De dagen erna…

De zon schijnt en het valt mij op hoe prachtig het buiten is. De eerste mooie lentedag is aangebroken. Of althans voor mij. Want er zijn best een aantal prima dagen geweest maar deze zijn compleet langs mij heen gegaan. Twee sterfgevallen in één week tijd. Met de daaropvolgende week uiteraard twee uitvaarten. Hoewel ik bij alle twee niet direct iets heb hoeven regelen hakt het er wel behoorlijk in. Dan ben je even met wat anders bezig dan lente en zon. 

Mijn oom besloot als eerste aan zijn laatste reis te gaan beginnen. Hij was ziek en we wisten allemaal dat het einde nabij zou zijn. Hij besloot zelf te stoppen met de behandeling en te dealen met de tijd die hem restte. Dat het uiteindelijk zo snel zou gaan had niemand kunnen bedenken. 

Zijn uitvaart heeft veel emoties losgemaakt en oude wonden opengereten. Verdriet dat plots weer naar de oppervlakte terug keerde. Ik liet het allemaal maar over mij heenkomen. Gelukkig kijk ik wel terug op een hele mooie en warme uitvaartdienst. Een dienst die een diepe indruk op mij heeft achtergelaten. Evenals de gesprekken na de dienst. Want ik droom er zeer geregeld over. 

Mijn schoonvader besloot zijn voorbeeld te volgen en drie dagen later begon hij aan zijn laatste reis. Ook hij was ziek, maar was niet van plan het op te geven. Na anderhalf jaar tobben kreeg hij een nieuwe hartklep en het leek zowaar beter met hem te gaan. Als het aan hem zou liggen zat hij nu lekker met zijn vrouw op de bank met een heerlijke bak koffie en een stuk taart. Maar zo mocht het voor hem niet zijn. Hij werd getroffen door een bacterie en is hier uiteindelijk aan overleden. Hoe oneerlijk!!

Zijn uitvaart was compleet anders als eerder in de week. Maar helemaal zoals hij was. Er werd met liefde over hem gesproken, door zijn kinderen, kleinkinderen en aanverwanten. Er was muziek en er waren foto’s. Zijn leven van jong tot nu kwam in korte tijd voorbij. Er waren heel wat mensen die hem een laatste eer kwamen bewijzen. En er waren rozen, heel veel rozen.

Dus toen de zon begon te schijnen op deze, voor mijn gevoel eerste echte lente dag, twijfelde ik geen minuut langer. Ik trok mijn paardenkloffie aan en reed naar stal. Want er is bijna geen andere plek te verzinnen om even op adem te komen na zo’n emotioneel beladen en verdrietige periode. 

Terwijl ik samen met Poownie sta te grasmaaieren op ons wel bekende stukje valt het mij des te meer op dat het zo rustig is in de polder. Het zonnetje staat hoog aan de hemel en er is nagenoeg geen wind. Hier en daar komen sporters en wandelaars voorbij. Maar er zit een sloot en zeker een meter of 30 gras tussen ons in. We hebben geen last van elkaar. Ik hoor de vogels fluiten en laat mij meedrijven op hun lied. Het werkt rustgevend. De zon verwarmd mijn verkrampte spieren en beetje voor beetje kan ik loslaten. 

Na een uur is Poownie klaar met grazen. Zelf weet ik nog niet zo goed hoe ik mij voel. Moe, dat wel. Leeg, dat ook. Maar toch is daar het begin van berusting. De zon zet, zoals altijd, alles in een ander perspectief. 

Final goodbye …

Met zijn hand in de mijne blijven we zwijgend zitten. Als het tijd is om te gaan kijk ik hem aan. Zijn donkere ogen priemen in die van mij. Ik zeg hem dat ik van de week nog een keer langs kom. Hij knijpt in mijn hand en zegt: “Dat is goed hoor wijfie!”
Maar stiekem weten we alle twee, dit is de laatste keer dat we elkaar zullen zien…  

Rust zacht lieve Oom Don. 
21-03-1956 – 27-03-2023

Groot gemis…

Het was een korte maar krachtige reis en ik had het niet willen missen. Er zijn deuren geopend en ik mocht ervaren hoe krachtig de geest kan zijn. Ze is een van de weinige paarden die mij tot in mijn ziel geraakt heeft. 

Ergens vorig jaar toen ze flink kreupel stond: Verloren kijkt ze langs mij heen alsof ik er niet ben. Het raakt mij dat zo’n groot en krachtig paard er zo bij kan staan. Tot dan wist ik niet zo veel van haar. Oké ze is groot maar heeft ook geregeld haar nukken naar de andere paarden. Haar oren kunnen zo plat in haar nek dat ik er van onder de indruk ben. Als ze met zo’n simpel gebaar al hier toe in staat is, wat kan 600 kg paard dan nog meer!?

Ik heb met haar te doen en zoek (lichamelijk en op energetisch niveau) contact. Ik leg mijn handen op haar rug, bedoeld om troost te bieden. Maar dit is voor haar veel te dichtbij, te benauwend, te bedreigend. Ze stampt weg en blijft argwanend naar mij kijken. Ik doe een stap naar achteren en met mijn handen voor mij uit tast ik naar een spoor van haar energie. Uiteindelijk laat ze mij toe en langzaam kan ik haar benaderen. We schrikken beide van de werking ervan. Het is zo heftig dat ze mij in tranen achter laat. Daarna kijkt ze mij zeker vier dagen niet aan. Elke vorm van communicatie vermijd ze. 

De dagen erop laat ik haar weten dat het goed is, maar zoek verder geen toenadering. Tot het moment daar is en ze zelf contact zoekt. Ze duwt haar neus in mijn rug en als ik mij omdraai staat ze met gebogen hoofd voor me. Ik mag haar aaien.

Op een avond ga ik er eens goed voor staan en maak wederom (energetisch) contact. Ze lijkt mij inmiddels voldoende te vertrouwen want ze overlaad mij met beelden, gevoelens en emoties. De stroom lijkt maar niet te stoppen. Dit paard heeft veel te vertellen. Haar verdriet raakt mij en in mijn hart huil ik stille tranen. 

Wanneer de eigenaar het verhaal dat ik door kreeg bevestigd ben ik er ondersteboven van. Wat ben ik blij dat deze lieve vrouw, waar ze zo’n enorme band mee heeft, in haar leven is gekomen. Ik duim voor een voortzetting van dit nieuw hoofdstuk in haar leven waarin ze op haar manier mag stralen en in de spotlights mag staan zoals ze zelf wilt. Iets dat in haar verleden op de een of andere manier nooit goed tot uiting is gekomen. 

Na dit bijzondere contact zoekt ze mij geregeld op als ik bezig ben met stalklusjes. Hinnikt ze net als Poownie zodra ik met een emmer voorbij loop en mag ik ongegeneerd haar hals en schoft kriebelen. Ik voel zoveel genegenheid voor dit dier dat ik haar het liefst in mijn jaszak zou willen stoppen om haar overal met mij mee te kunnen nemen. 

Helaas blijkt ze inmiddels zieker dan verwacht. Na een half jaar tobben waarin haar baasje alles heeft gedaan wat in haar macht ligt en meer, om dit paard een leven te geven dat ze verdient, blijkt daar nu een einde aan te zijn gekomen. De pijn is te heftig en haar lichaam is op. Ze kan niet meer. 

Eindeloos verdrietig dat dit zo voor haar moest eindigen, huil ik. Geen stille tranen, maar tranen van een groot gemis. 

💫

Een botsing met het verleden…

Gedesoriënteerd word ik wakker. In korte tijd ben ik meerdere keren in slaap gevallen. Niet even weggedommeld maar echt in slaap gevallen. In die korte tijd ben ik ook even abrupt weer wakker geschrokken. Iedere keer droomde ik over iets anders. Allemaal hadden ze 1 ding met elkaar gemeen. Vriendschap, familie en de dood. Het verdriet van het verlies van familieleden ligt achter mij. Maar soms botsen we onverwachts tegen elkaar op en het gevoel doorboort mij gewetenloos.  

Wanneer de sluier tussen de droomwereld en het ontwaken op zijn dunst is blijven de ervaringen het meeste kleven. Het is alsof al deze momenten, die waarschijnlijk maar enkele seconden hebben geduurd, echt gebeurd zijn. Mijn hele wezen lijkt daadwerkelijk daar aanwezig te zijn. Het is zo echt dat ik bij het ontwaken nog een vleug van de geur uit mijn dromen op kan snuiven. Het gevoel dat sommige gebeurtenissen in het leven onomkeerbaar zijn heeft zijn stempel voor de rest van de dag gedrukt.

Als ik voor een derde keer geschokt wakker word besluit ik niet opnieuw in slaap te vallen. Drie keer geconfronteerd te worden met het verleden en beseffen dat ze er niet meer zijn is genoeg! Ik spring uit bed en loop linea recta naar de badkamer. Stap half slaperig onder de douche om enigszins het leven in mijn eigen lichaam terug te krijgen. Inmiddels weet ik dat ik dit gevoel, dat als een beklemmende deken om mij heen gedrapeerd hangt, de rest van de dag met mij mee zal dragen. 

Contact met gene zijde vind ik af en toe ook best fijn. Alsof de draadjes met onze dierbaren toch niet helemaal doorgesneden zijn. Maar zij zijn er niet meer en ik moet verder. Daarom doe ik echt mijn best om de dromen daar te laten waar ze horen, uit mijn hoofd en op mijn kussen en mij te richten op de dingen in het heden. Dat lijkt nog niet zo makkelijk. Na mijn, soort van, verkwikkende douche loop ik toch als een kip zonder kop door het huis. Ik vergeet dingen en ben er gewoon niet helemaal bij. 

Ik blijf niet lang thuis dralen maar begeef mij naar de wei. Op de wei en tussen de dieren hangt altijd een andere vibe. Ze staan veel beter in het hier en nu en net als hen moet ik ook gewoon even aarden. Zoals simpel poepscheppen en paarden borstelen. Samen met een vriendin en haar paard maken we een wandeling door de polder. De zon en wind waaien mijn hoofd leeg. De gesprekken met haar voeren mij weg van het aangeslagen gevoel. Wat overblijft is weemoedigheid en nostalgie. 

Als ik thuis kom voel ik mij weer een beetje heel. Alsof mijn geest terug in mijn lichaam is geland. Een andere omschrijving heb ik er niet voor. Ik weet wel dat ik mij de resterende dag niet moet bezighouden met serieuze zaken of discussies. De bovenverdieping poetsen en schoonmaken is een beter idee. Simpel werk zonder al te veel nadenken geeft de geest wat lucht. Verder houd ik het bij het lezen van een boek voor de ontspanning en ’s avonds een kort bezoekje aan de boot. 

Gelukkig heb ik ze niet vaak, dit soort botsingen met het verleden. Maar als ik ze heb, dan hakt het er genadeloos in.  

9 jaar geleden…

Deze week is het 9 jaar geleden dat mijn moeder overleed. Hoewel ik er niet meer met zoveel pijn en verdriet aan terugdenk, ben ik er wel altijd in deze periode net iets meer mee bezig dan anders. Sommige momenten uit die periode staan in mijn geheugen gebrand en ik kan ieder stukje oproepen. In het begin kwamen deze momenten, die bestaan uit gevoelens, geuren, kleuren, geluiden of een bepaalde vorm van energie, te pas en te onpas naar bovendrijven. Ze konden letterlijk een stempel drukken op het huidige moment. Wat soms heel vervelend was. Een fijn moment kon hierdoor ineens overschaduwd worden door een bepaalde geur die ik rook of een geluid dat ik hoorde. 

In de loop van de tijd gebeurde dit gelukkig steeds minder. Het is waar als mensen zeggen dat de scherpe randjes er vanaf gaan. Het verdriet en het gemis heeft zijn eigen plek gekregen. Iets waar ik vooral de eerste twee jaar heel erg mee heb geworsteld. Want wat is nu dat “plekje” waar ik mijn verdriet kon achterlaten?? Niemand die het mij kon vertellen. Na de eerste paar jaar sluimerde het gevoel nog op de achtergrond en inmiddels is het netjes opgeborgen in een van de lades van mijn geheugen. 

Bepaalde gevoelens en emoties kan ik daar zo uit oproepen. Dat is wat ik bedoel met in mijn geheugen gebrand staan. Het daadwerkelijk doorleven, het emotioneel doorstaan, dat is er niet meer. Het is alsof ik van buiten mijzelf meekijk naar hoe het ooit was. Hoe het ooit voelde. Misschien gebeurd dit altijd wel wanneer je iets heftigs mee maakt dat zo’n grote indruk op je heeft gemaakt maar je het dus uiteindelijk wel een plek hebt kunnen geven. 

Inmiddels is het dus alweer negen jaar geleden dat we elkaar voor het laatst gezien en gesproken hebben. In die tussentijd is er zo vreselijk veel gebeurd. Ik vraag mij wel eens af of ze van boven mee kijkt. Of ze dan hoofdschuddend denkt: “My god! Heb ik je zo opgevoed??” Want er zijn wel wat momenten waarbij ik mij dat kan voorstellen… Zou ze ook trots zijn op de dingen die ik tot nu toe bereikt hebt?! Dat ze op haar wolk zit en pa (die daar inmiddels ook al 9 jaar zit) met haar elleboog tussen zijn ribben stoot en dan zegt: “He, kijk nu eens wat ze geflikt heeft. Heeft ze goed voor elkaar zo!!” 

Dromen over mijn beide ouders doe ik nog steeds. In tegenstelling tot andere dromen zijn deze heel levendig. Kleuren, geuren en gevoelen zijn zo echt dat de energie zelfs bij het ontwaken nog aanwezig is. Het lijkt hierdoor vaak of ik niet gedroomd heb maar gewoon even in een andere wereld geweest ben om vervolgens in mijn eigen bed wakker te worden. 

In het begin vond ik dat heel moeilijk. Het voelde alsof ik weer afscheid had genomen. Inmiddels ben ik er redelijk aan gewend geraakt. In mijn dromen zijn mijn ouders nog steeds mijn ouders. Mijn vader is altijd de rustige en mijn moeder is over het algemeen wat meer aanwezig. Gevoelsmatig is er wel iets veranderd, alsof er meer afstand is ontstaan. Misschien is dat juist wel goed. Toch vind ik het fijn om zo af en toe “contact” met ze te hebben. Want missen doe ik ze nog steeds…

 

-❤️-

Sympathy for the devil…

Vanaf je geboorte wandelt hij onzichtbaar met je mee. Hij slaat toe wanneer het hem uitkomt. Hier en daar. Bij jou, bij mij. De dood kent geen genade. De dood kent geen verschil. Vroeg of laat. Jij en ik, we komen er niet onderuit. Ongeacht je achtergrond, geloof of afkomst. De dood maakt voor niemand een uitzondering.

De dood heeft mij altijd gefascineerd maar toch moest ik er niets van hebben. Het stond ver van mij af. Ik kende het alleen van horen zeggen. Nooit had ik er van dichtbij mee te maken. Een bezoek aan een begraafplaats, om een roos op het graf van mijn overgroot oma te leggen, gaf mij maagkramp en alleen al praten over de dood bezorgde mij rillingen. Nee, de dood was iets raars en vooral iets wat op afstand moest blijven. 

Met het overlijden van mijn beide ouders veranderde dit. Ik werd in één jaar tijd keihard geconfronteerd met de dood, verlies, verdriet, acceptatie en door gaan zonder… Vanaf dat moment realiseerde ik mij heel goed dat de dood er nu eenmaal is en er altijd zal zijn. De drang om iets te kunnen betekenen voor mensen die ook iemand verloren hadden werd hierna steeds groter. Ik weet hoe het is om door zo’n emotionele achtbaan te gaan. Juist hierdoor besloot ik mij toe te leggen op het maken van afscheidsreportages.

Logo uitvaartfotografie Hamar.

De eerste paar reportages voelden onwennig. Met een overleden persoon in één ruimte zijn was wel een dingetje. Maar ik stapte een onzichtbare drempel over en al snel was ik op mijn plaats waar verdriet en gemis vochten om de boventoon. Ik maakte sfeer- en overzichtsfoto’s zodat er voor de familie een blijvende herinnering ontstond aan deze droevige dag. Ik kreeg de kans om iets te kunnen toevoegen aan een uitvaart, plechtigheid, herdenking of condoleance. Hierdoor leerde ik de dood te accepteren. Het verdriet en grote gemis dat ik zelf nog steeds bij mij droeg, boog ik om in iets creatiefs. De uitvaartfotografie bleek uiteindelijk een onderdeel van mijn eigen rouwproces.

Ik kwam met veel verschillende en uiteenlopende families in aanraking. Geen enkele dienst was het zelfde. Sommige families en diensten waren zo bijzonder dat ze een blijvende indruk op mij hebben achter gelaten. Ook het werk van de uitvaartbegeleiders kreeg ik vanaf een heel andere kant te zien. Al het geregel achter de schermen maar vooral ook heel liefdevol en geduldig naar de families en alles met passie. Stuk voor stuk mooie mensen met ieder een eigen reden om zich in dit vakgebied te begeven. 

Hoewel de uitvaartfotografie voor nu een gesloten boek is, koester ik wel alle ontmoetingen en herinneringen. Ze brachten mij zo veel meer dan alleen maar een bijdrage aan… Ik heb onzichtbare drempels genomen. Mijn eigen angst in de ogen moeten kijken en uiteindelijk overwonnen. Ik deelde in het verdriet van een ander, maar gaf ook wat van mijzelf. Ik was aanwezig op momenten waarop de mens zich van een heel kwetsbare kant laat zien. Ik mocht zien, ervaren en vooral voelen en kon hierdoor een stukje zijn van het groter geheel.

 

 

***

In liefdevolle herinnering…

Als kind denk je vaak niet heel ver vooruit. Je bent al helemaal niet bezig met de dood en wat daar bij komt kijken. Hoevaak heb je niet gedacht dat je het eeuwige leven hebt? Je bent er immers nog steeds na alle gekke fratsen die je hebt uitgehaald. En ook je ouders gaan niet dood. Als (klein) kind kijk je tegen ze op. Ze zijn je helden. Tot je wat ouder wordt. Dan zijn ze irritant en schaam je je kapot bij alles wat ze doen. Maar dan komt er een periode dat je snapt dat je ouders ook maar mensen zijn. Ze zijn niets anders dan pubers met meer (levens)ervaring. 

Bovenstaande gaat uiteraard niet voor iedereen op. Wij werden al jong geconfronteerd met alles waar je, ook als volwassene, helemaal niet mee geconfronteerd wil worden. Mijn ma had al heel wat ellende overwonnen. Ze bewees sterker te zijn dan wie dan ook. Maar helaas, sterker dan de dood was ze niet. Op 17 november 2011 overleed ze op 50 jarige leeftijd. 

Inmiddels is dit alweer 8 jaar geleden. Heel cliché, de jaren hebben de scherpe randjes er af gesleten. Pijn en verdriet vechten al lang niet meer om de beste plek in mijn hoofd. Er is berusting, mooie herinneringen en liefde voor terug gekomen. En gemis? Ja dat ook. Dat zeker!! Hoe langer ik haar niet gezien heb hoe sterker dat gevoel wordt. Maar ook dat heeft zo zijn momenten. En het mag er zijn. Ik laat het er zijn. Juist heel bewust.

Toch zijn er momenten dat het mij droevig stemt dat we niks meer opnieuw kunnen doen. Dat ze nooit meer trots op mij kan zijn. We nooit meer iets kunnen bespreken, zaken kunnen bijleggen. Dat ik haar nooit meer iets kan vragen. Soms zit het mij dwars dat het mij nooit gelukt is haar over te halen iets van het leven te maken. Ik moet mij daar bij neerleggen. Want, wat kan ik anders? Het leven is geleefd. Dat van haar en van ons samen. Met alles waarvan we op dat moment dachten dat we er goed aan deden.

Het is echt niet zo dat ik enkel op een droevige manier aan haar terug denk. Er is veel ruimte voor herinneringen. Die uit mijn kindertijd koester ik. Des te meer omdat we toen heel close waren. Zo was er bijvoorbeeld geen kijkwijzer, dus voor mijn 12e had ik zo’n beetje alle griezelfilms met haar gekeken die er waren. Gezellig samen op de bank onder een deken met verse popcorn. We stonden samen in de keuken om de Surinaamse of Indische keuken te proberen. Gaven elkaar “spa” behandelingen. Compleet met gezicht-scrub en voetmassage. Zij mij altijd iets meer dan ik haar. Onze verjaardagen werden groots gevierd evenals Sinterklaas, kerst en zelfs pasen. Ze stond er vaak alleen voor maar zorgden wel dat iedereen aan kon schuiven en een fijne avond had. 

Toen ze net overleden was voelde het alsof er een lichaamsdeel van mij geamputeerd was. Ik voelde mij leeg en hol. Weken heb ik met dat schrijnende gevoel rondgelopen. Inmiddels is dat hersteld. Op een heel andere manier dan vroeger zijn we nog steeds met elkaar verbonden. Dat merk ik aan veel dingen. Ik denk dat dit de onzichtbare band is tussen een moeder en een dochter. 

 

 

 

-💞-

Ver weg en toch heel dichtbij… 

Wanneer ik vanuit mijn werk weg rij, staat er half op de weg een witte bus. Het is niet dat ik er speciaal voor moet stoppen maar echt omheen kan ik nu ook weer niet. De blauwe letters aan de zijkant zijn niet te missen. CHRIS, staat er schreeuwend op. Geen idee waar deze bus van is of waar ze reclame voor maken. Maar mijn gedachte gaan direct naar mijn eigen Chris. Chris die er inmiddels bijna drie maanden niet meer is. Nog steeds heel raar en soms is het ook gewoon niet te bevatten. Hoe kan het dat een, in mijn ogen, sterke man er nu gewoon niet meer is?! 

Met Chris in gedachte hervat ik mijn route. Ik denk de laatste tijd zo ie zo al heel veel aan hem. Ik voel een steek van verdriet. Tijdens een van onze laatste telefoongesprekken zei hij nog gekscherend: “tja, je moet toch ergens aan dood gaan?!” Niet wetende dat hij er een paar weken na dat gesprek niet meer zou zijn. Nu vervloek ik hem om die uitspraak. Het heeft lang geduurd voor ik rust vond na het overlijden van mijn ouders. Ik heb maanden over ze gedroomd. Met Chris heb ik dat ook een beetje, gelukkig wel in mindere mate en vaak op een fijnere manier.

Ik rijd de bocht door en tegelijk maak ik oogcontact met een meneer die links op de stoep achter een kinderwagen loopt. Ik sta vol op de rem en het is maar goed dat er niemand achter mij rijd. Mijn hersens weten heus wel dat wat mijn ogen registreren niet echt is. Het kan niet. Maar toch. Zijn houding! zijn uitdrukking! zijn kapsel en zelfs zijn jas! Alles is een evenbeeld van Chris. Heel even denk ik dan ook dat het hem is. Ik verbijt mijn verdriet maar glimlach vriendelijk om mijn stomme gedrag een beetje goed te maken en wederom vervolg ik mijn route. Die beste man zal wel gedacht hebben… 

Afgezien van een geschiedenis en onze huisdieren hadden Chris en ik ook een gezamenlijke interesse in het bovennatuurlijke. Of misschien moet ik zeggen: hebben een gezamenlijke interesse. In onze ogen is er meer tussen hemel en aarde. Hij kon er altijd erg enthousiast over praten. Ik was blij een toehoorder in hem gevonden te hebben zonder dat ik scheef aangekeken werd. We hadden het geregeld over telepathie, energie of onzichtbare lijntjes. Maar ook over het uittreden van de ziel al dan niet bij leven of over simpelere zaken als de kracht van een bepaalde edelsteen. De onderwerpen waren divers en soms wat controversieel en daarom ook niet met iedereen in mijn omgeving bespreekbaar. 

Wanneer ik voor wat afleiding de radio aanzet, jankt een gitaarsolo mijn oorschelp in en baant zich vervolgens regelrecht een weg naar mijn hart. Tja, hoe kan het ook anders. Ook dit doet mij aan Chris denken. Het was notabene dit soort muziek waar hij Groene Draak gek mee kreeg. Dan drinkt het plots tot mij door. Als een heldere gedachte. Ik laat de tranen, die zich al een paar minuten aan het opdringen zijn, stromen. Ik mis hem!! Maar weet tegelijk ook dat dit zijn manier is om te zeggen: “Ik ben nooit echt ver weg…”

 

 

 

-💞-

Dan laat je los, dan laat je gaan…

De rustige ochtend verbleekte bij het verontrustende telefoontje dat ik net na 12 uur mocht ontvangen. Nooit eerder hadden we elkaar aan de telefoon gehad. Maar bij het verschijnen van haar naam in mijn scherm wist ik dat het mis was. “Pa wil je graag nog één keer zien.” Vertelde ze. In allerijl haastte ik mij naar het ziekenhuis, waar onze “topoppasser”, die uiteraard veel meer voor mij betekend dan enkel oppasser, sinds een paar dagen verbleef. 

Het ging niet goed met hem. Zijn situatie, die al niet al te best was, was in korte tijd achteruit gegaan. Beter worden was uitzichtloos. Niet wetende hoe ik hem aan zou treffen liep ik met bonkend hart het ziekenhuis in. Daar werd ik met open armen ontvangen door broer en zus, die ik misschien één keer eerder in mijn leven ontmoet heb. Ondanks de moeilijke situatie waren ze hartelijk en open naar mij. We deelden het zelfde verdriet. 

Ik trof Chris aan in een comfortabele stoel naast zijn bed. Broodmager en moe. Maar met een glimlach op zijn gezicht. “Wat fijn dat je bent gekomen!” Zei hij. Mijn ogen vulde zich spontaan met tranen. Broer en zus lieten ons alleen zodat we op onze eigen manier afscheid konden nemen van elkaar. De reden van mijn bezoek. Hij kon niet meer. Hij wilde niet meer. Stoppen met medicatie was het enige lichtpuntje dat hij nu nog had. En hij keek er naar uit. 

Terwijl het leven zich aan ons opdrong probeerde ik de pijnlijke situatie onder ogen te zien. Want, hoe doe je dat, afscheid nemen bij leven? Er was niets meer wat ik nog kon doen, behalve zijn handen vast houden en hij de mijne. Er zijn. Zijn in dit moment en naar elkaar kijken, beseffen dat dit het aller laatste moment is dat je elkaar echt kunt zien, echt kunt horen en echt kunt voelen. 

Na twee uur was het tijd om mijn plek weer over te dragen aan zijn familie. De medicatie zou stoppen en vanaf dat moment was het wachten. Wachten tot zijn nieuwe reis zou beginnen… 

 

❤️

Wat als je lichaam niet meer wil?
Wanneer er te veel aan wordt getrokken…

Wat als je lichaam steeds maar brozer wordt?
En ademhalen te zwaar…

Wat als je grens al zoveel maal verschoven is?
De geest nog wil maar de rek “van kunnen” er uit is…

Wat als leven overleven wordt?
En je lichaam zegt: ik kan niet meer…

Wat als leven vechten wordt?
Maar ook dat uiteindelijk niet meer helpt…

Wordt het dan tijd om los te laten?
Los van dit leven dat nu zo beklemt en zo benauwd…

Moedig besluit jij: het is tijd!
Tijd om los te laten en te gaan…

Los van hier en nu.
Los van alles wat ooit was…

Je kijkt nog een keer achterom.
Dapper neem jij afscheid van ons allemaal.

Zonder nog te hoeven vechten,
Laat jij los en wij laten je gaan…

❤️

16-04-1948 – 14-08-2019

 

 

***

Vergeef mij, dat ik je achterlaat…

Bijna twee jaar geleden besloot ik mijn werk als uitvaartfotograaf te stoppen. Het was goed zo. Alle diensten die ik heb mogen fotograferen waren bijzonder op hun eigen manier. Maar er zijn er bij die voor altijd een indruk op mij hebben gemaakt. Onderstaand verhaal is er één van.
vogels als monument op grafsteen

De regen komt met bakken uit de hemel. Het is donker en somber buiten. Zodra ik mijn auto voor de deur van het afgesproken adres geparkeerd heb, blijf ik nog even zitten. Het is een trieste dag en ik moet iets gaan doen waar ik als een berg tegenop zie. Ik haal een paar keer diep adem en stap uit. Ik hoef gelukkig niet lang te wachten voor de deur open gaat. De eerste voorstelronde vind plaats in de gang. Als ik achter de man des huizes aanloop word ik in de woonkamer begroet door een schaterlachende peuter. Aan tafel zit haar moeder met de kleine meid op schoot. Zodra onze blikken elkaar treffen kijk ik in een paar prachtig helderblauwe ogen. Ze zet het meisje op de grond en geeft mij een trillende hand.

Haar man vertrekt naar de keuken om koffie voor ons te zetten terwijl wij alle twee plaats nemen aan de grote tafel. De woonkamer ligt bezaait met speelgoed, duploblokken en knuffelbeesten. Deze jonge dame komt wat dat betreft niets te kort. Toch trekt mijn maag samen. Ik krijg een brok in mijn keel en voel een pijnlijke steek. Het leven is soms zo oneerlijk. Zonder dat iemand hier iets aan kan doen, gaat het belangrijkste in haar prille leventje haar binnenkort ontnomen worden. Haar moeder.

Alsof ze mijn gedachte kan lezen begint ze te vertellen. Over de diagnose die gesteld is net na de geboorte van haar dochtertje. De slopende ziekte, het verloop hiervan en wat nu nog rest. Ondertussen staat de dampende koffie op tafel inclusief wat lekkers. Maar ik krijg geen hap door mijn keel. Haar ogen beginnen te stralen zodra ze over haar dochtertje begint te praten. Ze is haar lust en, zolang het nog duurt, haar leven. De reden waarom ik gekomen ben is niet alleen een kennismaking met de familie. Maar ook om te kijken of ik iets voor hen kan betekenen op de uitvaart van deze vrouw.

Haar man pakt een dik boek uit de kast en legt het voor mij neer. Het is hun trouwalbum met prachtige sfeervolle foto’s. De foto’s die gemaakt moeten worden op de uitvaart moeten dezelfde stijl en sfeer hebben als hun trouwfoto’s. Ik heb de vraag nog niet gesteld of de man geeft al antwoord. De trouwfotograaf heeft nooit eerder een uitvaart gefotografeerd en had hun een rouwfotograaf aangeraden. De vrouw begint weer te vertellen. “Als ik er straks niet meer ben, wil ik dat mijn dochter een naslag werk heeft. Een trouwboek en een rouwboek. Voor later, zodat ze kan zien hoe het was.” Ze zucht. “Haar vierde verjaardag zal ik naar alle waarschijnlijkheid niet meer mee gaan maken.” Haar man pakt boven tafel haar hand en knijpt er zachtjes in. Even zijn we allemaal stil.

Ik ben ontroerd door haar verhaal. Ze kijkt letterlijk de dood in ogen en toch kan ze zo krachtig vertellen. Want dat heeft ze gelukkig nog, haar kracht en haar wil om te genieten van de tijd die rest. Het moet een verschrikkelijke gedachte zijn om te weten dat ze er straks niet meer is terwijl haar kindje haar zo hard nodig heeft. Bij het afscheid kijk ik haar nog eenmaal aan. Haar helder blauwe ogen zal ik bij onze volgende ontmoeting niet meer zien…

 

 

***