Het loopt altijd anders…

Lees hier alle voorgaande delen…

Projecten kosten geld. Dat weet iedereen. Dus toen ik er achter kwam dat ons systeem niet geheel hufterproof was voelde ik op mijn klompen aan dat we geld moesten uitgeven om het een en ander te laten verbouwen. Voorzichtig breng ik deze informatie bij de baas. De reactie valt mij mee. Sterker nog, ik krijg een budget mee en mag zelf gaan onderhandelen met IT. 

De onderhandeling staat voor dezelfde week gepland. En ik ben maar wat blij dat ik er niet alleen voor sta. Mijn eigen ITer is ook aanwezig en dat is maar goed ook. De thermen vliegen mij links en rechts om de oren en ik heb niet bepaald de tijd om de betekenis van alles op te zoeken. Er volgt een re-cap in Jip en Janneke taal, speciaal voor mij, en ik mag een klap op de knop geven. Onderhandelen blijkt uiteindelijk niet eens nodig. De aanpassing kost ons een “appel en een ei”. 

Nu dit stukje van het project is uitgezet is er voor mij even niets te doen. Dus kan ik al mijn tijd inzetten voor project twee. Want deze draait ook alweer een paar weken. Mijn collega en ik doen dit samen en dat werkt super fijn en vooralsnog vullen we elkaar ook heel goed aan. Ze heeft veel meer kennis op het gebied van projectmatig werken en het schrijven van projectplannen. Daar leer ik weer van. Het projectplan was dan ook vlot geschreven, een tijdspad werd uitgezet en voor beiden kregen we direct na inleveren een akkoord. Als eerste stond “informatie vergaren” en “veldwerk” op de planning. 

Er werd gezegd dat de concurrent mogelijk al een stuk verder was dan wij. In het kader van beter goed gejat dan slecht bedacht, besluiten we een “kijkje in hun keuken” te nemen. We schrijven ons alle twee in bij een andere organisatie en gaan undercover. Hun hele proces lijkt verdacht veel op ons huidige proces. Tenminste, bij mij. Mijn collega loopt echter wel tegen een aantal noemenswaardige punten op die bijzonder afwijkend zijn. Maar we willen een upgrade, geen downgrade. Dus laten we die snel los. Beide zijn we heel benieuwd hoe de vervolgstappen door de concurrent uitgevoerd worden. 

Hoewel kennis vergaren en afkijken de bedoeling is van ons veldwerk wil ik toch stiekem ook wel heel graag aan het einde van de rit mijn “papiertje” halen. Het duiveltje op mijn schouder zegt dat dit heus wel hand in hand kan gaan. Beantwoord de vragen en ondertussen houdt je oren en ogen goed open. Dus als ik daar zit kan ik een glimlach niet onderdrukken. Het is te grappig. Ik voel mij net een Alberto Stegeman of een Kees van der Spek. Uiteindelijk komen we er achter dat de concurrent nog helemaal niet zo ver is als waar wij naar toe willen. Maar het papiertje is voor ons alle twee binnen!

Het veldwerk heeft in die zin dus niet heel veel bijzonders opgeleverd. Wel weten we dat ons bedrijf in een paar opzichten voor op schema loopt. Het veldwerk kunnen we in ieder geval afvinken van ons lijstje. 

Maar dan komt het vervelende bericht. Kort na elkaar vallen er onverwachts een aantal collega’s uit. Dat betekend dat eerst project één en al snel project twee een lagere prioriteit krijgen. De komende weken moeten we alle zeilen bijzetten om niet alleen de toko maar ook ons zelf overeind te houden… 

Wordt vervolgt… 

Ondertussen, in de sportschool…

Ik ga zo op in mijn eigen wereld, de beat in mijn oren, het trappen op de pedalen en het zwiepen van mijn armen, dat ik de deur achter mij niet open heb horen gaan. Wanneer vriendlief heel enthousiast zijn telefoon voor mijn neus houd sla ik die in een reflex van mij af en stomp hem bijna op zijn neus. Iets met fight or flight. Door deze actie vliegt zijn telefoon uit zijn handen en buitelt door de lucht. In een split second trek ik mijn hand terug om hem geen blauw oog te slaan terwijl hij al het mogelijke doet om zijn telefoon van een wisse dood te redden. Tegelijk houd hij met zijn andere hand mijn lichaam in evenwicht. Iets wat ik niet verwacht waardoor ik alsnog uit balans raak en bijna van de crosstrainer lazer. 

“Jezus, what the f*ck doe je!?” Is het enige dat ik uit kan brengen. Vriendlief, totaal niet van zijn stuk gebracht brengt zijn telefoon weer naar mijn gezicht. Dit keer sla ik hem niet uit zijn handen maar kijk naar wat blijkbaar niet een uurtje had kunnen wachten. Oké, toegegeven, ik ben wel blij met de foto die ik zie. Iets met een verbetering aan ons bootje. Die binnen afzienbare tijd weer in het water ligt. Mijn hartje is overigens nog steeds bezig met het maken van salto’s in mijn borstkas. Dus ik neem direct maar een korte break. 

Als ik weer alleen ben en mij verzekerd heb dat de deur dicht is start ik mijn training opnieuw. Ik train ongeveer 3 keer in de week en inmiddels ben ik enkele weken onderweg. Mijn doel is om naast mijn zinnen te verzetten, mij ook lekker in het zweet te werken, mijn algehele conditie te verhogen en mijn spieren te versterken. Al met al wil ik gewoon beter in mijn vel komen te zitten. Nog iets weerbaarder worden dan ik al ben. En het is gewoon een fijn tijdverdrijf na een dag zittend op kantoor te hebben doorgebracht. 

Overigens train ik, in tegenstelling tot zoonlief, lekker thuis. Hij heeft heel even geprobeerd mij over te halen met hem mee naar de sportschool te gaan. Gelukkig zag hij daar, in zijn eigen voordeel, al snel vanaf. Want met mij kan het natuurlijk nooit normaal, zie eerste alinea van dit blog. Daar zit je als jong volwassene met het kweken van spierbundels gewoon echt niet op te wachten. Dus zeggen we elkaar vaak tegelijk gedag. Hij vertrekt via de voordeur naar de sportschool en ik ga de trap op naar boven, waar ik een kamer heb omgetoverd tot “private gym” 

Toen ik net begon met sporten, nu dus alweer enkele weken geleden, moest ik mij heel erg inhouden om mij niet overal blind in te storen. Doseren is het sleutelwoord. Iets dat ik, nu ik ouder aan het worden ben, door schade en schande heb moeten leren. Ik wil niet na een paar weken alweer met een blessure op de bank zitten. Zoals vorig jaar waardoor ik heel de zomer niet heb kunnen SUPpen of wakeboarden. Ik ben rustig begonnen en voeg iedere week iets toe aan mijn workout. Dat maakt dat ik wekelijks trainingen kan afwisselen en daardoor nog enthousiaster bezig ben. Inmiddels weet ik ook dat het niet het einddoel is dat telt, maar de reis er naar toe.

Invulling aan tijd…

Het overlijden van Poownie had een bizar grote impact op mij. Niet alleen was ik erg verdrietig, ik was ook extreem moe. Daarnaast voelde mijn lichaam alsof ik met 50km per uur tegen een muur op was geklapt. Mijn spieren stonden strak gespannen, mijn lichaam was verkrampt en mijn huid voelde overal beurs aan. Van gekheid wist ik de eerste weken niet wat ik moest doen. Alles voelde verkeerd. Ik was te rusteloos om mijn rust te pakken maar te moe om daadwerkelijk iets te ondernemen. Om over mijn concentratiespanne nog maar niet te spreken. 

Van mijn baas mocht ik “onder de radar” werken. Dat betekende dat ik wel mijn werk kon doen, lekker vanuit huis, zonder midden in de hectiek te staan. Op deze manier kon ik mijn zinnen verzetten en tegelijk ook helemaal mijzelf zijn met alles wat er in een rouwperiode te verwachten valt. Niet lang daarna stond onze wintersportvakantie gepland. Die week komt altijd als geroepen maar nu was dit extra fijn. Want afleiding en even helemaal weg uit mijn eigen omgeving zou mij niet alleen lichamelijk maar ook geestelijk weer helemaal op kunnen laden. 

En dat was precies wat iedere dag spelen op de berg in goed gezelschap met mij heeft gedaan. Eenmaal thuis had ik weer zin om dingen op te pakken. Aan de slag te gaan op mijn werk maar ook met projecten thuis. Daarnaast voelen de bezoekjes aan stal, zonder Poownie, nu minder zwaar aan. Ik besloot ook het intermittent fasting weer op te pakken en direct bij thuiskomst een gezonde week in te zetten. Ik kan maar beter gebruik maken van de positieve vibe die er hangt. 

In de verdrietige weken heb ik nergens naar gekeken. Maar dan ook echt nergens naar. Ik deed waar ik zin in had en at waar ik trek in had. Dat resulteerde in de hele dag door snaaien en snacken, ook ’s avonds laat. Bewegen deed ik minimaal. Uit ervaring weet ik dat ik mij daardoor juist niet bepaald beter ga voelen, in tegendeel. Echter kon ik mij er niet toe zetten terwijl ik weet dat regelmaat en ritme het beste voor mij is.

Ik maakte daarom dankbaar gebruik van het moment toen ook het sporten, na een week bikkelen op de berg, begon te kriebelen. Het meeliften op een flow, ook al heb ik die zelf gecreëerd voelt super fijn. Dat scheelt energie en is beter vol te houden. Nu ik ‘s avonds niet meer iedere dag naar stal hoef heb ik immers tijd over. Inmiddels heb ik 2 avonden in de week de (thuis)sportschool geconfisqueerd. Met daar achteraan een yoga sessie. Mijn stappenteller is opnieuw geactiveerd zodat ik tussendoor ook meer van mijn plek af kom en mijn waterfles is weer een vast onderdeel op mijn bureau. 

Het voelt extra goed om wat actiever en gezonder bezig te zijn. Poownie mis is nog steeds. Evenals mijn jarenlange routine. Toch komt er nu langzaam tijd en energie vrij voor een andere invulling aan mijn vrije tijd. En dat voelt goed.

Doe het zelven…

Sinds een paar jaar wax ik zelf de ski’s van de mannen en mijn eigen snowboard. Ik dacht altijd dat dit heel moeilijk was en alleen de pro’s dit zelf deden. Dus bracht ik braaf mijn snowboard naar de winkel waar ze hem door een of andere automaat haalden. Tegen betaling kreeg ik mijn board terug en zag hij er nog net zo ellendig uit als toen ik hem bracht. Toen ik een paar jaar geleden tijdens de wintersportvakantie zo’n beetje stil stond op de berg omdat mijn board zo uitgedroogd was als een zongedroogde tomaat was mijn irritatiegrens bereikt. Ik bracht mijn board halverwege de vakantie naar een sportwinkel in Oostenrijk. Toen zag en merkte ik pas het verschil. 

Eenmaal terug in Nederland dook ik de wondere wereld van het zelf ski’s en boards waxen in. Ik kocht een starterskit doe-het-zelven en ging daarmee aan de slag. Vanaf dat moment gaan de ski’s en mijn board gewaxt mee op vakantie en nooit meer uitgedroogd de vliering op na vakantie. Ik ben inmiddels ook al zover dat ik mijn koffertje met wasspullen mee neem op vakantie en halverwege de week mijn board van een frisse nieuwe wax laag voorzie. Zelf waxen is zoveel beter, leuker en uiteindelijk ook nog eens goedkoper. 

Aangezien de wintersport over een paar weken weer aanbreekt(*) sta ik ook nu weer over mijn kleurrijke board gebogen. Voor het eerst dit jaar heb ik mij er ook aan gewaagt de kanten te slijpen met een simpele kanten slijper. Ook dit zat in mijn doe-het-zelf koffertje. Maar ik had mij er tot aan nu nog nooit echt aan gewaagd. Het is mij gelukt de bramen en hapers er van af te krijgen. Ook heb ik, zoals de video op youtube mij voordeed, de kanten geslepen. Het geheel voelt scherper maar ben er nog niet helemaal van overtuigd dat ik er alles uit heb gehaald. Mijn nichtje heeft haar board eens laten slijpen en kon hem daarna niet normaal meer vasthouden. Haar board was veranderd in een vlijmscherp mes. Dus daar zou ik mij nog eens in moeten verdiepen. 

Het waxen gaat mij gelukkig redelijk goed af. En ik vind het leuk om te doen. Nadat de voorbereidingen getroffen zijn en de wax op het board gedruppeld is kan het feest voor mij beginnen. Heel neurotisch haal ik het strijkijzer van voor naar achter over mijn board. De inmiddels opgedroogde waxbolletjes smelten bij de aanraken van het hete ijzer. Hoe meer ik er overheen ga hoe makkelijker het uitvloeit. Na enige tijd voelt het board aan de andere kant ook warm aan. De wax is inmiddels zo vloeibaar geworden dat het als een olie achtige substantie op mijn board ligt. Als ik deze fase heb bereikt ben ik pas tevreden. 

Voorzichtig schraap ik het weggevloeide wax van de ijzeren kanten en laat het board en uiteraard de ski’s, een paar uur drogen. Aan het einde van de middag is de wax voldoende uitgehard zodat ik het overtollige wax er met een speciale schraper af kan schrapen. Dit is eigenlijk het minst leuke van de hele klus. Maar als het eenmaal is gebeurd geeft het een pestbende op de grond  heel veel voldoening zowel geestelijk als op de berg. Kom maar op met die afdalingen 💪🏼

*we zijn inmiddels weer terug van een heerlijke wintersport

Proof of concept

Lees hier deel 1, 2, 3 & 4

“Heb je ook al rekening gehouden met een proof of concept?” Vraagt mijn baas. Ik kijk hem aan terwijl mijn hersens als een razende Roeland rondjes rennen in mijn hoofd. Opzoek naar een invulling aan deze woorden. “Proof of Concept?” Vraag ik wat schaapachtig om wat tijd te rekken en daarna met een gepast antwoord te komen. Dat is dus een test van het groter geheel. Zodat je kunt zien of je idee, een deel van het plan of het product dat je voor ogen hebt te maken, ook echt werkt. Je test als het ware de haalbaarheid van je concept. 

Nee, daar had ik niet aan gedacht. In dezelfde vaart als mijn hersens nu werken sjees ik door naar de afdeling IT. Ik leg daar mijn “proof of concept” voor en vraag hem hoe we dit invulling kunnen gaan geven aan ons project. De ITer, die aan mijn project gekoppeld is, is een ware rot in het vak. Die zal dit vast vaker gedaan hebben. 

Nou, dat had ie ook. Hij gaf aan wat hij dacht dat we konden gaan doen. Met deze woorden sjees ik weer terug naar mijn eigen plek en ga aan de slag. Ik vraag een testaccount op bij het bedrijf waar we zaken mee gaan doen. Vraag direct een aantal inloggegevens aan en prik een datum voor IT en mij om de boel te gaan testen. 

Binnen no-time is alles geregeld en de eerste testdag is met het halen van de eerste bak koffie voor die dag van start gegaan. We sluiten ons op in het kantoor van de baas, die er zelf niet is. De deur kan ook nog dicht. Een dichte deur betekend op de rest van de afdeling: “niet storen of lastigvallen, tenzij het pand in de fik staat!” Het is zo belangrijk om af en toe in alle rust aan iets te kunnen werken. Zeker nu we iets moeten gaan uittesten wat de loop van ons nieuwe product zou kunnen gaan bepalen. 

De bedoeling van deze testdag is zien of en hoe bepaalde gegevens van systeem één naar systeem twee getransporteerd kunnen worden en visa versa. Daarnaast is het voor mij heel fijn om te zien hoe het nieuwe systeem werkt als we eenmaal live gaan.

In tegenstelling tot de ITer heb ik geen flauw idee hoe het achter de schermen zou moeten lopen. Daar is hij voor. Ik log mijzelf in en na een uurtje freubelen ben ik blij. Het is vrij intuïtief, overzichtelijk en ik snap wat ik moet doen. Ik klik hier en daar en begin te juichen want het is een prachtig systeem. De ITer tegenover mij schud zijn hoofd. “Klik nog eens?” Vraagt hij. En als ik gehoor geef aan zijn verzoek zie ik wat hij bedoelt. Ik kan mij meermaals inschrijven op het zelfde onderdeel. Dat is nu juist net niet wat we willen. 

Ik zie nu in hoe belangrijk het is om goed te testen en wat het nut van een proof of concept is. We moeten aan de bak om te kijken of het hufterproof gemaakt kan worden. Dat betekend communiceren met ITers van ons andere softwaresystemen en mogelijk ook onderhandelen voor een aanpassing. Met deze informatie in mijn achterhoofd plan ik alvast een overleg ik met mijn leidinggevende. Want dit gaat ons geld kosten maar ik wil hier echt heel graag mee verder. Fingers crossed!! 

Terug naar de basis…

De eerste nacht van het nieuwe jaar is voor mij een korte. Ik ging er rond 02.00 uur in maar wordt stipt om 0700 uur bruut gewekt door mijn eigen wekker. Die was ik om onverklaarbare redenen vergeten uit te zetten. Dit tijdstip, op de eerste dag van het nieuwe jaar vind ik echt nog iets te vroeg om mijn bed uit te stappen. Uiteindelijk dommel ik weer in om rond de klok van 0900 uur iets wakkerder mijn benen uit bed te zwaaien. Ik schuif van mijn bed direct mijn yogamatje op. Want ik vind niets zo heerlijk om mijn dag op deze manier te beginnen. Ook al is het twee uur later dan gebruikelijk. 

Al rekkend en strekkend, met mijn ogen dicht dat dan wel weer, voel ik mijn lichaam en geest langzaam op één lijn komen. Ik heb inmiddels een eigen flow gevonden waarbij ik de oefeningen doe die voor bepaalde lichaamsdelen veel baat hebben. Het is leuk om na meer dan een jaar oefenen echt verschil te merken. Het rekken gaat makkelijker, ik kom verder en bepaalde houdingen gaan mij steeds makkelijker af. Misschien dat ik hier nog eens een blog over schrijf. Voor nu open ik mijn ogen en voel mij letterlijk weer in rijk der levenden. 

Een feestbeest of nachtbraker ben ik nooit geweest. Terwijl ik de laatste dagen wel ver buiten mijn gebruikelijke uren naar bed ben gegaan. Doe daar de nodige calorierijke maaltijden en suikerbommen aan versnaperingen bij en dan krijg ik dus dit gevoel: opgeblazen, opgefokt, moe en geïrriteerd. Zomaar een paar van de ongewilde bijwerkingen van al het eten en snoepen. Tel daar dan ook nog een lichaam met organen die niet met, maar tegen elkaar aan het werk zijn bij op en het feest van niet in balans en compleet zijn is een feit. 

Ik ben zo blij dat ik inmiddels weet hoe ik dit alles met een simpele stap kan reduceren. Oké, met twee stappen om heel eerlijk te zijn. De eerste is meer bewegen. Letterijk, dus meer stappen zetten, wandelen, dansen, fietsen, skaten. Alles om de ene voet voor de andere te zetten. En Intermittent fasting. Maar eerst staat er een bezoek aan schoonmoeders gepland. En tja, ze heeft speciaal in de rij gestaan voor overheerlijke oliebollen en appelbeignets. Dus wanneer ze verwarmd en al op tafel staan sla ik niet over. Toegegeven, de appelbeignets zijn heel wat lekkerder dan die uit de supermarkt. Ik eet hem dan ook met veel smaak op. De oliebol daarentegen verliest het met die van de supermarkt. Het is net een stuiterbal voorzien van een laagje vet. 

Goede voornemens zou ik het niet willen noemen. Ik vind het eerder een vervolg van de juiste weg die ik al ben ingeslagen. Want heel 2023, op feestelijke periodes en vakantie na, liep IF als een rode draad door mijn leven. Soms koste het mij moeite maar meestal niet. Ik hield mij ook niet iedere dag strak aan de uren. Bewustwording van wat ik wanneer eet en drink, voelen in zowel lichaam en geest hebben mij gebracht op een punt waarbij ik nu merk wat eten allemaal met je doet. 

GO…

Lees hier deel 1, 2 & 3:

Na een paar overleggen met de “big boss”, terug naar de tekentafel, een flow toevoegen en wat extra uitleg krijgen over een “waarom-moet-dat-zo?”, is het zover. Mijn projectplan is af. Met wat hulp lukte het zelfs om een planning in elkaar te knutselen. Het plan is in totaal een aantal pagina’s dik, bezit mooie grafieken, overzichten, flows en een heuse tijdlijn. Er zit heel veel uren bloed zweet en tranen in en ik kan jullie zeggen dat ik verdomd trots ben op dit stukje werk. Maar nu is het zover dat ik het plan door moet mailen zodat de baas hier ook wat van kan vinden. 

Tja en dan is het wachten tot de week om is. Heel de week is er ook niemand van de directie op kantoor, want druk, druk, druk. Wanneer ik ze tussendoor een keer spreek laten ze er ook niets over los. Zelf doe ik alsof mijn neus bloed maar ondertussen heb ik geen nagels meer over. Als de vrijdag aanbreekt en we het overleg in gaan ben ik de eerste die het woord neem: “Wat jullie ook besluiten, ik ben alvast trots op wat ik gemaakt heb!” Het plan heb ik de hele week onder mijn arm met mij mee gesjouwd.

Ze moeten alle twee lachen. Want het plan is goedgekeurd en ik krijg een “GO”. Vanaf nu mag ik mij junior projectleider noemen. Ik mag alvast een start gaan maken met het uitnodigen van de project teamleden, die overigens nog niet allemaal wisten dat ze mee zouden doen, en de kick-off voor mijn aller eerste project gaan voorbereiden. 

Ik zie ons zelf al zitten, gezellig uit eten. Proosten op dit nieuwe project en wat voor een gemak het voor onze klanten zal gaan worden. Maar nee, dat ging de baas te ver. Een digitale kick-off is ook prima. Jammer. Maar ik laat het er niet bij zitten. Ik draai een korte presentatie in elkaar en nodig iedereen die ik nodig heb uit om volgende week dinsdag de Kick-off bij te wonen. 

Het voelt wel een beetje vreemd als ik op de bewuste dag iedereen via teams voor mij zie. In afwachting wat ik te vertellen heb. Alle collega’s die aanwezig zijn, inclusief directie, zijn bekend met projecten. Ik sta hier als noob en voel mij dan ook een beetje opgelaten. Wat als ik het verkeerd doe en de plank finaal mis sla? Al snel kan ik dat gevoel weer achter mij laten. Ik ben nog niet bekend met het leiden van een project maar hé, ik heb in een paar maanden tijd de kennis vergaard die zij nog niet hebben. Dat troost mij en als snel voel ik het enthousiasme weer oplaaien. Ik kan deze collega’s deelgenoot maken van een heel leuk traject. Daarnaast kan ik terugvallen op ieders ervaring en inzicht. Ik heb immers de pro’s om mij heen verzameld. 

Ik vertel van A tot Z waarom ik wat gedaan en ontdekt heb en vertel ze wat ik van hen verwacht. Daarnaast lopen we de planning door met de hoogtepunten. Tot slot vraag ik wat ze er van vinden. Gelukkig zijn ze stuk voor stuk net zo enthousiast als ik.

Na dit overleg kan ik alvast een groen vinkje op de planning erbij zetten: KICK-OFF: done ✅

Flow…

Lees hier deel 1 & 2

Hoewel ik er hard aan gewerkt heb, veel heb uitgezocht en nog meer heb nagevraagd ben ik toch zenuwachtig als ik mijn eerste concept projectplan naar de baas mail. Zit ik wel op de goede weg? Snapte ik eigenlijk wel wat de bedoeling was? Echt, de twijfel slaat enorm toe. Wat natuurlijk nergens over gaat en ook totaal niet nodig is. Toch voelt alsof ik na jaren goed te hebben gewerkt opeens opnieuw beoordeeld wordt. Nou ja, niet ik zelf, maar mijn werk. 

Bij het starten van het overleg worden de zenuwen direct weggenomen. Het ziet er alvast goed uit. En dat is toch wel even fijn om te horen. Ik moest nog wat toelichten. En er wordt mij gevraagd om wat flowcharts aan het geheel toe te voegen. Dat is super handig voor de mensen die één en ander op IT gebied moeten gaan maken. Maar ook als leidraad voor het projectteam. Zien welke stappen er genomen moeten worden en wat er dus aangepast of vernieuwd moet worden. 

Ik snap wat een flowchart is. Zo’n overzicht met vormpjes en pijltjes. Of te wel een schematische voorstelling van een proces. Hoe ik het moet maken? Geen idee. Daar blijken we dus een speciaal programma voor te hebben. Visio. Niet te verwarren met de fysio. Ik kreeg toegang tot het programma en ik werd losgelaten. Veel plezier er mee!!

Op youtube zoek ik naar handleidingen waar de meest uiteenlopende filmpjes voorbij komen. Het een nog mooier dan het ander. Jeetje maak nu maar eens een keus. Vol enthousiasme stort ik mij op mijn eerste ontwerp. Nou dat gaat dus werkelijk nergens over. De hokjes doen niet wat ik wil. Kleuren krijg ik niet aangepast. Alles staat te dicht of te ver weg van elkaar. De pijltjes leiden een eigen leven. En zojuist kom ik er ook nog achter dat alle vormpjes een eigen betekenis hebben. Wie verzint dit?! Ik wil niet de veroorzaker zijn van chaos op de IT afdeling. Dus kies ik voor een blanco pagina en start opnieuw met allemaal dezelfde vormpjes. Gewoon simpel!!

Wanneer ik een halve dag onderweg ben heb ik een deel van de flowchart op het scherm staan dat ergens op lijkt. Oké, bij lange na niet zo futuristisch als de pro’s op youtube. Maar hé, ik ben een noob. Het is duidelijk en leesbaar. Tot ik er achterkom dat ik ergens halverwege een blokje of twee vergeten ben. Kijk en dan krijg ik een error. Want dat betekend dat ik alle pijltjes, lijntjes en vormpjes weer moet gaan verslepen. 

Aangezien dit project naast mijn normale werkzaamheden gedaan word kost het mij zo’n beetje iedere vrije minuut die week om 1 flowchart te maken. En ik moet er nog minimaal 2 in elkaar knutselen. Even vrees ik dat ik hier wel een maand voor uit kan trekken. Maar door al mijn gehannes begin ik er wel steeds meer handigheid in te krijgen. Het lukt mij zelfs om de pijltjes zonder knikje en op de manier zoals ik het wil in het scherm te krijgen. De kleuren aan te passen en tekst toe te voegen zonder dat de boel verspringt. 

De volgende flowcharts maak ik al heel wat sneller dan de eerste. Ook deze verwerk ik in mijn projectplan dat nu toch echt ergens op begint te lijken… 

Als nieuw…

Uit de oude doos,
Toen yoga nog geen vast onderdeel van mijn leven was...

Zodra ik mij uitrek schiet er een pijnscheut door mijn rug. Bij iedere beweging, van welk lichaamsdeel dan ook, voel ik het. Mijn “botjes” zitten in de knoop. Ik strompel mijn bed uit en probeer mij te rekken en te strekken. Hier en daar hoor ik wat kraken. Na een half uur sta ik nog scheef op mijn benen. Benauwd kijk ik vriendlief aan voor hulp.

“Zachtjes!!” gil ik. “Ik heb je nog niet eens aangeraakt!” Zegt vriendlief terug. Voor de zekerheid hef ik mijn wijsvinger nog even gebiedend naar hem op. Met enige tegenzin draai ik mij weer om. Mijn rug moet gekraakt worden zodat alle “botjes” weer terug schieten naar de juiste positie. Ik weet dat het daarna over is en ik weet dat het geen pijn doet. Maar oh, dat geluid!! Kraken werkt ook alleen wanneer ik ontspannen ben. Maar dat lukt niet, want ik krijg spontaan de slappe lach wanneer groene draak aan komt waggelen om te kijken wat wij daar, aan de andere kant van de woonkamer, aan het doen zijn. Het lachen vergaat mij al snel want ook dat doet pijn. Op het moment dat ik uitadem drukt vriendlief zijn handpalmen aan weerszijde van mijn ruggengraat. Er klinkt een vreselijk gekraak. Gevolgd door een gil van mij.

“Je moet echt eens naar haar toe.” Zegt mijn collega. Ze geeft mij een visitekaartje van een familielid. “Massagesalon met Thaise invloeden…” Lees ik hardop voor en kijk haar daarna bedenkelijk aan. “Het is een Thaise massagesalon. Ze is echt heel goed. Zelfs Nick en Simon laten zich daar masseren.” Alsof dat mijn bedenkingen weg zouden moeten nemen.

Ik besluit toch een afspraak te maken. Dus lig ik diezelfde week nog in een prachtige sfeervolle kamer, met zeer aangename temperaturen, op een massagebank. Mijn hoofd ligt klem in het gat in de bank en ik staar naar een bak water waar geurende bloemblaadjes in drijven. De dame die mijn rug gaat masseren is ongeveer de helft kleiner dan ik. “Zo, jij last hebben van rug? Ik jou helpen van rugpijn af!” Zegt ze vriendelijk maar daadkrachtig.

Ze klautert handig op het bed en begint eerst voorzicht, maar al snel met meer druk aan mijn verkrampte rug. Voor ze echt aan het masseren gaat kraakt ze eerst wat wervels op hun plek. Dit gaat op zo’n ontspannen manier dat ik er bijna geen erg in heb. Boven het gekraak uit vraagt ze “Jij doen veel computerwerk?” Kans om te antwoorden krijg ik niet. Ik word geplet tussen de massagetafel en de masseuse. Ze is dan niet zo groot, maar ze heeft heel veel kracht. Op het moment dat ik dreig te bezwijken onder deze druk schiet de laatste wervel terug. “Zo, straks jouw rug is als nieuw!”

Naast mijn rug neemt ze ook mijn nek, armen, handen en vingers onder handen. Daarna volgt er nog een korte scrubsessie om mij van alle olie te ontdoen. De thee staat al op mij te wachten als ik weer onder de levenden ben. Het was een heerlijke massage. Inmiddels ben ik al een aantal keer langs geweest. Voor een ontspanningsmassage moet je hier niet zijn, want je wordt door de mangel gehaald. En dat alles zonder er beurse plekken aan over te houden. Ze had gelijk. Mijn rug voelt keer op keer als nieuw!

Overzicht…

Deel één: “Al doende leer ik…”  

Oké, nu eenmaal duidelijk is wat de baas wil is het mijn taak om uit te zoeken wat het product precies kan, hoe het allemaal werkt en of het iets voor ons zou kunnen zijn. De eerste paar weken staan dus vooral in het teken van veel leeswerk en interviews houden met de mensen die kennis in huis hebben. Want het werd al snel duidelijk dat ik die bepaalde kennis (nog) niet had. Veel uitpluis werk dus. 

Als mijn collega’s al gek van mij worden dan zijn ze zo lief om dat niet te laten blijken. Ik ben niet inzetbaar voor het gewone werk als ik met dit project bezig ben. Zodra ik weer iets nieuws ontdekt heb ben ik vervolgens zo enthousiast dat ik het wel MOET delen. Want na ieder gesprek met een extern deskundige, zoals ik voor het gemak de mensen die ik bevraag ben gaan noemen, word ik enthousiaster en enthousiaster. Het is maar goed dat ik hierin (nog) geen beslissingen mag maken. Ik denk dat we binnen no-time failliet zijn met alles wat ik zou willen. Maar alles valt te leren, dus ook het voorbereiden en mogelijk misschien zelfs het leiden van een project.  

Terug naar de basis. Ik heb diverse leveranciers gesproken, offertes opgevraagd, een aantal team meetings gehad en heel wat heen en weer gemaild om al mijn vragen beantwoord te krijgen. 1 Boor kan namelijk meer vragen dan 10 leveranciers kunnen beantwoorden. Mijn kennis omtrent dit onderwerp word steeds groter en nu is het mijn taak om in een overzicht alle voors en tegens te verwerken. Ik kreeg als tip niet te veel tekst te gebruiken. Een blog is leuk, maar niet voor je projectplan. Een Excel overzicht doet wonderen.

Zie je, weer iets geleerd. Nu ben ik aan het stoeien met een fatsoenlijk leesbaar maar vooral begrijpbaar overzicht. Ik ben er bij de start nog niet over uit wat handig is en het duurt dan even voor ik de informatie die ik nu in mijn hoofd heb zitten kort en bondig op het scherm zie verschijnen. Uiteindelijk ga ik alle offertes, mails en websites nogmaals langs en zet de mogelijkheden maar zeker ook de onmogelijkheden op een rij.

Net als ik denk dat ik klaar ben valt mijn oog op een onderwerp dat ik nog niet benoemd heb maar wat zeker wel een plek in mijn overzicht verdiend. Ik zet het er tussen. Rommel nog wat met de kleuren, want gek op kleurtjes, en sla het bestand op. Ik heb er een hele klus aan gehad en schrik op als ik zie dat mijn werkdag al meer dan een half uur geleden is afgelopen. De tijd is voorbij gevlogen maar het was een super productieve dag. De informatie staat nu, heel duidelijk, in een overzicht op het scherm. Zelf zie ik nu ook wel dat dit veel handiger is dan lappen tekst.

Naast productief was het ook nog eens erg leuk om te doen. Ik kan het niet laten en verwerk dit bestand direct in mijn projectplan dat steeds meer vorm begint te krijgen. Aan het einde van de week moet ik mijn eerste concept laten zien. Er moet nog aardig aan gesleuteld worden en ik ben daarom heel benieuwd welke op- en aanmerkingen er gaan volgen. 

Wordt vervolgt…