Tong-Tong, tijd voor thee…

Jeetje ik voel mij net zoonlief die ook altijd half onvoorbereid op pad gaat. Of er simpelweg vanuit gaat dat zijn maten het allemaal wel weten. Zo niks voor mij. En toch kom ik om half 12, op aanwijzen van tante, een soort van onvoorbereid aan op het station waar we met elkaar en de rest van de familie hebben afgesproken. Compleet vertrouwend op haar inzicht reizen we vandaag per trein, vanaf spoor 2, richting Den Haag alwaar we hebben afgesproken bij boekhandel Moesson voor een heuse Indische High Tea. 

Het idee werd eerder dit jaar geboren toen we, heel toevallig, ook aan een High tea zaten met elkaar. Onder het genot van bijzondere smaken thee, grootmoeders appeltaart, zomerzotheid en vreugdevuur om maar wat namen te noemen, werkten we zowel zoetige als hartige versnaperingen naar binnen. Deelden we cadeautjes uit, want sis was jarig en hadden we naast serieuze gesprekken ook pijn in onze kaakspieren van het lachen. Dit vroeg dus om een herhaling. 

We gaan bijtijds van huis, want werkzaamheden aan het spoor. Maar de rit gaat sneller dan verwacht. Voor we het weten komen we aan in Den Haag. Een klein stukje met de tram brengt ons ruim 45 minuten eerder dan gepland op onze eindbestemming. De medewerkers van Moesson maakt het niks uit en we worden gastvrij ontvangen. Onze jassen worden aangenomen en daarna vermaken we ons tussen alle mooie kook-, lees- en geschiedenisboeken die er liggen. Ook worden er batik shirts, tassen en andere Indische spulletjes te koop aangeboden. Het kost mij moeite om niet grof in te slaan. 

Eerder dan verwacht is onze tafel, de enige in het winkeltje, gedekt en mogen we plaats nemen. We krijgen een overheerlijke (alcoholvrije) prosecco om te toasten. Daarna worden er twee goed gevulde etagère’s met Indische hartige en zoete hapjes gebracht, gevolgd door de thee. De komende twee uur kunnen we ons te goed doen aan al dit lekkers. Tussendoor wordt onze theepot bijgevuld en omdat we voor het raam van de winkel zitten hebben we veel bekijks van het winkelende publiek. Dat hebben ze slim gedaan want geen enkele reclame werkt beter dan het zien van mensen die het naar hun zin hebben EN die lekker aan het eten zijn! Geregeld blijven er dan ook mensen staan die denken dat het een toko is in plaats van een boekwinkeltje. 

Na enige tijd komt er een delegatie van de Indo-foodtours binnen. Deze groep krijgt een drankje en wat Indische hapjes. Gevolgd door een korte geschiedenisles waaraan wij mogen deelnemen. Er wordt verteld over wat Moesson precies is en hoe het ontstaan is. Wie de grondlegger, Tjalie Robinson, was en wat hij in zijn leven allemaal gedaan heeft. Zo is hij een grote spil (geweest) in de Indo gemeenschap. Hij heeft aan de wieg gestaan van wat wij nu kennen als de Pasar Malam. Toen werd het Tong Tong genoemd. Vernoemd naar een uitgeholde boomstam die in Indonesië werd gebruikt als alarmklok en seininstrument. (Tong-Tong te zien op foto hieronder). De Pasar in Den Haag heeft overigens meerdere namen gekend. Inmiddels heeft het alweer enige tijd de naam: Tong-Tong Fair.

Het lukt ons bijna om alles op te krijgen. Dat wat niet op gaat, gaat mee naar huis. En ook aan de kassa slaan we nog wat in voor het thuisfront. Want tja, met lege handen thuiskomen kan natuurlijk niet. De terugreis gaat in omgekeerde volgorde en eind van de middag staan we weer op het station. Het was een gezellige en smaakvolle middag. De Indische High-Tea bij Moesson is zeker een aanrader.

Nee, ik ga niet mee…

Zodra ik de koelbox tevoorschijn zie komen, weet ik al hoe laat het is. Nog heel even heb ik de hoop dat ze mij vergeten maar zodra ik hun kant op kijk en hun blikken vang weet ik wat mij te doen staat. Ik laat al mijn werkzaamheden per direct vallen, de doos die ik aan het slopen ben, de colafles die ik normaal gesproken door de kamer smijt of de bol sokken waar ik mijn snavel zo graag in zet, gewoon omdat het zo lekker voelt om iets kapot te knagen wat vooral niet van mij is, en haast mij met gezwinde spoed terug naar mijn kooi. Ik klauter als een razende Roeland naar binnen en trek in één streep door naar de verste uithoek van mijn kooi. Nee, ik ga mooi niet mee!! 

Terwijl ik op mijn stok en vooral buiten bereik van hun handen aan het kniezen ben, zie ik op de eettafel allemaal lekkere hapjes verschijnen. Ik hoor ze gezellig babbelen over de planning van deze dag. Ze werpen steelse blikken mijn kant op. Ik doe of ik het niet zie en draai mijn kop opzij. Maar dan begint ze tegen mij te praten. Of ik mee ga? Of ik ook wat lekkers wil? Of ik …. Vertwijfeld steek ik mijn poot al uit om terug te klimmen. Nee, de koppigheid neemt het over. Ik ga niet mee!! Ze ziet mijn twijfel en moedigt mij nu aan door het te proberen met lieve woordjes. Maar ik ben onverbiddelijk. Mijn antwoord is nee. 

“Wil je misschien dit stukje?” Vraagt ze even later aan mij terwijl ze aan komt lopen met wat lekkers op een bordje. Mijn kraaloogjes worden groter en groter. Zie ik daar nu een stukje kaas??? Voor ik het weet klim en klauter ik mijn kooi uit. Als beloning eet ik de voor mij eigenlijk verboden lekkernij. Achter mij scharniert het deurtje van mijn kooi dicht en terug is geen optie. “Ooh bugger….” Ik ben er weer ingetrapt. Zo omkoopbaar als de pest! Er zit niks anders op dan in mijn reistas te stappen en mee te gaan varen. 

Ik doe alsof ik overal een hekel aan heb. Kenners van Amazone papegaaien weten dat wij de grootste toneelspelers van alle papegaaien zijn. Althans, wat drama betreft. De kaketoe spant natuurlijk de kroon als het om de clown uithangen gaat. Eenmaal aan boord heb ik het stiekem wel naar mijn zin. We starten met “koffie en koek” voor mij water met een noot. Daarna varen we door de Biesbosch opzoek naar een rustige plek waar we voor anker gaan voor de lunch en wat zonovergoten uren. 

Eenmaal voor anker krijg ik een prominente plek op het voordek waar ik alles prima in de gaten kan houden. Het is een komen en gaan met kleine sloepjes en kano’s. En het leukste van alles zijn de rondvaartboten. Om de zoveel tijd komt er één voorbij, afgeladen met mensen die naar mij zwaaien. Als ik dan enthousiast “Halloooo” terug roep is iedereen door het dolle. Maakt hun rondvaart helemaal af.  

Dit is wel wat spannender dan mijn eigen kooi, die niet zo schommelt overigens. Maar zeg nu zelf: welke huisgaai kan nu zeggen dat ie zo’n uitzicht heeft als ik deze middag!?!

Goede service…

“Nee echt!? Gaat ie dan gewoon onder de douche?” Dit is de meest gehoorde reactie van mensen zodra ze vernemen dat ik ook onder de douche ga. Echt, wat is dat nu voor antwoord?! Ik kijk ze maar een beetje “gaai-achtig” aan en roep iets als: “Echt waar? Echt waar!” Als ik ze ga vragen of zij ook wel eens onder de douche gaan is het hek natuurlijk helemaal van de dam. “Shit hij praat terug!!” Douchen en badderen hoort er gewoon bij. Ja mensen ook voor mij, als papegaai. Sterker nog het is een van onze basisbehoeften. 

Mijn oorsprong ligt in het Amazone gebied. Het klimaat is daar heel anders dan hier in Nederland. Hoewel sommige zomerse dagen mij wel doen denken aan het tropisch regenwoud, komt het niet eens in de buurt. Verder krijgen vogels die buiten leven geregeld een flinke regenbui over zich heen. Ik leef voornamelijk binnen en krijg dat dus niet!

Helaas is de luchtvochtigheid in de meeste woningen aan de lage kant. En die hogere luchtvochtigheid, die wel in de Amazone terug te vinden is, is juist voor ons zo belangrijk. Om mij te helpen kreeg ik een bad in mijn kooi, zodat ik zelf kon bepalen wanneer ik ging badderen. Op de zijkant stond: Gaai-proof. Een mooie uitdaging en na wat hak- en snavelwerk was ie dat niet meer! Binnen een week, zo lek als een mandje. Ik kreeg geen nieuwe en moest vanaf dat moment onder de douche.

Papegaaien zijn net als pluche knuffels, lief, schattig maar stoffig. Douchen is dus belangrijk om het stof en vuil tussen mijn veren weg te krijgen. Maar ook om mijn huid soepel te houden en zoals gezegd, de luchtvochtigheid, voor mijn slijmvliezen. Na een douch volgt steevast een flinke poetsbeurt waarbij ik ieder veertje onder “snavel” neem. Tevens voorzie ik mijn verenpak van een nieuw laagje talg zodat de boel mooi waterdicht blijft. Voor het geval ik toch eens in die stortbui terecht mocht komen. Er gaat heel wat tijd in mijn verzorging zitten. Douchen is dus niet alleen om mij schoon te houden.

Het hele jaar door ga ik onder de douche en gebruiken dan zo’n mooie Gardena plantenspuit. Want waarom zou je die alleen gebruiken om de planten te besproeien als je mij er ook mee kunt douchen? Hij is echt ideaal. Er gaat wel 5 liter in. Je pompt hem op en ik sta de hele tijd onder een prachtige neveldouche. Ondertussen zing en fluit ik er lekker op los. Maat houden is overigens niet mijn sterkste kant (sorry buurtjes!!) 

Deze zondag sta ik mij zoals gebruikelijk in te zepen onder een heerlijke nevelstraal. Ik wil net aanzetten voor die fantastische hoge noot, als ik een keiharde klap hoor. Van schrik vlieg ik onder de douche vandaag. Alles (en Deb) zeiknat. Blijkt de Gardena pomp van boven tot onder uit elkaar te zijn geklapt.

Ietwat ontdaan poets ik mij droog om daarna een mail te wagen aan Gardena. Dit mag toch niet zomaar gebeuren? Hun reactie laat niet lang op zich wachten. Ze zijn het stellig met mij eens en vinden het heel vervelend dat mijn douchebeurt zo bruut is onderbroken. Binnen drie dagen wordt er een pakket bezorgd met daarin een gloednieuwe Gardena plantenspuit zodat ik weer lekker kan badderen! Dank je wel Gardena, dat is nog eens service!!

A Pirate’s Life for Me…

Er zijn momenten dat ik mij afvraag waar ik nu weer in beland ben. Zo dacht ik vorige zomer een gezellig autoritje te maken. Mee blèren met de radio op standje tien en zwaaien naar andere voorbijgangers. Maar na dat ritje belande ik opeens in een ander vervoersmiddel. Ze noemen het een boot. Nog nooit van zoiets gehoord laat staan dat ik wist wat het was. Nou, nu weet ik het hoor. Het is niks anders dan een grote schommel met zitplek voor meerdere mensen. En sinds ik mee ga dus ook voor vogels. 

Mijn hobby is zonnebloempitten eten, walnoten open breken en de boel slopen. Schommelen kan ik thuis ook. Dus zoals een echte Amazone betaamd maakte ik er een flinke scene van. Vond alles eng en zorgde dat ik overal mijn nagels inzette. Het liefst in haar arm. Ik verloor haar geen moment uit het oog. Ze vertelde mij dat het toch veel gezelliger is als ik mee ga!? Anders zit ik alleen thuis. Op dat moment kon het mij niks schelen. Dan maar alleen thuis. Nog altijd beter dan die zeebenen. Ik zag letterlijk groen en geel na zo’n middag.

Maar… Ik kwam daar toch wat knarsensnavelend op terug. Ik ben nu eenmaal een gezelligheidsdier en vind het leuk om de aandacht te krijgen. Wanneer de mensen niet thuis zijn, is er dus ook geen aandacht. Ze beloofde mij een eigen plek. Niet meer los op de arm. Dus de keren erna besloot ik mij minder paniekerig op te stellen. Mijn eigen plek is een reiskooi met zitstok, speeltjes en voerbak. Ik sta prominent op de tafel en heb zo zicht op alles. Toegegeven, dat is soms wat overweldigend. Maar met tralies om mij heen hoef ik niet bang te zijn dat ik zomaar wordt opgevroten door een stel luidruchtige agressieve zeemeeuwen of per ongelijk in het water val. Zwemmen is nu eenmaal niet mijn ding.

Vroeger, in de tijd van zeerovers en piraten, was een papegaai op een boot heel normaal. Nu heb ik veel bekijks. Daar zal je mij niet over horen klagen hoor. De menselijke beleefdheidsvormen heb ik tot een ware kunst verheven. Zodra we andere boten passeren en dat doen we geregeld, roep ik netjes “hallo” en daarna gil ik nog even: “dag hoor! Tot strakjes!” Als ze geluk hebben zwaai ik ze na. Je moet hun reacties eens zien. Ze vinden het fantastisch.

Ik ben zelfs een aantal keer mee geweest wanneer ze ging wakeboarden. Hoe moest ik nu weten wat ze ging doen?! Nu dus wel. Opeens lag ze in het water. Ik gillen: “straks word je opgevroten door meeuwen, of erger, haaien!” Maar ze had de grootste lol. En opeens stond ze achter de boot op een plank naar mijn te gillen en te zwaaien. Dus ik maar terug gillen en zwaaien, geen idee waarom. Maar ik mis wel vaker het hoe en waarom bij menselijke communicatie. Gekke hobby’s heeft ze hoor!

Dat snelle varen is niet echt mijn ding. Maar dat dobberen in gezelschap van de mens is toch best gezellig. En wanneer we voor anker gaan is dat vaak in een beschutte baai, waar ik de andere vogels kan horen fluiten. Op een veilige manier kan genieten van het buiten zijn en dan alle aandacht die ik krijg als ik op het voordek zit. Yo Ho a Pirate’s life for me ….

 

Papegaai mee op de boot.

 

Voor de liefhebbers: Groene Draak heeft zijn eigen Insta account.

 

 

***

Zoooo, schoooooon…

Dit is de meest gehoorde reactie van mensen zodra ze vernemen dat ik ook onder de douche ga: “Nee echt!? Gaat ie dan gewoon mee onder de douche?” Wat is dat nu voor antwoord?! Ik kijk ze maar een beetje “gaai-achtig” aan en roep iets als: “Echt waar? Echt waar!” Als ik ze ga vragen of zij ook wel eens onder de douche gaan is het hek natuurlijk helemaal van de dam. “Shit hij praat terug!!” Douchen en badderen hoort er gewoon bij. Ja mensen ook voor mij, als papegaai. Sterker nog het is een van onze basisbehoeften.

Mijn oorsprong ligt in het Amazone gebied. Het klimaat is daar heel anders dan hier in Nederland. Hoewel sommige zomerse dagen mij wel doen denken aan het tropisch regenwoud, komt het niet eens in de buurt. Verder krijgen vogels die buiten leven geregeld een flinke regenbui over zich heen. Ik leef voornamelijk binnen en krijg dat dus niet!

Helaas is de luchtvochtigheid in de meeste woningen aan de lage kant. En die hogere luchtvochtigheid, die wel in de Amazone terug te vinden is, is juist voor ons zo belangrijk. Om mij te helpen kreeg ik een bad in mijn kooi, zodat ik zelf kon bepalen wanneer ik ging badderen. Op de zijkant stond: Papegaai-proof. Een mooie uitdaging en na wat hak- en snavelwerk was ie dat niet meer! Binnen een week, zo lek als een mandje. Ik kreeg geen nieuwe en moest vanaf dat moment mee onder de douche.

Papegaaien zijn net als pluche knuffels, lief, schattig maar stoffig. Douchen is dus belangrijk om het stof en vuil tussen mijn veren weg te krijgen. Maar ook om mijn huid soepel te houden en zoals gezegd voor de luchtvochtigheid, zodat ook mijn slijmvliezen goed blijven functioneren. Na een douch volgt steevast een flinke poetsbeurt waarbij ik ieder veertje onder “snavel” neem. Tevens voorzie ik mijn verenpak van een nieuw laagje talg zodat de boel mooi waterdicht blijft. Voor het geval ik toch eens in die stortbui terecht mocht komen. Er gaat heel wat tijd in mijn verzorging zitten. Douchen is dus niet alleen om mij schoon te houden.

Het hele jaar door ga ik onder de douche. In de zomer lekker buiten. In de winter, wanneer de ramen in huis potdicht zitten en de verwarming op standje Amazone staat, binnen in de badkamer.

Ook hij wilde mij eens douchen. Niet buiten, maar binnen. Dus liet ie het bad vollopen. Toegegeven ik maak van alles wat nieuw is een complete (krijs)show. Ik ben tenslotte een Amazone, niet waar?! Meer hé, ik ben geen eend!!! Ik heb geen zwemvliezen tussen mijn tenen. Heb je wel eens goed naar mijn poten gekeken? Deze ervaring was dus niet zo tof. Vanaf dat moment douche ik op mijn eigen standaard.

De ene keer douche ik alleen en de andere keer met haar samen. Dat is een waar feest. Ik wapper met mijn vleugels en draai rondjes net zolang tot ik zeiknat ben. Ook werk ik onder de douche aan (nieuwe)woordjes en zing ik verschillende liedjes. Het lukt steeds beter om maat te houden. Vooral samen maken we flink wat kabaal. De buren zullen wel denken?! Het enige nadeel van douchen is dat kapsel van mij. Dat staat alle kanten op. Ik zie er zo maf uit. Een keer raden wie daar de meeste lol van heeft….

Papegaai met nat hoofd

Voor de liefhebbers: Groene Draak heeft zijn eigen insta-account.

 

PS: De titel? Dat roep ik als ik vind dat ik genoeg gebadderd heb.

 

***

 

Voor de wind …

Even terug naar 2016:

Nederland, waterland. Kilometers lange kust. Prachtige grachten. Met parken omzoomde rivieren. Mooie meren en grote, “woeste” wateren. Voor de liefhebbers is het heerlijk toeven op het water. Mijn vriend is opgegroeid met boten en heeft als kind met zijn vader zelfs een eigen zeilboot gebouwd. Een echte. Niet zo één van Playmobil.

Nu wil mijn vriend, “net als vroeger”, weer een boot. Ik was aanvankelijk niet helemaal overtuigd. Wat weten wij, of in ieder geval ik, nu van boten? Maar aangezien ik een voorliefde heb voor alles wat beweegt en altijd en immer nieuwsgierig ben, wilde ik het wel een kans geven. Omdat je niet overal en met elke boot zomaar mag varen, moest er nog wel iets meer gedaan worden. Dat betekende samen studeren om eerst ons vaarbewijs te gaan halen. Daarmee zou ik in ieder geval een klein beetje het idee hebben nog ergens iets van af te weten…

Vriend bladerde het boek één keer door om het daarna achteloos aan de kant te gooien. Zelf leerde ik mij het apelazarus, maakte aantekeningen, keek filmpjes en kocht een berg proefexamens in. Ik ging er helemaal voor. Varen is leuk en kennis is macht, toch? Was ik vroeger maar zo fanatiek aan de studie gegaan. Echt het zou toch om te gieren zijn wanneer ik straks met mijn eigen boot door het water zou mogen scheuren?!

Het leren begon goed. De stof was tot op een zeker punt eigenlijk heel logisch. Tot ik bij het onderdeel bruggen, sluizen en waterdieptes was aangekomen. Cijfers zijn nu eenmaal niet helemaal mijn ding. Er staat bijvoorbeeld: “H=30, KP=NAP-5, WW NAP+1 en je boot is 22DM boven water. Hoeveel DM speling blablabla…” Dan begint het me te duizelen. De oplossing was om de berekening dan maar te tekenen (hulde aan youtube!). Toen ik eenmaal doorhad hoe ’t werkte, snapte ik alle “wiskundige” abracadabra al beter. Daarna leerde ik dat de rechteroever best aan je linkerhand kan liggen. Dat een roeiboot voorrang heeft op een motorboot. Rechts gaat niet altijd voor links en al helemaal niet wanneer je… Nou ja, in ieder geval zat ik er lekker in.

Ik voelde mij een ware waternerd. Iedere dag, echt íédere dag was ik er mee bezig. Ik kreeg lol in het vergaren van kennis en het werd tijd om het echte examen aan te vragen. Dat was wel een dingetje. Eng. Alsof ik er nog niet klaar voor was, terwijl ik voor bijna ieder proefexamen slaagde. Er waren toch nog steeds een aantal onderdelen die ik niet goed uit elkaar kon houden. Op het moment dat mijn ego even niet keek, gaf ik mijzelf op.

Niemand wist van dit examen. Zelfs vriend niet. Stel je voor dat ik zou zakken… Onder werktijd piepte ik er tussenuit om het examen te maken. Ik was op van de zenuwen. Wat nu als er heel andere vragen gesteld zouden worden? Zoals altijd bleek het mee te vallen. Nadat de examinator mijn werk had nagekeken, kwam ze mij feliciteren. Met maar drie fouten was ik ruimschoots geslaagd én ook nog eens de nerd van de klas. Ik kreeg mijn vaarbewijs direct mee. Bij thuiskomst schoof ik het papiertje met een grote grijns onder de neus van mijn vriend. “Kijk! Nou kan tenminste één van ons twee legaal het water op!”

Nu die boot nog.

 

 

Dit blog verscheen vorige week ook op: “Hoe vrouwen denken!?”

 

***

Door de ogen van Draak…

“Nee, ik ga echt niet mee!” Ik ren mooi nog een rondje door mijn kooi. Fladder met mijn vleugels en gil nog even overdreven. Zie mij maar eens te pakken! Ik maak er een show van. Als Amazone moet je, je niet zomaar gewonnen geven. Maar dan zie ik mijn reistas. “He leuk, waar gaan we naar toe?” Zo snel als ik mijn act opvoer, zo snel kan ik hem ook weer laten varen en stap in. Als ze de voorkant dichtritst roep ik alvast gedag naar de heren die lekker niet mee mogen. 

Het was even wennen maar de reistas bevalt wel. Ik moest wel leren mijn evenwicht te bewaren. Dat geschommel was nieuw voor mij. Verder is het fijn dat ik iedereen kan zien maar niet iedereen mij. Vooral de roofvogels in het park. Die zien mij aan voor een groene duif! Nu ik op mijn gemak zit durf ik ook meer geluid te maken. We gaan vandaag op de fiets. Dat is nog wel een dingetje. Ik zie namelijk niet waar we heen gaan want ik zit dus in die tas, op haar rug en beweeg daarbij ook nog eens achteruit. Ben je al wagenziek bij het idee?! Dan begrijp je dat ik dit ook niet zo tof vind. Het is gelukkig maar een klein stukje, zegt ze. 

Als we stilstaan en ik van de achterkant naar de voorkant gehesen wordt zie ik pas waar we zijn. Ik herken die haarbal vanaf een afstand. Poownie is zijn bijnaam. Als ze hem roept komt ie nog ook. Hoe dom!! “Run furball run!!” roep ik. Straks moet je naast mij op stok. Dat past nooit in die tas! Wanneer hij dichterbij komt steekt ie ook nog eens zijn neus in de tas. Als een groet, denkt ze. Waarschijnlijk wil ie gewoon weten of ik niet te knagen ben, net als die roofvogels. Ik groet hem toch maar netjes en roep “hallo!!”. De andere paarden lijken dit blijkbaar grappig te vinden want ze komen ook even buurten. Kijk die aandacht bevalt mij dan wel weer. 

Haarbaal heeft het voor elkaar hoor. Lekker liggen rollen in de blubber. Zijn vacht is normaal gesproken wit. Maar komt nu eerder in de buurt van vaalbruin met hier en daar een zwarte plek. Ik lig helemaal in een deuk, nu moet ie eerst door de “wasstraat”. Ik zie aan zijn kop dat ie het gepoets maar niets vind. Om hem erdoorheen te helpen fluit ik een mooie melodie. Dan gaat de tijd nu eenmaal sneller. Als ie dan eindelijk schoon is gaan we een stukje wandelen. Nou ja, ik laat mij dragen in mijn tas. Mensen die we onderweg tegen komen vinden het geweldig om te zien hoe ik als een koning wordt rondgesjouwd. Ze vragen ook altijd of ik kan praten?! Domme vraag, natuurlijk kan ik dat!! Je moet hun reactie eens zien als ik “hallo”, en “dank je wel” zeg.

Na een uurtje zijn we terug. Haarbal mag nog even met mij op de foto voor onze wegen zich weer scheiden. Jeetje, al die frisse buitenlucht en indrukken maken wel moe hoor. Als we thuis zijn kruip ik lekker op stok in mijn kooi. De rest van de dag zal je mij niet meer horen of zien.

 

Lees “hier” het originele verhaal dat ik vorig jaar schreef.

Paard en papegaai samen aan de wandel.

 

 

Voor de liefhebbers: Groene Draak heeft zijn eigen insta-account.

***

Brutus…

Het grote verschil tussen mijn vriend en mij? Auto’s en autorijden. Nou ja, dat niet alleen. Maar het is wel één van de zaken waarin onze meningen én smaken mijlenver uit elkaar liggen. Helemaal wanneer hij zijn rechtervoet niet geheel onder controle heeft. Hoe harder, hoe beter. Menig moment heb ik met zweethandjes naast hem gezeten. Biddend dat de mensen op de middenbaan, of welke baan dan ook, hun Fiat Panda uit het jaar nul niet opeens naar links zouden sturen, waarna we de bestuurder uit het handschoenenkastje van “Brutus”, zijn scheurijzer, zouden moeten peuteren

We zijn onderweg naar Zeeland (en het feit dat jij dit leest, betekent dat ik die rit heb overleefd) als ik een vaag zoemend geluid opvang. Dit geluid, dat al snel gepaard gaat met een keboink-keboink, lijkt ergens bij het rechtervoorwiel zijn oorsprong te vinden. Een seconde of wat later begint ook de voorkant van de auto van links naar rechts te schudden. Maar… wij rijden rechtdoor op een goed geasfalteerde weg! Iets klopt er niet. Het lijkt nog het meest op een centrifugerende wasmachine die niet helemaal waterpas staat, aangedreven door een kudde op hol geslagen paarden. Een stuk of tien! Het geluid wordt erger, evenals het geshake van links naar rechts. Ik weet niet veel van auto’s maar dit behoort niet tot de standaard geluidsuitrusting van onze race-kar.

Het klamme zweet breekt mij uit. Door een aantal keer flink hard te remmen (thank god voor de gordel) en het doen van de elandtest op een verlaten stuk parkeerplaats, houdt het piepen en stuiteren op. (Thank god again, nu voor het feit dat ik nog niets gegeten heb.) Nu de auto normaal blijft doen, komt mijn hartslag enigszins tot bedaren als we op plaats van bestemming zijn aangekomen.

Als we na een gezellige dag weer naar huis gaan, zijn we de ellende van de heenweg helemaal vergeten. De rust is van korte duur. Al snel is daar de kudde op hol geslagen paarden weer. En dus ook die centrifugerende motorkap. Ik raadpleeg één of andere site waar staat dat het heel goed de homokineet, of mogelijk ook de aandrijfasstofhoes kan zijn. Doorrijden kan nog prima?! Er zit niets anders op dan voorzichtig naar huis te rijden. Het duurt nog minstens drie kwartier in volle doodsangst tot Brutus ons al hortend en stotend voor de deur van onze woning heeft afgezet. Ik was er al vanuit gegaan dat hij ons ergens in the middle of nowhere in de steek zou laten en dat we naar huis gesleept moesten worden. Het moet gezegd: tóch netjes van hem!

Brutus, (een Alfa Romeo GTA) met al zijn fratsen, is een auto voor de liefhebber. Dat ben ik duidelijk niet. Dus: Brutus eruit of ik eruit! Een gevaarlijke en gewaagde mededeling aan een autofreak als mijn vriend. De volgende dag wordt Brutus naar de garage gebracht voor een grondige inspectie. Waar het nu precies aan gelegen heeft, weet ik niet meer. Maar ik was geenszins van plan nog één keer in die auto te stappen. Hoe zielig vriendlief ook keek; ik weigerde.

Dus besloot hij zijn favoriete stuk scheurijzer uiteindelijk toch maar in te ruilen voor een burgerlijke, in zijn ogen oersaaie, mijn-ogen-zitten-niet-tegen-de-achterkant-van-mijn-schedel-gedrukt-als-vriendlief-optrekt-auto. Een Audi A4. Een type auto waar ik mij stúkken beter in kan vinden (en ook beter in voel). Nu alleen nog een nieuwe naam verzinnen. Mijn vriend kwam niet verder dan Softie.

 

Dit blog verscheen eerder deze week op: Hoe vrouwen denken. 

 

***

Hersenwerkjes…

Weet je wat ik geweldig vind? Werken! Jullie niet? Ik kan daar echt mijn “ei” in kwijt. Figuurlijk gezien dan. Wanneer ik een echte zou leggen, zou de stress er bij haar goed in zitten. Als man leg ik natuurlijk geen ei. Ik eet ze liever. Nee, nee nee, dat is geen kannibalisme! Ik ben namelijk geen kip. Dat is direct een groot verschil tussen ons. Ik kan doen alsof ik een kip ben. Maar een kip kan niet doen alsof ie een papegaai is. Even terug naar mijn werk. Het begon een paar jaar geleden. Ze wilde mij iets leren en zei: zonder poot geen noot. Ze wilde mijn nagels vijlen en als ik mijn pootje zou geven kreeg ik een nootje. Haha voor iedere teen kreeg ik er één!!

Links en rechts. Ik gaf mijn poot zelfs als ze er niet om vroeg. Ik zwaaide er mee als ze voorbij liep. Want zonder poot dus geen noot!! Knappe birdie dat ik ben! Maar zo werkte dat truckje niet. Toen al mijn nagels weer spik en span waren viel er niets meer te verdienen. Ze zei mij dat ik meer in mijn mars had. Dus gingen we samen aan de bak en kreeg ik een eigen werktafel. Zodat ik niet afgeleid kon worden door al mijn andere speelgoed. Er werd een spaarpot voor mijn snavel gezet en eromheen lagen gekleurde muntjes. Jahaaa, dat was even andere koek! Hoe nieuwer iets is, hoe enger ik het vind. Dus ik sprong in ninja-houding van die tafel en liep al krijsend terug naar mijn kooi. Voor het geval ik door iets achtervolgd zou worden…

Een paar dagen lang heb ik mijn werktafel, met spaarpot en muntjes, vanaf een veilige afstand bestudeerd. Toen er niets geks gebeurde durfde ik het wel aan. Ze deed het een paar keer voor. Muntje pakken, in de spaarpot stoppen, heel trots zijn op eigen werk en nootje in ontvangst nemen. Dit kwartje viel heel snel! Binnen een paar dagen kon ik het zelf. Vanaf dat moment stond werken gelijk aan het verdienen van pijnboom- en zonnebloempitjes. Maar ook de onverdeelde aandacht terwijl we bezig zijn met deze hersenwerkjes vind ik heerlijk. 

Ik mag dan best snel leren maar mijn concentratie is die van een walnoot. Na maximaal tien minuten stoppen we. Zo blijft het leuk. Om de zoveel tijd wordt er langzaam iets nieuws geïntroduceerd. Zoals het spelletje “ringetjes over staafjes rijgen”. Toen dat lukte, ook nog eens op kleur! Want kleur herkennen hebben we voor het gemak ook geoefend. Sommige van jullie denken dat wij kleurenblind zijn. Daar is niets van waar. Ik zie wel degelijk kleur. Inmiddels kan ik rood, blauw en groen uit elkaar houden. Goed he!? Het benoemen van de kleur daar werken we nog aan. 

Naast het werken aan mijn werktafel kan ik ook al zwaaien, de high 5, en rondjes draaien. Sinds kort heeft ze het “targetten” ingevoerd. Een rode kraal op een stok die ergens op of in de kooi gehouden wordt en die ik op commando aan moet raken. Wekelijks zijn we bezig met dit soort hersenwerkjes. Het is leuk, leerzaam en ik leer mij te concentreren. Daarnaast bouw ik aan mijn vertrouwensband met haar en onbekende voorwerpen. Want die worden steeds iets minder eng.
En vertel mij eens, wat is jullie leukste hersenwerkje?

 

Amazone papegaai is aan het werk met gekleurde fiches

 

 

P.S.: Volg mij ook op Instagram.

 

 

***

live life to the fullest

Als uitvaartfotograaf kom ik veel verdriet tegen. Soms dat van mijzelf. Zoals bij het recent overlijden van een familielid. Maar veelal van families die een dierbaar persoon zijn verloren. Een opa of oma. Een vader of moeder. Een kind. Ik keek vanaf de zijlijn toe terwijl ik mijn werk deed. Hierdoor, en door het overlijden van mijn ouders, heb ik geleerd de dood te accepteren. Het is een onderdeel van het leven. Het heeft even geduurd voor ik tot dit besef ben gekomen. De dood is iets dat ik graag op afstand hield. Toen ik er mee geconfronteerd werd kon ik niet anders dan het te accepteren. Niet dat ik de dood omarm. Integendeel. Maar ik realiseer mij heel goed dat de dood er nu eenmaal is en er altijd zal zijn.

Inmiddels heb ik niet alleen aanvaard dat de dood bij het leven hoort. Ik kijk ook heel anders tegen het leven aan. Want leven doe je nu, hier en op dit moment. Je kunt misschien blijven hangen in het verleden. Maar je kunt niet leven in het verleden. Je kunt verlangen naar de toekomst. Maar je kunt niet leven in de toekomst. Ik heb geleerd dat de dood niet wacht. Hoe hard je ook smeekt. Hoe hard je ook bidt. De dood kent geen verschil. Hij is er voor iedereen ongeacht afkomst, inkomen of geloof. Hij is er voor jou en voor mij.

Tijdens mijn werk kom ik heel dicht bij families die zich op een heel kwetsbare manier opstellen. Het is heel intiem om tijdens dit grote verdriet aanwezig te zijn. Soms hoor ik gesprekken aan waarin gezegd wordt: “Had ik maar…”, “Hij wilde nog…”, “Kon ik nog maar…”, “Ze zou zo graag nog…”, “Nu is het te laat!” Woorden van spijt. Woorden waar niemand meer iets aan heeft. De overledene al helemaal niet.

De dood klopt veelal aan op niet geplande momenten. Wanneer je het niet ziet aankomen. Plots en onverwachts. Voor een ander is hij de verlossing van een (lange)lijdensweg. Vroeg of laat, we komen er niet onderuit. De dood maakt voor niemand een uitzondering. Zonder dood, geen leven… Het is een onderdeel van jou! Het is een onderdeel van mij! En zeg nu zelf. Zou jij volledig leven wanneer je weet dat je nooit dood zult gaan? Zou jij werkelijk alles geven, of er uithalen wat er inzit, wanneer je weet dat jouw tijd nooit komt? Zou jij genieten van ieder moment wanneer je weet dat er nooit een einde aan zal komen?

Dit leven is mij gegeven en het is aan mijzelf om er iets van te maken. Ik wil niet dat het leven als zandkorrels door mijn vingers glijdt. Ik wil geen spijt hebben van dingen die ik nooit heb gedaan maar wel had willen doen op het moment dat het mijn tijd is. Want de tijd tikt wel door. Voor jou, voor mij. Start daarom met leven. In het hier en nu. Omarm het. Wacht niet tot het te laat is. Spendeer tijd met mensen die er toe doen. Die je aan het lachen maken, die er voor je zijn. Haal alles uit het moment en zelfs meer. Geniet van de kleine en simpele dingen in je leven. Droom niet alleen je droom, maak hem waar. Grijp je kans en ga er voor.

Dit blog verscheen eerder op: familieberichten.nl