Obstacle run…

In mijn ene hand heb ik een zak hooi van rond de 12 kg en in mijn andere een verrekte splinter. Die er ingeboord werd toen ik de laatste pluk hooi in de zak propte. De hooibaal, die om logistieke reden heel onlogisch is geplaatst, is alleen via een kleine hindernisbaan te bereiken. Om er bij te kunnen heb ik mij tussen twee andere balen in laten zakken. Hoe ik weer naar boven moet komen vraag ik mij nu dus af. Met wiebelige benen probeer ik mijn evenwicht te hervinden. 

Deze hooibalen zijn normaal zo stevig als een huis. Maar wanneer de touwtjes allemaal doorgesneden zijn en het ook nog eens die baal is waar ik overheen moet om aan het begin te komen dan kan dat best een uitdaging zijn. Na wat klim- en klauterwerk, een vloek links en een uitglijder rechts, lukt het mij om één zak, gevuld en al, mee het hok uit te slepen. Met het zweet op mijn voorhoofd duik ik het hok weer in. Er moeten nog twee zakken gevuld. Vanuit de paddock klinkt er gehinnik. Volgens sommige duurt het te lang….

Ken je die puinruim zakken, van die bigbags? Dat zijn onze hooizakken. Oké ze zijn iets kleiner, maar nog steeds flink aan de maat. Ik sleep zo’n zak achter mij aan en ga vol goede moed de hindernisbaan weer over. Onder het zeil door, op het krukje via de kleine baal, over een grote baal naar de achterkant van het hok. Ik laat mij vakkundig tussen de balen naar beneden glijden en vul opnieuw een zak. Ik zet mijn hand boven op de baal. Wanneer ik afzet zak ik met diezelfde hand tot aan mijn oksel tussen de inmiddels losliggende plakken hooi van diezelfde baal. Mijn goed gevulde hooizak, die ik al bovenop de baal had gekregen, raakt uit balans en dondert over mij heen het “ravijn” in. De hele zakken-vul-exercitie begin van vooraf aan. Uiteindelijk kom ik al hijgend, proestend en met het zweet tot in mijn bilnaad uit dat vervloekte hooihok. Aan iedere hand sleep ik een gevulde zak mee. En die verrekte splinter! 

Ik gooi een zak in de kruiwagen en sjok door de paddock naar achteren. Halverwege wordt mijn pad geblokkeerd door een skippybal van de paarden. Wat the f*ck? Het lijkt hier wel een obstacle run. Achter mij hoor ik hoefgetrappel en als ik mij omdraai staan er 5 pony’s vragend te kijken waarom het wederom zo lang moet duren… Hoewel ik niet met een stopwatch heb staan klokken heb ik er wel beduidend langer over gedaan. Ik slalom mijn kruiwagen om de bal, de mesthopen er achter en de kuil die een van de knollen uitgerekend hier heeft staan graven. Nog voor ik de kans krijg de zak te legen in de daarvoor bestemde ruif wordt er al aangevallen alsof ze dagen niks gevroten hebben. De hongerlappen. 

Echt kei-verrot, neusgaten vol met stof en compleet bezweet neem ik afscheid van mijn veelvraten en keer huiswaarts. Als er nog mensen moeten trainen voor één of andere hardloop, obstacle run of mudmasters gedoe?? Kom dan alsjeblieft mijn voerdienst overnemen. Wedden dat je in no-time een topconditie hebt?! De stoflongen en broekzakken gevuld met hooi en stro krijg je dan van mij. Geheel gratis!!

De vragenlijst…

Ik ben nog geen 24 uur ziek wanneer ik op mijn privé mail een bericht ontvang. Het is van de arbodienstverlening. Of ik een account aan wil maken en een vragenlijst van 10 minuten wil invullen. Hoezo? En wat? 10 minuten??? Ik snap best dat de baas/ instantie/ de persoon die mijn salaris betaald recht heeft om een en ander te weten wanneer ik niet in staat ben om te doen waar ik voor betaald krijg. Maar serieus ik heb de griep, ik onderga geen open hart operatie of iets dergelijks!

Dat je direct bij ziekmelding al zo’n lijst in moet vullen. Kom op zeg, is dit nu al de vierde keer van het jaar dat ik mij ziek meld dan snap ik dat. Maar ik moest zelfs nog een account aan maken bij de instantie die zich bezighoud met het hele “poortwachter” gebeuren. Zegt dat niet genoeg? 

Met mijn wollige hoofd en dikke ogen klik ik op de link. Nadat ik een account heb aangemaakt probeer ik de vragen te beantwoorden. Vraag 1: Ben je in staat om te werken. Nou, als dat het geval was, had ik mij niet ziek hoeven te melden. Wat is de reden? Wat zijn de klachten? Wat zijn je beperkingen. (mijn beperkingen?! hahaha heb je even?! Nee, grapje!) Sinds wanneer ben je ziek? Heeft het met privé of werk te maken? Waardoor kun je niet werken? Sjeeees, ze zijn wel erg nieuwsgierig zeg!! Maar goed, ook deze vragen beantwoord ik.

Wanneer denk je weer aan het werk te kunnen? Nee echt kom op!? Ik heb geen glazenbol mensen!! Welk gevoel geeft je dit en wat vind je er zelf van? Nee sorry, die laatste twee vragen stellen ze niet, maar ik kan het niet laten deze toe te voegen aan de reeks met in mijn ogen onzinnige vragen (op mijn situatie)… 

Ik heb zo goed en zo kwaad als ik uit mijn ogen kan kijken de lijst ingevuld. Ik klik op versturen en dan ontstaat er een error op het scherm: “U bent “iets” vergeten aan te klikken. Uw antwoorden zijn niet opgeslagen. Begin opnieuw…” Daarna volgt er een error in mijn hoofd.

Krijg de tieverietus met je lijstjes. Ik klap met een woest gebaar, nou ja bijna want geen kracht, mijn laptop dicht. Smijt hem in de hoek en duik mijn bed weer in. Maar ja. Dan gaat het na enige tijd toch knagen. Want zo zit ik namelijk niet in elkaar. Als de baas iets aan je vraagt dan doe je dat. Of je het nu leuk vind of niet. Of je nu kunt of niet…

Dus een uur later sleur ik mijzelf mijn bed uit. Gehuld met 2 dekens om mij heen neem ik als een blaffende zeehond verpakt in een teddy fleecevoering jas plaats achter mijn laptop en start de hele drommelse procedure opnieuw. 

Dit keer vergeet ik niet het kleine lullige vakje aan te vinken dat ergens onderin het scherm staat. Ik eindig de vragenlijst met een sarcastische noot. “Wat heb je nodig om weer aan het werk te kunnen” Een fruitmand en RUST. Later vernam ik van de baas dat hij dit antwoord wel kon waarderen. Dat dan wel weer!

Visit the transition!

Zoals er dit keer op de uitnodiging vermeld stond. Of we weer gezellig met zus mee wilden, bootje kijken. Als zus dit vraagt weet ik inmiddels dat we niet naar zomaar een lullig bootje gaan kijken. Nee, een bezoek aan een van “haar” boten betekend een bezoek aan een groot zwaar kraanschip. De nieuwste en tevens grootste aanwinst van Boskalis. De Bokalift 2. In 2018 schreef ik al over ons bezoek aan de Bokalift 1. De Bokalift 1 wordt vooral ingezet in de offshore-industrie. Met name voor het vervoer van zwaar transport en/of olieplatformen. Een deel van het schip kunnen ze laten zakken zodat het dek onderwater staat. De lading kan er dan zo opgeschoven worden.

Met de komst van de windmolenparken op zee, waar de Bokalift ook haar aandeel in heeft, bleek 1 Bokalift niet meer voldoende. Ze kreeg er een zusje bij. Net als bij de Bokalift 1 is er een bestaand schip omgebouwd tot een nieuw kraanschip. De boot, oorspronkelijk uit 2000, is in 2019 naar Kroatië gevaren om daar het dek leeg te halen. In 2020 is in Dubai begonnen met de echte grote verbouwing. Er kwamen 9000 ton stalen blokken aan beide kanten van het schip bij zodat de stabiliteit vergroot zou worden. Bokalift 2 werd geboren. In China werd de gigantisch hoge kraan bevestigd, die in Singapore getest mocht worden. Daarna voer ze naar Rotterdam.

Dit schip heeft een dekoppervlak van 7500 m2 en een kraan met een hijsvermogen van 4000 ton! De kraan kan ruim 100 meter hoog hijsen. Niet zomaar een bootje dus. Die wilde ik wel eens in het echt zien. Met zijn mega grote lengte past hij niet zomaar in elke haven. Ook moest er in Rotterdam nog eea aan de boot worden toegevoegd. Dus lag ze voor anker bij Mammoet in Vlaardingen. Daar werd tevens de mogelijkheid geboden om dit schip te komen bekijken. 

Het bezoek begon op zijn Boskalis. Met een plein vol eet- en drinkstandjes. Je laten fotograferen bij een greenscreen. De film van het ontstaan van de Bokalift 2 bekijken of een overheerlijke koffie halen bij een van de baristabarren op wielen. Met onze buiken gevuld liepen we over de kade naar het bakbeest aan het einde van de steiger.

Daar moesten we eerst een stelling beklimmen om überhaupt aan boord te kunnen. Eenmaal bovenaan was pas goed te zien hoe hoog we zaten. De echte klim moest nog beginnen. De tour bracht ons door nauwe gangetjes, hoger en hoger richting de brug. Overal stonden mensen om uitleg te geven of kon je informatie inwinnen via de speciaal daarvoor opgehangen borden. Terug naar beneden liepen we langs één van de vele hutten van de 150 bemanningsleden die dit schip kan huisvesten. We liepen door de ziekenboeg, langs de sportschool, de relaxruimte en uiteindelijk waren we op het dek met zijn vele kranen en machines. Pas als je er naast staat is te zien hoe groot alles werkelijk is.

De Bokalift 2 is niet alleen in gebruik voor het plaatsen van windturbineparken. Het kan ook ingezet worden voor ontmantelings- en bergwerkzaamheden. Iets wat Boskalis ook heel goed kan (oa Sueskanaal) Hoewel ik niet werkzaam ben bij Boskalis voelde ik wel een plaatsvervangende trots bij het zien van weer zo’n mega groot project. Al met al was het een leerzame en indrukwekkende dag. 

*Bronnen: Vesselfinder/Boskalis

De dagen erna…

De zon schijnt en het valt mij op hoe prachtig het buiten is. De eerste mooie lentedag is aangebroken. Of althans voor mij. Want er zijn best een aantal prima dagen geweest maar deze zijn compleet langs mij heen gegaan. Twee sterfgevallen in één week tijd. Met de daaropvolgende week uiteraard twee uitvaarten. Hoewel ik bij alle twee niet direct iets heb hoeven regelen hakt het er wel behoorlijk in. Dan ben je even met wat anders bezig dan lente en zon. 

Mijn oom besloot als eerste aan zijn laatste reis te gaan beginnen. Hij was ziek en we wisten allemaal dat het einde nabij zou zijn. Hij besloot zelf te stoppen met de behandeling en te dealen met de tijd die hem restte. Dat het uiteindelijk zo snel zou gaan had niemand kunnen bedenken. 

Zijn uitvaart heeft veel emoties losgemaakt en oude wonden opengereten. Verdriet dat plots weer naar de oppervlakte terug keerde. Ik liet het allemaal maar over mij heenkomen. Gelukkig kijk ik wel terug op een hele mooie en warme uitvaartdienst. Een dienst die een diepe indruk op mij heeft achtergelaten. Evenals de gesprekken na de dienst. Want ik droom er zeer geregeld over. 

Mijn schoonvader besloot zijn voorbeeld te volgen en drie dagen later begon hij aan zijn laatste reis. Ook hij was ziek, maar was niet van plan het op te geven. Na anderhalf jaar tobben kreeg hij een nieuwe hartklep en het leek zowaar beter met hem te gaan. Als het aan hem zou liggen zat hij nu lekker met zijn vrouw op de bank met een heerlijke bak koffie en een stuk taart. Maar zo mocht het voor hem niet zijn. Hij werd getroffen door een bacterie en is hier uiteindelijk aan overleden. Hoe oneerlijk!!

Zijn uitvaart was compleet anders als eerder in de week. Maar helemaal zoals hij was. Er werd met liefde over hem gesproken, door zijn kinderen, kleinkinderen en aanverwanten. Er was muziek en er waren foto’s. Zijn leven van jong tot nu kwam in korte tijd voorbij. Er waren heel wat mensen die hem een laatste eer kwamen bewijzen. En er waren rozen, heel veel rozen.

Dus toen de zon begon te schijnen op deze, voor mijn gevoel eerste echte lente dag, twijfelde ik geen minuut langer. Ik trok mijn paardenkloffie aan en reed naar stal. Want er is bijna geen andere plek te verzinnen om even op adem te komen na zo’n emotioneel beladen en verdrietige periode. 

Terwijl ik samen met Poownie sta te grasmaaieren op ons wel bekende stukje valt het mij des te meer op dat het zo rustig is in de polder. Het zonnetje staat hoog aan de hemel en er is nagenoeg geen wind. Hier en daar komen sporters en wandelaars voorbij. Maar er zit een sloot en zeker een meter of 30 gras tussen ons in. We hebben geen last van elkaar. Ik hoor de vogels fluiten en laat mij meedrijven op hun lied. Het werkt rustgevend. De zon verwarmd mijn verkrampte spieren en beetje voor beetje kan ik loslaten. 

Na een uur is Poownie klaar met grazen. Zelf weet ik nog niet zo goed hoe ik mij voel. Moe, dat wel. Leeg, dat ook. Maar toch is daar het begin van berusting. De zon zet, zoals altijd, alles in een ander perspectief. 

Final goodbye …

Met zijn hand in de mijne blijven we zwijgend zitten. Als het tijd is om te gaan kijk ik hem aan. Zijn donkere ogen priemen in die van mij. Ik zeg hem dat ik van de week nog een keer langs kom. Hij knijpt in mijn hand en zegt: “Dat is goed hoor wijfie!”
Maar stiekem weten we alle twee, dit is de laatste keer dat we elkaar zullen zien…  

Rust zacht lieve Oom Don. 
21-03-1956 – 27-03-2023

Sprookjesachtig mooi…

Het heeft heel de avond en nacht gesneeuwd. En niet die lullige kleine witte vlokjes die smelten zodra ze de grond raken. De vlokken die in Nederland meestal naar beneden vallen. Nee, dit is het echte werk. De sneeuw heeft zich als een dikke zachte deken over het hele landschap gedrapeerd. Als er in het dal al zoveel is gevallen, hoeveel zou er dan op de berg terecht zijn gekomen? Dat is de eerste gedachte die in mij opkomt als ik vanuit mijn slaapkamer naar buiten kijk. Ik kan mij bijna niet inhouden en voel mij als een kind dat op schoolreisje gaat. Uitgelaten en enthousiast. 

Maar eerst gaan we met de hele groep ontbijten. Het is half 8 als we aanschuiven in het restaurant en ons te goed doen aan al het lekkers. Ik eet veel te veel maar houd mijzelf voor dat het een actieve dag gaat worden. Zonder brandstof wordt het niks! Nog geen uur later staan we allemaal buiten, gehuld in onze warme sportieve kleding. Op naar de skilift voor onze eerste afdaling. 

Onderaan de lift nemen we afscheid van de twee tantes, die zichzelf vermaken in het dorp. Er volgt nog een groepsfoto en daarna gaan we naar boven. Het weer is wisselvallig. Zo nu en dan sneeuwt het. Dit houd eigenlijk heel de dag aan. Het maakt de winterse gedachte wel helemaal af. Het is heerlijk om het board weer aan mijn voeten te voelen. Hoewel het zicht af en toe wat lastiger wordt. Her en der boarden we namelijk letterlijk tussen de wolken door. De tweede dag is een lichte kopie van de eerste. Maar de zon laat zich nu wel af en toe zien. Een mooi voorbode voor de 3e dag. 

Die breekt sneller aan dan ik wil. Onderweg naar boven vergaap ik mij aan het mooie uitzicht. De zon zet alles, zoals altijd, in een ander perspectief. Boven is totaal niet te vergelijken met beneden. De sneeuw van de voorgaande nacht heeft alles bedekt en het heeft een dempend effect. Alles lijkt zachter en mooier. We zijn vroeg boven en zo’n beetje de eerste. De heren kiezen voor het stijle stuk maar dat sla ik graag over. Ik besluit het bospad te nemen. Aan het einde van de route komen beide stukken weer samen. Zodra ik de bocht om ben, ben ik helemaal alleen. 

Het enige geluid dat ik hoor is de knerpende sneeuw onder mijn board. Het liefst zou ik hier stil gaan staan om alles extra in mij op te nemen. Het is werkelijk prachtig. Het besneeuwde landschap strekt zich voor mij uit. De paden voor mij zijn nog onaangeroerd en de bomen zijn gehuld in een mooie witte deken. Kennen jullie het sprookje Narnia? Waarbij Lucy via de achterkant van een kledingkast in een ander land terecht komt? Zo voel ik mij ook. Dit is een compleet andere wereld. Magisch en betoverend.

Gelukkig mag ik hier nog een paar dagen vertoeven. Want de rest van de week, op de laatste dag na, is nog even magisch als die eerste dagen. De temperatuur loopt langzaam op maar de bomen zijn tot zeker dag 5 mooi wit en de bospaden goed begaanbaar. Dus neem ik iedere afdaling nog eens en nog eens en nog eens. Het is hier sprookjesachtig mooi!

Wel of niet …

“We weten nog niet of we meegaan…” of “We kijken wel of we nog kunnen boeken…”  of “Misschien, we weten het nog niet zeker…”. Allemaal antwoorden waar ik geen ruk mee kon. Maar die mij wel steeds de hoop gaven dat het geen definitief NEE was. Iedere keer als we elkaar zagen of spraken vroeg ik er naar. Iedere keer kreeg ik van mijn oom en tante het zelfde antwoord. “Geen idee, we zien wel, misschien…”

We gaan al jaren met elkaar op vakantie en de groep is gewoon niet compleet als niet iedereen er bij is. Op het laatste feestje dat we hadden zei mijn neefje spontaan dat ie ging kijken of het hem ging lukken vrij te nemen. Want tja, zo’n wintersportweek is toch wel heel tof! Maar van mijn oom en tante kreeg ik alleen een vaag antwoord zoals hierboven al omschreven.

Na die week bleef iedere vorm van communicatie uit. Ik dacht nog dat ie het misschien gezegd had in een dronken- of sentimentele bui. Of omdat ie mijn gezeik zat was, dat zou natuurlijk ook nog kunnen. Ik hield op met zeuren en legde mij er bij neer dat dit een jaar zou worden met het kleinste groepje wintersporters ooit. Want zoonlief ging ook al niet mee.

Dit mocht de pret niet drukken en met de overblijvers bespraken we al wat we zouden gaan doen. Lekker boarden en skiën. Misschien zelfs een dagje naar een ander skigebied. Een middag met tante op stap die niet skiet. En uiteraard een paar keer relaxen in de sauna. Maar eerst moesten we nog op de plaats van bestemming zien aan te komen. 

De reis naar Oostenrijk, die rond 22.00 uur van start ging, verliep heel voorspoedig. Het was super rustig onderweg. De voorspelde regen en sneeuw bleef gelukkig grotendeels uit en er waren ook geen al te grote wegwerkzaamheden. Dit hebben we wel eens anders meegemaakt. Waar we ons wel de tandjes van schrokken was de hoge benzineprijs langs de weg. Na één keer tanken besloten we daarna alleen nog in de dorpjes naast de snelweg te gaan tanken.

Veel vroeger dan anders kwamen we op onze vaste vakantiestek aan. Neef en nichtje waren reeds gearriveerd en stonden vanuit de lobby naar ons te zwaaien. Iet wat stijf liepen we het hotel in. En daar stond Neefje-die-mee-zou-gaan-maar-niks-meer-liet-horen midden in de hal. “Surprise!!” Riep hij keihard. Voor ik het wist hing ik om zijn nek en kneep hem bijna fijn. Super tof!! Ik kon er maar niet over uit dat het hem gelukt was. De stinkerd had ons niks verteld.

Inmiddels waren we allemaal gearriveerd. Net toen we het ons in de lobby gemakkelijk wilden maken in afwachting van de sleutel van de kamer, stond ons nog een verrassing te wachten. Oom en tante kwamen tevoorschijn. “Surprise!!!” Werd er weer geroepen. Nu kon ik mij niet meer inhouden. Ik vloog ze beide om de hals en moest er zelfs een traan van blijdschap van laten. Al die tijd wisten ze al dat ze mee zouden gaan maar vonden het te leuk om ons voor de gek te houden. Ze moesten wel ruim voor ons aanwezig zijn zodat ze ons konden verrassen. En dat is meer dan gelukt!!

De voorbereidingen…

Terwijl ik nog wat nieuwe ideeën voor een project aan het uitwerken ben en tegelijk een handleiding aan het dichten ben voor een collega, tikt de tijd gestaag door. Daarmee komt ook mijn vakantie met rasse schreden dichterbij. Mijn collega roept iets in de trant van: “Zo, je zou maar met vakantie gaan deze week?!” Ik hoor het zinnetje aan en opeens realiseer ik mij dat ik inderdaad binnen een paar dagen al weg ben. 

Natuurlijk wist ik wel dat ik met vakantie zou gaan en de voorbereidingen waren links en rechts ook al getroffen. Zo waren onze ski’s en board reeds gewaxt. De kleding, schoenen en andere wintersportattributen hadden we het weekend er voor van de vliering gehaald. Maar de koffer moet nog wel ingepakt en ook Draak moet nog weggebracht worden naar zijn vakantie adres.   

Daarmee begint dus feitelijk mijn eerste vakantiedag. Het inpakken van de spullen en het wegbrengen van Draak. Dat mij meestal een klein beetje een weemoedig gevoel geeft. Alsof ik “zomaar” afstand van hem doe. Maar Draak is net als voorgaande jaren in goede handen. En is inmiddels helemaal thuis op zijn vakantieadres. 

Gelukkig komt het niet vaak voor maar nu toevallig wel. Van die onverwachte zaken die je er eigenlijk niet bij kunt hebben. Zoiets als: “Heb jij mijn skisokken toevallig gezien?? En weet je misschien waar mijn handschoenen zijn?” Spullen die normaal gesproken een vaste plek hebben. Maar daar nu dus niet liggen. 

Irritant!!! Want waarom liggen deze spullen niet op hun gebruikelijke plek? Nu ben ik eerst een uur lang alle kasten, tassen en verborgen ruimtes af aan het zoeken om tot de conclusie te komen dat zoonlief alles met de kerstvakantie geleend heeft voor zijn skivakantie. Grote kans dat het nog bij hem ligt. Na wat bel- en appwerk zijn sokken en handschoenen gelukkig weer boven water. Terug naar de “zenmodus” en de tassen kunnen verder worden ingepakt.  

Voor we alles zo efficiënt mogelijk in de auto plaatsen, want we hebben dit jaar geen skibox op het dak, moeten we eerst Draak wegbrengen. We mogen in onze handjes knijpen dat er lieve mensen zijn die hun huis en haard ter beschikbaar stellen. Draak is nog geen meter over de drempel en praat al honderd uit. Hij voelt zich helemaal op zijn gemak. Wanneer zijn verblijf, in het midden van de kamer met uitzicht op het parkje, gereed is kan hij niet wachten om zijn intrek te nemen. Hij begint direct met poetsen en eten en roept daarna: “Daaaag, Doei!!!” Met andere woorden: Ga maar lekker weg!!

Een aantal taken op de to-do-lijst kan ik inmiddels afstrepen. Met iedere vink die ik zet voel ik een laagje “dat-moet-ook-nog” wegvallen en het vakantie gevoel groeien. We halen nog wat boodschappen voor de heenreis want we rijden in de nacht naar onze plaats van bestemming. De ervaring heeft ons geleerd dat er dan niet veel open is. Als we alles in huis hebben rijd ik naar stal om Poownie gedag te zeggen. 

Ik geef mijn grote harige vriend nog een flinke poetsbeurt, een lekkere emmer met voer en een grote knuffel. Ook voor hem wordt deze week goed gezorgd. Als ik hem daarna tevreden tussen zijn maten in de paddock terug zet kan ik alles loslaten. Met een afgevinkte lijst rijd ik terug naar huis. Nu kan de vakantie echt beginnen… 

Goede service…

“Nee echt!? Gaat ie dan gewoon onder de douche?” Dit is de meest gehoorde reactie van mensen zodra ze vernemen dat ik ook onder de douche ga. Echt, wat is dat nu voor antwoord?! Ik kijk ze maar een beetje “gaai-achtig” aan en roep iets als: “Echt waar? Echt waar!” Als ik ze ga vragen of zij ook wel eens onder de douche gaan is het hek natuurlijk helemaal van de dam. “Shit hij praat terug!!” Douchen en badderen hoort er gewoon bij. Ja mensen ook voor mij, als papegaai. Sterker nog het is een van onze basisbehoeften. 

Mijn oorsprong ligt in het Amazone gebied. Het klimaat is daar heel anders dan hier in Nederland. Hoewel sommige zomerse dagen mij wel doen denken aan het tropisch regenwoud, komt het niet eens in de buurt. Verder krijgen vogels die buiten leven geregeld een flinke regenbui over zich heen. Ik leef voornamelijk binnen en krijg dat dus niet!

Helaas is de luchtvochtigheid in de meeste woningen aan de lage kant. En die hogere luchtvochtigheid, die wel in de Amazone terug te vinden is, is juist voor ons zo belangrijk. Om mij te helpen kreeg ik een bad in mijn kooi, zodat ik zelf kon bepalen wanneer ik ging badderen. Op de zijkant stond: Gaai-proof. Een mooie uitdaging en na wat hak- en snavelwerk was ie dat niet meer! Binnen een week, zo lek als een mandje. Ik kreeg geen nieuwe en moest vanaf dat moment onder de douche.

Papegaaien zijn net als pluche knuffels, lief, schattig maar stoffig. Douchen is dus belangrijk om het stof en vuil tussen mijn veren weg te krijgen. Maar ook om mijn huid soepel te houden en zoals gezegd, de luchtvochtigheid, voor mijn slijmvliezen. Na een douch volgt steevast een flinke poetsbeurt waarbij ik ieder veertje onder “snavel” neem. Tevens voorzie ik mijn verenpak van een nieuw laagje talg zodat de boel mooi waterdicht blijft. Voor het geval ik toch eens in die stortbui terecht mocht komen. Er gaat heel wat tijd in mijn verzorging zitten. Douchen is dus niet alleen om mij schoon te houden.

Het hele jaar door ga ik onder de douche en gebruiken dan zo’n mooie Gardena plantenspuit. Want waarom zou je die alleen gebruiken om de planten te besproeien als je mij er ook mee kunt douchen? Hij is echt ideaal. Er gaat wel 5 liter in. Je pompt hem op en ik sta de hele tijd onder een prachtige neveldouche. Ondertussen zing en fluit ik er lekker op los. Maat houden is overigens niet mijn sterkste kant (sorry buurtjes!!) 

Deze zondag sta ik mij zoals gebruikelijk in te zepen onder een heerlijke nevelstraal. Ik wil net aanzetten voor die fantastische hoge noot, als ik een keiharde klap hoor. Van schrik vlieg ik onder de douche vandaag. Alles (en Deb) zeiknat. Blijkt de Gardena pomp van boven tot onder uit elkaar te zijn geklapt.

Ietwat ontdaan poets ik mij droog om daarna een mail te wagen aan Gardena. Dit mag toch niet zomaar gebeuren? Hun reactie laat niet lang op zich wachten. Ze zijn het stellig met mij eens en vinden het heel vervelend dat mijn douchebeurt zo bruut is onderbroken. Binnen drie dagen wordt er een pakket bezorgd met daarin een gloednieuwe Gardena plantenspuit zodat ik weer lekker kan badderen! Dank je wel Gardena, dat is nog eens service!!

Namasté…

Als de pijn in mijn rug weg is moeten zaken echt anders!! Besloot ik toen ik languit op bed lag zonder ook maar een vin te kunnen verroeren want PIJN… “Hier” lees je wat ik bedoel. Na mijn vakantie ging het gelukkig alweer de goede kant op. Toen ik eenmaal zonder pijn op de grond kon zitten en weer kon opstaan was het tijd om daad bij het woord te voegen. 

Niet alleen meer in beweging komen maar ook veel meer rekken en strekken zou mijn lichaam goed doen. “De sportschool” liet ik wijselijk links liggen. Hoe graag ik ook aan mijn conditie wilde werken, eerst maar eens wat aandacht naar mijn onderrug. Internet staat vol met oefeningen en er zijn ook de nodige apps op de markt gebracht. Ik zocht het een en ander uit en ging die week nog aan de slag. 

Uiteindelijk blijkt het voor mij toch lastig om via een app te sporten. Steeds maar weer naar mijn telefoon kijken of ik iets goed doe werkt niet bepaald motiverend. Voor een heel hoop andere apps moet ik betalen. Daar zou ik dan nog niet zo veel moeite mee hebben als de kleine lettertjes, zoals bijvoorbeeld het opzeggen van zo’n abonnement, niet zo vaag zouden zijn.

Mijn zoektocht gaat verder op youtube. Daar kom ik, na een aantal kanalen doorgespit te hebben, uit bij een Amerikaanse die yogales geeft. Ze heeft voor 10 jaar aan materiaal op internet staan en ook een hele mooi yoga beginners lijn. Niet geheel onbelangrijk ze heeft ook een hele reeks met yoga voor de rug. Ik word helemaal enthousiast bij het zien van deze filmpjes. Met mijn soort van beperkte lichaam kan ik hier toch mee uit de voeten. 

Ik prop mijn oortjes in en laat mij door haar leiden. Ze legt heel goed uit wat ik moet doen en welke lichaamsdelen ik zou moeten voelen, of juist zou moeten ontspannen of aanspannen. Poses hoeven niet altijd mega correct uitgevoerd te worden, zolang ze doen wat ze moeten doen is het goed. Als iets niet lukt of kan, komt ze met vervangende poses en ook voor mensen met een (nog) niet zo’n lenig lichaam is het goed te doen.

Alles gaat heel beheerst en rustig. Controle is het sleutelwoord. Evenals aanvoelen wat het lichaam nodig heeft. Wist ik veel dat er een nieuwe verslaving op de loer zou liggen. Inmiddels zijn we ruim zes maanden verder en sta ik dagelijks op mijn yogamat. 

Een aantal keer per week start ik mijn dag met yoga. Die vind ik stiekem de fijnste. Het is zo lekker om na een paar uur slapen al rekkend en strekkend aan een nieuwe dag te beginnen. Je bloed te voelen circuleren en je spieren op te warmen. Mijn ademhaling die dieper en ruimer wordt, de bewustwording van elke vezel in mijn lijf. En dan het gevoel na een sessie, alsof mijn lichaam weer voorzien is van een nieuw soort brandstof. Soms voelt het zelfs alsof ik bij de masseur vandaan komt. Heerlijk!

Nee, snel is anders en ik raak ook niet mega bezweet. Toch voel ik na sommige sessies spieren waarvan ik het bestaan niet wist. Het fijne is dat ik yoga overal en op ieder tijdstip kan doen. Uiteindelijk vaart niet alleen mijn onderrug er wel bij…