Scherpe randjes…

De weken na het overlijden van Poownie voelen raar en leeg. Na zoveel jaar dagelijks naar stal en de laatste twee jaar zelfs iedere avond, naar opeens helemaal geen bezoekjes meer aan Poownie. Dat voelt niet alleen gek maar dat is ook heel gek. Naast dat ik hem heel erg mis, mis ook mijn complete routine. Mijn zenmomenten terwijl Poownie aan het grazen is en de sociale contacten met de dames op en van stal.

Ik sta er zelf een beetje van te kijken hoe “goed” ik de eerste week doorkom. Daarna lijkt het verlies in alle hevigheid tot mij door te dringen. Het besef dat mijn maatje er echt niet meer is laat niet alleen bij mij, maar ook bij vriendlief, een diep emotioneel spoor na. En ja, hij heeft een prachtig volwaardig en voldragen leven gehad. Zijn tijd zat er echt op. Dat zorgt er voor dat ik er vrede mee heb. Maar dat alles neemt het verdriet en gemis niet weg.

Van mijn werk krijg ik direct de tijd en alle ruimte om tot mijzelf te komen. Zodat ik de kans krijg mijzelf te herpakken. Ik mag thuis en onder de radar werken. Wat betekend dat ik zelf de afleiding in mijn werk mag zoeken zonder de verplichtingen van projecten, overleg, telefoon, klant- en collega contact. Dat voelt goed! Want het rouwen kost bergen met energie. Ik ben halverwege de dag zo moe dat ik mijn ogen niet kan open houden. Mijn hoofd barst uit elkaar van de koppijn, mijn spieren zitten vast en ik heb een concentratievermogen van een pantoffeldiertje. Werken en mijn beste beentje voor zetten is nu wel het laatste waar ik behoefte aan heb. 

Geregeld loop ik met mijn ziel onder mijn arm te bedenken wat ik met mijn zeeën van tijd moet gaan doen. Dus werk ik in de avond de overvolle strijkmand weg. Ruim mijn lades en kasten op. Sorteer mijn kleding, dat van de heren en sta minutenlang doelloos onder de douche.

Ik heb in de tussentijd wel een aantal bezoekjes aan stal gebracht. Het is raar om te midden van de paarden te staan en er toch 1 te missen. De mooiste, de liefste. Mijn aanwezigheid voelt nutteloos en overbodig om zonder een reden daar te zijn. 

Buiten bezig zijn en de wind en regen voelen mis ik zo erg dat ik besluit om ’s avonds na het eten te gaan wandelen. Dus loop ik bijna iedere avond een rondje door de wijk. Soms met vriendlief, soms alleen. Zelfs met vies weer voelt het heerlijk de benen te strekken en de wind over mijn gezicht en door mijn haar te voelen strijken. 

We zijn nu bijna 4 weken verder en de emotionele pieken beginnen af te nemen. Ik voel het motortje in mijn binnenste langzaam weer op gang komen. Mijn concentratie neemt toe en ik heb ook weer zin om aan de slag te gaan. Een goed en fijn teken. Heel bewust een stapje terug doen en het verdriet er te laten zijn heeft voor mij geholpen. De scherpe randen zijn wat afgevlakt en alles komt een beetje in balans. Er is nu steeds meer ruimte voor de mooie en liefdevolle herinneringen aan Poownie en aan alle avonturen die we samen beleefd hebben. 

De volgende dag…

Na een nacht waarin ik geen oog heb dichtgedaan, sleep ik mij dodelijk vermoeid en met verkrampt lichaam mijn bed uit. De appjes van de dames van stal stromen binnen. Mijn ogen zijn opgezet van het huilen en ik voel mij hol en leeg. Daarnaast is het heel stil om mij heen. Alsof de onzichtbare draadjes waarmee ik met Poownie in verbinding stond letterlijk zijn doorgeknipt. 

Met een aantal dames spreek ik af om al vroeg in de ochtend naar stal te gaan zodat we met elkaar afscheid kunnen nemen van mijn topper. We komen tegelijk aan en alleen al hen zien zorgt ervoor dat ik vol schiet. Het doet mij zo goed dat ze de moeite nemen om een laatste groet te brengen aan Poownie en tegelijk mij tot steun willen zijn. Na een uurtje nemen we afscheid van elkaar en blijf ik alleen met Poownie achter. Ik begraaf mijn gezicht nog eenmaal in zijn wollige vacht. Snuif zijn oh zo bekende geur op en huil nog even de longen uit mijn lijf. Daarna neem ik de tijd om zijn manen te kammen en knip een stuk af als blijvende herinnering. 

Niet veel later komen er nog twee dames op stal aan. We besluiten de paddock open te zetten zodat de paarden uit de kudde de mogelijkheid hebben ook een laatste groet aan Poownie te brengen. Al snel komt het eerste paardje naar voren. Met voorzichtige stappen loopt het op mij af. Alsof ik gecondoleerd word met mijn verlies. Daarna loopt ze door naar Poownie. Besnuffeld hem. Duwt haar neus tegen zijn hoofd alsof ze daadwerkelijk een laatste groet komt brengen. Na nog een keer langs mij gelopen te hebben verlaat ze de paddock. 

Mijn ogen vullen zich met tranen als ik daarna zie dat de paarden een voor een naar voren komen. Het ene dier snuift wat lucht op. Begroet Poownie en verlaat daarna de ruimte terwijl het andere dier er alle tijd voor neemt. Ook ik word door geen enkel paard overgeslagen. Stuk voor stuk duwen ze hun neus in mijn handen of schuren ze even tegen mij aan. Mijn verdriet is ook hun verdriet. Ik voel en merk in alles dat niet alleen Poownie maar ook ik onderdeel uitmaak van deze kudde. Het hele proces raakt mij. Het is zo bijzonder om te zien hoe ze op hun eigen manier omgaan met dit verlies. Poownie krijgt op deze manier een waardig afscheid van zijn kudde, waarbij de lucht meermaals gesierd wordt door een regenboog.

Iedereen op stal is zo lief voor mij. Ik voel mij door hen gedragen en het rauwe randje van verdriet wordt hierdoor wat verlicht. Ook de avond ervoor, toen Poownie aangaf dat het niet meer ging waren er twee kanjers die Poownie en mij in alles begeleid hebben. Een ware steun op een moment waarop ik niet alleen kon en wilde zijn. Poownie had op geen betere stal kunnen staan en ik had het niet beter kunnen treffen met deze dames als stalgenoten. 

Begin van de middag is het zover. De “rouwauto” rijd voor en Poownie wordt opgehaald. Zijn ziel was reeds vertrokken. Zijn lichaam maakt nog eenmaal een laatste reis. De wagen rijd weg met aan de lucht een mooie regenboog. 

Poownie…

Het is goed zo. Genoeg. Hij laat het zo duidelijk merken dat ik niet anders kan dan daar in meegaan. En terwijl ik naast zijn grote, ooit zo sterke lichaam op de grond zit met zijn hoofd in mijn armen, blaast mijn trouwe vriend zijn laatste adem uit.

Dankbaar ben ik dat we 28 jaar samen hebben mogen doorbrengen. Waarvan de laatste 5 jaar ook nog eens in bonustijd. Het waren intense maar liefdevolle jaren die ik niet had willen missen. 

Mijn lieve maatje, mijn altijd vrolijke Poownie, mijn Maris. Het was zoals het moest zijn en zoveel meer.
Ik ga je vreselijk missen. 

07-05-1994 ~ 02-01-2024 💫

❤️

Gefeliciteerd…

In Café ’t Hemeltje is het waarschijnlijk afgeladen en stampers vol. Er zijn immer al voldoende mensen van ons heen gegaan om een stamkroeg te vullen. Ze zeggen dat je in de hemel niet ouder wordt. Toch geloof ik graag dat ze daar de slingers en ballonnen ophangen. En dat er een grote taart voor je is gebakken. Speciaal en helemaal ter ere van jou. Ik weet ook zeker dat Oma de hele dag in de keuken heeft gestaan om allemaal lekkere Indische hapjes te maken. Want een feest zonder eten is volgens onze familie nu eenmaal geen feest.

En weet je pa, ik zie jou al achter de draaitafels staan waar jij, heel toepasselijk, “Stayin’ Alive” uit de boxen laat schallen. Uiteraard in jou veel te grote witte engelen gewaad maar wel met feestmuts op. Want zo ben je dan ook wel weer. Als er dan een reden is voor feest en het is ook nog eens jouw feest, ga dan maar lekker los.

Ik ga er gewoon vanuit dat er in de hemel ook feest gevierd wordt. Dat het daar heel gezellig is. Dat iedereen daar los gaat op zijn en haar favoriete muziek. Dat iedereen “dronken” wordt van al het goddelijke drank dat vanuit de hemelse champagnetoren naar beneden druppelt. Dat iedereen zich misselijk eet aan alle heerlijke hapjes. En dat ze, heel misschien, zullen toasten op ons, zoals wij hier toasten op jou.

Gefeliciteerd pa 💞

De dagen erna…

De zon schijnt en het valt mij op hoe prachtig het buiten is. De eerste mooie lentedag is aangebroken. Of althans voor mij. Want er zijn best een aantal prima dagen geweest maar deze zijn compleet langs mij heen gegaan. Twee sterfgevallen in één week tijd. Met de daaropvolgende week uiteraard twee uitvaarten. Hoewel ik bij alle twee niet direct iets heb hoeven regelen hakt het er wel behoorlijk in. Dan ben je even met wat anders bezig dan lente en zon. 

Mijn oom besloot als eerste aan zijn laatste reis te gaan beginnen. Hij was ziek en we wisten allemaal dat het einde nabij zou zijn. Hij besloot zelf te stoppen met de behandeling en te dealen met de tijd die hem restte. Dat het uiteindelijk zo snel zou gaan had niemand kunnen bedenken. 

Zijn uitvaart heeft veel emoties losgemaakt en oude wonden opengereten. Verdriet dat plots weer naar de oppervlakte terug keerde. Ik liet het allemaal maar over mij heenkomen. Gelukkig kijk ik wel terug op een hele mooie en warme uitvaartdienst. Een dienst die een diepe indruk op mij heeft achtergelaten. Evenals de gesprekken na de dienst. Want ik droom er zeer geregeld over. 

Mijn schoonvader besloot zijn voorbeeld te volgen en drie dagen later begon hij aan zijn laatste reis. Ook hij was ziek, maar was niet van plan het op te geven. Na anderhalf jaar tobben kreeg hij een nieuwe hartklep en het leek zowaar beter met hem te gaan. Als het aan hem zou liggen zat hij nu lekker met zijn vrouw op de bank met een heerlijke bak koffie en een stuk taart. Maar zo mocht het voor hem niet zijn. Hij werd getroffen door een bacterie en is hier uiteindelijk aan overleden. Hoe oneerlijk!!

Zijn uitvaart was compleet anders als eerder in de week. Maar helemaal zoals hij was. Er werd met liefde over hem gesproken, door zijn kinderen, kleinkinderen en aanverwanten. Er was muziek en er waren foto’s. Zijn leven van jong tot nu kwam in korte tijd voorbij. Er waren heel wat mensen die hem een laatste eer kwamen bewijzen. En er waren rozen, heel veel rozen.

Dus toen de zon begon te schijnen op deze, voor mijn gevoel eerste echte lente dag, twijfelde ik geen minuut langer. Ik trok mijn paardenkloffie aan en reed naar stal. Want er is bijna geen andere plek te verzinnen om even op adem te komen na zo’n emotioneel beladen en verdrietige periode. 

Terwijl ik samen met Poownie sta te grasmaaieren op ons wel bekende stukje valt het mij des te meer op dat het zo rustig is in de polder. Het zonnetje staat hoog aan de hemel en er is nagenoeg geen wind. Hier en daar komen sporters en wandelaars voorbij. Maar er zit een sloot en zeker een meter of 30 gras tussen ons in. We hebben geen last van elkaar. Ik hoor de vogels fluiten en laat mij meedrijven op hun lied. Het werkt rustgevend. De zon verwarmd mijn verkrampte spieren en beetje voor beetje kan ik loslaten. 

Na een uur is Poownie klaar met grazen. Zelf weet ik nog niet zo goed hoe ik mij voel. Moe, dat wel. Leeg, dat ook. Maar toch is daar het begin van berusting. De zon zet, zoals altijd, alles in een ander perspectief. 

Final goodbye …

Met zijn hand in de mijne blijven we zwijgend zitten. Als het tijd is om te gaan kijk ik hem aan. Zijn donkere ogen priemen in die van mij. Ik zeg hem dat ik van de week nog een keer langs kom. Hij knijpt in mijn hand en zegt: “Dat is goed hoor wijfie!”
Maar stiekem weten we alle twee, dit is de laatste keer dat we elkaar zullen zien…  

Rust zacht lieve Oom Don. 
21-03-1956 – 27-03-2023

Groot gemis…

Het was een korte maar krachtige reis en ik had het niet willen missen. Er zijn deuren geopend en ik mocht ervaren hoe krachtig de geest kan zijn. Ze is een van de weinige paarden die mij tot in mijn ziel geraakt heeft. 

Ergens vorig jaar toen ze flink kreupel stond: Verloren kijkt ze langs mij heen alsof ik er niet ben. Het raakt mij dat zo’n groot en krachtig paard er zo bij kan staan. Tot dan wist ik niet zo veel van haar. Oké ze is groot maar heeft ook geregeld haar nukken naar de andere paarden. Haar oren kunnen zo plat in haar nek dat ik er van onder de indruk ben. Als ze met zo’n simpel gebaar al hier toe in staat is, wat kan 600 kg paard dan nog meer!?

Ik heb met haar te doen en zoek (lichamelijk en op energetisch niveau) contact. Ik leg mijn handen op haar rug, bedoeld om troost te bieden. Maar dit is voor haar veel te dichtbij, te benauwend, te bedreigend. Ze stampt weg en blijft argwanend naar mij kijken. Ik doe een stap naar achteren en met mijn handen voor mij uit tast ik naar een spoor van haar energie. Uiteindelijk laat ze mij toe en langzaam kan ik haar benaderen. We schrikken beide van de werking ervan. Het is zo heftig dat ze mij in tranen achter laat. Daarna kijkt ze mij zeker vier dagen niet aan. Elke vorm van communicatie vermijd ze. 

De dagen erop laat ik haar weten dat het goed is, maar zoek verder geen toenadering. Tot het moment daar is en ze zelf contact zoekt. Ze duwt haar neus in mijn rug en als ik mij omdraai staat ze met gebogen hoofd voor me. Ik mag haar aaien.

Op een avond ga ik er eens goed voor staan en maak wederom (energetisch) contact. Ze lijkt mij inmiddels voldoende te vertrouwen want ze overlaad mij met beelden, gevoelens en emoties. De stroom lijkt maar niet te stoppen. Dit paard heeft veel te vertellen. Haar verdriet raakt mij en in mijn hart huil ik stille tranen. 

Wanneer de eigenaar het verhaal dat ik door kreeg bevestigd ben ik er ondersteboven van. Wat ben ik blij dat deze lieve vrouw, waar ze zo’n enorme band mee heeft, in haar leven is gekomen. Ik duim voor een voortzetting van dit nieuw hoofdstuk in haar leven waarin ze op haar manier mag stralen en in de spotlights mag staan zoals ze zelf wilt. Iets dat in haar verleden op de een of andere manier nooit goed tot uiting is gekomen. 

Na dit bijzondere contact zoekt ze mij geregeld op als ik bezig ben met stalklusjes. Hinnikt ze net als Poownie zodra ik met een emmer voorbij loop en mag ik ongegeneerd haar hals en schoft kriebelen. Ik voel zoveel genegenheid voor dit dier dat ik haar het liefst in mijn jaszak zou willen stoppen om haar overal met mij mee te kunnen nemen. 

Helaas blijkt ze inmiddels zieker dan verwacht. Na een half jaar tobben waarin haar baasje alles heeft gedaan wat in haar macht ligt en meer, om dit paard een leven te geven dat ze verdient, blijkt daar nu een einde aan te zijn gekomen. De pijn is te heftig en haar lichaam is op. Ze kan niet meer. 

Eindeloos verdrietig dat dit zo voor haar moest eindigen, huil ik. Geen stille tranen, maar tranen van een groot gemis. 

💫

Een botsing met het verleden…

Gedesoriënteerd word ik wakker. In korte tijd ben ik meerdere keren in slaap gevallen. Niet even weggedommeld maar echt in slaap gevallen. In die korte tijd ben ik ook even abrupt weer wakker geschrokken. Iedere keer droomde ik over iets anders. Allemaal hadden ze 1 ding met elkaar gemeen. Vriendschap, familie en de dood. Het verdriet van het verlies van familieleden ligt achter mij. Maar soms botsen we onverwachts tegen elkaar op en het gevoel doorboort mij gewetenloos.  

Wanneer de sluier tussen de droomwereld en het ontwaken op zijn dunst is blijven de ervaringen het meeste kleven. Het is alsof al deze momenten, die waarschijnlijk maar enkele seconden hebben geduurd, echt gebeurd zijn. Mijn hele wezen lijkt daadwerkelijk daar aanwezig te zijn. Het is zo echt dat ik bij het ontwaken nog een vleug van de geur uit mijn dromen op kan snuiven. Het gevoel dat sommige gebeurtenissen in het leven onomkeerbaar zijn heeft zijn stempel voor de rest van de dag gedrukt.

Als ik voor een derde keer geschokt wakker word besluit ik niet opnieuw in slaap te vallen. Drie keer geconfronteerd te worden met het verleden en beseffen dat ze er niet meer zijn is genoeg! Ik spring uit bed en loop linea recta naar de badkamer. Stap half slaperig onder de douche om enigszins het leven in mijn eigen lichaam terug te krijgen. Inmiddels weet ik dat ik dit gevoel, dat als een beklemmende deken om mij heen gedrapeerd hangt, de rest van de dag met mij mee zal dragen. 

Contact met gene zijde vind ik af en toe ook best fijn. Alsof de draadjes met onze dierbaren toch niet helemaal doorgesneden zijn. Maar zij zijn er niet meer en ik moet verder. Daarom doe ik echt mijn best om de dromen daar te laten waar ze horen, uit mijn hoofd en op mijn kussen en mij te richten op de dingen in het heden. Dat lijkt nog niet zo makkelijk. Na mijn, soort van, verkwikkende douche loop ik toch als een kip zonder kop door het huis. Ik vergeet dingen en ben er gewoon niet helemaal bij. 

Ik blijf niet lang thuis dralen maar begeef mij naar de wei. Op de wei en tussen de dieren hangt altijd een andere vibe. Ze staan veel beter in het hier en nu en net als hen moet ik ook gewoon even aarden. Zoals simpel poepscheppen en paarden borstelen. Samen met een vriendin en haar paard maken we een wandeling door de polder. De zon en wind waaien mijn hoofd leeg. De gesprekken met haar voeren mij weg van het aangeslagen gevoel. Wat overblijft is weemoedigheid en nostalgie. 

Als ik thuis kom voel ik mij weer een beetje heel. Alsof mijn geest terug in mijn lichaam is geland. Een andere omschrijving heb ik er niet voor. Ik weet wel dat ik mij de resterende dag niet moet bezighouden met serieuze zaken of discussies. De bovenverdieping poetsen en schoonmaken is een beter idee. Simpel werk zonder al te veel nadenken geeft de geest wat lucht. Verder houd ik het bij het lezen van een boek voor de ontspanning en ’s avonds een kort bezoekje aan de boot. 

Gelukkig heb ik ze niet vaak, dit soort botsingen met het verleden. Maar als ik ze heb, dan hakt het er genadeloos in.  

9 jaar geleden…

Deze week is het 9 jaar geleden dat mijn moeder overleed. Hoewel ik er niet meer met zoveel pijn en verdriet aan terugdenk, ben ik er wel altijd in deze periode net iets meer mee bezig dan anders. Sommige momenten uit die periode staan in mijn geheugen gebrand en ik kan ieder stukje oproepen. In het begin kwamen deze momenten, die bestaan uit gevoelens, geuren, kleuren, geluiden of een bepaalde vorm van energie, te pas en te onpas naar bovendrijven. Ze konden letterlijk een stempel drukken op het huidige moment. Wat soms heel vervelend was. Een fijn moment kon hierdoor ineens overschaduwd worden door een bepaalde geur die ik rook of een geluid dat ik hoorde. 

In de loop van de tijd gebeurde dit gelukkig steeds minder. Het is waar als mensen zeggen dat de scherpe randjes er vanaf gaan. Het verdriet en het gemis heeft zijn eigen plek gekregen. Iets waar ik vooral de eerste twee jaar heel erg mee heb geworsteld. Want wat is nu dat “plekje” waar ik mijn verdriet kon achterlaten?? Niemand die het mij kon vertellen. Na de eerste paar jaar sluimerde het gevoel nog op de achtergrond en inmiddels is het netjes opgeborgen in een van de lades van mijn geheugen. 

Bepaalde gevoelens en emoties kan ik daar zo uit oproepen. Dat is wat ik bedoel met in mijn geheugen gebrand staan. Het daadwerkelijk doorleven, het emotioneel doorstaan, dat is er niet meer. Het is alsof ik van buiten mijzelf meekijk naar hoe het ooit was. Hoe het ooit voelde. Misschien gebeurd dit altijd wel wanneer je iets heftigs mee maakt dat zo’n grote indruk op je heeft gemaakt maar je het dus uiteindelijk wel een plek hebt kunnen geven. 

Inmiddels is het dus alweer negen jaar geleden dat we elkaar voor het laatst gezien en gesproken hebben. In die tussentijd is er zo vreselijk veel gebeurd. Ik vraag mij wel eens af of ze van boven mee kijkt. Of ze dan hoofdschuddend denkt: “My god! Heb ik je zo opgevoed??” Want er zijn wel wat momenten waarbij ik mij dat kan voorstellen… Zou ze ook trots zijn op de dingen die ik tot nu toe bereikt hebt?! Dat ze op haar wolk zit en pa (die daar inmiddels ook al 9 jaar zit) met haar elleboog tussen zijn ribben stoot en dan zegt: “He, kijk nu eens wat ze geflikt heeft. Heeft ze goed voor elkaar zo!!” 

Dromen over mijn beide ouders doe ik nog steeds. In tegenstelling tot andere dromen zijn deze heel levendig. Kleuren, geuren en gevoelen zijn zo echt dat de energie zelfs bij het ontwaken nog aanwezig is. Het lijkt hierdoor vaak of ik niet gedroomd heb maar gewoon even in een andere wereld geweest ben om vervolgens in mijn eigen bed wakker te worden. 

In het begin vond ik dat heel moeilijk. Het voelde alsof ik weer afscheid had genomen. Inmiddels ben ik er redelijk aan gewend geraakt. In mijn dromen zijn mijn ouders nog steeds mijn ouders. Mijn vader is altijd de rustige en mijn moeder is over het algemeen wat meer aanwezig. Gevoelsmatig is er wel iets veranderd, alsof er meer afstand is ontstaan. Misschien is dat juist wel goed. Toch vind ik het fijn om zo af en toe “contact” met ze te hebben. Want missen doe ik ze nog steeds…

 

-❤️-

Sympathy for the devil…

Vanaf je geboorte wandelt hij onzichtbaar met je mee. Hij slaat toe wanneer het hem uitkomt. Hier en daar. Bij jou, bij mij. De dood kent geen genade. De dood kent geen verschil. Vroeg of laat. Jij en ik, we komen er niet onderuit. Ongeacht je achtergrond, geloof of afkomst. De dood maakt voor niemand een uitzondering.

De dood heeft mij altijd gefascineerd maar toch moest ik er niets van hebben. Het stond ver van mij af. Ik kende het alleen van horen zeggen. Nooit had ik er van dichtbij mee te maken. Een bezoek aan een begraafplaats, om een roos op het graf van mijn overgroot oma te leggen, gaf mij maagkramp en alleen al praten over de dood bezorgde mij rillingen. Nee, de dood was iets raars en vooral iets wat op afstand moest blijven. 

Met het overlijden van mijn beide ouders veranderde dit. Ik werd in één jaar tijd keihard geconfronteerd met de dood, verlies, verdriet, acceptatie en door gaan zonder… Vanaf dat moment realiseerde ik mij heel goed dat de dood er nu eenmaal is en er altijd zal zijn. De drang om iets te kunnen betekenen voor mensen die ook iemand verloren hadden werd hierna steeds groter. Ik weet hoe het is om door zo’n emotionele achtbaan te gaan. Juist hierdoor besloot ik mij toe te leggen op het maken van afscheidsreportages.

Logo uitvaartfotografie Hamar.

De eerste paar reportages voelden onwennig. Met een overleden persoon in één ruimte zijn was wel een dingetje. Maar ik stapte een onzichtbare drempel over en al snel was ik op mijn plaats waar verdriet en gemis vochten om de boventoon. Ik maakte sfeer- en overzichtsfoto’s zodat er voor de familie een blijvende herinnering ontstond aan deze droevige dag. Ik kreeg de kans om iets te kunnen toevoegen aan een uitvaart, plechtigheid, herdenking of condoleance. Hierdoor leerde ik de dood te accepteren. Het verdriet en grote gemis dat ik zelf nog steeds bij mij droeg, boog ik om in iets creatiefs. De uitvaartfotografie bleek uiteindelijk een onderdeel van mijn eigen rouwproces.

Ik kwam met veel verschillende en uiteenlopende families in aanraking. Geen enkele dienst was het zelfde. Sommige families en diensten waren zo bijzonder dat ze een blijvende indruk op mij hebben achter gelaten. Ook het werk van de uitvaartbegeleiders kreeg ik vanaf een heel andere kant te zien. Al het geregel achter de schermen maar vooral ook heel liefdevol en geduldig naar de families en alles met passie. Stuk voor stuk mooie mensen met ieder een eigen reden om zich in dit vakgebied te begeven. 

Hoewel de uitvaartfotografie voor nu een gesloten boek is, koester ik wel alle ontmoetingen en herinneringen. Ze brachten mij zo veel meer dan alleen maar een bijdrage aan… Ik heb onzichtbare drempels genomen. Mijn eigen angst in de ogen moeten kijken en uiteindelijk overwonnen. Ik deelde in het verdriet van een ander, maar gaf ook wat van mijzelf. Ik was aanwezig op momenten waarop de mens zich van een heel kwetsbare kant laat zien. Ik mocht zien, ervaren en vooral voelen en kon hierdoor een stukje zijn van het groter geheel.

 

 

***