Obstacle run…

In mijn ene hand heb ik een zak hooi van rond de 12 kg en in mijn andere een verrekte splinter. Die er ingeboord werd toen ik de laatste pluk hooi in de zak propte. De hooibaal, die om logistieke reden heel onlogisch is geplaatst, is alleen via een kleine hindernisbaan te bereiken. Om er bij te kunnen heb ik mij tussen twee andere balen in laten zakken. Hoe ik weer naar boven moet komen vraag ik mij nu dus af. Met wiebelige benen probeer ik mijn evenwicht te hervinden. 

Deze hooibalen zijn normaal zo stevig als een huis. Maar wanneer de touwtjes allemaal doorgesneden zijn en het ook nog eens die baal is waar ik overheen moet om aan het begin te komen dan kan dat best een uitdaging zijn. Na wat klim- en klauterwerk, een vloek links en een uitglijder rechts, lukt het mij om één zak, gevuld en al, mee het hok uit te slepen. Met het zweet op mijn voorhoofd duik ik het hok weer in. Er moeten nog twee zakken gevuld. Vanuit de paddock klinkt er gehinnik. Volgens sommige duurt het te lang….

Ken je die puinruim zakken, van die bigbags? Dat zijn onze hooizakken. Oké ze zijn iets kleiner, maar nog steeds flink aan de maat. Ik sleep zo’n zak achter mij aan en ga vol goede moed de hindernisbaan weer over. Onder het zeil door, op het krukje via de kleine baal, over een grote baal naar de achterkant van het hok. Ik laat mij vakkundig tussen de balen naar beneden glijden en vul opnieuw een zak. Ik zet mijn hand boven op de baal. Wanneer ik afzet zak ik met diezelfde hand tot aan mijn oksel tussen de inmiddels losliggende plakken hooi van diezelfde baal. Mijn goed gevulde hooizak, die ik al bovenop de baal had gekregen, raakt uit balans en dondert over mij heen het “ravijn” in. De hele zakken-vul-exercitie begin van vooraf aan. Uiteindelijk kom ik al hijgend, proestend en met het zweet tot in mijn bilnaad uit dat vervloekte hooihok. Aan iedere hand sleep ik een gevulde zak mee. En die verrekte splinter! 

Ik gooi een zak in de kruiwagen en sjok door de paddock naar achteren. Halverwege wordt mijn pad geblokkeerd door een skippybal van de paarden. Wat the f*ck? Het lijkt hier wel een obstacle run. Achter mij hoor ik hoefgetrappel en als ik mij omdraai staan er 5 pony’s vragend te kijken waarom het wederom zo lang moet duren… Hoewel ik niet met een stopwatch heb staan klokken heb ik er wel beduidend langer over gedaan. Ik slalom mijn kruiwagen om de bal, de mesthopen er achter en de kuil die een van de knollen uitgerekend hier heeft staan graven. Nog voor ik de kans krijg de zak te legen in de daarvoor bestemde ruif wordt er al aangevallen alsof ze dagen niks gevroten hebben. De hongerlappen. 

Echt kei-verrot, neusgaten vol met stof en compleet bezweet neem ik afscheid van mijn veelvraten en keer huiswaarts. Als er nog mensen moeten trainen voor één of andere hardloop, obstacle run of mudmasters gedoe?? Kom dan alsjeblieft mijn voerdienst overnemen. Wedden dat je in no-time een topconditie hebt?! De stoflongen en broekzakken gevuld met hooi en stro krijg je dan van mij. Geheel gratis!!

Wintersport in eigen land…

Nou, volgens mij kan ie wel hoor!! Roept vriendlief vanuit de deuropening. Als een stuiterbal dender ik de trap op om mij om te kleden. Mijn schaatsen had ik een paar dagen ervoor al klaar gelegd in de gang. Schoenen aan, jas van de kapstok. Nog net op tijd denk ik aan mijn handschoenen en graai deze ook nog even uit de la voor ik de deur achter mij dichttrek. Alle kinderen zitten op dit moment nog op school. Lekker rustig dus. 

Terwijl Vriend zijn schaatsen al aan het aantrekken is loop ik heel bedenkelijk een ronde om de sloot. Hij riep wel dat het kon, maar toch vertrouw ik het nog niet helemaal. “Kom je nog?” Roept vriend vanaf het ijs. Ik durf er eigenlijk niet eens met mijn schoenen op. Het ijs kraakt aan alle kanten terwijl hij zijn eerste rondjes maakt. Krakend ijs breekt niet is net zoiets als blaffende honden bijten niet, toch?? Ik blijf wel aan de kant kijken hoe hij straks een wak in schaatst… Na een paar minuten stapt ook hij bedenkelijk van het ijs. Het kraakt toch wel heel erg. 

Ik heb een beter idee. We rijden naar de polder. Daar is een fantastisch natuurgebied dat geen hinder heeft van bebouwing en dus prima is dicht gevroren. Een bijkomend voordeel, de plas is niet zo heel diep. Mocht het mis gaan… Het ijs ligt er redelijk bij. Ook nu kraakt het maar ik voel mij hier veiliger dan bij de sloot achter ons huis. We hebben het hele stuk voor ons alleen. Dat maakt het ook direct een beetje tricky, want waar kun je wel en niet precies schaatsen. Ik blijf veilig aan de kanten. Het is ruim 9 jaar geleden dat ik op het ijs gestaan heb en ik voel mij net Bambi. 

We worden aangemoedigd door een aantal wandelaars. “Wat leuk dat er al geschaatst kan worden!” Roepen ze vanaf de kant. Met gevaar voor eigen leven, dat dan weer wel. Het is dat ik niet kan wachten!! Na nog geen uur houden we het hier voor gezien. De voeten, de onderrug, mijn schenen. Vroeger stond ik hele dagen op het ijs. Nu ben ik na een uur al versleten. Maar wel voldaan!!

We knallen wat foto’s in de groeps-app met de vraag wie er zin heeft om de volgende dag met ons mee het ijs op te gaan. Niet iedereen schaatst of heeft schaatsen maar vanuit iedere familie (die mee zou gaan op wintersport) komt er wel een “afgevaardigde” die kant op. Wanneer de meeste jeugd nog op school zit, staan wij met zijn allen op het ijs. Met of zonder schaatsen. Hoe leuk is dat!! Er stond een straffe wind, er was sneeuw en ijs, we hadden kramp in de pootjes, deden lompe praat en hebben flink gelachen. Yep onze wintersportweek samengevat in 2 uur ijspret. Alleen de koek en zopie (apfelstrudel und schnaps) miste nog. 

Ik stap deze zaterdag zonder spierpijn uit bed. Toen ook de wind nog achterwege bleef stuurde ik weer een berichtje rond. “Wie gaat er mee?” Dit keer waren er ook andere familieleden die zowel op de schaats of met de wandelschoenen aan, mee deden. 

Dit weekend was een ware traktatie, met de mooie blauwe lucht boven ons en het krakende ijs onder de voeten, toch een beetje wintersport tijdens onze wintersportloze week…

 

Voor het eerst op het ijs

What Sup, in de Biesbosch …

Het is midden in de week en we zijn beide een dag vrij. Het vaarseizoen loopt bijna op zijn eind. Dus nu het weer nog goed is besluiten we om er nog even met de boot op uit te gaan. Mijn SUP gaat ook mee. Het is lang geleden dat ik alleen een tour gemaakt heb. Ik ga liever met iemand anders het water op. Zoals de laatste keren. Maar heel af en toe is het fijn om alleen op pad te gaan. Een met mijn gedachte tijdens een work-out in de natuur. 

Onderweg passeren we een paar boten maar eenmaal op onze “eindbestemming” is het ernstig rustig. Op een enkele boot die voor anker ligt en een verdwaalde kanoër na is het er eigenlijk helemaal stil. Het contrast met afgelopen zomer had niet groter kunnen zijn. Toen lagen de strandjes hier vol met alle denkbare boten en was de jeugd uit alle omliggende plaatsen hier te vinden. Overal waar je keek voeren boten en alle steigers waren bezet. Nu dus niemand. 

Vriendlief zwaait mij uit terwijl mijn soloreis begint. De aller eerste ontmoeting is met een schildpad. Hij ligt op zijn gemakt te zonnen op een stronk tegenover de boot. Niet gehinderd door toeristen en waterrecreanten. In totaal kom ik er vier tegen. Waarvan er drie voor mij op de vlucht gaan en in het water springen. Aan de waterkant bloeien de laatste zomerbloemen en overal vliegen de waterjuffers met mij mee. 

Ik heb het nog nooit zo helder gezien in dit deel van de Biesbosch. Op sommige plaatsen is het zeker drie meter diep en nog zie ik de bodem. Zolang ik niet beweeg ben ik geen gevaar voor de vissen. Al snel zie ik ze onder mijn sup door zwemmen. Zodra ik mijn paddel in het water steek schieten ze er pijlsnel vandoor. Wanneer ik hier in de avond zou suppen zou ik waarschijnlijk ook bevers kunnen spotten. Eerder al zag ik hier een ree tussen het riet. 

Dan kom ik op een stuk met heel veel waterplanten. Het zijn er zoveel dat ontwijken geen optie is. De strengen strekken zich als lange tentakels naar mij uit. Als gehypnotiseerd blijf ik er naar kijken terwijl ik er overheen paddel. Ik kan ze bijna horen roepen: kom hier, hier is het mooier!! Ik moet oppassen dat mijn vin er niet in blijft hangen anders lig ik er zeker weten tussen. 

Opeens vraag ik mij af of het beeld er vanuit de hemel ook zo uitziet? Als je naar beneden kijkt zie je een compleet andere wereld. Maar je kunt nooit onderdeel worden van het geheel dat onder je zichtbaar is. Een bijzondere gedachte die nog even bij mij blijft. De familie zwaan haalt mij uit mijn mijmeringen. Ze zijn niet blij met mij, ondanks dat ik nog een flink eind bij ze vandaan ben. Ik kies eieren voor mijn geld en keer om. De ganzen zijn mij liever gezind. Ik krijg van hun een vrije passage naar de overkant van het water. 

Op de terugweg passeer ik lege stranden en nog meer lege aanlegsteigers. Ik zie het helderste water dat ik ooit gezien heb. Wauw, ik realiseer mij opeens dat dit natuurgebied helemaal tot leven is gekomen nu het er uitgestorven is… 

Change of plans… 

Terwijl ik voor de kast sta en mij afvraag wat ik vandaag aan zal gaan trekken hoor ik de wind door de bomen jagen. Ik trek de jaloezieën even snel uit elkaar. Net was er nog een zonnetje en oke, er stond wat wind maar niet zo veel als nu. Even heb ik spijt dat ik mijn geplande middag vol met huishoudelijke klusjes heb ingeruild voor een middag Stand Up Paddelen (SUPpen) met mijn nichtje. Dat wordt afzien ben ik bang. 

Deze middag reizen we af naar de Bergse Plassen in Hillegersberg. Zelf ben ik er nog nooit geweest. Maar op Google Maps ziet het er alvast leuk uit. Het water bestaat uit twee delen. De voor- en de achterplas. Er zitten een aantal watersportvereniging, havens en wat restaurants rond en aan de plas. En het leukste zijn nog wel de eilandjes met vakantiehuisjes op het achterste deel. 

Als we aankomen vinden we zowaar een plekje direct aan het water. Waar we onze boards kunnen oppompen en direct te water kunnen. Het weer is 180 graden gedraaid. Het is zo mogelijk nog iets harder gaan waaien en er vallen zelfs wat druppels. Gelukkig zijn we beide gekleed op wat frisser weer. We laten ons niet kennen en springen op ons board, nadat we eerst onze bidon met drinken vergeten en als we deze eenmaal hebben, weer in het water laten vallen haha. Op aanwijzen van mijn nichtje paddel ik de plas over. Op weg naar rustig vaarwater. Want de achterplas ligt namelijk wat meer beschut. 

We zijn nog geen 500 meter verder of het zweet breekt ons al uit. Ze had niet gelogen. Hoewel er toch nog flink wat stukken water open liggen is het er aangenaam vertoeven. De donkere wolken moeten zelfs plek maken voor de zon die echt zijn best doet om aanwezig te zijn. We doen een rondje om de fontein maar zorgen er wel voor niet al te dicht bij te komen. Met 30 graden een prima verkoeling. Maar nu iets te fris. Daarna gaan we door naar de eerste eilandjes. Omdat we steeds vanuit de wind de luwte weer in paddelen valt het dus reuze mee met de tegenwind.

Ik laat mij verbazen door alle leuke en bijzondere bouwwerken die aan het water staan. Van kneuterig knus naar bouwval met hier en daar een hippie lodge. Sommige mensen hebben er echt een fantastische plek van gemaakt. Compleet met buitensauna, zwembad en tuinkeuken. De enige manier om er te komen is per boot. Aan iedere tuin is dan ook een steiger te vinden met een grote diversiteit aan water-vervoersmiddelen.

Ondanks het weer had ik op een dag als vandaag wat meer volk op het water verwacht. Gelukkig voor ons, want zo hebben we geen last van de golfslag van voorbij varende boten. Alleen op de voorplas is het een drukte van jewelste met zeilbootjes van de zeeverkenners. We doen erg ons best om een gevarieerde route op de kaart achter te laten. Maar wanneer ik bij terugkomst de kaart bekijk zie ik dat we gewoon een heel gedeelte vergeten zijn mee te nemen. Maar ach met 1.5 uur onderweg en 5.5 km op de teller zijn we niet slecht bezig geweest. En toegegeven, dit was uiteindelijk een beter tijdverdrijf dan het huishouden… 

Suppen op de Bergse Plassen

Whats SUP III, Kinderdijk …

Op facebook vond ik een groep met heel veel gelijkgestemden die enthousiast, zo niet enthousiaster, spraken over hun sup-hobby dan ik ooit zou kunnen. Ik las verhalen van diverse mensen die, net als ik, het leuk vinden om te recreëren op het water en tegelijk iets aan hun conditie willen doen. Maar er zijn ook wedstrijdsuppers, clean-up suppers, yoga suppers, suppers met de hond, toersuppers. De lijst is eindeloos. Dagelijks stromen er verhalen en vragen binnen. De geplaatste foto’s zijn erg leuk om te zien, net als de locaties en afgelegde routes die gedeeld worden. 

Via facebook werd ik lid van de afspraken-app voor sup-tochten door heel Nederland. Hoe leuk is dat?! Het duurde dan ook niet lang of de eerste afspraak was een feit. Suppen langs de molens van Kinderdijk. Aangezien Kinderdijk vanaf 2 juni weer open zou gaan voor publiek (Althans, dat was de bedoeling…) besloten we voor die datum nog snel even te gaan. 

Het is zondagochtend en nog geen 09.00 uur als ik de nagenoeg lege parkeerplaats bij Kinderdijk op rij. Voor nu is er in ieder geval plek zat. Ik maak eerst maar eens een verkenningsronde om te zien waar we straks te water kunnen. Er staat redelijk wat wind en ik ben blij dat ik een jasje aan heb. In totaal hebben er zes personen op de uitnodiging gereageerd. Afgezien van wat facebook contact zijn het allemaal onbekenden voor mij. Uiteindeljk blijven we met vier man over. Een persoon bleek zich gisteren al afgemeld te hebben en de ander ging het niet meer redden, want verslapen. Dat mocht de pret niet drukken. Na een korte kennismaking kan het oppompen van de sups beginnen.

Mijn warming-up heb ik er alvast opzitten en mijn jas kan uit. Direct naast onze auto’s is een soort kano aanlegsteiger, dus we kunnen gelukkig makkelijk te water. De heren nemen het voortouw en paddelden direct weg. Terwijl de twee dames eerst nog wat plaatjes willen schieten. Want zeg nu zelf, een mooie blauwe hemel met de molens als decor terwijl je er op enkele meters afstand langs paddelt is niet iets wat je dagelijks mee maakt.

De heren vragen zich af waar we blijven dus zetten we er de vaart in. Ik kom voorop te liggen en vanaf daar paddel ik met een van de heren verder. We raken in gesprek over lessen en techniek. Ik krijg wat handige tips die ik direct kan toepassen. We zetten even flink aan voor een sprint, maar hij is veel te snel voor mij. Na een honderd tal meters moet ik hem laten winnen. Als we de bocht door zijn komen we een aantal andere suppers tegen. Helaas hebben we flinke wind tegen. Zoveel zelfs dat we besluiten om halverwege te keren. Dat maakt de terugweg een stuk aangenamer. Er wordt nog een keer van paddels gewisseld om te testen of carbon echt lichter is en verder kletsen we heel wat af. 

Als we eenmaal bij het beginpunt zijn aangekomen (waar het inmiddels rete druk is!!) hebben we iets meer dan 6 km afgelegd in een kleine 1.5 uur tijd. Ik heb een geweldige tocht achter de rug, nieuwe mensen leren kennen en wat handige tips meegekregen. We wonen redelijk bij elkaar in de buurt, dus we zullen vast nog eens vaker met elkaar op sup-date gaan. 

 

Suppen langs de molens van Kinderdijk

Corona’s voordeel….

De afgelopen twee jaar heb ik het sporten weer lekker opgepakt. Hoewel het hardlopen er niet echt meer inzit in verband met een terugkerende knieblessure kan ik mij toch prima vermaken in mijn eigen “sportschool” thuis. Met de wintersport aan het begin van ieder jaar ligt de nadruk vooral op het aansterken van spieren die ik met het snowboarden gebruik. Ervaring heeft mij geleerd dat ik zoveel meer van mijn week in de sneeuw geniet met een gedegen voorbereiding. Bij terugkomst ligt het fanatiek sporten even stil tot ik besluit dat het warm genoeg is om te wakeboarden. Ik begon dan eigenlijk veel te laat, waardoor de eerste paar keer in het water gepaard ging met gigantische spierpijn na een sessie.

Dit jaar ging het er echter iets anders aan toe. We waren net terug van de wintersport of corona kreeg de overhand. Mijn doorgaans gevulde dagen misten vanaf dat moment iedere vorm van regelmaat en ritme. Ik had er moeite mee om mijn dagen productief en nuttig te vullen. Na enige tijd begon ik mijzelf in de weg te zitten. Ik voelde mij rusteloos, nutteloos en sliep ook nog eens bar slecht. Na twee weken was ik er al helemaal klaar mee. En alle klote klusjes in huis waren inmiddels ook wel gedaan. Dit moest anders…

Op het moment dat ik door had dat het zo niet langer ging, want niemand kon nog voorspellen hoelang corona ons land in “gijzeling” zou nemen, gooide ik het roer compleet om. Ik heb dan misschien geen volle dag te vullen met werk, ik deed gewoon alsof. Ik bouwde weer regelmaat en ritme in. Ging op tijd naar bed en stond er vroeg weer naast. Ging wat slimmer om met mijn eetgedrag en voegde wat meer glazen water per dag toe. Door iedere dag iets te doen wat in mijn ogen nuttig was hoopte ik meer voldoening uit mijn dag te halen. En ik besloot meer te gaan sporten. 

Vooral dat laatste was een prima beslissing. Ik intensiveerde mijn work-out. Op Pinterest vond ik inspiratie voor andere, nieuwere en uitdagendere buikspieroefeningen op mijn yogamat. Ik vond oefeningen om ook mijn onder- en bovenrug te verstevigen en vond zelfs evenwichtsoefeningen voor op mijn balanceboard. Daarnaast vond ik ook nog wat handige oefeningen met een heel simpel elastiek. Vervolgens doe ik nog de nodige cardio oefeningen op de apparaten die ik hier thuis heb staan. 

Een maand of twee terug heeft vriendlief ook een bokszak op zolder opgehangen. Met wat oefeningen van mijn “oude vriend” Billy Blanks kan ik ook daar helemaal op los. Stond ik vroeger in het luchtledige te trappen en te slaan, heb ik nu wat meer weerstand. Ik combineer en wissel heel wat af en werk mij letterlijk in het zweet. 

Sinds begin mei heb ik ook een Stand Up Paddleboard aangeschaft en SUP ik iedere week een paar kilometer. Soms hier achter in het park, soms op het grote water. Net hoe het uitkomt en wat voor weer het is. 

Dit alles heeft er voor gezorgd dat ik inmiddels, onbedoeld, een paar kilo ben kwijtgeraakt. Mijn spieren zijn flink aangesterkt en ik kan mijn “ei” tenminste kwijt. Dat laatste is niet alleen voor mij maar ook voor de mensen om mij heen wel erg fijn! Nooit eerder was ik summerproof nog voor de zomer begon. Heeft Corona toch nog aan iets positiefs bijgedragen… 

 

 

*Dit blog verscheen eerder ook op “Hoe vrouwen denken.”   

What SUP II…

Inmiddels heb ik een aantal keer geSUPt. Het wiebelige gevoel is al minder en ik weet hoe ik mijn bochten moet maken. Tijd voor mijn aller eerste echte tour dus! Ik plan dit in op Hemelvaartsdag want vrij en, lucky me, het blijkt ook nog eens zalig weer om op het water te zijn. Helaas is driekwart van de Nederlandse bevolking ook vrij en die besluiten massaal het zelfde te doen. Om de drukte een beetje voor te zijn vertrek ik wat vroeger op de dag. Het Waaltje is mijn bestemming. Bij aankomst is er nog precies 1 parkeerplek vrij. De rest wordt in beslag genomen door auto’s en busjes van een grote groep zwemmers. Het zijn er zoveel dat ik bijna aan een wedstrijd denk. 

Het grote grasveld aan het water is nagenoeg leeg (later op de dag is het zo vol dat de politie de boel ontruimt en afsluit). Ruimte zat om mijn spullen uit te stallen en de boel op te pompen. Ik trek geen wetsuit aan, het is immers bloedheet en ik ga mijn best doen niet te vallen. Vriendlief is toch wel nieuwsgierig naar mijn nieuwe bezigheden op het water en besluit polshoogte te komen nemen. Samen lopen we naar het water waar hij nog wat foto’s maakt voor ik afscheid van hem neem. Ik peddel om wat zwemmers heen, zwaai nog een keer achterom en ga voorzichtig staan op het board. 

Het juiste gevoel krijgen lukt steeds sneller. Een tweetal boten halen mij in en laten de golfslag voor mij achter. Ik blijf staan! So far, so good! Bij de brug, waar ik onderdoor moet zie ik vriendlief weer staan. Er volgt nog een kodak fotomoment maar dan moet ik echt bukken. De tunnel die volgt geeft een soort Vliegende-Hollander-Efteling-effect. Wanneer ik er onder door ben waan ik mij in een compleet andere wereld. Niet van de sprookjes overigens, wel van de watersporters. Ik zie bootjes, kano’s, zwemmers en suppers!

Als ik deze route helemaal tot het einde zou paddelen heb ik 7 km enkele reis achter de rug. Dat is voor nu te veel want ik moet ook nog terug. Dus ik paddel tot aan de molen, die verder stond dan gedacht, en terug wat neer komt op 7 km retour. Onderweg kom ik nog meer suppers tegen. Maak ik een praatje met een visser en er wordt mij door twee bouwvakkers een lunchplek aangeboden bij een bouwkavel. Inmiddels is de molen ook in zicht. Helaas is het op dit stuk heel druk met pleziervaart dus ik besluit te keren en het tempo op te schroeven. Na enige tijd beginnen mijn spieren te verzuren dus las ik een korte pauze in. 

Terwijl ik bijkom laat ik mij meevoeren door de stroming. Het water is hier echt super helder. Ik zie de waterplanten en hier en daar een vis. Ook vergaap ik mij aan de grote huizen die langs het water staan. Als de bocht in zicht komt ga ik weer staan en paddel terug naar de tunnel. Dan is het nog een kleine 500 meter voor ik bij mijn opstappunt terug ben. Ik ben bijna twee uur onderweg geweest. Dat voel ik ook wel aan mijn lichaam.

Terwijl de jeugd zich een stukje verder vermaakt op en in het water blijf ik nog even liggen op mijn board. Even bij komen van deze complete workout waar ik overigens intens van heb genoten.

Moai subboard

What SUP…

Hij stond al even op mijn verlanglijst. Het is er echter niet eerder van gekomen dan begin mei. Eerst werd het winter met smerig vies weer. Vervolgens kwam corona de hoek om janken. Weg vrijheid!! Gelukkig werden de teugels na een paar weken iets gevierd en dat vierde ik door mijn eigen (inflatable) SUP aan te schaffen. Eindelijk!!

Eerst werd ik uitgelachen door Vriendlief. Staand paddelen? Daar is toch geen hol aan! Dat is direct het grote verschil tussen ons. Ik vind het heerlijk om neurotisch actief bezig te zijn. Terwijl hij het liefst een versnelling terug neemt. Toegegeven, dat kan ook fijn zijn. Maar niet te lang. Anders blijf ik in die lethargische modus hangen. Wij gaan ook wel eens samen kanoën en dan hoor ik geregeld: “doe eens rustig!” Of “paddel niet zo snel!” Terwijl ik denk: Schneller, Schneller!!

Ik wilde dus al enige tijd mijn waterhobby uitbreiden met iets actiefs. En nu ligt het hele gevaarte midden in mijn woonkamer. In de doos leek hij niet zo groot. Maar eenmaal “opgeblazen” is de plank 3.20 meter lang. Oh boy, als dat maar goed gaat komen. Het duurt ook nog eens drie dagen voor ik hem kan uittesten op het water. Gelukkig is het precies die dag super zonnig en goed weer. 

We varen uit met Merlin en gaan op zoek naar een testspot. Het is dan wel 26 graden, er staat wel een redelijke wind en het water is ook niet al te rustig. Omdat het weekend en lekker weer is, is het ook drukker op het water dan anders. Grote boten, sloepjes, motorboten en zelfs zeilbootjes passeren ons en wij hen. Als het hier lukt, houd ik mijzelf vol, lukt het overal. Een slim mens boekt eerst een les. Maar ja, corona… 

We vinden een mooie plek en gaan voor anker. Een paar meter verder is een baai met laag water, zandbodem en geen andere boten. De stroom en golfslag is hier ook een heel stuk minder. Uit voorzorg trek ik toch mijn wetsuit en zwemvest maar aan. Er is een reeële kans dat ik te water ga en dat is op dit moment nog niet warmer dan een graad of 17. 

Het oppompen van de SUP duurt een minuut of 8. Hiermee heb ik direct mijn warming-up te pakken. Heel voorzichtig schuif ik van de boot op mijn SUP. Dat voelt op zijn zachtst gezegd wat onwennig. Ik blijf de eerste paar minuten op mijn knieën zitten om het gevoel en evenwicht te vinden. Ik paddel tegen de stroming in richting de baai en pak direct mijn eerste golfjes mee. *Wiebelig*

Dan moet ik gaan staan, wat zowaar direct lukt. Even voelt het alsof ik voor het eerst met mijn snowboard boven aan de rode piste sta en mij afvraag hoe ik in vredesnaam heelhuids beneden moet komen. Ik krijg toch de slag te pakken. Hoe harder ik paddel hoe makkelijker het gaat en hoe stabieler ik sta.

Meer dan een uur ben ik bezig om mijn board te leren kennen. Daarbij heb ik een complete workout achter de rug. Dat merk ik pas als ik kei moe en enigszins trillend terug op de boot klim. Maar ik ben als een kind zo blij!! De spierpijn die ik de volgende dag voel neem ik voor lief. Dat went vanzelf. Ik kan niet wachten om mijn eerste tourtjes te gaan maken… 

Moai supboard in het water.

MOAI SUP 10’6

 

 

In de tussentijd… Yin Yoga.

Een tijd terug vertelde mijn stalgenoot dat ze een opleiding tot Yin yoga docente aan het volgen was. Bij yoga denk ik altijd aan vreemde houdingen en uberlenige lichamen. Matjes op de grond en mensen in kleermakerszit die volkomen zen zitten te wezen. Ik heb nooit aan yoga gedaan en heb dan ook geen idee wat het allemaal met je (lichaam) doet. Mijn beeld van yoga is dan ook niet uit eigen ervaring opgebouwd maar meer een interpretatie van wat mijn geest er in de loop van de tijd van heeft gemaakt… 

Door het enthousiasme van mijn stalgenoot werd ik toch wel nieuwsgierig en nu mijn interesse gewekt is wilde ik er, zoals bij alles, meer van weten. Er zijn heel veel verschillende yogavormen. Ik ga je niet vermoeien met wat yoga is, dat zoek je zelf maar op. Yin Yoga is er dus een van. De houdingen worden bij deze vorm langere tijd aangehouden. Gemiddeld een minuut of drie. Meestal gebeurd dit zittend of liggend. Yin yoga is er op gericht om gewrichten, pezen en bindweefsel te versoepelen, te ontspannen en te versterken. Je bent minder bezig met aan- en ontspannen van spieren. Die moet je zoveel mogelijk loslaten. 

Mijn stalgenoot zou in het voorjaar een aantal proeflessen gaan geven en het leek mij leuk om daar aan mee te doen. Een laagdrempelige manier om kennis te maken met (deze manier van) yoga. Maar corona gooide jammer genoeg roet in het eten. De proeflessen gingen niet door. Uiteindelijk besloot ze de lessen thuis op te nemen en digitaal te delen. Kon ik toch meedoen. 

Nou, daar lig ik dan, op mijn mat in de woonkamer. Ze geeft uitleg gevolgd door de eerste houding die we moeten aannemen. Ik doe braaf mee. Op het moment dat mijn gedachte afdwaalt hoor ik vanaf de laptop om vooral de aandacht terug te brengen naar mijn ademhaling. Doe ik braaf. Bij een volgende oefening, iets met rechterarm onder lichaam door steken en vooral blijven ontspannen terwijl alles op spanning staat, vraag ik mij af of er misschien nog wat snelheid in komt. En hoe grappig, ik krijg bijna direct weer antwoord dat het niet gaat om de snelheid, maar dat het juist gaat om de rust en dat de zwaartekracht zijn werk moet doen. 

Wanneer je oncomfortabel op de grond ligt is drie minuten toch wel vet lang. Op het moment dat ik denk het niet meer vol te houden hoor ik dat pijn niet mag, maar ongemak niet erg is. Wait what?! Alsof ze naast mij in de kamer staat.Voor ik het weet zijn we met het afsluitende stuk begonnen en zijn we dus alweer meer dan een uur verder. Wauw, de tijd is echt omgevlogen. 

Het effect voel ik direct na de les. Mijn nek, rug en heupen voelen een stuk losser. Mijn schouders tintelen helemaal en het bloed voel ik letterlijk stromen. Een uur na de les voelt mijn rug alsof ik een massage heb gehad. Terwijl ik enkel als een vlinder, banaan, kind en een Sfinx op de grond gelegen heb. We zijn nu een paar weken verder en ik vind het een mooie tegenhanger van mijn intensieve sportmomenten, waarbij ik juist mijn spieren steeds aanspan en aanspreek om verder en meer te geven. Inmiddels kan ik dus ook uit eigen ervaring putten. Mijn lichaam is er erg blij mee!!

Geen ontkomen aan…

Het is halverwege de week als ik het voel opkomen. Het kan ook niet anders met een zieke man thuis en een zieke collega tegenover mij. Ik geef er niet aan toe. Ik kan niet en ik wil het niet. Het is mij zo eerder gelukt om er niet door getroffen te worden. Dus gewapend met paracetamol, keelsnoepjes en andere allerhande middeltjes vertrek ik naar het werk. Daar bestaat mijn werkdag uit veel warme thee en de hoop op zo min mogelijk telefonische geneuzel en gepraat met collega’s. Dat laatste is overigens niet zo heel moeilijk. We zijn op dit moment hartstikke onderbezet door een aantal langdurig zieke en een vakantieganger die deze week voor een maand vertrokken is naar de zon. Ik mocht helaas niet met haar mee. 

Ik kom de dag redelijk door. De tweede dag is echter een ander verhaal. Met een kop vol snot, een strot als schuurpapier en het gevoel dat het buiten -15 is terwijl het zweet op mijn voorhoofd staat verschijn ik op het werk. Ik ben zoals zo vaak de eerste zodat ik in alle rust kan opstarten. Ondanks de kou gooi ik toch de ramen open. Frisse lucht is het enige waar ik aan kan denken. Wanneer de collega’s binnen druppelen moet het raam dicht, want te koud! Dus het raam gaat dicht en ik stik een langzame dood achter mijn bureau. Die dag drink ik liters thee en spray mezelf gek met neusspray die totaal niet werkt. Aan het einde van de dag ben ik zo gesloopt dat ik trillend naar huis vertrek. Eerst langs de apotheek voor de nodige KNO-medicatie. 

Na het eten sleep ik mijzelf voort naar knollenland. Het is mijn voerbeurt en er staan 8 uitgehongerde paarden naar mij te kijken alsof ze weken niks te vreten hebben gehad. Terwijl niet eens alle hooiruiven leeg zijn. Ik ben buitenadem als alles gevuld is. Om daarna met knikkende knieën stront te scheppen. Zo klinkt het hebben van een paard een heel stuk minder romantisch he?! Hoewel er lucht in overvloed is lijkt het wel of ik niet voldoende zuurstof binnen krijg. Het arme paard is in de veronderstelling dat we ook nog een grasje gaan pikken maar ik heb er letterlijk de kracht niet meer voor. 

Ik voel mij koortsig als ik onder de douche sta. Oh en zielig, dat ook!! Met een aspro en nieuwe neusspray duik ik m’n bed in. Maar van slapen lijkt het niet te komen. Ook nu voelt het alsof ik zuurstof te kort kom. Ik gooi de balkondeur open en trek een extra deken over mij heen. De koude lucht die over mijn gezicht strijkt wiegt mij, een paar uur later, dan eindelijk in slaap.

Veel te vroeg gaat de wekker en daarmee ben ik plots weer in het land der grieperige mensen. Al klappertandend druk ik op snooze. Na drie keer snoozen moet ik er toch echt uit. Maar het lukt niet. Ogen, neus en oren zitten dicht. Ik heb nagenoeg geen stem en ik tril over heel mijn lichaam. Met tegenzin bel ik mijn baas, die dit echt niet tof vind maar hiervan niets laat blijken. Hij neemt de honneurs voorlopig waar. Zelf duik ik mijn bed weer in. Nu eerst maar eens even flink uitzieken… 

 

 

 

*🤧🤒*