De voorbereidingen…

Terwijl ik nog wat nieuwe ideeën voor een project aan het uitwerken ben en tegelijk een handleiding aan het dichten ben voor een collega, tikt de tijd gestaag door. Daarmee komt ook mijn vakantie met rasse schreden dichterbij. Mijn collega roept iets in de trant van: “Zo, je zou maar met vakantie gaan deze week?!” Ik hoor het zinnetje aan en opeens realiseer ik mij dat ik inderdaad binnen een paar dagen al weg ben. 

Natuurlijk wist ik wel dat ik met vakantie zou gaan en de voorbereidingen waren links en rechts ook al getroffen. Zo waren onze ski’s en board reeds gewaxt. De kleding, schoenen en andere wintersportattributen hadden we het weekend er voor van de vliering gehaald. Maar de koffer moet nog wel ingepakt en ook Draak moet nog weggebracht worden naar zijn vakantie adres.   

Daarmee begint dus feitelijk mijn eerste vakantiedag. Het inpakken van de spullen en het wegbrengen van Draak. Dat mij meestal een klein beetje een weemoedig gevoel geeft. Alsof ik “zomaar” afstand van hem doe. Maar Draak is net als voorgaande jaren in goede handen. En is inmiddels helemaal thuis op zijn vakantieadres. 

Gelukkig komt het niet vaak voor maar nu toevallig wel. Van die onverwachte zaken die je er eigenlijk niet bij kunt hebben. Zoiets als: “Heb jij mijn skisokken toevallig gezien?? En weet je misschien waar mijn handschoenen zijn?” Spullen die normaal gesproken een vaste plek hebben. Maar daar nu dus niet liggen. 

Irritant!!! Want waarom liggen deze spullen niet op hun gebruikelijke plek? Nu ben ik eerst een uur lang alle kasten, tassen en verborgen ruimtes af aan het zoeken om tot de conclusie te komen dat zoonlief alles met de kerstvakantie geleend heeft voor zijn skivakantie. Grote kans dat het nog bij hem ligt. Na wat bel- en appwerk zijn sokken en handschoenen gelukkig weer boven water. Terug naar de “zenmodus” en de tassen kunnen verder worden ingepakt.  

Voor we alles zo efficiënt mogelijk in de auto plaatsen, want we hebben dit jaar geen skibox op het dak, moeten we eerst Draak wegbrengen. We mogen in onze handjes knijpen dat er lieve mensen zijn die hun huis en haard ter beschikbaar stellen. Draak is nog geen meter over de drempel en praat al honderd uit. Hij voelt zich helemaal op zijn gemak. Wanneer zijn verblijf, in het midden van de kamer met uitzicht op het parkje, gereed is kan hij niet wachten om zijn intrek te nemen. Hij begint direct met poetsen en eten en roept daarna: “Daaaag, Doei!!!” Met andere woorden: Ga maar lekker weg!!

Een aantal taken op de to-do-lijst kan ik inmiddels afstrepen. Met iedere vink die ik zet voel ik een laagje “dat-moet-ook-nog” wegvallen en het vakantie gevoel groeien. We halen nog wat boodschappen voor de heenreis want we rijden in de nacht naar onze plaats van bestemming. De ervaring heeft ons geleerd dat er dan niet veel open is. Als we alles in huis hebben rijd ik naar stal om Poownie gedag te zeggen. 

Ik geef mijn grote harige vriend nog een flinke poetsbeurt, een lekkere emmer met voer en een grote knuffel. Ook voor hem wordt deze week goed gezorgd. Als ik hem daarna tevreden tussen zijn maten in de paddock terug zet kan ik alles loslaten. Met een afgevinkte lijst rijd ik terug naar huis. Nu kan de vakantie echt beginnen… 

Goede service…

“Nee echt!? Gaat ie dan gewoon onder de douche?” Dit is de meest gehoorde reactie van mensen zodra ze vernemen dat ik ook onder de douche ga. Echt, wat is dat nu voor antwoord?! Ik kijk ze maar een beetje “gaai-achtig” aan en roep iets als: “Echt waar? Echt waar!” Als ik ze ga vragen of zij ook wel eens onder de douche gaan is het hek natuurlijk helemaal van de dam. “Shit hij praat terug!!” Douchen en badderen hoort er gewoon bij. Ja mensen ook voor mij, als papegaai. Sterker nog het is een van onze basisbehoeften. 

Mijn oorsprong ligt in het Amazone gebied. Het klimaat is daar heel anders dan hier in Nederland. Hoewel sommige zomerse dagen mij wel doen denken aan het tropisch regenwoud, komt het niet eens in de buurt. Verder krijgen vogels die buiten leven geregeld een flinke regenbui over zich heen. Ik leef voornamelijk binnen en krijg dat dus niet!

Helaas is de luchtvochtigheid in de meeste woningen aan de lage kant. En die hogere luchtvochtigheid, die wel in de Amazone terug te vinden is, is juist voor ons zo belangrijk. Om mij te helpen kreeg ik een bad in mijn kooi, zodat ik zelf kon bepalen wanneer ik ging badderen. Op de zijkant stond: Gaai-proof. Een mooie uitdaging en na wat hak- en snavelwerk was ie dat niet meer! Binnen een week, zo lek als een mandje. Ik kreeg geen nieuwe en moest vanaf dat moment onder de douche.

Papegaaien zijn net als pluche knuffels, lief, schattig maar stoffig. Douchen is dus belangrijk om het stof en vuil tussen mijn veren weg te krijgen. Maar ook om mijn huid soepel te houden en zoals gezegd, de luchtvochtigheid, voor mijn slijmvliezen. Na een douch volgt steevast een flinke poetsbeurt waarbij ik ieder veertje onder “snavel” neem. Tevens voorzie ik mijn verenpak van een nieuw laagje talg zodat de boel mooi waterdicht blijft. Voor het geval ik toch eens in die stortbui terecht mocht komen. Er gaat heel wat tijd in mijn verzorging zitten. Douchen is dus niet alleen om mij schoon te houden.

Het hele jaar door ga ik onder de douche en gebruiken dan zo’n mooie Gardena plantenspuit. Want waarom zou je die alleen gebruiken om de planten te besproeien als je mij er ook mee kunt douchen? Hij is echt ideaal. Er gaat wel 5 liter in. Je pompt hem op en ik sta de hele tijd onder een prachtige neveldouche. Ondertussen zing en fluit ik er lekker op los. Maat houden is overigens niet mijn sterkste kant (sorry buurtjes!!) 

Deze zondag sta ik mij zoals gebruikelijk in te zepen onder een heerlijke nevelstraal. Ik wil net aanzetten voor die fantastische hoge noot, als ik een keiharde klap hoor. Van schrik vlieg ik onder de douche vandaag. Alles (en Deb) zeiknat. Blijkt de Gardena pomp van boven tot onder uit elkaar te zijn geklapt.

Ietwat ontdaan poets ik mij droog om daarna een mail te wagen aan Gardena. Dit mag toch niet zomaar gebeuren? Hun reactie laat niet lang op zich wachten. Ze zijn het stellig met mij eens en vinden het heel vervelend dat mijn douchebeurt zo bruut is onderbroken. Binnen drie dagen wordt er een pakket bezorgd met daarin een gloednieuwe Gardena plantenspuit zodat ik weer lekker kan badderen! Dank je wel Gardena, dat is nog eens service!!

Krijgers van stal…

Op iedere stal waar Poownie en ik gestaan hebben waren ze er, stalkatten. Waar we nu staan hadden we die niet. Ik zeg met nadruk hadden… Want inmiddels hebben we ze wel. Niet één, maar drie. Of eigenlijk maar twee en één die alleen langskomt als ie zin heeft. Juist met die laatste is het allemaal begonnen. 

Op een middag, toen ik klaar was met mijn stalklussen en op het punt stond om naar huis te gaan stond er opeens een witte tijger op het terrein. Uitgemergeld, vuile ogen, happen uit zijn oor en de meest trieste blik die ik ooit bij een kat had gezien. Als ik een stap in zijn richting deed, liep hij bij mij vandaan. Dus besloot ik in het zonnetje te gaan zitten en zijn vertrouwen te winnen. Een halve middag en centimeters schuifwerk verder had ik een kleine overwinning geboekt. 

Heel voorzichtig mocht ik hem achter zijn kapotte oor aaien. Meer liet hij niet toe. Meer durfde ik ook niet aangezien zijn poten groter waren dan die van een gemiddelde huiskat. Vanaf dat moment kwam hij dagelijks bij ons over de vloer en konden we hem steeds makkelijker benaderen. Dat we hem voer gaven speelt ook een rol. Bij ons vond hij een fijne plek om bij te tanken. Met heel veel engelengeduld mochten hem ook verzorgen. Zijn vervilte vacht werd geknipt, de teken verwijderd en ogen schoon gemaakt. Zijn trieste blik bleek alleen voor de show. Hij is letterlijk een pussy. 

Kennismaking met kat twee was in de winter. Toen ik met mijn hoofdlamp aan over het terrein liep en van onder (!) de keet twee oplichtende ogen naar mij zag loeren. We schrokken zo van elkaar dat het dagen duurde voor hij zich weer liet zien. (en ik naar de onderkant van de keet durfde te kijken…) Het dier was zo schuw als de nacht en liet zich alleen maar zien als hij dacht dat wij niet keken. Waar hij vandaan kwam was ons niet bekend. Maar al snel kreeg hij in de gaten dat het op stal een waar walhalla is. Eten, aandacht en een heerlijke slaapplek. Kat één komt en gaat. Terwijl deze kleine krijger een blijvertje is. 

De start van het weideseizoen bracht ons kat nummer drie. En, zo kwamen we later achter, is het zusje van twee. Na wat aarzelende miauwen kwam ze uit het hoge gras tevoorschijn. Een schatje en heel aanhankelijk. Zo erg dat ze met ons mee terug naar stal liep en niet meer is weggegaan. Ze kent de polder op haar duimpje en hobbelt altijd met ons mee. Van stal naar de wei en terug. Voor een wandeling door de polder en zelfs bij een graassessie in het donker op de late avond zit ze als een waakhond naast mij in het gras. Ze is de brutaalste van het stel en bewoont onze “keet” alsof het haar eigen huis is.

Inmiddels is ook duidelijk waar broer en zus eigenlijk thuishoren. De eigenaar is op de hoogte gebracht en besloot, na haar verhuizing met de paarden, de katten bij ons op stal achter te laten. Voor ons een mooie aanwinst. Het zijn drie totaal verschillende katten met bijzondere karakters. Ze zorgen voor veel hilariteit, speelse uren en vele warme knuffelmomenten. Een bijkomend voordeel, ze houden de boel ook nog eens muis-vrij.

Zomaar wat foto’s geschoten door stalgenoten 😻

Verandering van spijs…

Onze groene draak is van het type: wat de boer niet kent eet ie niet! Bij alles wat nieuw is denkt hij op zijn minst dat ik hem wil vergiftigen. Om hem iets nieuws te laten eten moet ik vaak eerst bewijzen dat het echt reuze lekker is, er geen gif inzit en dat je er ook echt niet bij hoort als je dit niet gegeten hebt. Dus eet ik eerst zelf alles met smaak en veel vertoon (yummie yummie wat is DIT toch lekker) voor zijn snavel op. Af en toe zijn papegaaien net kinderen. 

Net als bij een mens is gevarieerd eten heel belangrijk. Niet alleen doet verandering van spijs eten (zou je denken…) maar zo krijg je ook een diversiteit aan vitamines en mineralen binnen. In de natuur eten papegaaien alles wat voorhanden is. Diverse soorten fruit, noten, grasjes, plantjes, groentes maar ook insecten, larfjes en hier en daar misschien wel een worm. Sterker nog, een wilde papegaai heeft een veel uitgebreider menu dan de huiskamervogel. Veel vogels moeten het nog steeds doen met zaadvoer en noten. Dit is dodelijk voor een vogel. 

Gelukkig is er de laatste jaren veel veranderd. Er is een hoop onderzoek gedaan en mensen (een hoop) snappen dat een vogel in een kooitje met enkel doppinda’s echt niet meer kan. Papegaaien zijn intelligente dieren die net zo oud kunnen worden als jij en ik. Onze huiskamer vogel is afhankelijk van wat wij ze aanbieden. Daarom zorgen wij voor voldoende afwisseling. We verruimen zijn leven door hem mee te nemen tijdens wandelingen, bezoek aan Poownie en fiets- en vaartochten. Maar ook door hem gevarieerde maaltijden aan te bieden. 

De samenstelling van Draak’s menu is in de loop der jaren al aardig verbeterd. Sinds een jaar of 15 krijgt ie dagelijks zijn portie “Gorden Ramsey” brokken (Harrisons pallets) Nutrieberries en zaadvoer verdeeld in diverse foerageerspeeltjes. Daarnaast allerhande groenten en fruit. 

En dat laatste, dat is het hem nu juist. In de doorsnee winkel kan ik alleen maar grootverpakkingen, diepvries of blikvoer kopen. Vroeger kon je bij de AH alles los kopen. Bij toeval heb ik een fijne groenteboer gevonden die zoveel keus heeft EN waarbij je zelf alles mag pakken. 

Nu kan ik bijvoorbeeld zomaar 4 losse radijsjes kopen. Elders alleen per tros of zak. Of wat dacht je van 3 spruiten, 1 zoete aardappel, een handje bladgroente, 4 snacktomaten en 2 mini paprikaatjes? Iedere week koop ik iets anders om zo flink te kunnen variëren. Ze denken daar ook: Die is ook geen grote eter?! Inmiddels weten dat het voor de vogel is. Ik mik van alles, zowel groente, fruit als kruiden, in mijn mandje. Dit is voor ons ideaal en veel milieuvriendelijker. Op deze manier kan ik dagelijks een gevarieerd menu voor Draak samenstellen (en voor ons) zonder dat hij dagen achter elkaar hetzelfde moet eten.

Draak is (nog) niet van alles gecharmeerd. Daarom snijd ik het klein en meng er eten door wat hij wel graag eet. Nu ik dagelijks kleine porties aanbied gaat hij steeds meer uitproberen en blijft er steeds minder liggen. Zeg nu zelf dit ziet er toch veel lekkerder uit dan simpel zaadvoer: diverse chops van gele paprika, zoete aardappel, spruitjes, mais, bladspinazie, komkommer, op een bedje van tomaat, boontjes, broccoli, radijs, gewelde kiemzaadjes, courgette en wortel afgewerkt met krokante pallets. 

Diverse soorten chips voor papegaai
Aan zijn snavel te zien heeft het gesmaakt…

Biesbosch Cruise…

Recensie door Groene Draak.

Geen 1,5 meter, mondkapje en vooralsnog geen code paars, blauw of roze meer. Tijd om eindelijk de vleugels te strekken. Figuurlijk gezien, want letterlijk zou ik de weg kwijtraken. Mijn ingebouwde (s)tom-(s)tom werkt niet altijd even goed zoals bv die van de postduif. Dus boekte ik voor mijzelf een heuse Biesbosch cruise, inclusief overnachting. (Lees; ik moest mee omdat zij zo nodig moesten overnachten aan boord en ik niet alleen thuis mocht blijven. Maar dat leest een stuk minder prettig, vindt u niet!?)

Natuurlijk wilde ik op deze cruise wel een beetje comfort en luxe dus koos ik voor een hut met balkon. Wanneer ik niet over het dek zou flaneren kan ik mij altijd terugtrekken in mijn eigen hut en uitzicht houden op al het moois dat wij onderweg zouden passeren, was mijn gedachte. Nog leuker is de reactie van andere “cruisende” mensen die, eveneens op hun bootje, een tocht door de Biesbosch maken. Bij het zien van een hond hoor ik ze niet. Maar bij het zien van een papegaai worden ze Foxwild! Om maar even in Brabantse termen te blijven. Daar kan ik smakelijk om lachen. 

De avond begint met een captains diner. Dat is heel speciaal en stamt nog uit het VOC-tijdperk. Lang geleden dus. Ik heb mijn beste verenpak gestreken en schuif aan bij een luxe gedekte tafel samen met de kapitein. Er worden onder ander overheerlijke gebakken “pommetjes” en “soufflé au fromage” geserveerd. Na het verorberen van de toetjes varen we uit. De avond valt al snel, maar de kapitein weet wat ie doet.

Rond 20.00 uur gaan we voor anker op onze overnachtingsplaats. Het animatieteam doet nog een rondedansje met hier en daar een kunstje op de SUP maar al snel houd ze dat voor gezien want het wordt te donker en er zijn te veel muggen buiten de boot. De ramen worden vakkundig van horren voorzien zodat het gespuis buiten blijft. 

Volgens mij hebben de waterkippen zich al flink volgegoten met drank want ze gaan los op drie meter van mijn hut vandaan. Wat een herrie. Ik hoor het zoemen van de beestjes en het kraken van de touwen. Ik ben niet helemaal op mijn gemak want de geluiden zijn hier anders dan thuis. En daar schommelt mijn stok ook niet zo. Ik probeer nog een vallende ster te spotten voor ik in slaap val. Want de hemel is heel helder deze nacht.

De natuur heeft zijn eigen wekker en daarom zijn we extreem vroeg wakker. Niet lang daarna staat het ontbijt op mij te wachten. Dat gaat er wel in na zo’n onrustige nacht. “brock-benedict” met vers fruit. Dat smaakt in de natuur wel heel erg lekker. 

Als de ober de tafel heeft afgeruimd en de koffie geserveerd is start de eerste excursie. Het voeren van de wilde ganzen. Daarna wordt er een show opgevoerd van baltsende futen en als laatste komen de koning en koningin van het water ons gedag zeggen.

De zon klimt naar zijn plek en wint aan warmte. Na de lunch is het tijd om via een omweg terug te varen naar de haven. Jeetje wat een ervaring was dit. De cruise, het eten en de omgeving verdienen een dikke 10. Maar de overnachting was heel wat minder. Volgende keer mijn eigen stok mee. 

Als Mozes niet naar de berg komt…

Toen ik poownie kocht was ie amper veulen af. Helemaal zwart met vier witte benen en een mooie bles. Hij was zo lief en schattig maar wel een echte pony, met bijhorende pony streken. Zoals ineens aan de andere kant van een hek staan, door er per ongelijk onderdoor te rollen of het hele hek uit zijn voegen te duwen door er onder door te kruipen. Maar ook uit zijn deken “glijden” ala Houdini. Nog steeds weet ik niet hoe hij dat voor elkaar kreeg. Geregeld vond ik Poownie en dek los van elkaar terug in de wei. Beide nog helemaal heel en alle gespen dicht. 

Hij vond het ook leuk om het op een rennen te zetten. Niet omdat hij schrok van de bakkabouters. Want geloof hem maar, die zaten er ECHT, maar gewoon omdat het kon. In de wei sprintte hij meestal bij mij vandaan, ook omdat het kon. Maar als ie eens aan kwam galopperen stopte hij op tijd. Als hij schrok sprong hij om mij heen, of van mij af. Hij deed (en doet) letterlijk geen stap verkeerd. 

In al die tijd dat ik Poownie ken, en dat is inmiddels 25 jaar, heeft ie mij nog nooit expres van zich afgeworpen, gebeten of geschopt. Dat hij in een galop struikelde en mij in zijn val meenam naar de grond of dat hij pardoes een paar keer achter elkaar op mijn tenen heeft gestaan vergeten we! Poownie heeft een hart van goud. 

Ons weide seizoen laat door omstandigheden, helaas, nog even op zich wachten. Dus ik besloot dat het tijd werd om een stapje harder te lopen voor Poownie. Iets extra’s op zijn oude dag, omdat ie het verdient. Voor alle hiervoorgenoemde feiten EN omdat hij nu eenmaal Poownie is!!

Naast al het lekkers, speciaal eten en per dag een dozijn aan knuffels, poetsbeurten en liefde sta ik nu dus ook het gras voor hem te maaien. Want tja, als Mozes niet naar de berg komt… 

Overigens kwam ik niet zelf met dit briljante idee. Hij kwam van de stalbaas. Ze had een elektrische heggenschaar aangeschaft. Speciaal voor het knippen van onkruid en gras. Af en toe krijgen de paarden wat extra’s zoals brandnetel, kleefkruit, rietstengels en ander groen.

De eerste paar keer schaamde ik mij kapot. Welke koekwous staat midden in de polder nu gras en onkruid te maaien?! Maar inmiddels heb ik er schijt aan en maai mij iedere dag een slag in de rondte. Als een ware gras expert loop ik de graszoden en waterkant af. Opzoek naar die allerbeste mals ogende pol. En geloof mij, je gaat echt heel anders naar het gras kijken. Het is niet meer het simpel stukje groen verende grond. Op mijn smaakpapillen na ervaar ik zo’n beetje het zelfde wat Poownie moet voelen, zien en ruiken als hij gras eet. Bijzonder, dat dan wel weer. 

Inmiddels weet hij wat ik ga doen als ik met schaar en “voerzak” van stal vertrek en staat mij al hinnikend op te wachten. Vervolgens meng ik al mijn kostbaar verworven groene stengels in een zak met hooi. Poownie, staat als enige van de kudde ’s nachts apart en mag dan zonder hooinet op de ruif (want geen voortanden meer) eten. Heel de nacht heeft hij de tijd om die zak met hooi en gras door te spitten (= bezigheidstherapie). Zijn avondmaaltijd is in jaren niet zo smakelijk geweest. 

Hoe gaat het nu met…

Inmiddels is het ruim 1.5 jaar geleden dat Poownie een zware operatie heeft ondergaan. Er was bij hem EOTRH geconstateerd. De vaste lezers zullen het zich vast nog wel kunnen herinneren. Hier vind je alle delen: deel I, deel II, deel III. EOTRH is een ziekte die het gebit, en met name de snijtanden aantast. Het komt er op neer dat de tanden van binnenuit worden afgebroken en dus brozer worden en/of er vormt zich een cementachtige laag rondom de wortels. Bij het eerste breekt de tand spontaan af. Bij het tweede ontstaat botwoekering wat zorgt voor het verdrukken en ontwrichten van de kaak.

Het is ongemakkelijk en pijnlijk. Een simpele remedie is er nog niet. Om er vanaf te komen zullen de aangedane tanden getrokken moeten worden. Voor Poownie betekende dit het trekken van al zijn 12 snijtanden. Zijn kiezen waren gelukkig nog in orde en mochten blijven zitten. Maar toch was dit niet zomaar een ingreep. Eenmaal uitgevoerd zouden we ook niet meer terug kunnen.

Het ging steeds slechter met Poownie. Hij at genoeg maar toch zagen we hem afvallen. Zijn vacht was dof en vies. Zijn blik vertelde mij dat het voor hem niet meer zo nodig hoefde. Hem zo verder laten lijden was geen optie, die tanden moesten er uit. We zouden daarna wel zien waar het schip zou stranden.

Onze dierenarts bracht mij in contact met haar collega’s in Benschop, die met hun “operatiekamer” onze kant op kwamen voor de ingreep. Gewoon bij ons op stal in zijn eigen omgeving. Na ruim 3.5 uur en heel wat snij- en bikwerk verder lagen al zijn 12 snijtanden netjes op een tafel. Zijn kaak was veranderd in een grote gatenkaas dat uit zichzelf moest helen. Hij zag er niet uit. Gesteund door een van zijn maatjes, die buiten in de paddock de wacht hield mocht hij, al strompelend van de narcose, naar zijn eigen paddock terug.

Ik weet nog dat ik de volgende dag in alle vroegte naar stal ben gegaan. Vanaf een afstandje bleef ik kijken. Het bloed had zijn lippen roze gekleurd maar verder was er niets aan hem te zien. Sterker nog, al het hooi dat ik hem de dag ervoor gegeven had was op. Blijkbaar was de pijn die hij voelde een verademing met de pijn die hij al die tijd gehad moest hebben. Vanaf dat moment klaarde hij zienderogen op.

Een paar dagen na de ingreep stond hij alweer heel voorzichtig aan het gras te knagen. Het lukte hem nog niet zo goed, maar hij zou vanzelf een manier gaan vinden. Het eerste weideseizoen was dan ook erg wennen en moest ik hem geregeld bijvoeren. Deze zomer had hij genoeg eelt gekweekt. Het maakte niet uit of het gras lang, kort, stekelig of zacht was. Hij at zich net zo vol en rond als zijn maten dat ik mij af en toe een beetje zorgen begon te maken. Zoveel vet om de botten had hij in tijden niet gehad.

Poownie is op dit moment met 26 jaar de oudste van de kudde maar gedraagt zich soms als een puber. Hij hinnikt zodra hij mij ziet (of als het te lang duurt voor ik hem zijn partjes appel geef) en komt naar mij toe als ik hem roep. Ook onze band is duidelijk verbeterd. Zolang hij zijn tong binnenboord houdt is er verder niks aan hem te zien. Uiteraard maakt hij voor “tongueouttuesday” graag een uitzondering…

Maar normaal poseren kan hij gelukkig ook nog

Een groene uitdaging…

Omdat ik nog thuis woonde moest ik mijn moeder zover zien te krijgen akkoord te gaan met de aanschaf van een nieuw huisdier. Mijn moeder had dit afgezworen. Er komt niks nieuws meer bij. Maar ze stond niet zo heel sterk in haar schoenen. Iets waar ik stiekem een beetje misbruik van heb gemaakt. Ik nam haar 18 jaar geleden mee naar de winkel en liet haar kennismaken met Groene Draak. Een week later stond hij bij ons in de kamer. Groene Draak moest zijn mooie volière inclusief vliegende vrienden, inruilen voor een kooi bij mensen die, tot dan, totaal geen verstand hadden van papegaaien. Een heel domme zet. I know. Ik zou ook niemand aanraden om een papegaai, of welk dier dan ook, zomaar aan te schaffen. (Ik heb er van geleerd!)

Draak discrimineerde niet. Hij was tegen iedereen chagrijnig en beet iedereen even hard. Uren heb ik bij zijn kooi gezeten. Ik vond dat hij ook buiten zijn kooi een leven moest gaan krijgen. Hoe ik dit moest gaan aanpakken was mij nog niet geheel duidelijk. Draak was niet te vergelijk met een parkietje. Ook niet in bijtkracht. Eenmaal uit zijn kooi kwam de grootste uitdaging: hoe kreeg ik hem, met al mijn vingers nog heel, weer terug?

Met heel veel geduld (en pleisters) leerden wij elkaar beter kennen. Dat gebeurde pas echt, toen ik op mijzelf ging wonen. Draak veranderde van een schreeuwerige en chagrijnige gaai, in een rustigere, blijere variant. Het bijten en zijn schuwe gedrag bleef. Nadat ik de hulp had ingeroepen op een forum over papegaaien ging het roer om. Ik leerde wat ik fout deed en vooral hoe ik mijn eigen houding en daarmee zijn gedrag kon ombuigen naar iets positiefs. Met al deze nieuw verworven kennis ging ik aan de slag.

Ons geduld werd heel vaak op de proef gesteld. Maar ik hield vol en werd beloond. Ook hoefde ik steeds minder pleisters te plakken. Sterker nog, de afgelopen jaren zijn ze niet meer gebruikt. Met vallen en opstaan zijn we gekomen tot waar we nu zijn. En dat is echt iets waar ik heel trots op ben. Van een gaai die praktisch zijn kooi niet uitkwam naar een gaai die bijna niet meer in zijn kooi zit. Hij is nu een rustige, vriendelijke vogel. Die in ieder geval mij vertrouwd maar ook zijn vertrouwen aan mij terug geeft.

Onze Draak is gek op nieuwe dingen leren. Nadat de basis erin zat, het op- en afstappen op commando en vertrouwd raken met iets nieuws, zijn we begonnen met wandelingen door het huis, de tuin en het park. Educatieve spelletjes vind hij geweldig. Hij kan inmiddels diverse kleuren onderscheiden. Geld in spaarpotjes stoppen. Ringetjes over stangetjes schuiven (op kleur) en voetballen. Dit is nog maar een deel van wat hij inmiddels kan. We kunnen zelfs zonder problemen naar de vogelarts. (onderzocht worden is nog wel een dingetje…) En hij gaat wel eens mee op stap naar Poownie of hij steelt de show aan boort tijdens een tochtje over het water.

Het is heel leuk om samen aan de slag te gaan en nieuwe dingen te leren. Want ook ik leer nog steeds bij. Er zijn dan ook nog heel wat leuke uitdagingen die we aan zullen gaan. Ik had in ieder geval nooit kunnen denken dat een van mijn grootste vrienden een kleine gevederde groene draak zou zijn.

Voor de liefhebbers, Groene Draak heeft ook een eigen instagram account.

 

 

van ruilen komt huilen…

Van ruilen komt huilen nietwaar? Nou bijna wel toen vanmorgen mijn wekker in alle vroegte afging. Na een veel te korte nacht zat ik daar eigenlijk helemaal niet op te wachten. Maar ja, ik had zelf mijn zondagse voerdienst geruild met een stalgenoot zodat ik daar tijdens de aanstaande vakantie niet mee in de knoei zou komen. Dus slik ik de opkomende “tranen” weg en besluit nog heel even te blijven liggen. Dat even wordt een paar minuten langer maar dan moet ik er toch echt uit.

Eerst begroet ik Draak die ook nog slaapdronken op zijn stok zit. Zich afvragend waar al die drukte op de zondagochtend goed voor is. Ik geef hem vast zijn ontbijt en drink zelf nog een bak koffie. Nog geen knaag in mijn maag, maar ik weet dat mijn honger uit het niets kan komen opzetten. Dus ik neem mijn ontbijt gewoon mee naar stal, en vertrek ik toch met enige haast van huis.

Als ik aankom word ik begroet door een stel uitgehongerde paarden. Alsof ze dagen niks te eten hebben gehad. Ja, je leest het goed DAGEN!! Ik begroet het paardenvolk dan ook maar even snel en controleer intussen de hooi ruiven. Stuk voor stuk zijn ze tot op de bodem leeg gevroten. Drie paarden kijken mij aan met een blik van: “Ik zei het toch!?” Ze hebben het zo slecht bij ons…

De hooibaal die ik moet hebben ligt uiterst rechts en helemaal bovenop in het hooihok. Ik klauter met gevaar voor eigen leven naar boven om aan mijn oh zo dankbare taak te beginnen. Het stof en de losse hooistengels dwarrelen om mij heen als ik alle hooinetten vul. Op de achtergrond is het beieren van de kerkklokken te horen. Verder is het heerlijk stil. Wanneer het zoveelste net gevuld is klauter ik het hok weer uit, met het stof in mijn neus en mijn kapsel voorzien van hooi. Rechts staan paarden te hinniken en links komt een hele groep bejaarde wandelaars voorbij die mij ietwat meewarig aankijken. “Arm schepsel” lees ik boven hun hoofd. Ik zwaai vriendelijk om een gesprek te voorkomen en sleep daarna de flink gevulde netten naar hun eindbestemming.

Ik maak het mijzelf weer veel te moeilijk door er te veel tegelijk mee te willen slepen. Om mij heen zwermen de paarden in de hoop alvast een hap te kunnen nemen voor ik het in de ruiven heb kunnen verdelen. De brutalen hebben de halve wereld en dat is in het dierenrijk niet anders. Er zijn er twee die niet alleen een hap willen maar eigenlijk gewoon het hele net willen toe-eigenen. Ik moet alle zeilen bijzetten om deze brutalen “honden” op hun plek te zetten, de boel niet los te laten en ook niet over mijn of hun benen te struikelen.

Het duurt even maar dan is iedereen van een plek aan één van de ruiven voorzien. Mijn werk zit er al voor de helft op. Maar eerst is het tijd om zelf ook even te ontbijten. Met mijn brood en bak koffie zit in heerlijk in het zonnetje. Om mij heen is op dit moment niets anders te horen dan het geluid van knagende paarden en het gefluit van vogeltjes. Ach, vroeg op stal zijn is niet altijd zo erg …

 

etende paarden aan hooi ruif

 

*🐴*

Lekker buiten…

Sinds het nieuwe seizoen is begonnen ben ik zo’n beetje iedere zaterdag aan de zijlijn te vinden. Dus deze zaterdag had ik mij een voetbalvrije dag beloofd. Althans, dat was de bedoeling. Bij het ontwaken bleek het ook nog eens prachtig weer te zijn. Beetje fris. Maar windstil, zonnetje met een blauwe lucht. Zo’n zalig wintersportgevoel borrelt bij mij naar boven. Eigenlijk wil ik direct een rondje door het park gaan maken. Maar weet dat er eerst nog het een en ander in huis gedaan moet worden. 

En dan, wanneer het ontbijt en de koffie er in zit begin ik toch te twijfelen. Ik ben al een tijd niet meer bij de voetbal in ’s Gravendeel geweest. En het is ook niet eens zeker of Zoon moet spelen gezien zijn blessure. Wandeling door het park of naar de voetbal?? Ik sta drie bedenkelijke minuten te wikken en te wegen en gooi ter plekke mijn indeling voor deze dag om. In volle vaart raap ik mijn fotospullen bij elkaar. Als ik op tijd wil zijn voor de aftrap moet ik mij nog haasten ook. De wandeling met Draak moet even wachten. Niet dat hij het erg vind. 

Als we aankomen bij de voetbal zit de warming-up er net op. Toch nog redelijk op tijd kan ik een plek zoeken en mijn spullen opzetten. Met het zonnetje in mijn rug zit ik hier heerlijk. Hoewel de wedstrijd wat traag op gang komt. De acties vinden ook net buiten mijn bereik plaats. Wanneer het eerste doelpunt van de tegenstander is gevallen maakt dat iets bij de boys los. De acties volgen elkaar nu sneller op. Er wordt wat meer geduwd en tegengas gegeven en voor we het weten valt doelpunt twee voor de tegenstander. Het lijkt er op dat ze deze pot gaan verliezen.  Uiteindelijk weet ’s-Gravendeel de boel om te buigen en winnen de wedstrijd met 3-2. Nog steeds staan ze bovenaan in deze competitie. 

Voor we het dorp verlaten stappen we nog snel even Vriendlief’s favoriete winkel binnen. Waar ik voor een appel en een ei een nieuwe skibroek scoor. Veel later dan gepland zijn we weer thuis. De wandeling met Draak zit er voor vandaag niet meer in. Want Poownie staat ook nog te wachten. En die wil ik voor de verandering graag bij daglicht bezoeken. 

Poownie herkend sinds enige tijd het geluid van mijn auto en staat al te hinniken bij het hek als ik het erf op kom lopen. Uiteraard heeft ie net voor ik aankwam nog even heerlijk door het zand gerold. Zijn vacht zou wit moeten zijn maar op dit moment is beige meer zijn kleur. Hij barst van de energie dus gaan we eerst de rijbak in om wat stoom af te blazen. Voor hem is het ook zalig weer. Wanneer hij al bokkend en rennend rondjes aan het rennen is ben ik maar wát blij dat ik er niet op zit. Voor een bejaarde knol heeft ie nog voldoende power.

Samen met een stalgenoot en haar paard sluiten we de dag al wandelend af. Tijdens het gouden uur zet de zon alles in een tijdelijke gloed. De polder ziet er hierdoor prachtig uit. Het is al schemerig als ik weg ga. Al met al toch lekker heel de dag buiten kunnen doorbrengen. Nu aan de bak met alle foto’s die nog liggen te wachten. 

 

 

 

***