Verzorgster gezocht…

Kunnen jullie je dit blog  nog herinneren? Waarin ik vertelde dat Poownie, na een lastige periode, het weer zo goed deed. Dit ging zelfs nog beter toen eerder dit jaar het weideseizoen aanbrak. Poownie mocht van mij zoveel eten als ie op kon. Met zijn 28 jaar mag hij van mij van alles genieten. Een distel? Een rietstengel? Klaver? Gras? Eet alles maar lekker op! Maar het bleef niet bij eten. Deze opa kreeg een opleving en wilde iedere dag naar buiten. Wilde de boel verkennen en zijn benen strekken. Een stukje rennen zelfs. 

Hier had ik stiekem op gehoopt maar ik had het nooit meer verwacht. Blij ben ik er wel mee. Het betekend dat het goed met hem gaat. Zo goed zelfs dat ik hem persoonlijk niet meer kan geven wat hij zo graag zou willen. Vaker op buitenrit.

Poownie heeft tot een paar jaar terug altijd een verzorgster gehad. Dit werkte prima. Het was immers een win-win. De verzorgster had aan Poownie een gouden paardje waar ze, als dank voor haar toewijding en liefde aan mijn paardenkind, alles mee kon en mocht doen. Ze hadden als het ware een eigen paard zonder bijkomende kosten. En ik had wat extra tijd. Maar Poownie was toen jong. Waardoor springen, dressuur, wedstrijd rijden, strand- of bosritten maken allemaal gewoon kon. Hij is nu 28 en, hoewel hij denkt alles nog te kunnen, toch al richting bejaard aan het gaan. Wie zit er nu nog te wachten op zo’n “oude” pony? 

Nadat ik alle voors en tegens had afgewogen stapte ik toch op haar af. Een dame die lange tijd bij ons op stal verzorgd heeft. Nu inmiddels geen paardje meer tot haar beschikking heeft maar nog steeds trouw haar diensten en die van andere vervult. Dat noem ik toewijding! Ik wist alleen niet zo goed hoe ik dit moest gaan vragen dus viel maar direct met de deur in huis… “Ik zoek een verzorgster voor Poownie en vroeg mij af…” “…Ik wil je wel helpen hoor, lijkt mij super leuk!” Was haar reactie. Ze hoefde er niet eens over na de denken. Die zelfde week spraken we af om het een en ander door te nemen.

Uren achtereen rijden zit er niet meer in. Flinke stukken crossen ook niet. Wanneer de ritten met Opa met beleid worden gemaakt zou hij nog wel even mee kunnen. Toen zelfs dit alles geen belemmering voor haar was besloten we de stap te nemen. Letterlijk. De eerste paar ritten maakten we samen. Zij in het zadel en ik op mijn stalen ros ernaast. Zo kon ik haar van alles vertellen over zijn “penny-pony-streken” want hij mag dan wel 28 jaar zijn, hij is en blijft een pony!! Terwijl zij hem beter kon leren kennen. 

Het is zo leuk om ze samen te zien. Zijn oren staan al die tijd naar voren en om haar mond zie ik de hele rit een glimlach. Stap, draf en zelfs een stukje galop. Mijn hart maakt een sprongetje als ik ze zie genieten. Ja, ik denk dat dit een goed besluit is geweest.

Terwijl ik uren sta te grazen en wandelingen maak om hem in die behoefte te voorzien neem zij hem mee op buitenrit. Ze maakt zijn wereld groter en interessanter. Het leven is zoveel leuker als je hem deelt. En ik hoop echt dat ze samen nog heel veel ritten mogen maken. 

💞

Een zandbank…

De ankerketting maakt een ratelend geluid als hij uit zijn “huis” getrokken wordt. Normaal hoor je een plons als het anker te water gaat. Met een kleine ruk trekt de boot zichzelf vast en klaar. Nu waad er iemand door het water gevolgd door de woorden: “Zal ik hem hier maar neerleggen?” Ik zie vriendlief met het anker in zijn handen door het water lopen. Dit is echt de meest lachwekkende manier om je boot voor anker te laten. Hij zoekt een kuil op en graaft het anker een soort van in. Wanneer deze vast ligt kan de motor uit. Een serene rust daalt over ons neer. 

Normaal zoeken we de zandbanken niet op. Die vermijden we liever dan dat we er op vastlopen. Ingegeven door een schipper die vorige week het zelfde deed, liggen we nu zo’n beetje op diens plek. Er is een verschil, zijn bootje was iets hanteerbaarder dan Merlin. Voor we een goede spot gevonden hebben moeten we een paar keer verplaatsen en wat steken. Maar nu liggen we goed. Het anker ligt uit en vriendlief kan eindelijk, aangemoedigd door Groene Draak die ook mee is, doen wat ie wil doen. De boot rondom poetsen. 

Hij staat tot aan zijn middel in het water maar als hij naar voren loopt komt het water niet hoger dan zijn knieën. Ik besluit aan boord te blijven en installeer mij op het voordek. Een tapijt van kroos en alg heeft een deel van wat normaal een bewaadbare plek is omgetoverd tot een moerasachtig gezicht. Het heeft wel wat met de vogels die er zijn neergestreken. Er zitten aalscholvers, eenden, heel veel zwanen en wat reigers. De meeuw hoor je uiteraard boven alles uit. Maar het water rondom de boot is zo helder dat we de wissen kunnen zien zwemmen. 

Ik word loom van de gestaag oplopende temperatuur. Mijn geest is overigens zo geconditioneerd dat ik al loom wordt op het moment dat ik de boot in het oog krijg. Dit is zo’n dag dat ik het laat gebeuren. Ik vecht niet tegen de moeheid. Eigenlijk wil ik maar één ding en dat is liggen en mijn ogen sluiten. Dat is dan ook wat ik doe. Daarna laat ik mij meevoeren door de geluiden om mij heen. De wind streelt mijn door de zon opgewarmde huid en ik laat mij dragen door het gekabbel van het water tegen de romp. 

“Waar is die spuitbus?!” Lang geniet ik niet van mijn doezel moment. Als ik mij omdraai staat vriendlief aan de zijkant van de boot met een borstel en een poetsdoek in zijn hand naar mij te kijken. “Spuitbus?” Herhaal ik. “Om spinnenpoep te verwijderen!” Vult hij aan. Als je denkt dat pubers af en toe een rommel kunnen maken, neem dan eens wat spinnen in huis. Of in ons geval, aan boord. Spinnenrag hecht zich als lijm en de uitwerpselen bijten in het materiaal. Na enige tijd is dit niet meer normaal te verwijderen met alleen wat water en zeep. 

Na een uur klimt vriendlief weer aan boord. Moe maar voldaan. Merlin is helemaal rondom gepoetst en dat was nodig ook. Dat we nooit eerder op dit idee gekomen zijn vragen we ons beide af. De rest van de middag gaan we in de relaxmodus en genieten we vooral van het zonnetje en de rust op het water. 

Een dag voor in de boeken…

Het was er dit jaar gewoon nog niet echt van gekomen. De dagen dat het lekker weer was en er niet veel wind stond moest ik werken. De dagen dat ik vrij was en dus tijd had was het pisweer of stond er te veel wind. En, nou ja, ik ben nu eenmaal een mooi weer mens wat mijn buitenhobby’s betreft. Vandaag komt alles mooi samen. Een vrije dag, bijna windstil, blauwe lucht, zon aan de hemel en een graad of 26. Al met al prima weer voor een toerke op de SUP. 

Voor de verandering besluiten we eens vroeg naar het water te gaan. De parkeerplaats is nagenoeg leeg. Een enkele roeier is aanwezig maar verder niemand. Ik vind waterpret over het algemeen wel leuker als er een gezellige bedrijvigheid om mij heen te vinden is. Maar een keer het water voor ons alleen is ook wel erg fijn. 

Het bootje van vriendlief heeft vandaag zijn vuurdoop. Die ziet voor het eerst sinds maanden pas weer het water. Maar wonder boven wonder start het ding direct en werkt naar behoren. Ik heb mijn SUP ook binnen no-time opgepompt. Ik trek nog vlug wat flesjes water mee voor onderweg. Dat gaan we met dit mooie weer wel nodig hebben. 

Jammer genoeg steekt er een windje op en uitgerekend heb ik hem tegen. Dat is voor vriendlief niet zo’n ramp. Maar voor mij, op mijn met eigen spierkracht voortgedreven vaartuig, wat minder tof. Ik peddel stug door. Vooralsnog zijn wij de enige twee op het water en daar maak ik dankbaar gebruik van. Ik ga van links naar rechts en zoek de ideale lijn door wind en stroming. 

Dat ik al even niks meer gedaan heb merk ik na een kleine 2,5 km. Gelukkig krijg ik een klein sleepje. En dat dames en heren is nog eens extra genieten. Ik hoef even niks te doen dan alleen maar genieten van de zon op mijn bakkes en zorgen dat ik niet van mijn plank af lazer. Dat gaat mij beide redelijk goed af. 

Door mijn sleepje zijn we iets sneller op onze lunchlocatie. Nog voor we goed en wel aangemeerd zijn raken we in gesprek met de eigenaar van de toko. Ik loop nog te klooien met de leash van mijn SUP terwijl hij honderduit verteld over de boten die te huur zijn, het terras en een grappig voorval met een aantal klanten die niet wensten te betalen en hoe creatief dit was opgelost. Geweldig. 

Het heeft overigens wel wat om op deze manier bij een “restaurant” aan te komen in plaats van met de fiets of de auto. Gelukkig is er nog plek op het terras want inmiddels rammel ik van de honger. Zonder moeite wordt er een parasol voor ons uitgeschoven en krijgen we kussens voor op de stoelen aangeboden. Na de lunch keren we terug naar de steiger. Dit keer hebben we de wind “in de zeilen”.

Het is zo zalig dat we besluiten ons gewoon mee te laten drijven. Lekker uitbuiken in de zon met de voeten in het water terwijl de stroming ons meevoert naar ons startpunt. Iets later dan gepland zijn we terug bij de steiger. Waar overigens nog steeds niemand te vinden is. De watermensen weten niet wat ze missen. Maar voor ons is dit een dag voor in de boeken. 

Niet meer verwacht…

Binnen een paar dagen was ie opeens een paar kilo kwijt. Het waren er zoveel dat het opviel. Dat was nog niet alles. Rondom de ruif lag het bezaaid met proppen hooi. Of te wel hooi dat niet goed gekauwd, en in plaats van door te slikken uitgespuugd was. Dat kon er maar van 1 zijn. Poownie. Iets ging er niet goed. De tandarts onderzocht hem en vond het probleem. Naast al zijn voortanden mist hij nu dus ook 2,5 kies. 2 zaten er los en een was zover afgebroken dat ie er uit moest. Zijn gebit is eigenlijk gewoon op. De kiezen die hij nog heeft zijn te vergelijken met “sliks” Helemaal glad en niet goed meer om hooi en stro te vermalen. 

We gingen opzoek naar een hooivervanger. Want tja, poownie moet wel iets binnen krijgen. Gelukkig is er veel op de markt. Zeker ook voor oudere paarden met een slecht gebit. Nu krijgt hij drie keer per dag een flinke emmer met diverse soorten geweekte brokken en vitamines. Geloof mij mensen, het afvallen bij een ouder paard is zo gepiept. Maar het op gewicht komen is wel echt een ding. 

Iedere dag sta ik nu zijn ontbijt, lunch en diner klaar te maken. Her en der staan emmers met voer te weken. De dames van stal zijn zo lief om Poownie en mij hierbij te helpen. Hij weet precies wanneer zijn emmer klaar staat en meld zich al bij het hek om die met liefde (en een hoop kwijl) in ontvangst te nemen. In de tussentijd staat hij tussen zijn maten mee te knagen aan de ruif. Het is meer bezigheidstherapie dan dat het zijn maag vult. Samen knagen aan/uit de ruif is nu eenmaal gezelliger.  

Na een week of drie begon het zichtbaar te worden. Beetje voor beetje kwam hij wat meer op gewicht. Vanaf dat moment kwam er iedere week iets meer paard bij. Hij werd voller en ronder en begon zelfs weer wat “vetjes” te kweken op zijn borst. Het ging zo goed dat ik besloot om hem heel voorzichtig ook weer aan het werk te zetten. Dus twee tot drie keer in de week aan de longe in de rijbak om conditie te kweken en zijn oudere en stramme spieren in beweging te zetten.

Het idee dat ik ooit weer eens een ritje op zijn rug zou maken had ik eigenlijk al aan de kant geschoven. Maar nu voelde het voor ons beide zo goed, dat ik toch begon te twijfelen… Ik appte mijn stalgenoot of ze zin had om die avond een ritje te maken. Gelukkig wilde ze ons vergezellen met haar paard. Vanaf dat moment keek ik heel de dag reikhalzend uit naar de avond. Ik voelde mij net een penny meisje dat eindelijk haar eerste lesdag op de manege had.

Poownie had er net zo veel zin in als ik en was de hele rit super braaf. We genoten met volle teugen. Dit uurtje pakt niemand ons meer af. De week erop gingen we met z’n drietjes op pad. Ook nu hadden we een geweldige avond die mij energie gaf voor de rest van de week. 

Poownie was met pensioen. Maar ik denk dat ik die tijdelijk even opschort. Aan zijn enthousiasme te merken zal hij dat ook niet zo heel erg vinden.

Upgrade…

Gek hoe dat gaat. Je hoeft er niks voor te doen. Want de tijd tikt wel door en dan opeens ben je een jaartje ouder. Sommige mensen kijken er echt naar uit. Vieren het uitbundig. Zelf sta ik er nooit zo heel erg bij stil. Ik vier het al jaren niet meer. Wel het leven maar niet zozeer het verjaren van die van mijzelf. Ik ben wel heel blij dat ik ieder jaar weer een kaarsje meer mag uitblazen want dat is niet iedereen gegeven. Maar dat vier ik liever niet in een bomvolle woonkamer. Het voelt dan zo verplicht. Iedereen van drankjes en hapjes te voorzien en tegelijk met niemand echt kunnen praten. 

Liever geniet ik van de mensen om mij heen in de alle dagelijkse settings. Een goed gesprek met vriendlief. Een momentje met zoonlief. Een uur lachen en dollen met een gezellige collega. Uit eten en op vakantie gaan met de mensen die mij lief zijn. Momenten op stal die staan voor gezelligheid, ontspanning of gieren van het lachen. Straks ook weer lekker het water op met elkaar. Om zo maar eens wat bezigheden te noemen. Dat zijn voor mij eigenlijk de momentjes dat ik het leven vier. 

Ik sta dus liever niet stil bij de upgrade die ik gehad heb. Maar vier liever mijn bestaan. Mijn aanwezig zijn hier op aarde. Mijn onderdeel in en aandeel aan het groter geheel. Daar sta je als kind natuurlijk niet bij stil. Nee, dat wil je vieren met taart, trakteren op school en een kinderfeestje. Hoewel wij vroeger niet veel te besteden hadden werden onze verjaardagen altijd gevierd. En de kinderfeestjes zelfs nog best uitbundig ook. 

Ik kan mij herinneren dat we oer Hollandse spelletjes speelden en er was taart en aan het einde van de dag pannenkoeken. Maar we gingen ook bowlen en gourmetten. Mocht ik een keer de hele klas uitnodigen voor een disco bij mij thuis met aansluitend een slaapfeest. Hadden we een jaar lang ballonnen gespaard om op mijn verjaardag het hele huis vol te hangen. Om stipt 24.00 uur kreeg iedereen een naald van mijn moeder en mochten we alle duizend ballonnen kapot knallen. Een soort Chinees nieuwjaar maar dan op onze manier. 

Nu doen we het dus rustiger aan. Ik mag van mijzelf uitslapen. Geen wekker en lekker lang in bed blijven liggen. Op het gemak samen met vriendlief de dag starten. De zon heb ik alvast cadeau gekregen, want die staat te stralen als ik beneden kom. De postbode brengt nog wat kaartjes. De telefoon rinkelt en de app staat ook niet stil. En ’s avonds gaan we lekker uit eten. Het was een prima dag om te verjaren. 

Hoe anders is dit voor zoonlief. Hoewel hij er niks van heeft gezegd zie ik dat hij het totaal anders had aangepakt. Kratten bier, slingers en feest. Zonder taart maar wel met frituur en bitterballen en chips. Muziek, shotjes en schnaps tot in de late uurtjes. En daar hoef je niet eens voor jarig te zijn. Nee hoor!! Gewoon een simpele zaterdagavond, het liefst iedere zaterdagavond, is een prima dag voor een feest. 

Inmiddels is het alweer een paar weken geleden dat ik de denkbeeldige kaarsjes mocht uitblazen. Ik hoop ook dit jaar weer vol te kunnen maken met mooie en fijne momenten. Dus ik zou zeggen: Proost op het leven!!

Lekker he?!?!

Het is een van de woensdagen in het jaar waarop ik vrij ben. Zoonlief was voor 0700 uur deze ochtend al vertrokken naar zijn werk. Nadat de lunch er inzit vertrekt ook vriendlief voor een vergadering. Het is sinds maanden dat ik het huis voor mij alleen heb. Ik ben de enige in het huishouden die praktisch nooit eens alleen thuis is. Er is altijd wel iemand aanwezig. Terwijl, als zoonlief en ik aan het werk zijn, vriendlief thuis alleen zit. En wanneer vriendlief en ik samen wegzijn, zoonlief het huis voor zichzelf heeft. 

Soms heb ik het geluk dat ik alleen op stal ben. Nou ja, samen met de bewoners van het stukje grond dan. Vooral in de avond, wanneer iedereen al is geweest. Dan voel je dat de rust langzaam weer bezit neemt van het stukje polder. Ik laat mij daar heel graag door onderdompelen. De drukte van de werkdag voel ik dan langzaam wegdrijven. Alsof het verstrijken van de dag ook al die chaos met zich meeneemt. Wat overblijft is ruimte en rust. En het geknaag van de paarden op hun hooi. 

Vandaag is het dus anders. Iedereen is weg thuis en ik weet van gekkigheid eigenlijk niet wat ik moet gaan doen. Uurtje sauna? Lekker in bad? Yoga? Ik besluit niks van dit te doen. Ik duik eerst de keuken in om een gietijzeren pan op te snorren. Jammer genoeg had ik dat ding een paar weken terug ergens in een vergeten hoekje van de kast gestopt, want we gebruiken hem niet zo heel vaak… In de andere kast liggen nog maïskorrels. Ik ga lekker popcorn voor mijzelf bakken. Niet een beetje maar gewoon een hele pan!!

Terwijl de pan warm staat te worden denk ik terug aan dit log. Zal ik er een karamel variant van maken? Na wat lades te hebben geopend kom ik er achter dat ik niet de juiste suiker in huis heb. Dat is maar goed ook, want ik kan mij herinneren dat ik kotsmisselijk was na het leegeten van de schaal. Nu ik aan IF doe eet ik niet zo heel veel zoetigheid meer. Waarschijnlijk lukt het mij niet eens om een kwart weg te werken. Ik bespaar mij de moeite en neem genoegen met alleen de popcorn en wat kruiden. 

Wanneer het bekende poppen van de mais in de pan mijn oren vult wordt ik teruggevoerd naar vroeger. Jeetje wat ik heb toen vaak popcorn gebakken. Eerst deed mijn moeder dit maar al snel nam ik het stokje van haar over. Bijna ieder weekend maakte ik wel een schaal voor bij de film. Wij vonden dit lekkerder dan een zak chips. 

Als het poppen afneemt waag ik een blik in de pan. Er popt toch nog wat onderin en er vliegt her en der wat uit de pan. Die zijn voor de vogel. Aan zijn hyperactieve gedrag merk ik dat ook hij weet waar ik mee bezig ben. Ik houd ze voor hem apart. Voor mijzelf mik ik er wat cajunkruiden over. Pak mijn boek en wat te drinken en verkas van de keuken naar de bank. Achter mij hoor ik de vogel op zijn popcorn knagen gevolgd door de woorden: “lekker he?!?!” En dat is precies goed verwoord… 

Project twee…

Vorig jaar besloten we net als drie kwart van Nederland, de tuin op te knappen. Nog voor Corona ons leven beheerste waren we al door onze tuinset gezakt en daarmee was de eerste stap gezet. De set, die inmiddels al meer dan 10 jaar stond was drastisch aan vervanging toe. We waren het er over eens dat we weer zo’n zelfde set wilden maar die was gek genoeg nergens meer te verkrijgen. Daarmee was project één geboren. Maar omdat een aantal zaken langer op zich liet wachten door corona werd project één vanzelf project twee. 

Het begon dus met een zoektocht naar een fijne loungeset. Zo eentje waar je ook daadwerkelijk comfortabel een paar uur in kunt vertoeven. Toen we deze eenmaal gevonden hadden konden we de vuurtafel, die eigenlijk bij een andere tuinset hoorde niet laten staan. Met een rib minder maar met een vriend zo happy togen we terug naar huis. Hij blij met zijn vuur en ik kan marshmallows roosteren zonder de BBQ aan te steken. Ik zeg: win-win!!

Als het alleen hierbij zou blijven dan was het project geslaagd. Het komt door de bamboe schuttingen die we perse wilden hebben. Deze zou namelijk mooi staan achter de palmboom die we inmiddels ook al hadden aangeschaft. Maar juist dit onderdeel gooide roet in het eten. Normaal zouden ze bij elk gerespecteerd tuincentrum leverbaar zijn en nu lieten ze een kleine acht maanden op zich wachten. We hadden een tussenoplossing bedacht en daarmee kwam project tuin op een lager pitje te staan. 

Eigenlijk was ik de bamboe schutting alweer helemaal vergeten toen we plots een belletje van de leverancier kregen. “Deze week kunnen we ze dan eindelijk leveren…”

Het formaat zoals wij het wilden was natuurlijk niet leverbaar dus de heren gingen aan de klus. Hier en daar moesten ze wat zagen en inkorten. De omlijsting kreeg nog een lik vernis. Het geheel zag er nu al super leuk uit. De verdere aankleding volgden in de weken er op. Om het af te maken wilde ik er een plantenbak voor hebben. Vind er maar eens een die aan mijn eis voldoet, dat lukte niet. Daarop besloten we hem zelf in elkaar te knutselen. 

Dat had ook weer wat voeten in aarden, of liever gezegd wat splinters in de hand. Samen stonden we bamboestengels af te meten, door te zagen en te schroeven. Je snapt natuurlijk wel dat als wij iets willen we direct maar voor origineel gaan. Uiteindelijk heeft vriendlief een dag op zijn knieën gezeten. Niet om mij ten huwelijk te vragen maar om alle stukjes bamboe op onze eigen in elkaar gezette plantenbak te schroeven. 

In april waren we bijna wekelijks bij het plaatselijke tuincentrum te vinden. Maar einde van de maand was dan toch echt de laatste rit waarbij de grasjes, stenen en andere plantjes werden ingeslagen om de boel echt af te kunnen maken. 

Inmiddels zijn we een aantal weken verder en er zijn gelukkig al wat mooie dagen geweest waarbij we heerlijk van onze “nieuwe” tuin hebben kunnen genieten. Om de boel helemaal af te maken heeft vriendlief project drie bedacht. Nieuwe lampen voor binnen en buiten. Nu worden de planten en onze eigen “kunstwerken” verlicht in alle mogelijke kleuren die denkbaar zijn. 

Vroege vogel…

Het is vroeg. Eigenlijk nog veel te vroeg om mijn bed uit te gaan. Maar ik ben wakker en heb geen zin meer om te blijven liggen. Mijn nachtrust is de laatste paar maanden toch al niet om over naar huis te schrijven. Ik lijk hier zowaar aan te wennen. Ik sluip op mijn tenen van de slaapkamer naar de gang. Een van de vloerplanken kraakt dus ik probeer deze met grote zorg te vermijden. Mijn gehannes om mijn evenwicht te bewaren zal er vast hilarisch uitzien. De heren liggen alle twee nog te knorren. Zij wel… Zodra ik mijn grote teen op de eerste traptrede naar beneden plaats, gaat het mis. De voelsprieten van Kleine Krijger weten al wie er bovenaan de trap staat zonder dat zijn ogen mij gezien hebben. Vanuit de woonkamer komt een luid kabaal, hij zat blijkbaar op een plaats waar hij eigenlijk niet mag zitten. Gevolgd door een oorverdovend gemiauw. Tot zover de rust.

Ik sjees de laatste paar treden op mijn tenen, en zo zachtjes als dit het toelaat, naar beneden om de herrieschopper tot bedaren te brengen. Wanneer ik de deur open maak staat Kleine Krijger al luid miauwend en knorrend op mij te wachten. Helemaal blij om mij weer te zien. Of om zijn voerbak die weldra gevuld zal zijn. Vanuit de hoek hoor ik een slaperige Groene Draak: “Goedemorgen” zeggen. Aan zijn reactie merk ik dat het voor hem eigenlijk nog te vroeg is. Geen vroege vogel dus! Toch schuif ik de gordijnen opzij. In een vloeiende beweging zet ik tuindeuren wagenwijd open om de ochtenddauw te verwelkomen. De zon is al aanwezig. Op het gefluit en getjilp van vogels na is het doodstil. Geen auto, geen hond, geen kind. Zalig!! Maar goed, het is dan ook een heel vroege zondagochtend.

Terwijl de dieren aan het eten zijn zet ik voor mijzelf een bak koffie. Het vermalen van de bonen doet gewoon pijn aan mijn gehoor. Alsof het een gigantische inbreuk maakt op de vredige stilte die heerst. De eerste meters van de tuin baden al in het zonlicht. Ik schuif de stoel zo stilletjes mogelijk opzij en neem plaats. Dit is pas zen wakker worden. De zon die langzaam mijn gezicht verwarmd terwijl ik de koele nachtlucht als een verkwikkende douche via mijn voeten omhoog voel trekken. Mijn neus vult zich met het aroma van de koffie en mijn oren genieten van de complete rust.

In tegenstelling tot Groene Draak, ben ik wel een vroege vogel. De ochtend was vroeger al mijn favoriete dagdeel en dat is nooit anders geweest. Zeker wanneer de wereld nog in diepe rust verkeert en ik alleen door het park wandel. Of zoals nu, in de tuin aan de koffie zit. De nacht rekent af met de drukkende chaos die zich ’s avonds als een dikke deken over de dag gedrapeerd heeft. De nacht poetst alles weg. ’s Morgens is er weer een nieuwe start. Een schone lei. Een nieuw begin. Dit wordt benadrukt door de stilte om mij heen. Er hangt een compleet andere energie in de lucht. Zo anders dan 12 uur terug. Het voelt schoon en fris. Alle mogelijkheden staan open. Nieuwe kansen dienen zich aan. Zo’n ochtend heeft iets magisch. Ja, zo zou ik iedere morgen wel wakker willen worden…

Groene Draak en ik worden wakker in de ochtendzon

Captains (b)log… #1

De weergoden waren begin oktober positief gestemd. Ze hadden het vieze weer, dat eerder daarvoor zonder pardon een week lang zijn gang was gegaan, terug in de kast gestopt. Die week waren er dagen met heel wat zon, blauwe luchten enVaren met Merlin en Foto Hamar, langs Rotterdam en havens zomerse temperaturen. Wij bedachten ons geen moment. We moesten het er nog éénmaal van nemen. Zo’n kans zouden we dit jaar niet meer krijgen. We namen alle twee een dag vrij. De route was reeds uitgestippeld. Warme kleding lag klaar en de wekker werd gezet. Die dinsdag zouden we onze eerste echte lange vaarroute met Merlin gaan maken. De eerste en tevens de laatste van dit vaarseizoen.

Rond 10.00 uur waren we in de haven. We installeerden onze spullen en maakten de boot klaar voor vertrek. De eerste keer dat we moesten tanken. Een bijzondere ervaring 💲🙄. De pijn van de rib uit mijn lijf ebde langzaam weg toen we de haven achter ons lieten en met onze bakkes in de volle zon richting Rotterdamse havens toerden. In tegenstelling tot de A16, die altijd vast staat op een door de weekse dag, was het op het water niet zo heel druk. Maar wat er voer, was bruut, groot en maakte heel wat golven. Wel vriendelijk volk, die schippers. Ze zwaaiden allemaal. Dus dat deed ik dan ook maar.

Vriendlief dirigeerde Merlin als een volleerd schipper door het water en al snel kwamen we aan in Rotterdam. Daar was het wel iets drukker op het water. Ik was onder de indruk van de grote en kolossale containerschepen. Je voelt je heel nietig wanneer je er tussendoor vaart. En je weet ook dat je geen gekke dingen moet doen. Al helemaal niet overboord moet vallen of in de dode hoek van zo’n schip terecht moet komen. Met de turbo aan lieten we de haven snel achter ons Panoramisch uitzicht in de haven van Rotterdam tijdens het varen door Foto Hamarterwijl de skyline van Rotterdam centrum voor ons opdoemde. Met mijn fototoestel in de aanslag schoot ik verschillende platen. Wat gaaf om alles vanaf het water te kunnen zien. De Euromast, SS Rotterdam, Hotel New York, alle watertaxi’s die links en rechts voorbij kwamen en de Erasmus- en Willemsbrug waar we onderdoor voeren. Bij het oude Tropicana namen we afscheid van Rotterdam en gingen op weg naar de Brienenoordbrug.

Vanaf dat moment werd de route een beetje saai. Een prima moment om het roer over te nemen en zelf te pionieren. We voeren langs de Sophiapolder waar Poownie en ik jaren met plezier hebben gestaan. Het deed pijn om te zien dat ze van dit prachtige eiland een moerasgebied hebben gemaakt. Gelukkig heb ik nog heel veel mooie herinneringen aan die periode. Het werd tijd voor de lunch. In standje slak voeren we over de Rietbaan met een broodje in de hand terwijl Dordrecht aan de horizon verscheen. We brachten een bezoek aan de havens in het Wantij. Inmiddels was het al 14.30 uur geweest en we hadden nog een stuk varen voor de boeg. Daarom werd het tempo iet wat opgeschroefd. À la Miami Vice stoven we langs Dordrecht en Zwijndrecht met hier en daar nog een kodak-foto moment natuurlijk. De lucht was immers nog steeds helder blauw!

Rond de klok van 16.00 uur lag Merlin weer op zijn plek in de haven en zaten wij uitgeteld in de auto op weg naar huis. Wat een bijzonder, indrukwekkende en heerlijke dag varen hadden wij er opzitten. Een heel mooie afsluiting van een vaarseizoen dat voor ons pas kortgeleden begonnen is. Dat belooft wat voor 2017!!

Foto Hamar tijdens het varen met Merlin op het water in de BiesBosch

Count your Blessings … #1

September 2014 begon het. Poownie liep kreupel. Ik gaf hem een paar dagen rust en liet de hoefsmid komen. Deze verhielp het probleem. Dachten we. Maar na een week liep hij nog steeds niet goed. Sterker nog, het werd alleen maar erger want hij stond die week nog maar op drie benen. De vee arts kwam langs. Hij onderzocht zijn hele been en maakte foto’s. Diagnose: een ontsteking tussen twee botten van het voorbeen. Te vergelijken met een tennisarm bij mensen. De verhalen lees je hier & hier…  Advies: volledig boxrust. Daar was ik het niet helemaal mee eens. Poonwie ophokken, langer dan een dag, zou alleen maar meer stress geven met alle gevolgen van dien. Gelukkig hebben wij een paddock aan stal en dat was volgens de arts een goede tweede keus. Zolang hij maar rustig zou blijven en niet opgejaagd kon worden door andere paarden.

De weken die volgden waren best wel spannend. Als Poonwie slechter zou gaan lopen moest ik de vee arts weer bellen. Twee keer per dag was ik op stal te vinden. ’s Morgens om hem zijn medicijnen te geven en te kijken hoe hij de nacht door was gekomen. ’s Avonds om hem van de nodige aandacht te voorzien. Hij was nog eens extra zielig omdat zijn maatje nog lekker in het weiland stond en hij het moest doen met een zandbodem en hooi. Daarom ging ik iedere dag minimaal een uur met hem grazen zodat hij in ieder geval nog dagelijks met één van zijn hobby´s bezig kon zijn.

Na de derde week in de paddock zag ik zijn kreupelheid afnemen. Alleen nog bij het opstaan ´s morgens liep hij een paar minuten kreupel. Na de vijfde week was er in stap niks meer te zien aan zijn been. In draf liep hij echter nog steeds steenkreupel. Inmiddels had ik mij er bij neer gelegd dat rijden er misschien niet meer in zou zitten. Zolang hij maar pijnloos door het leven kon gaan, dat was en is, voor mij het belangrijkste. Pas na een week of acht werd ook de kreupelheid in draf steeds iets minder. Hierdoor had ik goede hoop dat hij zou herstellen en geen pijn meer zou hebben. Aan rijden zelf wilde ik liever nog niet denken.

Begin december besloot ik een aantal keer per week korte stukjes met hem te gaan wandelen. Zomaar een kwartiertje en dan lekker grazen. Dit ging erg goed. Ik merkte ook aan Poonwie dat hij het fijn vond weer eens wat anders te zien en te ruiken dan de bekende dijk en zijn stal. Het ging zelfs zo goed dat we in januari de afstand één keer per week wat zijn gaan opvoeren. Poownie begon ook steeds vaker bokkensprongen te maken in de paddock zonder daar iets aan over te houden. Op 15 februari liepen we samen onze eerste vijf kilometer. Dat voelde als een grote overwinning.

Zou Poownie nu genoeg aangesterkt zijn dat ik ook op zijn rug kon gaan zitten? Dinsdag 17 maart, het zonnetje scheen en de lente was in aantocht. Na een aantal dagen van uitstel, straks zijn we weer terug bij af, besloot ik het er op te wagen. Poownie werd van een flinke poetsbeurt voorzien en toen was het zover. Zadel op zijn rug en hoofdstel in. Voorzichtig klom ik op zijn rug. Dat was inmiddels meer dan aan half jaar geleden. Ik merkte aan Poownie dat hij wat moeite had met zijn, en mijn,  evenwicht. Bij iedere pas was ik bang dat hij weer kreupel zou gaan lopen. We waren nog geen honderd meter van stal toen hij zich herpakte. Hij werd zekerder van zich zelf. Zijn passen werden ruimer en hij slingerde niet meer.

Ons stapritje duurde niet langer dan 30 minuten. Maar oh, wat hebben we er beiden van genoten. Poownie was één bonk energie. Zijn oortjes stonden rechtop en met zijn hele houding liet hij merken dat hij er zin in had. Ik moest mijzelf, maar zeker ook hem, inhouden om niet sneller en meer te vragen dan alleen een stukje stap. We liepen de zonsondergang, die op die dag mooier was dan anders, tegemoet. Wat voelde het goed om na zo’n lange tijd er weer samen op uit te kunnen.

Poownie