we de wind “in de zeilen”.

Het is zo zalig dat we besluiten ons gewoon mee te laten drijven. Lekker uitbuiken in de zon met de voeten in het water terwijl de stroming ons meevoert naar ons startpunt. Iets later dan gepland zijn we terug bij de steiger. Waar overigens nog steeds niemand te vinden is. De watermensen weten niet wat ze missen. Maar voor ons is dit een dag voor in de boeken. 

Niet meer verwacht…

Binnen een paar dagen was ie opeens een paar kilo kwijt. Het waren er zoveel dat het opviel. Dat was nog niet alles. Rondom de ruif lag het bezaaid met proppen hooi. Of te wel hooi dat niet goed gekauwd, en in plaats van door te slikken uitgespuugd was. Dat kon er maar van 1 zijn. Poownie. Iets ging er niet goed. De tandarts onderzocht hem en vond het probleem. Naast al zijn voortanden mist hij nu dus ook 2,5 kies. 2 zaten er los en een was zover afgebroken dat ie er uit moest. Zijn gebit is eigenlijk gewoon op. De kiezen die hij nog heeft zijn te vergelijken met “sliks” Helemaal glad en niet goed meer om hooi en stro te vermalen. 

We gingen opzoek naar een hooivervanger. Want tja, poownie moet wel iets binnen krijgen. Gelukkig is er veel op de markt. Zeker ook voor oudere paarden met een slecht gebit. Nu krijgt hij drie keer per dag een flinke emmer met diverse soorten geweekte brokken en vitamines. Geloof mij mensen, het afvallen bij een ouder paard is zo gepiept. Maar het op gewicht komen is wel echt een ding. 

Iedere dag sta ik nu zijn ontbijt, lunch en diner klaar te maken. Her en der staan emmers met voer te weken. De dames van stal zijn zo lief om Poownie en mij hierbij te helpen. Hij weet precies wanneer zijn emmer klaar staat en meld zich al bij het hek om die met liefde (en een hoop kwijl) in ontvangst te nemen. In de tussentijd staat hij tussen zijn maten mee te knagen aan de ruif. Het is meer bezigheidstherapie dan dat het zijn maag vult. Samen knagen aan/uit de ruif is nu eenmaal gezelliger.  

Na een week of drie begon het zichtbaar te worden. Beetje voor beetje kwam hij wat meer op gewicht. Vanaf dat moment kwam er iedere week iets meer paard bij. Hij werd voller en ronder en begon zelfs weer wat “vetjes” te kweken op zijn borst. Het ging zo goed dat ik besloot om hem heel voorzichtig ook weer aan het werk te zetten. Dus twee tot drie keer in de week aan de longe in de rijbak om conditie te kweken en zijn oudere en stramme spieren in beweging te zetten.

Het idee dat ik ooit weer eens een ritje op zijn rug zou maken had ik eigenlijk al aan de kant geschoven. Maar nu voelde het voor ons beide zo goed, dat ik toch begon te twijfelen… Ik appte mijn stalgenoot of ze zin had om die avond een ritje te maken. Gelukkig wilde ze ons vergezellen met haar paard. Vanaf dat moment keek ik heel de dag reikhalzend uit naar de avond. Ik voelde mij net een penny meisje dat eindelijk haar eerste lesdag op de manege had.

Poownie had er net zo veel zin in als ik en was de hele rit super braaf. We genoten met volle teugen. Dit uurtje pakt niemand ons meer af. De week erop gingen we met z’n drietjes op pad. Ook nu hadden we een geweldige avond die mij energie gaf voor de rest van de week. 

Poownie was met pensioen. Maar ik denk dat ik die tijdelijk even opschort. Aan zijn enthousiasme te merken zal hij dat ook niet zo heel erg vinden.