De weken na het overlijden van Poownie voelen raar en leeg. Na zoveel jaar dagelijks naar stal en de laatste twee jaar zelfs iedere avond, naar opeens helemaal geen bezoekjes meer aan Poownie. Dat voelt niet alleen gek maar dat is ook heel gek. Naast dat ik hem heel erg mis, mis ook mijn complete routine. Mijn zenmomenten terwijl Poownie aan het grazen is en de sociale contacten met de dames op en van stal.
Ik sta er zelf een beetje van te kijken hoe “goed” ik de eerste week doorkom. Daarna lijkt het verlies in alle hevigheid tot mij door te dringen. Het besef dat mijn maatje er echt niet meer is laat niet alleen bij mij, maar ook bij vriendlief, een diep emotioneel spoor na. En ja, hij heeft een prachtig volwaardig en voldragen leven gehad. Zijn tijd zat er echt op. Dat zorgt er voor dat ik er vrede mee heb. Maar dat alles neemt het verdriet en gemis niet weg.
Van mijn werk krijg ik direct de tijd en alle ruimte om tot mijzelf te komen. Zodat ik de kans krijg mijzelf te herpakken. Ik mag thuis en onder de radar werken. Wat betekend dat ik zelf de afleiding in mijn werk mag zoeken zonder de verplichtingen van projecten, overleg, telefoon, klant- en collega contact. Dat voelt goed! Want het rouwen kost bergen met energie. Ik ben halverwege de dag zo moe dat ik mijn ogen niet kan open houden. Mijn hoofd barst uit elkaar van de koppijn, mijn spieren zitten vast en ik heb een concentratievermogen van een pantoffeldiertje. Werken en mijn beste beentje voor zetten is nu wel het laatste waar ik behoefte aan heb.
Geregeld loop ik met mijn ziel onder mijn arm te bedenken wat ik met mijn zeeën van tijd moet gaan doen. Dus werk ik in de avond de overvolle strijkmand weg. Ruim mijn lades en kasten op. Sorteer mijn kleding, dat van de heren en sta minutenlang doelloos onder de douche.
Ik heb in de tussentijd wel een aantal bezoekjes aan stal gebracht. Het is raar om te midden van de paarden te staan en er toch 1 te missen. De mooiste, de liefste. Mijn aanwezigheid voelt nutteloos en overbodig om zonder een reden daar te zijn.
Buiten bezig zijn en de wind en regen voelen mis ik zo erg dat ik besluit om ’s avonds na het eten te gaan wandelen. Dus loop ik bijna iedere avond een rondje door de wijk. Soms met vriendlief, soms alleen. Zelfs met vies weer voelt het heerlijk de benen te strekken en de wind over mijn gezicht en door mijn haar te voelen strijken.
We zijn nu bijna 4 weken verder en de emotionele pieken beginnen af te nemen. Ik voel het motortje in mijn binnenste langzaam weer op gang komen. Mijn concentratie neemt toe en ik heb ook weer zin om aan de slag te gaan. Een goed en fijn teken. Heel bewust een stapje terug doen en het verdriet er te laten zijn heeft voor mij geholpen. De scherpe randen zijn wat afgevlakt en alles komt een beetje in balans. Er is nu steeds meer ruimte voor de mooie en liefdevolle herinneringen aan Poownie en aan alle avonturen die we samen beleefd hebben.