Sprookjesachtig mooi…

Het heeft heel de avond en nacht gesneeuwd. En niet die lullige kleine witte vlokjes die smelten zodra ze de grond raken. De vlokken die in Nederland meestal naar beneden vallen. Nee, dit is het echte werk. De sneeuw heeft zich als een dikke zachte deken over het hele landschap gedrapeerd. Als er in het dal al zoveel is gevallen, hoeveel zou er dan op de berg terecht zijn gekomen? Dat is de eerste gedachte die in mij opkomt als ik vanuit mijn slaapkamer naar buiten kijk. Ik kan mij bijna niet inhouden en voel mij als een kind dat op schoolreisje gaat. Uitgelaten en enthousiast. 

Maar eerst gaan we met de hele groep ontbijten. Het is half 8 als we aanschuiven in het restaurant en ons te goed doen aan al het lekkers. Ik eet veel te veel maar houd mijzelf voor dat het een actieve dag gaat worden. Zonder brandstof wordt het niks! Nog geen uur later staan we allemaal buiten, gehuld in onze warme sportieve kleding. Op naar de skilift voor onze eerste afdaling. 

Onderaan de lift nemen we afscheid van de twee tantes, die zichzelf vermaken in het dorp. Er volgt nog een groepsfoto en daarna gaan we naar boven. Het weer is wisselvallig. Zo nu en dan sneeuwt het. Dit houd eigenlijk heel de dag aan. Het maakt de winterse gedachte wel helemaal af. Het is heerlijk om het board weer aan mijn voeten te voelen. Hoewel het zicht af en toe wat lastiger wordt. Her en der boarden we namelijk letterlijk tussen de wolken door. De tweede dag is een lichte kopie van de eerste. Maar de zon laat zich nu wel af en toe zien. Een mooi voorbode voor de 3e dag. 

Die breekt sneller aan dan ik wil. Onderweg naar boven vergaap ik mij aan het mooie uitzicht. De zon zet alles, zoals altijd, in een ander perspectief. Boven is totaal niet te vergelijken met beneden. De sneeuw van de voorgaande nacht heeft alles bedekt en het heeft een dempend effect. Alles lijkt zachter en mooier. We zijn vroeg boven en zo’n beetje de eerste. De heren kiezen voor het stijle stuk maar dat sla ik graag over. Ik besluit het bospad te nemen. Aan het einde van de route komen beide stukken weer samen. Zodra ik de bocht om ben, ben ik helemaal alleen. 

Het enige geluid dat ik hoor is de knerpende sneeuw onder mijn board. Het liefst zou ik hier stil gaan staan om alles extra in mij op te nemen. Het is werkelijk prachtig. Het besneeuwde landschap strekt zich voor mij uit. De paden voor mij zijn nog onaangeroerd en de bomen zijn gehuld in een mooie witte deken. Kennen jullie het sprookje Narnia? Waarbij Lucy via de achterkant van een kledingkast in een ander land terecht komt? Zo voel ik mij ook. Dit is een compleet andere wereld. Magisch en betoverend.

Gelukkig mag ik hier nog een paar dagen vertoeven. Want de rest van de week, op de laatste dag na, is nog even magisch als die eerste dagen. De temperatuur loopt langzaam op maar de bomen zijn tot zeker dag 5 mooi wit en de bospaden goed begaanbaar. Dus neem ik iedere afdaling nog eens en nog eens en nog eens. Het is hier sprookjesachtig mooi!

Wel of niet …

“We weten nog niet of we meegaan…” of “We kijken wel of we nog kunnen boeken…”  of “Misschien, we weten het nog niet zeker…”. Allemaal antwoorden waar ik geen ruk mee kon. Maar die mij wel steeds de hoop gaven dat het geen definitief NEE was. Iedere keer als we elkaar zagen of spraken vroeg ik er naar. Iedere keer kreeg ik van mijn oom en tante het zelfde antwoord. “Geen idee, we zien wel, misschien…”

We gaan al jaren met elkaar op vakantie en de groep is gewoon niet compleet als niet iedereen er bij is. Op het laatste feestje dat we hadden zei mijn neefje spontaan dat ie ging kijken of het hem ging lukken vrij te nemen. Want tja, zo’n wintersportweek is toch wel heel tof! Maar van mijn oom en tante kreeg ik alleen een vaag antwoord zoals hierboven al omschreven.

Na die week bleef iedere vorm van communicatie uit. Ik dacht nog dat ie het misschien gezegd had in een dronken- of sentimentele bui. Of omdat ie mijn gezeik zat was, dat zou natuurlijk ook nog kunnen. Ik hield op met zeuren en legde mij er bij neer dat dit een jaar zou worden met het kleinste groepje wintersporters ooit. Want zoonlief ging ook al niet mee.

Dit mocht de pret niet drukken en met de overblijvers bespraken we al wat we zouden gaan doen. Lekker boarden en skiën. Misschien zelfs een dagje naar een ander skigebied. Een middag met tante op stap die niet skiet. En uiteraard een paar keer relaxen in de sauna. Maar eerst moesten we nog op de plaats van bestemming zien aan te komen. 

De reis naar Oostenrijk, die rond 22.00 uur van start ging, verliep heel voorspoedig. Het was super rustig onderweg. De voorspelde regen en sneeuw bleef gelukkig grotendeels uit en er waren ook geen al te grote wegwerkzaamheden. Dit hebben we wel eens anders meegemaakt. Waar we ons wel de tandjes van schrokken was de hoge benzineprijs langs de weg. Na één keer tanken besloten we daarna alleen nog in de dorpjes naast de snelweg te gaan tanken.

Veel vroeger dan anders kwamen we op onze vaste vakantiestek aan. Neef en nichtje waren reeds gearriveerd en stonden vanuit de lobby naar ons te zwaaien. Iet wat stijf liepen we het hotel in. En daar stond Neefje-die-mee-zou-gaan-maar-niks-meer-liet-horen midden in de hal. “Surprise!!” Riep hij keihard. Voor ik het wist hing ik om zijn nek en kneep hem bijna fijn. Super tof!! Ik kon er maar niet over uit dat het hem gelukt was. De stinkerd had ons niks verteld.

Inmiddels waren we allemaal gearriveerd. Net toen we het ons in de lobby gemakkelijk wilden maken in afwachting van de sleutel van de kamer, stond ons nog een verrassing te wachten. Oom en tante kwamen tevoorschijn. “Surprise!!!” Werd er weer geroepen. Nu kon ik mij niet meer inhouden. Ik vloog ze beide om de hals en moest er zelfs een traan van blijdschap van laten. Al die tijd wisten ze al dat ze mee zouden gaan maar vonden het te leuk om ons voor de gek te houden. Ze moesten wel ruim voor ons aanwezig zijn zodat ze ons konden verrassen. En dat is meer dan gelukt!!

De voorbereidingen…

Terwijl ik nog wat nieuwe ideeën voor een project aan het uitwerken ben en tegelijk een handleiding aan het dichten ben voor een collega, tikt de tijd gestaag door. Daarmee komt ook mijn vakantie met rasse schreden dichterbij. Mijn collega roept iets in de trant van: “Zo, je zou maar met vakantie gaan deze week?!” Ik hoor het zinnetje aan en opeens realiseer ik mij dat ik inderdaad binnen een paar dagen al weg ben. 

Natuurlijk wist ik wel dat ik met vakantie zou gaan en de voorbereidingen waren links en rechts ook al getroffen. Zo waren onze ski’s en board reeds gewaxt. De kleding, schoenen en andere wintersportattributen hadden we het weekend er voor van de vliering gehaald. Maar de koffer moet nog wel ingepakt en ook Draak moet nog weggebracht worden naar zijn vakantie adres.   

Daarmee begint dus feitelijk mijn eerste vakantiedag. Het inpakken van de spullen en het wegbrengen van Draak. Dat mij meestal een klein beetje een weemoedig gevoel geeft. Alsof ik “zomaar” afstand van hem doe. Maar Draak is net als voorgaande jaren in goede handen. En is inmiddels helemaal thuis op zijn vakantieadres. 

Gelukkig komt het niet vaak voor maar nu toevallig wel. Van die onverwachte zaken die je er eigenlijk niet bij kunt hebben. Zoiets als: “Heb jij mijn skisokken toevallig gezien?? En weet je misschien waar mijn handschoenen zijn?” Spullen die normaal gesproken een vaste plek hebben. Maar daar nu dus niet liggen. 

Irritant!!! Want waarom liggen deze spullen niet op hun gebruikelijke plek? Nu ben ik eerst een uur lang alle kasten, tassen en verborgen ruimtes af aan het zoeken om tot de conclusie te komen dat zoonlief alles met de kerstvakantie geleend heeft voor zijn skivakantie. Grote kans dat het nog bij hem ligt. Na wat bel- en appwerk zijn sokken en handschoenen gelukkig weer boven water. Terug naar de “zenmodus” en de tassen kunnen verder worden ingepakt.  

Voor we alles zo efficiënt mogelijk in de auto plaatsen, want we hebben dit jaar geen skibox op het dak, moeten we eerst Draak wegbrengen. We mogen in onze handjes knijpen dat er lieve mensen zijn die hun huis en haard ter beschikbaar stellen. Draak is nog geen meter over de drempel en praat al honderd uit. Hij voelt zich helemaal op zijn gemak. Wanneer zijn verblijf, in het midden van de kamer met uitzicht op het parkje, gereed is kan hij niet wachten om zijn intrek te nemen. Hij begint direct met poetsen en eten en roept daarna: “Daaaag, Doei!!!” Met andere woorden: Ga maar lekker weg!!

Een aantal taken op de to-do-lijst kan ik inmiddels afstrepen. Met iedere vink die ik zet voel ik een laagje “dat-moet-ook-nog” wegvallen en het vakantie gevoel groeien. We halen nog wat boodschappen voor de heenreis want we rijden in de nacht naar onze plaats van bestemming. De ervaring heeft ons geleerd dat er dan niet veel open is. Als we alles in huis hebben rijd ik naar stal om Poownie gedag te zeggen. 

Ik geef mijn grote harige vriend nog een flinke poetsbeurt, een lekkere emmer met voer en een grote knuffel. Ook voor hem wordt deze week goed gezorgd. Als ik hem daarna tevreden tussen zijn maten in de paddock terug zet kan ik alles loslaten. Met een afgevinkte lijst rijd ik terug naar huis. Nu kan de vakantie echt beginnen… 

Goede service…

“Nee echt!? Gaat ie dan gewoon onder de douche?” Dit is de meest gehoorde reactie van mensen zodra ze vernemen dat ik ook onder de douche ga. Echt, wat is dat nu voor antwoord?! Ik kijk ze maar een beetje “gaai-achtig” aan en roep iets als: “Echt waar? Echt waar!” Als ik ze ga vragen of zij ook wel eens onder de douche gaan is het hek natuurlijk helemaal van de dam. “Shit hij praat terug!!” Douchen en badderen hoort er gewoon bij. Ja mensen ook voor mij, als papegaai. Sterker nog het is een van onze basisbehoeften. 

Mijn oorsprong ligt in het Amazone gebied. Het klimaat is daar heel anders dan hier in Nederland. Hoewel sommige zomerse dagen mij wel doen denken aan het tropisch regenwoud, komt het niet eens in de buurt. Verder krijgen vogels die buiten leven geregeld een flinke regenbui over zich heen. Ik leef voornamelijk binnen en krijg dat dus niet!

Helaas is de luchtvochtigheid in de meeste woningen aan de lage kant. En die hogere luchtvochtigheid, die wel in de Amazone terug te vinden is, is juist voor ons zo belangrijk. Om mij te helpen kreeg ik een bad in mijn kooi, zodat ik zelf kon bepalen wanneer ik ging badderen. Op de zijkant stond: Gaai-proof. Een mooie uitdaging en na wat hak- en snavelwerk was ie dat niet meer! Binnen een week, zo lek als een mandje. Ik kreeg geen nieuwe en moest vanaf dat moment onder de douche.

Papegaaien zijn net als pluche knuffels, lief, schattig maar stoffig. Douchen is dus belangrijk om het stof en vuil tussen mijn veren weg te krijgen. Maar ook om mijn huid soepel te houden en zoals gezegd, de luchtvochtigheid, voor mijn slijmvliezen. Na een douch volgt steevast een flinke poetsbeurt waarbij ik ieder veertje onder “snavel” neem. Tevens voorzie ik mijn verenpak van een nieuw laagje talg zodat de boel mooi waterdicht blijft. Voor het geval ik toch eens in die stortbui terecht mocht komen. Er gaat heel wat tijd in mijn verzorging zitten. Douchen is dus niet alleen om mij schoon te houden.

Het hele jaar door ga ik onder de douche en gebruiken dan zo’n mooie Gardena plantenspuit. Want waarom zou je die alleen gebruiken om de planten te besproeien als je mij er ook mee kunt douchen? Hij is echt ideaal. Er gaat wel 5 liter in. Je pompt hem op en ik sta de hele tijd onder een prachtige neveldouche. Ondertussen zing en fluit ik er lekker op los. Maat houden is overigens niet mijn sterkste kant (sorry buurtjes!!) 

Deze zondag sta ik mij zoals gebruikelijk in te zepen onder een heerlijke nevelstraal. Ik wil net aanzetten voor die fantastische hoge noot, als ik een keiharde klap hoor. Van schrik vlieg ik onder de douche vandaag. Alles (en Deb) zeiknat. Blijkt de Gardena pomp van boven tot onder uit elkaar te zijn geklapt.

Ietwat ontdaan poets ik mij droog om daarna een mail te wagen aan Gardena. Dit mag toch niet zomaar gebeuren? Hun reactie laat niet lang op zich wachten. Ze zijn het stellig met mij eens en vinden het heel vervelend dat mijn douchebeurt zo bruut is onderbroken. Binnen drie dagen wordt er een pakket bezorgd met daarin een gloednieuwe Gardena plantenspuit zodat ik weer lekker kan badderen! Dank je wel Gardena, dat is nog eens service!!

Namasté…

Als de pijn in mijn rug weg is moeten zaken echt anders!! Besloot ik toen ik languit op bed lag zonder ook maar een vin te kunnen verroeren want PIJN… “Hier” lees je wat ik bedoel. Na mijn vakantie ging het gelukkig alweer de goede kant op. Toen ik eenmaal zonder pijn op de grond kon zitten en weer kon opstaan was het tijd om daad bij het woord te voegen. 

Niet alleen meer in beweging komen maar ook veel meer rekken en strekken zou mijn lichaam goed doen. “De sportschool” liet ik wijselijk links liggen. Hoe graag ik ook aan mijn conditie wilde werken, eerst maar eens wat aandacht naar mijn onderrug. Internet staat vol met oefeningen en er zijn ook de nodige apps op de markt gebracht. Ik zocht het een en ander uit en ging die week nog aan de slag. 

Uiteindelijk blijkt het voor mij toch lastig om via een app te sporten. Steeds maar weer naar mijn telefoon kijken of ik iets goed doe werkt niet bepaald motiverend. Voor een heel hoop andere apps moet ik betalen. Daar zou ik dan nog niet zo veel moeite mee hebben als de kleine lettertjes, zoals bijvoorbeeld het opzeggen van zo’n abonnement, niet zo vaag zouden zijn.

Mijn zoektocht gaat verder op youtube. Daar kom ik, na een aantal kanalen doorgespit te hebben, uit bij een Amerikaanse die yogales geeft. Ze heeft voor 10 jaar aan materiaal op internet staan en ook een hele mooi yoga beginners lijn. Niet geheel onbelangrijk ze heeft ook een hele reeks met yoga voor de rug. Ik word helemaal enthousiast bij het zien van deze filmpjes. Met mijn soort van beperkte lichaam kan ik hier toch mee uit de voeten. 

Ik prop mijn oortjes in en laat mij door haar leiden. Ze legt heel goed uit wat ik moet doen en welke lichaamsdelen ik zou moeten voelen, of juist zou moeten ontspannen of aanspannen. Poses hoeven niet altijd mega correct uitgevoerd te worden, zolang ze doen wat ze moeten doen is het goed. Als iets niet lukt of kan, komt ze met vervangende poses en ook voor mensen met een (nog) niet zo’n lenig lichaam is het goed te doen.

Alles gaat heel beheerst en rustig. Controle is het sleutelwoord. Evenals aanvoelen wat het lichaam nodig heeft. Wist ik veel dat er een nieuwe verslaving op de loer zou liggen. Inmiddels zijn we ruim zes maanden verder en sta ik dagelijks op mijn yogamat. 

Een aantal keer per week start ik mijn dag met yoga. Die vind ik stiekem de fijnste. Het is zo lekker om na een paar uur slapen al rekkend en strekkend aan een nieuwe dag te beginnen. Je bloed te voelen circuleren en je spieren op te warmen. Mijn ademhaling die dieper en ruimer wordt, de bewustwording van elke vezel in mijn lijf. En dan het gevoel na een sessie, alsof mijn lichaam weer voorzien is van een nieuw soort brandstof. Soms voelt het zelfs alsof ik bij de masseur vandaan komt. Heerlijk!

Nee, snel is anders en ik raak ook niet mega bezweet. Toch voel ik na sommige sessies spieren waarvan ik het bestaan niet wist. Het fijne is dat ik yoga overal en op ieder tijdstip kan doen. Uiteindelijk vaart niet alleen mijn onderrug er wel bij…

Party time…

Januari een depressieve maand? Niet voor mij. De maand stond in het teken van feestjes. Het is lang geleden dat ik er zoveel heb bijgewoond of heb meegevierd.

Het begon met een gezellige high tea in het tuincentrum een stad verderop. Dit feestje was voor mijn zus die als eerste jarig was deze maand. Het weer was troosteloos. De wind sloeg de regen tegen de kas. Maar omdat wij binnen zaten, waar het warm en gezellig was, klonk het extra knus. Bijna drie uur lang probeerden we diverse soorten verse thee terwijl we de ene na de andere versnapering aten. We begonnen met de hartige broodjes, gevolgd door overheerlijke wraps en we eindigden bij de cakejes, donuts en muffins. Veel te veel natuurlijk. We kletsten gezellig bij en sloten de middag af met een wandeling door het tuincentrum. 

De verjaardag van mijn tante werd thuis gevierd. Met een huiskamer vol visite aten we, ondertussen luidkeels zingend, slagroomtaart. De taart was zo groot dat sommige zelfs wel twee stukken aten. Het was leuk om bij te kletsen met ooms en tantes die ik al even niet meer gezien had. Er werd zelfs een foto album met hele oude foto’s te voorschijn gehaald. Verjaardagen en nostalgie gaan hier altijd hand in hand. 

Het biergarten feest dat mijn neef voor zijn verjaardag organiseerde volgden in het zelfde weekend. Het was droog en windstil, gelukkig maar want alles was buiten. De temperatuur daalde langzaam naar de 0 graden. Dat gaf het complete feest een extra wintersporttintje. Verspreid door de tuin stonden kachels en BBQ’s te branden. Later op de avond werden daar de lekkere snackies in opgewarmd en uitgeserveerd. De avond werd afgewisseld met dansen op apreski muziek om warm te blijven, biertappen om de dorst te lessen en heel veel lachen met elkaar. Een toffe avond die ik niet had willen missen. 

Tussendoor aten we op het werk diverse keren gebak. Want we hadden een jubileum te vieren met collega’s. Er waren er die het al een paar jaar volhouden bij deze baas. (5) En er zijn er die het al heel veel jaren volhouden (35). Hoe gezellig is het om stil te staan bij dit moment en anekdotes van even geleden of van heel lang geleden de revue te laten passeren. Ook daar zei ik geen nee tegen. 

Dan hadden we nog de verjaardagen die we graag hadden willen vieren maar die niet meer gevierd worden. Lieve Opa, Ma en oom Ray. Ik hoop dat ze in café ’t Hemeltje de slingers hebben opgehangen en er uitbundig is getoast.

Mijn nichtje vierde haar 30e verjaardag. Hoewel ze zelf trouwens nog niets afwist van dit feest. Haar vriend organiseerde een surpriseparty. Daar ging de nodige organisatiestress aan vooraf. Maar het moet gezegd: hij had het prima geregeld. De locatie, ergens in Delft, was erg gezellig. De ruimte was compleet versierd met ballonnen, slingers, muziek, bediening met lekkere hapjes en uiteraard drank in overvloed. Mijn nichtje, die dacht dat ze uit eten ging, werd geblinddoekt naar de locatie gebracht en trof daar vrienden en familie. Een geslaagde avond!!

Januari bracht feest en gebak. Ik ben bang dat dit in februari kleinschalig wordt voortgezet. Met hier en daar een feestje en een etentje. Ik denk dat ik maar een extra rondje sporten ga inlassen. 

Graas-retraite…

Het huis is schoon, de boodschappen zijn gehaald. Op het werk loopt een en ander op rolletjes. Kortom alles is aan kant. Wanneer dit letterlijk en figuurlijk zo is dan heb ik rust. Innerlijke rust. Vaak wanneer ik dit gevoel ervaar zijn de dingen die ik daarna doe ware cadeautjes. Ik geniet er dan meer van. Kom nog meer tot rust of beleef alles intenser. Alsof er meer ruimte is om het toe te staan. Zoals deze zaterdagmiddag. 

Oké, toegegeven. Het weer speelt vandaag natuurlijk ook een grote rol. Want na alle barre kou en de vele regen die is gevallen is er eindelijk weer zon. De blauwe lucht en het ontbreken van de wind maken het fijne plaatje compleet. Vriendlief is naar de voetbal maar daar heb ik mijzelf nog steeds een break van gegeven. Soms mis ik het wel. Maar gevoelsmatig is het nog niet de tijd om het weer op te pakken. Wat ik wel doe is mijzelf in mijn paardenkloffie hijsen en ik ga naar stal.

Een smerig paard staat mij op te wachten. Het is dat hij een deken omheeft. Anders hadden we eerst door de “wasstraat” gemoeten. Hij gunt mij geen tijd voor knuffels. Die moet ik maar bewaren voor op locatie. Op de een of andere manier weet hij altijd wanneer we datgene gaan doen waar hij zoveel plezier uithaalt. Ik laat hem los uit de paddock en al lopend naar het hek doe ik hem zijn halster om. Met een borstel in mijn hand lopen we van stal. 

Dit weer trekt mensen naar buiten. Wandelaars, fietsers, ruiters, hardlopers, iedereen neemt het er van. Zelf zoek ik een stuk gras op waar niet veel mensen komen. Dat geeft de rust die ik nu al zo ervaar nog meer de ruimte. Poownie draaft naast mij mee en zodra ik stil sta duikt hij naar de grond opzoek naar verse grassprieten. 

De lekkerste sprieten staan uiteraard het verste weg dus we moeten er wel wat stappen voor zetten. Ondertussen borstel ik zijn teddyberen vacht. Deze begint hier en daar al los te laten en voor ik het weet zit ik ook onder de haren. Als het poetswerk er opzit houdt ik de wacht op aanstormende blaffende “grasmonsters” die gelukkig uitblijven. Ondertussen laat ik mij meevoeren op het graasgeluid van Poownie. Het vermalen van het gras tussen zijn nog resterende kiezen werkt namelijk hypnotiserend. 

De zon verwarmd mijn vermoeide spieren die ik deze ochtend in de sportschool flink aan het werk heb gezet. Heel even sluit ik mijn ogen en ik kan mij helemaal overgeven aan het hier en nu. Lekker ontspannen. Ik laat mij leiden door Poownie. Zijn neus vind de beste grashalmen. Ondertussen hoef ik alleen maar te zijn…. Niet denken. Niet piekeren. Niet sporten of bewegen om warm te blijven. Niet praten. Gewoon alleen maar ademhalen en er zijn.

Samen struinen we het hele grasveld af en na een uur staan we weer voor het hek op stal. Ook hier is het vredig en stil. De zon begint langzaam aan zijn retour. Hij heeft zijn best weer gedaan vandaag. Poownie krijgt een vervroegt avondmaal en staat vervolgens midden in de paddock met zijn ogen dicht op rust. Voldaan, net als ik. Ik denk dat ik dit soort momenten onze “graas-retraite” ga noemen. 

Krijgers van stal…

Op iedere stal waar Poownie en ik gestaan hebben waren ze er, stalkatten. Waar we nu staan hadden we die niet. Ik zeg met nadruk hadden… Want inmiddels hebben we ze wel. Niet één, maar drie. Of eigenlijk maar twee en één die alleen langskomt als ie zin heeft. Juist met die laatste is het allemaal begonnen. 

Op een middag, toen ik klaar was met mijn stalklussen en op het punt stond om naar huis te gaan stond er opeens een witte tijger op het terrein. Uitgemergeld, vuile ogen, happen uit zijn oor en de meest trieste blik die ik ooit bij een kat had gezien. Als ik een stap in zijn richting deed, liep hij bij mij vandaan. Dus besloot ik in het zonnetje te gaan zitten en zijn vertrouwen te winnen. Een halve middag en centimeters schuifwerk verder had ik een kleine overwinning geboekt. 

Heel voorzichtig mocht ik hem achter zijn kapotte oor aaien. Meer liet hij niet toe. Meer durfde ik ook niet aangezien zijn poten groter waren dan die van een gemiddelde huiskat. Vanaf dat moment kwam hij dagelijks bij ons over de vloer en konden we hem steeds makkelijker benaderen. Dat we hem voer gaven speelt ook een rol. Bij ons vond hij een fijne plek om bij te tanken. Met heel veel engelengeduld mochten hem ook verzorgen. Zijn vervilte vacht werd geknipt, de teken verwijderd en ogen schoon gemaakt. Zijn trieste blik bleek alleen voor de show. Hij is letterlijk een pussy. 

Kennismaking met kat twee was in de winter. Toen ik met mijn hoofdlamp aan over het terrein liep en van onder (!) de keet twee oplichtende ogen naar mij zag loeren. We schrokken zo van elkaar dat het dagen duurde voor hij zich weer liet zien. (en ik naar de onderkant van de keet durfde te kijken…) Het dier was zo schuw als de nacht en liet zich alleen maar zien als hij dacht dat wij niet keken. Waar hij vandaan kwam was ons niet bekend. Maar al snel kreeg hij in de gaten dat het op stal een waar walhalla is. Eten, aandacht en een heerlijke slaapplek. Kat één komt en gaat. Terwijl deze kleine krijger een blijvertje is. 

De start van het weideseizoen bracht ons kat nummer drie. En, zo kwamen we later achter, is het zusje van twee. Na wat aarzelende miauwen kwam ze uit het hoge gras tevoorschijn. Een schatje en heel aanhankelijk. Zo erg dat ze met ons mee terug naar stal liep en niet meer is weggegaan. Ze kent de polder op haar duimpje en hobbelt altijd met ons mee. Van stal naar de wei en terug. Voor een wandeling door de polder en zelfs bij een graassessie in het donker op de late avond zit ze als een waakhond naast mij in het gras. Ze is de brutaalste van het stel en bewoont onze “keet” alsof het haar eigen huis is.

Inmiddels is ook duidelijk waar broer en zus eigenlijk thuishoren. De eigenaar is op de hoogte gebracht en besloot, na haar verhuizing met de paarden, de katten bij ons op stal achter te laten. Voor ons een mooie aanwinst. Het zijn drie totaal verschillende katten met bijzondere karakters. Ze zorgen voor veel hilariteit, speelse uren en vele warme knuffelmomenten. Een bijkomend voordeel, ze houden de boel ook nog eens muis-vrij.

Zomaar wat foto’s geschoten door stalgenoten 😻

Biologisch oorlog voeren…

Ik spot hem met mijn rechteroog en vang hem met mijn linkerhand. Donders, dit is niet best! Ik controleer de keuken op rottend fruit. Alles is schoon. Daarna inspecteer ik de planten. Stuk voor stuk. In eerste instantie zie ik niks. Ik tik tegen de bak om voor wat opschudding te zorgen. Bingo, er kruipt iets tegen de stam omhoog. De indringer is heel klein maar zit op een plek waar ik hem liever niet zie. Ik heb hem veel liever in de keuken op een rotte banaan of zo. Mijn planten worden langzaam opgevroten door rouwvliegjes.

Van mijn collega krijg ik de tip om de planten te voorzien van een laag zand. Omdat het er nog maar heel weinig zijn wil ik deze tip wel proberen. Het is immers de minst ingrijpende handeling. Ik duik de schuur in en vind een zak met zand. Voorzie de planten van een laagje en stamp het goed aan. Dit zou verstikkend werken. Voor de larven en de vlieg uiteraard. Vriendlief vind het er zelfs leuk uitzien. “Of we ze ook kunnen versieren met steentjes en schelpen?” Nou dat was ik niet echt van plan. Ik wil gewoon op een eenvoudige manier van die vieze vliegjes af! Daar komt bij dat de planten in huis eindelijk in leven blijven en goed groeien.

Na een paar dagen zie ik geen vliegjes meer. Het zand lijkt te helpen. In ieder geval voor een week of twee. Dan zijn de vliegjes in alle hevigheid terug. Ik moet dit grondiger aanpakken maar zie het niet zitten om al mijn planten van nieuwe aarden te voorzien. Met gif werken zou het snelste zijn maar dat wil ik niet. Ik zoek iets dat vriendelijker is. In het verleden heb ik gebruik gemaakt van aaltjes. Dus ook nu val ik terug op deze harde werkers. Ik bestel mijn eigen biologische leger. 

Binnen twee dagen valt er een doosje op de mat. Ik haal er een zakje gevuld met wit poeder uit, alles niet groter dan de palm van mijn hand. Bizar. Nog gekker vind ik dat dit werkt. Ik los de kleine rakkers op in een liter water. Roer ze flink door elkaar om ze wakker te schudden. Want al die tijd verpakt zitten doet je geen goed. Daarna geef ik mijn planten een slok water en tegelijk loods ik het leger binnen. Het voelt een beetje als het paard van Troje.

De eerste paar minuten is er nog niks te zien. De vliegjes, onwetend als ze zijn, komen en gaan. Ik lach, want ik weet beter! Het zal niet lang meer duren of mijn biologische leger marcheert door de aardlaag opzoek naar hun gastheer (de larve van de rouwvlieg). Of, zo geleerd als ze zijn, gebruiken hinderlaagstragieen om hun gastheer te bereiken. Geen idee hoe maar dat zal hun geheime wapen wel zijn. Gastheer gevonden? Dan dringen ze zich binnen en doden het. Geniaal en fascinerend tegelijk, vind je niet?! Alsof ik naar mijn eigen gearrangeerde horrorfilm kijk. 

Het biologische oorlogvoeren zal een week of twee, drie duren en al die tijd hoef ik ze alleen maar van wat water te voorzien. Goedkoper en onderhoudsvriendelijker kan bijna niet. Als het werk van mijn leger er opzit zullen ze langzaam uitsterven. Sneu, dat wel. Maar ja, het leven van een aaltje gaat nu eenmaal door de aardlaag en niet over rozen.

De beste boeken van 2022…

Mijn boekenkast was het afgelopen jaar goed gevuld. Ik ben, naast lezen, ook begonnen aan luisterboeken. Dat was even wennen. Want voorgelezen worden vergt een andere manier van verbeelding en niet iedere stem is even fijn om naar te luisteren. Maar al snel had ik de smaak te pakken.

Door te lezen en voorgelezen te worden kon ik in totaal 55 boeken van mijn lijst schrappen. Vooral bij saaie klussen zoals staldiensten of strijken kwam ik er achter dat het heerlijk is om voorgelezen te worden. De boeken waar ik totaal geen verwachting bij had bleken echte pareltjes!!

Teun Toebes: Verpleegthuis. Met een broekie op de cover had ik zo mijn bedenkingen maar jeetje, vanaf de eerste bladzijde was ik geboeid. Teun is 21 jaar wanneer hij zijn intrek neemt in een gesloten afdeling van een verpleeghuis. Zijn doel is een betere wereld te creëeren voor mensen met dementie. Hij verteld over zijn ervaringen, vriendschappen en de beperkingen van regelgeving en denkwijzen waar hij tegenaan loopt. Met 1 op 5 is de kans groot dat dit ook jou overkomt. Een eerlijk en hoopvol boek!

Douglas Stuart: Shuggie Bain. Ik moest even inkomen. Maar daarna las het als een trein. De eenzame Shuggie brengt zijn jeugd door in een vervallen sociale huurwoning in Glasgow. Zijn vader, zus en broer verlaten het huis. Hij blijft achter met zijn moeder. Ze is zijn alles en ze hebben alleen elkaar. Maar zijn moeder vind steeds meer heil in de drank. Het boek is ontroerend, verdrietig en tegelijk rauw. Hier en daar herkende ik de pijn en het verdriet van Shuggie. Misschien dat het boek mij daarom zo raakte.

Anya Niewierra & Merel Godelieve: Ook dat nog. Een dagboekroman geschreven vanuit het perspectief van een gescheiden moeder, een millennial in een identiteitscrisis en een hippie oma in een bejaardenoord. De recensies zijn niet allemaal lovend dus met scepsis begon ik aan het voorleesboek. In een woord: geweldig. Meer dan eens lag ik in een deuk! De juiste toon, sarcasme of ontroering op het juiste moment. Geen minuut geïrriteerd, alleen maar vermaakt. 

Nita Prose: Het kamermeisje. Molly, opgevoed door haar oma, is anders en wat ouderwets maar heeft haar hart op de juiste plaats. Ze werkt als kamermeisje in een hotel en is eigenlijk een grijze muis. “Wie ziet nu het kamermeisje?” Tot ze opeens de hoofdverdachte in een moordzaak is. Hoe kan ze daar nog uit ontsnappen? Een ontroerend en hier en daar verdrietig verhaal met oog voor detail.Net als “Ook dat nog” maakte de verhalenvertelster het verhaal beeldend en nog levendiger!!

Delia Owens: Daar waar de rivierkreeften zingen. Wisselende recensies maar ik was toe aan iets nieuws en begon onbevangen en zonder vooroordeel aan dit boek. Ik bleef maar lezen hier en daar een traantje wegpinkend. Prachtig, beeldend boek. Niet te moeilijk, niet te wollig, maar de emoties spatte van de bladzijdes.

Marlies Medema: Papieren paradijs. De cover was voor mij voldoende om te starten met lezen. Anna is uitgehuwelijkt aan dominee Arend van den Brandhof. Het is crisis in Nederland en in 1845 varen ze, geheel tegen de wil van Anna in naar Suriname om daar een plantage te stichten. De reis is afzien en niet iedereen komt heelhuids aan. Bij aankomst wordt al direct duidelijk dat het land een onherbergzame jungle betreft en ziekte overheerst. Het verhaal is gebaseerd op een waargebeurd verhaal en heel fijn uitgewerkt tot een leesbare roman die zeker de moeite waard is.