Steeds verder weg…

Op deze foto is mijn moeder net zo oud als ik nu ben. Wat ik echt een hele rare gedachte vind. We lijken zo veel op elkaar en tegelijk verschillen we als dag en nacht. Het moment dat deze foto gemaakt is herinner ik mij als de dag van gisteren. Ze wilde liever niet op de foto want haar haar zat niet goed, ze had geen make-up op en haar trui was vies. Ik ben blij dat deze foto toch gemaakt is. Het is namelijk een van de laatste foto’s waar we samen en ook nog eens lachend op staan. 

Ik ben nu bijna zo oud als mijn moeder was toen ze het leven niet echt meer zag zitten. Ze vroeg zich vaak af wat ze hier nog deed. Terwijl ik dagelijks mijn zegeningen tel en plannen aan het beramen ben voor “straks”, “morgen” en ook nog voor “later”. Onze situatie’s zijn totaal verschillend en daarom ook helemaal niet te vergelijken. 

De band met haar familie was niet om over naar huis te schrijven. Wat natuurlijk ook een reden had. Ze wist het maar het aanpakken en veranderen was lastig. Toen kwam er een tijd dat wij onze vleugels uitsloegen. Misschien maakten we in haar ogen beslissingen die ze niet had gewild voor ons. Wanneer we recht tegenover elkaar stonden wist ze diep van binnen dat elke beslissing die wij namen beter was dan hoe ze zelf in het leven stond. 

Met het verstrijken van de tijd werd het moederen over ons steeds minder. En dat was denk ik het kantelpunt voor haar. Wij waren haar ketting naar “het vaste land” dat wat ooit ook haar familie en haar leven was. Dat ankerpunt viel weg toen wij uit huis gingen.  

Ik sta op het punt een onzichtbare drempel te overschrijden die zij op deze leeftijd nooit heeft gekend. Midden in het leven staan en volop genieten van dat wat is. Hoewel er zeker overeenkomsten zijn. Ook ik ben (stief) moeder en zie mijn zoon opgroeien, ouder en wijzer worden. Werken en geld uitgeven. Zijn eigen beslissingen nemen. Kortom zijn vleugels uitslaan. 

De situatie is uiteraard weer compleet anders. Zoonlief komt hier wel eens vragen waar hij goed aan doet, om vervolgens zijn plan van aanpak bij te stellen. Of niet. Dat hij geregeld naar mij toe komt om te vragen wat ik ergens van vind, geeft mij het liefdevolle, soms aanzwengelende trotse gevoel, met hier en daar een “WTF- heb-je-in-je-hoofd-gehaald” moment. Wat mijn moeder ongetwijfeld ook had… 

Het doet pijn dat mijn tijd met mijn moeder steeds verder weg is. De echte tijd die we samen doorbrachten is zelfs nog langer geleden. We groeiden uit elkaar en ik ging mijn eigen weg.

Ik droom de laatste maanden heel levendig over haar. Soms zit ze alleen maar stil in een hoekje. Soms zie ik er niet eens maar is er een alwetend gevoel dat ze er wel bij is. Dan weer verteld ze mij hele verhalen. Ik zie ze stuk voor stuk als momentjes van ons samen en probeer het vredige gevoel bij het ontwaken zo lang mogelijk vast te houden.

Het geeft een troostend gevoel te weten dat ze nu op een plek is waar ze het fijner heeft. Ik hoop dat als ze naar beneden kijkt ze haar dochters het leven ziet leiden dat ze voor ons voor ogen had.

9 jaar geleden…

Deze week is het 9 jaar geleden dat mijn moeder overleed. Hoewel ik er niet meer met zoveel pijn en verdriet aan terugdenk, ben ik er wel altijd in deze periode net iets meer mee bezig dan anders. Sommige momenten uit die periode staan in mijn geheugen gebrand en ik kan ieder stukje oproepen. In het begin kwamen deze momenten, die bestaan uit gevoelens, geuren, kleuren, geluiden of een bepaalde vorm van energie, te pas en te onpas naar bovendrijven. Ze konden letterlijk een stempel drukken op het huidige moment. Wat soms heel vervelend was. Een fijn moment kon hierdoor ineens overschaduwd worden door een bepaalde geur die ik rook of een geluid dat ik hoorde. 

In de loop van de tijd gebeurde dit gelukkig steeds minder. Het is waar als mensen zeggen dat de scherpe randjes er vanaf gaan. Het verdriet en het gemis heeft zijn eigen plek gekregen. Iets waar ik vooral de eerste twee jaar heel erg mee heb geworsteld. Want wat is nu dat “plekje” waar ik mijn verdriet kon achterlaten?? Niemand die het mij kon vertellen. Na de eerste paar jaar sluimerde het gevoel nog op de achtergrond en inmiddels is het netjes opgeborgen in een van de lades van mijn geheugen. 

Bepaalde gevoelens en emoties kan ik daar zo uit oproepen. Dat is wat ik bedoel met in mijn geheugen gebrand staan. Het daadwerkelijk doorleven, het emotioneel doorstaan, dat is er niet meer. Het is alsof ik van buiten mijzelf meekijk naar hoe het ooit was. Hoe het ooit voelde. Misschien gebeurd dit altijd wel wanneer je iets heftigs mee maakt dat zo’n grote indruk op je heeft gemaakt maar je het dus uiteindelijk wel een plek hebt kunnen geven. 

Inmiddels is het dus alweer negen jaar geleden dat we elkaar voor het laatst gezien en gesproken hebben. In die tussentijd is er zo vreselijk veel gebeurd. Ik vraag mij wel eens af of ze van boven mee kijkt. Of ze dan hoofdschuddend denkt: “My god! Heb ik je zo opgevoed??” Want er zijn wel wat momenten waarbij ik mij dat kan voorstellen… Zou ze ook trots zijn op de dingen die ik tot nu toe bereikt hebt?! Dat ze op haar wolk zit en pa (die daar inmiddels ook al 9 jaar zit) met haar elleboog tussen zijn ribben stoot en dan zegt: “He, kijk nu eens wat ze geflikt heeft. Heeft ze goed voor elkaar zo!!” 

Dromen over mijn beide ouders doe ik nog steeds. In tegenstelling tot andere dromen zijn deze heel levendig. Kleuren, geuren en gevoelen zijn zo echt dat de energie zelfs bij het ontwaken nog aanwezig is. Het lijkt hierdoor vaak of ik niet gedroomd heb maar gewoon even in een andere wereld geweest ben om vervolgens in mijn eigen bed wakker te worden. 

In het begin vond ik dat heel moeilijk. Het voelde alsof ik weer afscheid had genomen. Inmiddels ben ik er redelijk aan gewend geraakt. In mijn dromen zijn mijn ouders nog steeds mijn ouders. Mijn vader is altijd de rustige en mijn moeder is over het algemeen wat meer aanwezig. Gevoelsmatig is er wel iets veranderd, alsof er meer afstand is ontstaan. Misschien is dat juist wel goed. Toch vind ik het fijn om zo af en toe “contact” met ze te hebben. Want missen doe ik ze nog steeds…

 

-❤️-

In liefdevolle herinnering…

Als kind denk je vaak niet heel ver vooruit. Je bent al helemaal niet bezig met de dood en wat daar bij komt kijken. Hoevaak heb je niet gedacht dat je het eeuwige leven hebt? Je bent er immers nog steeds na alle gekke fratsen die je hebt uitgehaald. En ook je ouders gaan niet dood. Als (klein) kind kijk je tegen ze op. Ze zijn je helden. Tot je wat ouder wordt. Dan zijn ze irritant en schaam je je kapot bij alles wat ze doen. Maar dan komt er een periode dat je snapt dat je ouders ook maar mensen zijn. Ze zijn niets anders dan pubers met meer (levens)ervaring. 

Bovenstaande gaat uiteraard niet voor iedereen op. Wij werden al jong geconfronteerd met alles waar je, ook als volwassene, helemaal niet mee geconfronteerd wil worden. Mijn ma had al heel wat ellende overwonnen. Ze bewees sterker te zijn dan wie dan ook. Maar helaas, sterker dan de dood was ze niet. Op 17 november 2011 overleed ze op 50 jarige leeftijd. 

Inmiddels is dit alweer 8 jaar geleden. Heel cliché, de jaren hebben de scherpe randjes er af gesleten. Pijn en verdriet vechten al lang niet meer om de beste plek in mijn hoofd. Er is berusting, mooie herinneringen en liefde voor terug gekomen. En gemis? Ja dat ook. Dat zeker!! Hoe langer ik haar niet gezien heb hoe sterker dat gevoel wordt. Maar ook dat heeft zo zijn momenten. En het mag er zijn. Ik laat het er zijn. Juist heel bewust.

Toch zijn er momenten dat het mij droevig stemt dat we niks meer opnieuw kunnen doen. Dat ze nooit meer trots op mij kan zijn. We nooit meer iets kunnen bespreken, zaken kunnen bijleggen. Dat ik haar nooit meer iets kan vragen. Soms zit het mij dwars dat het mij nooit gelukt is haar over te halen iets van het leven te maken. Ik moet mij daar bij neerleggen. Want, wat kan ik anders? Het leven is geleefd. Dat van haar en van ons samen. Met alles waarvan we op dat moment dachten dat we er goed aan deden.

Het is echt niet zo dat ik enkel op een droevige manier aan haar terug denk. Er is veel ruimte voor herinneringen. Die uit mijn kindertijd koester ik. Des te meer omdat we toen heel close waren. Zo was er bijvoorbeeld geen kijkwijzer, dus voor mijn 12e had ik zo’n beetje alle griezelfilms met haar gekeken die er waren. Gezellig samen op de bank onder een deken met verse popcorn. We stonden samen in de keuken om de Surinaamse of Indische keuken te proberen. Gaven elkaar “spa” behandelingen. Compleet met gezicht-scrub en voetmassage. Zij mij altijd iets meer dan ik haar. Onze verjaardagen werden groots gevierd evenals Sinterklaas, kerst en zelfs pasen. Ze stond er vaak alleen voor maar zorgden wel dat iedereen aan kon schuiven en een fijne avond had. 

Toen ze net overleden was voelde het alsof er een lichaamsdeel van mij geamputeerd was. Ik voelde mij leeg en hol. Weken heb ik met dat schrijnende gevoel rondgelopen. Inmiddels is dat hersteld. Op een heel andere manier dan vroeger zijn we nog steeds met elkaar verbonden. Dat merk ik aan veel dingen. Ik denk dat dit de onzichtbare band is tussen een moeder en een dochter. 

 

 

 

-💞-

Het had zo anders kunnen zijn…

Geregeld vraag ik mij af hoe jij je leven voor je zag toen je klein was. Maar ook toen je ouder werd. Je zou toch ook wel gedroomd hebben over “later” en “als ik groot ben”? En als je, je dromen of je leven moest bijstellen wat waren dan je doelen? Wat ging er door je heen toen je zo oud was als ik nu ben?! Lieve mama, je had je vast een compleet ander leven voorgesteld dan hoe het uiteindelijk gelopen is. Huisje, boompje, beestje. Oud worden met de liefde van je leven. Ik weet zeker dat je niet helemaal voorzien had dat je leven zo zou verlopen als gegaan is.

Ik was een jaar of 9 toen mijn geloof en kijk op het leven een drastische wending kreeg. Uiteraard begreep ik dat toen nog niet. Maar het was wel dit specifieke moment dat er voor zorgde dat ik voor het eerst in mijn leven heel anders naar de wereld en mensen om mij heen keek. Jij werd voor een paar weken opgenomen in het ziekenhuis. Dat was op zich al een ingrijpende gebeurtenis. Maar vooral de periode erna was een hel voor mij. Ik ving, geheel onbedoeld, een gesprek op dat totaal niet voor mij bestemd was. Je vertelde pap dat de artsen in het ziekenhuis hadden meegedeeld dat je maximaal 5 jaar te leven zou hebben als je zo doorging met het destructieve leven dat je toen leefde.

Je hebt nooit geweten dat ik dit gesprek heb gehoord. Vanaf dat moment kon ik op de gekste momenten in huilen uitbarsten. Niemand die mij kon troosten. Zelfs jij niet. Niemand die ik kon vertellen waarom ik mij zo voelde. Ik wist zelf niet eens wat mij overkwam. Het had nogal wat impact. Op school, op spelen bij vriendinnetjes. Op eigenlijk mijn hele leven. Op die leeftijd ga je de wereld om je heen ontdekken. Steeds wat verder van huis. Maar ik week niet meer van je zij.

Je deed niet bepaald wat de dokters je hadden voorgeschreven. Je at nog steeds niet of alleen maar ongezond en rookte en dronk des te meer. Vol angst telde ik de jaren die voorbij gingen. Toen het 5e jaar voorbij was en je nog steeds eigenwijs je leven leefde begon de angst een beetje af te nemen. Ik ging naar de hoge school en alles was nog steeds zoals daarvoor. Zelfs na het behalen van mijn diploma en de overgang naar mijn “studententijd” was je er nog. Beetje voor beetje liet ik het los. De artsen hadden het mis! Toch?

Ik leerde dat het niet gezond was wat je deed. Je had een verslaving! Hoe ik het ook probeerde, ik kreeg je er niet van af. Contact met familie was inmiddels nihil. Vrienden hadden we niet meer. We stonden er alleen voor. Soms deed je een halfslachtige poging. Voor mij, voor jezelf? Ik verloor het vertrouwen in meerdere opzichten. Vanaf dat moment werd alcohol voor mij de belichaming van de duivel. Hij trok jou mee naar beneden tot er geen weg terug meer was. Hij pakte ons alles af en zorgde dat jouw leven alleen nog maar ging om hem en jou. Uiteindelijk draaide het alleen nog maar om hem. Pas 20 jaar later besloot je lichaam om er definitief mee op te houden. Het duurde 15 jaar langer dan voorspeld. Maar de strijd was gestreden. De alcohol had gewonnen. De duivel kreeg zijn zin….

 

 

* 17-11-2011 *

Te laat…

“Mam, ben jij daar?” Ik duw de telefoon krampachtig tegen mijn oor alsof ik zo sneller contact kan maken. Ik hoor wat gerommel en gekraak en dan hoor ik haar stem. Luid en duidelijk. “Ja natuurlijk ben ik daar!” Mijn hart maakt een sprongetje. Oh wat ben ik blij haar te horen. Ik slik om het trillen in mijn stem te onderdrukken en doe alsof er niks aan de hand is. Ik reageer zo luchtig als ik kan. Maar van binnen huil ik. Mijn god wat heb ik haar gemist. Het is zo lang geleden dat ik haar gehoord heb.

Ze praat anders nooit zo veel maar nu kletst ze honderduit. Over al haar nieuwe avonturen. Ze ratelt maar door. Ze lacht, zo onbevangen. Ze is blij. Plots vraag ik haar of ik langs mag komen. Ik wil haar niet alleen horen, ik wil haar zien, vasthouden. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is zegt ze dat dit helemaal niet kan en verbreekt daarna de verbinding. Ontdaan blijf ik achter. Hoezo kan dat niet? Was ik te egoïstisch omdat ik geen genoegen nam met alleen haar stem?

Flarden van herinneringen dringen zich aan mij op. Hoe slecht onze band de laatste 15 jaar van haar leven eigenlijk was. Zou ons contact nog steeds moeizaam verlopen wanner ze er nog zou zijn? Hadden we überhaupt nog wel contact? Was er misschien toch meer diepgang in onze relatie gekomen? Echt praten konden we al jaren niet meer. Als opgroeiende puber vond ik het vreselijk dat ze haar leven vergooide met een ongezonde levensstijl. Wanneer het daarop aankwam wees ze mij het gat van de deur! In haar huis golden haar regels. Onze band werd slechter en slechter. Ik durfde mij niet meer open te stellen voor de vrouw die ze geworden was. Mijn steun en toeverlaat, mijn eens zo grote voorbeeld, was veranderd in een gesloten vrouw die alleen maar oog had voor haar eigen verslaving.

Ik sloot mij voor haar af. Loste mijn eigen zaken op en hield haar angstvallig overal buiten. Zodat we in ieder geval de spanning en aansluitende ruzie konden vermijden. Ze noemde mij hierdoor een egoïst omdat ik haar niks meer vertelde. Uiteindelijk deelden we niks meer behalve de eerste verdieping van het huis. Misschien had ze gelijk. Had ik mij meer open moeten stellen. Had ik haar meer moeten betrekking in mijn leven en gevoelens. Maar na al die tijd wist ik gewoon niet meer hoe dat moest. Toen ik de kans kreeg om op mijzelf te gaan wonen, vluchtte ik letterlijk uit huis.

Ik kijk naar de telefoon in mijn hand. Haar stem was zo helder. De emoties waren zo levensecht. Ik vraag mij even af waarom ik haar al zo lang niet gesproken heb. Maar de werkelijkheid dringt zich al snel aan mij op. Met tranen in mijn ogen word ik wakker en realiseer mij, het is te laat. Te laat om het over te doen. Te laat om te zeggen dat het mij spijt.

Het stormt buiten. Ik hoor de regen op het dak kletteren en vervolgens al spetterend in het afvoerputje verdwijnen. Hoe symbolisch. Toch deed het mij goed haar stem te horen. Ook al was het maar een droom. Ik probeer vast te houden aan dat fijne gevoel, want ook voor spijt is het nu te laat…

Liefde is, loslaten…

Ze lag daar hulpeloos in het ziekenhuisbed waarin ze nog kleiner leek dan ze was. Nu was het alleen nog wachten. Wachten tot haar lichaam ophield met vechten. Ik hield mijn moeder in mijn armen. Ik zong voor haar het liedje dat ze altijd zong als één van ons pijn had. Ik deed haar voorhoofd af met een koud washandje en vertelde haar dat Papa en Opa haar zouden opwachten. Ik zei haar dat het goed was, ze mocht gaan. Wij redden ons wel. De laatste 20 minuten van mijn moeders leven trokken in een snik en een traan aan mij voorbij. Ik putte kracht uit een onzichtbare bron. Op dat moment was ik er voor haar en voor haar alleen.

Het heeft lang geduurd voor ik rust vond na het overlijden van mijn moeder. Ik heb maanden over haar gedroomd. Als ik overdag mijn ogen dicht deed was ze er. Ik zag haar zoals ze was toen ze jong was. Toen ze ziek was. Hoe ze in het ziekenhuisbed lag. Toen ze dood was. Het ergste vond ik nog dat ik alle geluiden van die avond heb opgeslagen. Te pas en te onpas hoorde ik het gepiep en gezoem van de machines waar ze twee weken aan gelegen heeft. Wanneer ik sliep, wanneer ik wakker was. Ik kreeg mijn moeder op geen enkele manier uit mijn hoofd.

Ik heb verschillende methodes geprobeerd om vrede te vinden in het overlijden van mijn moeder. Schrijven, sporten, huilen, praten. Zelfs mediteren. Dat ik leerden tijdens het volgen van een cursus. Tijdens de verschillende meditatietechnieken werd ons aangeleerd om ons hart te openen. Vanuit daar stroomt liefde. Niet denken, maar voelen. Vanuit die basis werden alle andere oefeningen gedaan. Waar een ieder de verschillende vormen van liefde ervoer, werd ik steeds weer terug geslingerd naar 17 november 2011. De uitwerking was soms zo heftig, dat de tranen over mijn wangen rolden. Soms maakten het mijn geest genoeg leeg om er weer even tegen aan te kunnen. Toch knaagden daar steeds de pijn, verdriet en het gemis. Ze vochten om de beste plek in mijn hoofd. Ik wilde het niet zomaar opgeven. Ik deed meerdere keren per week verschillende oefenen. Maar mediteren vanuit mijn hart? Dat leek voor mij een kansloze onderneming.

Enige tijd later, toen ik in mijn eentje tussen de paarden in het weiland liep, het zonnetje hoog aan de hemel stond en ik genoot van de rust om mij heen, werd ik getroffen door een ingeving. Alsof iemand het zachtjes in mijn oor fluisterde en daarmee de watten die het beeld zo vertroebelde deed oplossen. Het was ineens zo helder, zo duidelijk. De bron waar ik toen, tijdens het overlijden van mijn moeder de kracht vandaan haalde, was een onuitputtelijke bron van liefde. Het onbaatzuchtigste dat ik ooit in mijn leven heb gedaan was daar zijn voor mijn moeder. Aan haar zijde staan terwijl ze begon aan een nieuwe reis. Beseffen dat ik haar los moest laten en dat ten volle accepteren zonder mijzelf af te vragen waarom.

Ik moest er bij gaan zitten om deze gedachte tot mij door te laten dringen. Het heeft even geduurd voor ik het begreep. Blijkbaar was de tijd nog niet rijp om dit eerder te beseffen. Ik liet mijn moeders leven hier op aarde los. En loslaten is liefde!

17-11-2011, de datum dat je overleed. En nu vijf jaar geleden. Hoewel de emoties niet meer vechten om de beste plek in mijn hoofd, mis ik je. Steeds iets meer… 

Jij had het kunnen zijn…

Het zou minder worden. Heus echt waar.
Op momenten dat ik niet aan je denk. Gebeurt het… Ik vang een glimp van je op. Ik zie je fietsen. Gekleed in je gele jas en afgetrapte gympies. Door weer en wind maar altijd zonder handschoenen. Gebogen over het stuur alsof je windje tegen hebt trappend op de pedalen op weg naar je bestemming.
Jij had het kunnen zijn. Maar je bent het niet.

~

Het zou minder worden. Heus echt waar.
Op momenten dat ik niet aan je denk gebeurt het… Ik hoor je stem. Ik hoor je lachen, uitbundig en zonder schaamte. Ik hoor je mijn naam fluisteren wanneer je mij wakker maakt. Ik hoor je hoesten en proesten als jij ‘s morgens wakker wordt. Ik hoor je schelden als je boos bent. Ik hoor hoe jij de telefoon op neemt met een simpel: “Ja hallo..” of “Hey hoi met mij.”
Jij had het kunnen zijn. Maar je bent het niet.

~

Het zou minder worden. Heus echt waar.
Op momenten dat ik niet aan je denk gebeurt het… Ik zie je handschrift. Op een blaadje neergekrabbeld. Onleesbaar en doorelkaar. Ik zie hanenpoten en inktvlekken over het papier. De tekst is doorgehaald, opnieuw geschreven en wederom doorgehaald. Maar eindigt altijd met een kusje.
Het had van jou kunnen zijn. Maar dat is het niet.

~

Het zou minder worden. Heus echt waar.
Op momenten dat ik niet aan je denk gebeurt het… Ik ruik je geur. Zomaar in een vlaag onder mijn neus. Wanneer ik ergens binnen stap. Tijdens het koken wanneer ik iets maak wat jij ook wel eens maakte. Wanneer er iemand langs mij loopt met het zelfde luchtje dat jij droeg.
Jij had het kunnen zijn. Maar je bent het niet.

~

Het zou minder worden. Heus echt waar.
Op momenten dat ik niet aan je denk gebeurt het… Ik merk dat ik een kind van jou ben mam. Wanneer ik op dezelfde lompe manier op de bank zit met mijn arm over mijn hoofd. Wanneer ik voor de spiegel naar mijn eigen spiegelbeeld kijk en gekke bekken trek. Wanneer ik de dieren in huis roep dat het eten klaar staat.
Jij had het kunnen zijn. Maar je bent het niet.

~

Het zou minder worden. En dat doet het, heus echt waar. Het verdriet is niet meer zo intens. De leegte niet meer zo’n groot gat. Nu denk ik aan je, heel bewust. Jij bent nooit heel ver weg. Ik zie je… Ik hoor je… Ik ruik je … Ik voel je…
Jij bent overal om mij heen. Ik hoef maar aan je te denken en jij bent het die daar staat.

Mama, moeder, liefde, missen

24 januari 1961 – 17 november 2011

Ter herinnering. . .

~

Is het echt alweer één jaar geleden dat wij elkaar gesproken hebben?!
Is het echt alweer 52 weken geleden dat ik je door mijn tranen heen vertelde hoeveel ik van je hield en dat je naar mij glimlachte en zei dat je ook van mij hield?!
Is het echt alweer 365 dagen geleden dat ik je hand vast hield en het moeilijkste moest doen wat ik ooit in mijn leven heb moeten doen, je vertellen dat het goed was zo?!

~

Ik mis je om wie je was
Ik mis je om wie je bent
Ik mis je om wie je altijd zal blijven
 Mijn moeder!

***