Biologisch oorlog voeren…

Ik spot hem met mijn rechteroog en vang hem met mijn linkerhand. Donders, dit is niet best! Ik controleer de keuken op rottend fruit. Alles is schoon. Daarna inspecteer ik de planten. Stuk voor stuk. In eerste instantie zie ik niks. Ik tik tegen de bak om voor wat opschudding te zorgen. Bingo, er kruipt iets tegen de stam omhoog. De indringer is heel klein maar zit op een plek waar ik hem liever niet zie. Ik heb hem veel liever in de keuken op een rotte banaan of zo. Mijn planten worden langzaam opgevroten door rouwvliegjes.

Van mijn collega krijg ik de tip om de planten te voorzien van een laag zand. Omdat het er nog maar heel weinig zijn wil ik deze tip wel proberen. Het is immers de minst ingrijpende handeling. Ik duik de schuur in en vind een zak met zand. Voorzie de planten van een laagje en stamp het goed aan. Dit zou verstikkend werken. Voor de larven en de vlieg uiteraard. Vriendlief vind het er zelfs leuk uitzien. “Of we ze ook kunnen versieren met steentjes en schelpen?” Nou dat was ik niet echt van plan. Ik wil gewoon op een eenvoudige manier van die vieze vliegjes af! Daar komt bij dat de planten in huis eindelijk in leven blijven en goed groeien.

Na een paar dagen zie ik geen vliegjes meer. Het zand lijkt te helpen. In ieder geval voor een week of twee. Dan zijn de vliegjes in alle hevigheid terug. Ik moet dit grondiger aanpakken maar zie het niet zitten om al mijn planten van nieuwe aarden te voorzien. Met gif werken zou het snelste zijn maar dat wil ik niet. Ik zoek iets dat vriendelijker is. In het verleden heb ik gebruik gemaakt van aaltjes. Dus ook nu val ik terug op deze harde werkers. Ik bestel mijn eigen biologische leger. 

Binnen twee dagen valt er een doosje op de mat. Ik haal er een zakje gevuld met wit poeder uit, alles niet groter dan de palm van mijn hand. Bizar. Nog gekker vind ik dat dit werkt. Ik los de kleine rakkers op in een liter water. Roer ze flink door elkaar om ze wakker te schudden. Want al die tijd verpakt zitten doet je geen goed. Daarna geef ik mijn planten een slok water en tegelijk loods ik het leger binnen. Het voelt een beetje als het paard van Troje.

De eerste paar minuten is er nog niks te zien. De vliegjes, onwetend als ze zijn, komen en gaan. Ik lach, want ik weet beter! Het zal niet lang meer duren of mijn biologische leger marcheert door de aardlaag opzoek naar hun gastheer (de larve van de rouwvlieg). Of, zo geleerd als ze zijn, gebruiken hinderlaagstragieen om hun gastheer te bereiken. Geen idee hoe maar dat zal hun geheime wapen wel zijn. Gastheer gevonden? Dan dringen ze zich binnen en doden het. Geniaal en fascinerend tegelijk, vind je niet?! Alsof ik naar mijn eigen gearrangeerde horrorfilm kijk. 

Het biologische oorlogvoeren zal een week of twee, drie duren en al die tijd hoef ik ze alleen maar van wat water te voorzien. Goedkoper en onderhoudsvriendelijker kan bijna niet. Als het werk van mijn leger er opzit zullen ze langzaam uitsterven. Sneu, dat wel. Maar ja, het leven van een aaltje gaat nu eenmaal door de aardlaag en niet over rozen.

Bruisend en energievol…

365 dagen liggen achter mij. Het jaar is als een dik boek volgeplakt met mooie belevenissen. Geweldige herinneringen. Spannende momenten. Wat ups hier, wat downs daar. Af en toe een sierlijke droedel in de kantlijn tot compleet doorgehaalde niet te lezen chaos. De titel zou misschien zoiets zijn als: “van alles een beetje”. Klinkt veilig, en dat was het ook. Naast veilig, ook lekker comfortabel. Soms is dat ook goed. Al dobberend in rustig vaarwater de boel observeren. De boog hoeft niet altijd gespannen te staan. 

Nu liggen er 365 dagen als een ongeschreven boek voor mij. De bladzijdes nog helemaal blanco. Hoewel… Hier en daar is al wat geschetst. Een High tea hier een workshop daar. Sommige afspraken heel voorzichtig met potloot, terwijl andere gebeurtenissen met vet fluorescerende stift zijn beschreven. De vakanties zijn namelijk al helemaal rond. De eerste is onze wintersport, deze is met een mooie coole blauwe kleur gemarkeerd. In de hoop op witte bergen met een mooie strakblauwe lucht. En de zomervakantie, op de laatste dag van het jaar geboekt, is geel gemarkeerd. Kijk dat zijn leuke afspraken om het jaar mee af te sluiten en weer mee op te starten.  

Maar dat zijn afspraken voor later in het jaar. Vandaag is de eerste dag van het jaar en dus ook de eerste bladzijde van het nieuwe boek dat ik ga schrijven en beplakken, want ik ben nu eenmaal “old school”. Het voelt schoon, fris en uitdagend. Bijna bruisend zelfs. Alsof ik (al) boven op een besneeuwde bergtop sta. Om mij heen is het het oorverdovend stil en voor mij niks anders dan maagdelijk witte sneeuw. Ik ben de eerste die daar naar beneden mag stuiteren en mijn eigen pad mag trekken.

Uitzicht vanaf een besneeuwde berg met witte boomtoppen.
 

Op naar een bruisend en energievol 2023!! 🥂

In 2022 was …

… het leukste feestje dat van mijn zus en haar werk. Het feest was door Corona al een keer uitgesteld. Het thema was “Happy Together”. Ik had mijn bedenkingen maar Boskalis heeft de verwachtingen overtroffen. De locatie was Ahoy met eetkramen, disco en dansvloeren, entertainment, diverse barretjes, wijnproeverijen en zelfs een heuse kermis werd de vooravond gevuld. Het tweede deel stond in het teken van de voetjes van de vloer met een toffe line up. oa Waylon, Edsilia Rombley, Gerard Jolink, en The Dirty Daddies kwamen voorbij. De hele avond was nogal overweldigend maar super tof.

… mijn boekenkast goed gevuld. Ik las (en luisterde) in totaal 55 boeken. Er zijn zoveel mooie verhalen voorbij gekomen met uiteenlopende genres dat ik besloten heb daar een apart blog over te schrijven. Deze drie sprongen er met kop en schouders boven uit. Waargebeurd en een echte eye opener: “Verpleegthuis” van Teun Toebes. Hilarisch: “Ook dat nog” gevoelig, ingetogen: “Het kamermeisje”. Alle drie een complete verrassing en echte aanraders.

… ons thema verduurzamen. We brachten een aantal aanpassingen aan in huis. Er kwamen zonnepanelen. Gingen voor een deel van het gas en met het starten van de winter testen we hoe koukleumerig we echt waren. Tevens werd het huis van een flinke isoleerlaag voorzien. Er staan nog wat taken op de to-do lijst. Maar die schuiven we naar volgend jaar.

… Poownie tegen alle verwachtingen in zo aangesterkt dat hij een verzorgster kreeg die hem nu wekelijks mee uitrijden neemt.

… het grote afscheid van bed en slaapkamer. Na lang zoeken vonden we een goed matras en nieuw bed. De slaapkamer kreeg een make-over met een hotel chique uitstraling en zo weinig mogelijk prul. De kleuren spierwit & nachtblauw met accenten van goud domineren nu de ruimte en er heerst een serene rust. Er moeten nog wat puntjes op de I gezet worden maar ben er helemaal blij mee.

… de keuken ook aan de beurt. Het bleek dat we eigenlijk heel tevreden zijn met de indeling. Wel moest er iets gedaan worden aan al het loslatende folie op deuren en laden. We besloten de boel te laten schilderen. Nu hebben we een chocolade bruine in plaats van roomwitte keuken. De nieuwe handvatten op deuren en laden en een mooie luxaflex voor het raam maken het helemaal af.

… het druk op mijn werk. Nieuwe directeur, projecten en aanpak. Dat laatste was ook van toepassing op zaken die jarenlang door de vingers werden gezien en wat de groei op meerdere vlakken tegenhield. Het was schokkend en tegelijk bevrijdend toen daar eindelijk iets aan gedaan werd. Het onderzoek kostte een collega (terecht) haar baan. Nu dit achter de rug is kunnen we weer vooruit zonder dat iemand op de rem blijft trappen.

… ik het minst op het water te vinden. Mijn SUP bleef vaker thuis. Mijn fototoestel kwam minder vaak uit de tas en ik plaatste ook maar 41 blogs. Wel heb ik een rondje op natuur ijs geschaatst.

… mijn rug op zijn zwakst. Ik ging er finaal doorheen en heb daar eigenlijk nog steeds last van. Hierdoor maakte ik wel kennis met yoga. Een heerlijke manier van rekken en strekken wat ik nu een paar keer per week met veel plezier doe.

2022 was, met hier en daar een uitschieter, een rustig en mooi jaar. Voor 2023 heb ik energievolle verwachtingen die ik hopelijk ook waar kan maken. Daarover later meer. Bedankt voor alle keren dat jij hier langs kwam en de moeite nam mijn verhalen te lezen. Voor nu wens ik jou een fijn en warm uiteinde van dit jaar en een fantastisch mooi begin van 2023. Tot volgend jaar!

Als herboren…

Het is koud, ik heb mij de afgelopen week de schompes gewerkt en ik ben zijknat geregend op stal. Alles en iedereen inclusief ikzelf, zit mij in de weg. Ik ben op zijn zachtst gezegd licht ontvlambaar. Er lijkt niks te werken om dat gevoel te temperen en dat irriteert mij nog meer. Ik moet echt helemaal ont-prikkelen van alles en iedereen om mij heen en misschien nog wel het meest van mijzelf. Ik duik de sauna in. De ideale locatie om mijzelf terug te trekken en letterlijk te ontdoen van een laag die helemaal niet bij mij pas maar toch al de hele week als een vieze stroop blijft plakken. 

De cabine is nog niet op temperatuur maar ik neem vast plaats. Dit in tegenstelling tot de sauna op onze wintersportlocatie waar ik, wanneer we er zijn, dagelijks een half uurtje lig te “verdampen”. Die cabine is altijd op temperatuur. Zo erg dat je de eerste 5 minuten je neusharen voelt verschroeien als je ademhaalt. Daar heb ik aan moeten wennen. Het is heel tegenstrijdig wanneer je het gevoel hebt te willen ontsnappen aan de extreme hitte en je er tegelijk aan wilt overgeven.

Mijn eerste ingeving was rechtsomkeert te maken. Veel te heet! Maar ik dwong mijzelf te blijven zitten. Mijn ademhaling te verdiepen en er aan over te geven. Het gevoel van de tinteling op mijn huid over mijn hele lichaam verwelkom ik inmiddels. Alsof er duizenden naaldjes op mijn huid prikken. Daarna komt het lome gevoel van niet meer willen bewegen maar voor altijd zo te willen blijven liggen. Direct gevolgd door de zweet uitbraak, soms langzaam, soms snel. Na een minuut of 20 in deze vegetatieve toestand te hebben verkeerd voel ik mij een soort van herboren. 

Naar dat gevoel ben ik nu ook opzoek in mijn eigen huis-tuin-en-zolder-sauna. Deze wordt niet zo heet als die in Oostenrijk. Maar door wat langer te blijven zitten creëer ik het zelfde effect. Ondertussen geniet ik van het schilderachtige uitzicht op de muur tegenover mij. Deze weerspiegelt een vakantietafereel met zicht op de grote oceaan waar schepen voor anker liggen en de havens en dorpjes aan de voet van de berg. 

Ik laat mij meevoeren door de schreeuwende meeuwen boven de vissersbootjes. Ik hoor de golven breken op de rotsen onder aan de berg. Ik zie mensen op het strand heen en weer drentelen naar hun strandbedden en parasollen. Kinderen spelen in het water en gillen wanneer ze door een golf omver worden geblazen. Alsof ik zelf ook met vakantie ben. Meer en meer ontspan ik. De warmte van de cabine doet de rest. 

Dit gevoel komt ergens door en heeft niet alleen te maken met het wisselen van de jaargetijden. Er is heel wat gebeurd op mijn werk. De ongeschreven regel bepaald dat wat op het werk gebeurt ook op het werk blijft. Waar het op neerkomt is dat de “rotte appel” gelicht en met ontslag is. Dat heeft voor, tijdens en na het proces best wat spanningen opgeleverd. Het heeft nog even tijd nodig maar de gemoederen zullen snel zakken en dan kunnen we weer vooruit. 

De vieze strooplaag druipt nu letterlijk en figuurlijk van mij af. Wat overblijft is ruimte om te ademen, rust in mijn hoofd en een bezweet lichaam. Nu eerst lekker douchen om mij daarna weer een beetje als herhoren te voelen. 

Uitzicht vanuit de sauna.

Uit logeren…

Zoonlief werd vriendelijk gevraagd een week bij z’n ma door te brengen. Zodat wij ongegeneerd zijn kamer konden inpikken. “Jullie houden het wel schoon hé!?” Riep hij nog even quasi nonchalant voor hij vertrok. Hihi, schoon?? Het is er al jaar en dag een varkensstal. Dus voor ik mijn spullen verkas ga ik eerst maar eens grondig te werk. Al die tijd geen Corona opgelopen maar zou zomaar een stofallergie kunnen ontwikkelen na één nacht op die kamer. 

De reden van ons verkassen is een kleine verbouwing van onze eigen slaapkamer. Vorige week zijn alle meubels inclusief ons bed opgehaald zodat we dit weekend de boel konden witten en verven. Dankzij het klussen in het huis van zus weet ik dat we dit ook prima zelf kunnen. Volgende week komt ons nieuwe bed en dan is al het kliederwerk alvast achter de rug. 

Nou en daar lig je dan. In je eigen huis maar in een andere kamer en in een ander bed… Het voelt een beetje als een logeerpartij. Ik neem andere geluiden waar, ruik andere geuren. De topnoot is de schoonmaakgeur van zojuist met accenten van wasverzachter en een vleugje parfum van zoonlief.

De kamer is op zolder en heeft een schuin dak. Het regent onophoudelijk. Heerlijk geluid, net als vroeger bij mn moeder. Ik ben het geluid ontwend en het duurt daarom ook even voor ik mij kan laten meevoeren in het hypnotiserende ritme. Wel ben ik blij met het raam dat open staat. Heerlijk die koele lucht langs mijn gezicht terwijl de rest van mijn lichaam warm is ingepakt in mijn schapenwollen dekbed. Op onze kamer hebben we alleen een deur naar het “dakterras” dat wil vriendlief ’s nachts niet open want inbrekers…

Vriendlief komt pas veel later naar boven. Ik ben nog wakker en zie hem laveren tussen alle spullen op de grond en het kleine stukje tussen bed en muur dat ik vrij heb weten te krijgen. We missen 40 cm aan matras. Dat merk ik halverwege de nacht het meest wanneer vriendlief zich omdraait en daarbij eerst het kussen vol in mijn gezicht mept. Gevolgd door armen en benen die mij naar het randje van de afgrond duwen. In tegenstelling tot mij heeft hij er totaal geen moeite mee om te slapen in een ander bed of kamer. Ik duw hem voorzichtig terug en ben blij dat 1 vd 2 in ieder geval een goede nachtrust heeft. 

Inmiddels weet ik ook: haastige spoed is zelden goed. Ook al moet ik nog zo nodig plassen. Midden in de nacht de trap af betekend rustig aan!! Een aantal keer kwam de grond iets te snel te dichtbij. Note to self: gebruik de trapleuning waar deze voor bedoeld is. Niet als reddingslijn om naar te graaien wanneer je per abuis een traptree overslaat. 

Ach, ik klaag hier nu wel, maar je snapt dat het heel fijn is dat we een kamer met bed “over” hebben. Het had uiteraard ook anders gekund. Een week lang in de woonkamer op een luchtbed bivakkeren bijvoorbeeld. Dan was het niet uit logeren maar kamperen. Zonder marshmallows en kampvuur weliswaar. Dus zo slecht heb ik het nu ook weer niet. Wel ben ik heel blij als deze week achter de rug is en de verfspullen opgeruimd kunnen worden. Project “slaapkamer” is bijna af.

Als sneeuw voor de zon…

Het is koud, het regent, het is vroeg donker en ik heb de drukste werkweek achter de rug die ik in tijden heb gekend. Het omschakelen van zomer naar winter komt dit keer wel binnen. Ik sta nog net niet te klappertanden maar een rilling kan ik niet onderdrukken. Hoewel dit ook van de vermoeidheid kan zijn. Ik besluit om het voor gezien te houden en lekker vroeg mijn bed in te kruipen. 

Ik klop mijn kussen nog wat op en tover een dik fleeceplaid uit de kast voor over de voetjes, want het raam (met hor) heeft zo’n beetje heel de dag open gestaan dus koud…. Bij het “openslaan” van mijn boek, wat een onderdeel is van mijn avondritueel, begint het gelazer. Ik doe eerst of ik het zoemen rond mijn hoofd ingebeeld heb. Ik ben immers moe en wil eigenlijk mijn drukke dag rustig afsluiten. Maar na een hele zin gelezen te hebben irriteer ik mij al wezenloos. Dit gaat hem niet worden. 

Mijn boek leg ik naast mij neer. Die mug gaat hoe dan ook neer. Aan de herrie te horen zou je denken dat het minstens een compleet gezin is dat onderdak komt zoeken. Wat ik raar vind want in de kamer is het gevoelsmatig kouder dan buiten. 

Het zoemen houd aan dus het is wat lastig om hem nu te detecteren. Met mijn zaklamp op mijn phone creëer ik een soort scheerlicht. Het duurt niet lang of ik zie hem er doorheen stuiteren. Het is er maar een. En verhip, hij lijkt wel dronken. Met een oog houd ik hem in de gaten terwijl mijn andere oog op zoek gaat naar die verdraaide mepper. Zodra ik hem wat spastisch onder het bed vandaan heb gegraaid is de mug pleite. Als sneeuw voor de zon…

Ik maak een keer een ronde door de kamer. Zoals verwacht maar niet gehoopt is ie spoorloos. Ik sta ondertussen daadwerkelijk te klappertanden van de kou. Snel mijn warme bed weer in. Boek erbij en verder waar ik gebleven was. Maar verder dan een hele bladzijde kom ik niet want daar is het gezoem weer. 

Vriendlief lukt het meestal wel om met weinig licht een vliegend insect uit te schakelen. Dus haal ik mijn eigen “Ghostbuster”, die nog niets vermoedend beneden tv zit te kijken, er bij. Samen hossen we door de kamer. Hij de ene en ik de andere kant. Na een paar minuten zoeken wisselen we van plek. Maar ook nu is de mug spoorloos. 

Ik besluit het er bij te laten. Ik ben moe en wil mijn (nog steeds niet voorverwarmde) bed weer in. Ik pak mijn boek er voor de derde keer bij. De mug houd zich koest. Pas midden in de nacht hoor ik hem rond mijn hoofd zoemen. Ik mep een paar keer in het luchtledige om hem te verjagen. 

De volgende dag kan ik gelukkig geen muggenbult ontdekken. Wanneer ik beneden kom sluit ik de tussendeur achter mij. En wat zie ik tot mijn grote verbazing nog net ff naar binnen fladderen voor ik de deur daadwerkelijk dicht doe?! Dit keer ontkomt hij mij niet. Normaal gaat alles wat leeft naar buiten. Voor een mug maak ik een uitzondering. Met mijn vlakke hand plet ik hem tegen de muur. Het is in een keer raak. Als sneeuw voor de zon. 

Blijf je slapen?

“Hoeveel zeg je?” Van schrik spring ik van het bed terwijl vriendlief zich nog even op z’n gemak omdraait alsof ie niks gehoord heeft. “14.000€” zegt hij nogmaals. Ik staar de verkoper alleen maar aan. “Waarom?” gil ik hem bijna toe. “Met de hand gemaakt, uit Engeland, echt paardenhaar en schapenvacht en bla bla.” Meer hoor ik niet, ik zie alleen zijn mond bewegen. In nog geen 14.000 jaar dat ik dat ga uitgeven aan een bed. Vriendlief dacht er anders over. Niet alleen de verkoper had hem al bijna zover. Het bed, toegegeven het is echt een plaatje en zou zeker niet misstaan in onze slaapkamer, had hem nu al in zijn macht. Mochten we ons bedenken, er kon nog wat aan de prijs gedaan worden. “Ooh, dat dacht ik ook!!”

Inmiddels was dit al de vierde beddenwinkel waar we waren. Er is echt belachelijk veel keus. Ik zie door de bomen het bos niet meer. Verkopers hebben hun eigen manier van uitleggen maar ze spreken elkaar soms ook een beetje tegen. Daar kunnen mijn hersens, die hier geen verstand van hebben, niet goed tegen. Dit kan wel met zus maar niet met zo. Op een bepaald bed kan alleen maar dat matras. Ligt niet fijn zegt U? Tja dan moet U een ander bed nemen! Toen een verkoper vertelde dat ie alleen zijn bedden met toppers verkocht was ik klaar met hem en zijn toko.

Beddenwinkel 5 was voor deze week de laatste die ik wilde bezoeken. Ook hier veel verschillende bedden met dito matrassen. Maar we lopen wel direct tegen het bed aan dat we beiden mooi vinden. Jammer genoeg met topper, iets wat ik niet wil. Dan verschijnt er een verkoper. Of hij kan helpen? We gooien al onze wensen voor zijn voeten en wijzen daarna naar dat bed. “Daar kan praktisch elk matras op!” Deelt hij ons mee. Lucky us. 

Hij neemt ons mee door de winkel en laat ons niet alleen diverse soorten matrassen testen, iets wat we al bij diverse winkels gedaan hadden maar nooit echt een goed advies kregen, en legt uit aan de hand van plaatjes, doorsneestukken matras, lichaamsbouw en onze slaaphouding waar we goed aan doen. Hij neemt werkelijk alle tijd voor ons.  

We testen de simpele standaard tot het duurdere segment. Dat is maar goed ook. Want het Tempur matras dat zo geprezen wordt ligt echt voor geen meter, ik zak erin weg als in drijfzand. We testen en testen nog meer. Tot we bij een matras aankomen waar ik heel blij van wordt. Het matras is voorzien van pocketveren, diverse soorten schuimlagen en afgewerkt met een firm toplaag. Het matras is zacht genoeg om in weg te zakken en tegelijk voel ik de stevigheid van het geheel. Hierop voel ik mij letterlijk gedragen. Ook nu krijgen we uitleg over de drukpunten, verdeling van gewicht en de verschillende zones. De stroom aan informatie is eindeloos. Net als zijn geduld met ons. 

Terwijl wij mogen “proefslapen” haalt de aardige man een bakkie koffie voor ons. “Nou hier hoef ik niet langer over na te denken. Dat bed, wijs ik hem en dan met dit matras.”Vriendlief is het er gelukkig helemaal mee eens. Ik doe geen consessies aan mijn slaapcomfort, behalve aan de prijs. En ook daar kon zelfs wat aan gedaan worden. 

Alles heeft zijn tijd..

Drie keer knipperen met mijn ogen en zo zijn we plots een paar weken verder. Een paar weken zonder ook maar een woord op papier te hebben gezet of een blog met jullie te hebben gedeeld. Er waren momenten dat ik er wel voor ben gaan zitten, want inspiratie zat. Maar de woorden bleven als een brij in mijn hoofd hangen. Misschien komt het ook wel omdat het om mij heen heel druk is en dat neemt in mijn hoofd veel plek in beslag. Wel merk ik dat de rommel en chaos plek begint te maken voor orde en regelmaat. Maar dat heeft tijd nodig. 

Uit ervaring weet ik, dat als ik gewoon door blijf ademen, alles altijd weer op zijn pootjes terecht komt. Alles heeft nu eenmaal zijn tijd. En in dit geval hoeft het voor een keer niet eens synchroon te lopen met elkaar.  

Ook het weideseizoen heeft zijn tijd. Maar is nu echt teneinde. Poownie wilde het een paar weken geleden al voor gezien houden. Ik merkte het aan zijn gedrag. Ik had de auto nog niet geparkeerd of hij kwam al hinnikend aangelopen. Na een wandeling kreeg ik hem ook niet meer zo makkelijk de wei in. Zonder voortanden is het gras voor hem aan het einde van het jaar te kort. Hij verveelde zich stierlijk en de emmers met voer die ik hem bracht waren niet genoeg om zijn knorrige maag te vullen. 

De oplossing om samen met een ander paard een dagdeel door te brengen op de paddock was een schot in de roos. De hele dag hooi eten en verdeeld over de dag ook nog eens twee emmers met slobber maakte hem een stuk vrolijker (en ronder.) Na het avondeten hing ik mijzelf en de paarden vol met verlichting, want vroeg donker, en liep dan terug naar de wei. De nacht mochten ze met hun maten doorbrengen op het land. Maar ook voor de rest van de kudde is daar nu dus een einde aan gekomen. De start van een nieuw seizoen of dit nu de paddock of de wei is, vind ik heerlijk. Terug naar enige vorm van regelmaat en ritme en gezelligheid op stal. 

Op mijn werk is het andere koek. Daar is het net een circus. Al koorddansend jongleren we met de vele nieuwe projecten. Waar we naar toe willen is duidelijk maar hoe is soms een puzzel. We werken ons door een doolhof aan regels en systemen om het rond te krijgen. Dat betekend van alle collega’s maximale inzet. Schuiven met eigen en andermans werkzaamheden, verantwoording nemen maar ook werk delegeren en aannemen. Wanneer er 1 “spelbreker” tussenzit dan merk je dat direct. De druk wordt groter. Iets wat ik zelf een paar weken heb mogen ervaren. Het is hard werken maar geeft ook veel voldoening. Het is tof om te zien hoe we dit met ons kleine team toch steeds voor elkaar krijgen.

Door het vele extra werk blijft er weinig puf en tijd over voor (vriendlief, sorry 🙏🏼!! en ) de ander hobby’s. Zo ben ik al weken niet meer naar de voetbal geweest. De fotografie ligt op zijn gat en het uitlezen van mijn boeken gaat ook wat langzamer. Om over het bloggen en bij-lezen maar niet te spreken. Ook hier weet ik, geduld is een schone zaak. Alles heeft zijn tijd…

Round 2…

Vriendlief mocht de locatie voor de tweede vakantieweek uitzoeken. Onze uitvalsbasis voor die dagen werd “old school” Renesse. Iets met jeugdherinneringen en zeilkampen uit drie levens terug. Ons verblijf: een hotel met alles er op en eraan. Het zou nog even spannend worden of ik het met mijn rug wel zou gaan redden. De pijn was dusdanig gezakt dat we er in ieder geval naar toe konden. De (actieve)planning moesten we wel een beetje omgooien. Blowkarten en quadrijden werden daarom van het menu geschrapt. 

Er was heel veel regen voorspeld, maar ook deze week vielen we, net als bij de eerste week, met onze neus in de boter. Na aankomst schoven we eerst een lekkere kibbeling naar binnen om daarna door te rijden naar het strand. Het wolkendek brak open en de zon stond ons al op te wachten. Omdat we het niet hadden verwacht, maar wel stiekem gehoopt, hebben we er extra van genoten. We wisselende het liggen en zitten af voor pootje baden in de zee. Tot laat in de middag verbleven we op het strand waar we het langzaam vloed zagen worden. 

We keerden terug naar ons hotel voor een snelle douche voordat we naar het gezellige “centrum” van Renesse, dat bestaat uit 1 hele winkelstraat, terugkeerden om ons daar te goed te doen aan de verse Zeeuwse mosselen. Vriendlief dan, ik koos voor iets smakelijkers… Over het toetje waren we het wel eens, vers Italiaans schepijs zodat we ondertussen de benen even konden strekken. En het moet gezegd, tot nu toe de lekkerste ijssalon die ik in jaren tegengekomen ben. 

De avond liet al snel van zich horen en ook langs het water viel er, op wat vissersbootjes na, niet veel meer te zien. Gelukkig stond er een relaxte avond op het programma. En eenmaal uitgebuikt brachten we een bezoek aan de sauna. Daar werd ik echt heel blij van. Mijn rug, die aardig wat te voortduren heeft gehad, ook. 

Dag twee bleek weer een mooie en warme dag. Prima weer om iets te ondernemen. Maar eerst een uitgebreid ontbijt in het restaurant. Vervolgens reden we naar Neeltje Jans. Tijdens de geschiedenislessen op school wel ooit besproken maar ik was er nog nooit geweest. Na de watersnoodramp van ’53 is de Neeltje Jans een werkeiland geworden als onderdeel van de Oosterscheldekering. Nu is het een informatie en “attractiepark” waar je rondleidingen kunt krijgen. Misschien dat ik er ooit nog eens een blog aan wijd. We sloten ons bezoek af met een rondvaart langs de Oosterscheldekering.

Aan het einde van de middag trokken we nog wat baantjes in het zwembad. De zon was verdwenen en de wind iets opgetrokken. Buiten was daarom geen optie meer. Maar er was gelukkig ook een verwarmd binnenbad. Daar werd mijn rug weer blij van. In de avond reden we naar het dorp waar we ons wederom culinair hebben laten verwennen. 

De regen die al twee weken voorspeld was kwam op dag drie in volle hevigheid naar beneden. Verwacht maar niet gehoopt. Ons ontbijt werd een brunch en lekker uitgebreid en op het gemak namen we plaats in het restaurant. We vulden de rest van de dag met het kijken naar mooie huizen en een bezoek aan een van de omliggenden centrums voor we op huis aan gingen. 

Ouderdom komt met gebreken…

“Pijn is niet fijn.” Wat sommige mensen ook beweren! Al helemaal niet wanneer het prompt in je rug schiet. Je hierdoor sterretjes ziet en daarna ook nog zelf terug moet rijden. Uiteraard nadat je je wrakkige lichaam eerst naar je auto gesleept hebt. Hoe het je gelukt is om plaats te nemen in je auto en terug naar huis te rijden kun je je niet helemaal meer herinneren want
P I J N.

Eenmaal thuis lukt het mij om mijzelf uit de auto te krijgen en naar huis te strompelen. Maar eenmaal binnen weet ik mijzelf ook geen houding te geven. Schoenen en sokken uitdoen is een no go. De komende uren loop ik dus nog maar even in mijn paardenkloffie. Voorzichtig blijf ik rondjes lopen tot de verlammende steken in mijn rug zijn gezakt.

“Ik gok spit.” zegt ik tegen vriendlief als hij ook thuiskomt en mij in een of andere rare positie op de grond ziet liggen. Ik heb welgeteld 3,5 dag om te herstellen voor we aan ons tweede midweek weg gaan beginnen. Inmiddels is het gelukt mijn schoenen en sokken uit te krijgen. Aan de rest van mijn kleding wil ik nog even niet denken. Eerst die helse steken weg. Zo half op de grond liggen, met mijn onderbenen steunend op de bank, is nog de meest comfortabele positie die ik in die korte tijd kan vinden.

Af en toe heb ik wel last van mijn rug maar dit heb ik nog nooit meegemaakt. Dat ik niet kan zitten of normaal kan liggen van de pijn. De rest van de dag breng ik half liggend, half zittend met veel pijnstillers door. Mijn rug heeft schijt aan mijn vakantie, want daar zit ik nu midden in, en ik kan niet anders dan mij er bij neerleggen. De pijn te doorstaan en accepteren dat het nu eenmaal niet anders is en even kan gaan duren.

Na een dag slapen lijkt het beter te gaan. Wanneer de pijn in alle hevigheid terugschiet weet ik dat ik letterlijk en figuurlijk geen stap verder ben. Deze dag krijgt dezelfde invulling als gisteren. Met mijn e-reader onder mijn arm wissel ik bank, stoel en bed af. Dat lijkt nog de beste combinatie. Daarnaast doet mijn rug het beter na een warme douche. In bad durf ik niet. Ik krijg mijn been niet hoger opgetild dan 30 cm. De infraroodlamp is mijn tweede beste optie. Gedurende de uren die volgen merk ik dat de scherpe randjes minder worden.

Halverwege dag twee voel ik wat mobiliteit terugkomen. Alsof mijn ruggengraat en romp langzaam uitgelijnd worden met de rest van mijn lichaam. Inmiddels ben ik er aardig handig in geworden om zonder steken mijn bed in en uit te komen. Nog steeds heel voorzichtig, dat dan wel weer, durf ik mij wat meer te bewegen.

Ik ben als een kind zo blij als ik op dag drie eindelijk, vraag niet hoe, zelf mijn sokken aankrijg. Vriendlief rijd mij naar Poownie want zelf rijden lukt niet. Gaandeweg die dag kan ik ook weer zonder steken zitten, liggen en opstaan. Maar alles met mate en veel afwisseling. Mijn staldienst mag ik gelukkig opschuiven naar volgende week. Rust houden heeft (voor nu) voldoende geholpen dat ik het aandurf om toch op pad te gaan voor ons midweekje weg. De planning moeten we wel wat omgooien maar ach, we zijn er in ieder geval even lekker tussenuit.