De verwonderingen van januari…

De eerste maand van het jaar is dit weekend afgesloten. Mijn eerste salaris van het jaar is alweer op. En de eerste kilo’s van het jaar zitten er ook weer aan. Dat bedoel ik trouwens letterlijk. Gewoon kneiter hard erbij, realiseer ik zodra ik sinds maanden weer eens op de weegschaal sta. Ik ging vorige zomer zo goed met al mijn sportieve uitspattingen binnen, buiten en op het water. Als ik een gokje zou moeten wagen dan denk ik dat ik vanaf de herfst iets meer ben gaan eten en iets minder ben gaan bewegen.

Aan de andere kant is het ook dit jaar dat mijn lichaam een upgrade krijgt naar de 4.0. Dus misschien heeft het “meer Boor om de botten” daar ook wel iets mee te maken. Voor nu moet ik in ieder geval een en ander gaan uitsluiten en zal daarom proberen iets minder te eten en iets meer te bewegen. De afgelopen week ging in ieder geval goed. Nu de rest van het jaar nog. 

Januari was ook de maand waarop ik bijna alleen maar vanuit huis heb gewerkt. Het is op de zaak iets rustiger en er gaat heel veel digitaal. Daarom is het niet nodig om met alle collega’s op kantoor te zijn. Het heeft heel lang geduurd voor ik mijn draai kon vinden. Nu ik eenmaal in het ritme zit en een goede scheiding tussen werk en privé heb aangebracht lukt het mij redelijk. Natuurlijk is het op kantoor een stuk fijner werken en ook nog eens gezelliger. Draak vind het in ieder geval super tof dat we zo veel thuis zijn en neemt ieder telefoontje net zo enthousiast aan. 

Dit was ook de maand waarin we normaal gesproken vooruitkijken naar de naderende wintersportvakantie. Maar corona, lock-down en dus geannuleerd. Dat was, na het annuleren van onze zomervakantie vorig jaar, wel een domper. Ieder van ons had er erg naar uitgekeken. Wie van jullie mijn vorige log gelezen heeft snapt waar ik het over heb. Uiteraard is dit een luxe probleem maar toch behoort het tot een van de verwonderingen van de maand. 

En met een wintersport die niet door gaat hoopte ik stilletjes op wat witte dagen hier. Toen code “paniek” werd afgekondigd kon ik niet wachten. Ik had gehoopt op een sneeuwballen gevecht. Maar met het beetje sneeuw dat viel kon er nog net een sneeuwpop voor draak gemaakt worden. Dus het gevecht met een aantal buren, die overigens niet op de hoogte waren van dit plan maar heus wel mee zouden doen als ik zou aanbellen, ging ook niet door. Dit weekend hoorde ik dat ze in Friesland al aan het schaatsen waren. Nu gaat mijn hoop uit naar bevroren sloten in het park zodat ik nog iets aan wintersport kan doen.

Begin van de maand zijn we begonnen met het leeghalen van een van de zolderkamers. Ik verwonderde mij over de ruimte die onze rommel in beslag nam. Zakken vol hebben we weg gedaan. De kasten zijn afgebroken. De muren zijn opnieuw gestuukt en geverfd. De nieuwe vloer ligt er zelfs al in. Nog even geduld, dan is onze sauna kamer klaar. 

Met hier een piek en daar een dal was dit zo’n beetje mijn maand.
Wat waren jullie verwonderingen van de maand? 

Vogels en voetbalstadions?

Oh men wat mis ik het fotograferen. Waar ik normaal iedere zaterdag langs het veld zou zitten om actieplaten te schieten van de jeugdvoetbal, ben ik nu al sinds de zomervakantie “vrij”. En de afgelopen jaren heb ik minstens twee keer per jaar een fotohut bezocht om vogels en ander klein wild te kunnen fotograferen. Dat heb ik nu ook al bijna twee jaar niet meer gedaan. Alle wedstrijden van de voetbal en bezoeken en afspraken voor een vogelhut zijn gecanceld dankzij corona. 

Ik mis het zelfs zo erg dat ik van de week, in de regen door de polder liep. Onder mijn ene arm mijn camera en onder mijn andere arm mijn ziel. Ik hoopte op iets wat noemenswaardig was om te fotograferen. De platen die ik wil hebben laten zich niet zomaar vangen. Ik wil beestjes, van heel dichtbij, in hun eigen habitat… Op een wandelaar met een hond na viel er in het vieze weer niks op te gevoelige plaat te leggen. Het ging mij te ver om in de blubber te gaan tijgeren voor die ene vogel die zich in de bosjes verschool.

Wat ik overdag meemaak, verwerk ik in mijn dromen waarbij de ene plaat nog toffer en scherper is dan de ander. Ik maak eindelijk foto’s van springende eekhoorns. Zie ik vogelsoorten die ik nog nooit eerder heb gezien, laat staan op de foto heb gezet. De zwaan die mij altijd benaderd alsof ie mij gaat opeten laat mij nu zelfs dichtbij komen om zich te portretteren. En last but not least ik bezoek voetbalstadions om daar wedstrijden vast te leggen. Zie je hoe erg het met mij gesteld is?! Als je al droomt over voetbalstadions…

Samen met Poownie wandelde ik van de week langs het water met bijbehorende watervogels. Het was erg druk met futen, zwanen, meerkoetjes en ander gevederd gespuis. Ik voelde een steek van corona-ellende. Want mijn cursus met een drijvende schuilhut voor begin dit jaar zal mogelijk ook al niet door kunnen gaan. (ik mag wel even klagen op mijn eigen blog toch?!) 

Beetje voor beetje begon er zich een plan in mijn hoofd te vormen om toch de foto’s te kunnen maken die ik graag wil. Eenmaal thuis had ik het zo goed als uitgedacht. Oké, toegegeven het moet hier en daar nog wat bijgeschaafd en vooral uitgetest worden. Mijn getreur veranderde in kinderlijke enthousiasme. Ik bezocht diverse sites en raadpleegde wat forums. Ook al levert het voor nu niks op, dan nog is het geen waste of time geweest. Dit soort voorpret zorgt namelijk, net als bij vakanties uitzoeken, ook voor een vrolijke stemming.

Vriendlief vond het maar een onnozel en super dom idee. Normaal hecht ik veel waarde aan zijn mening. Maar nu trek ik even mijn eigen plan. Mijn wil om iets te kunnen doen en vooral om ergens naar toe te kunnen leven (en werken) zorgt ervoor dat ik verder kijk dan “wat als” en “misschien…” Als mijn plan lukt kom ik hier uiteraard uitgebreid op terug. Met foto’s en al. Als bewijs!! Mocht ik met “plan en al” letterlijk in het water vallen…. Nou ja, dan zullen jullie mij er waarschijnlijk niet meer over horen (of enkel kort samengevat in een terugblik van het jaar of zo…) en had vriendlief volkomen gelijk. 

Nu eerst maar eens opzoek naar een goed camouflagenet, want dat is stap 1.
Wordt vervolgd zullen we maar zeggen. 

Vroege vogels, hoe het begon…

Tot een paar jaar terug was iedere tuinvogel een soort mus voor mij. Ze leken allemaal op elkaar. Lekker makkelijk. Het roodborstje, de duif en merel herkende ik wel vanaf een afstand. Maar het verschil tussen een pimpel- en koolmees? De grote en kleine bonte specht? Wait, what? Heb je die ook in het zwart en groen?!? Om nog maar niet te spreken over de verschillende soorten vinken en lijsters.

Ik leerde heel wat bij toen mijn hobby voor vogelfotografie opeens tot leven kwam. Vogels hebben altijd een grote aantrekkingskracht gehad. Vooral die in het wild. Vogels zijn fragiel met hun holle botjes, maar oersterk tegelijk. Dat ze kunnen vliegen, blijft een bijzonder iets. Dat maakt het ook direct een stuk lastiger om vogels van heel dichtbij te benaderen. Een vogel op de foto zetten is niet moeilijk. Maar een beeldvullend portret is toch een ander verhaal. Toen het fotograferen vanuit een schuilhut op mijn pad kwam, bedacht ik mij geen moment.

Nooit eerder had ik gebruik gemaakt van een hut om dieren op de foto te zetten. Ik vergaarde kennis en bekeek welke vogels er bij de diverse hutten foerageren en wat ik dus kon verwachten. Hoewel de vrouwelijke fotografen in opmars zijn, zijn het vooral de heren die dit soort hutten bouwen. Waarvoor dank! Ik reserveerde zo’n hut voor een hele dag. In alle vroegte, met de laatste resten van de nacht nog in de lucht, toog ik naar de hut. Nog voor het krieken van de dag zat ik er helemaal klaar voor. Mijn camera voor mij uitgestald en mijn ontbijt naast mij.

Het gekwetter en gefluit van de vogels was vanuit de hut goed te horen. Dat betekende alvast veel goeds. Of ze voor mij zouden willen poseren, was een tweede. Voorzichtig maakte ik het luik open. Het decor voor mij werd beschenen door het allereerste licht van die dag. Zachte tinten roze, oranje en blauw. Even wist ik niet waar ik moest kijken. Vogeltjes vlogen af en aan. Op iedere tak zat wel een andere soort.

Te drukke bewegingen van mij zouden de hele boel doen opvliegen, en dan was het maar de vraag of ze nog terug zouden komen. Met ingehouden enthousiasme begon ik mijn camera af te stellen en schoot mijn allereerste vogelplaten. Het was zó druk dat ik lange tijd niet eens meer aan mijn ontbijt dacht. Toen de vogels hun maaltijd en baddermomenten achter de rug hadden (zij wel!), werd het wat rustiger.

Mijn enthousiasme bij het terug zien van de foto’s werd nog groter. Dankzij de poster die in de hut hing kwam ik er al snel achter welke vele soorten (kleine) vogels er zijn. En wauw, wat een kleurenpracht!! Dat is bij ons in de polder, vanaf een afstandje niet te zien.

IJsvogel met vis in bek.De eerste paar uur vlogen letterlijk voorbij. Ik keek mijn ogen uit en schoot de ene na de andere plaat. Als klap op de vuurpijl werd ik beloond door het bezoek van een ijsvogel. Die ik tot dan toe nog nooit eerder in het echt had gezien.

Even afgesloten van de wereld, helemaal midden in de natuur, zittend in mijn eigen bubbel; het was een weldaad. Het leverde mij niet alleen hele mooie platen op, maar gaf me ook een berg energie, waar ik weken op heb kunnen teren. Ik leerde vanaf dat moment de vele verschillen tussen de vogels herkennen. Dit was voor mij weliswaar de eerste keer, maar zéker niet de laatste…

Diverse bos en tuinvogels

Dit blog verscheen eerder op: Hoe vrouwen denken.

Een groene uitdaging…

Omdat ik nog thuis woonde moest ik mijn moeder zover zien te krijgen akkoord te gaan met de aanschaf van een nieuw huisdier. Mijn moeder had dit afgezworen. Er komt niks nieuws meer bij. Maar ze stond niet zo heel sterk in haar schoenen. Iets waar ik stiekem een beetje misbruik van heb gemaakt. Ik nam haar 18 jaar geleden mee naar de winkel en liet haar kennismaken met Groene Draak. Een week later stond hij bij ons in de kamer. Groene Draak moest zijn mooie volière inclusief vliegende vrienden, inruilen voor een kooi bij mensen die, tot dan, totaal geen verstand hadden van papegaaien. Een heel domme zet. I know. Ik zou ook niemand aanraden om een papegaai, of welk dier dan ook, zomaar aan te schaffen. (Ik heb er van geleerd!)

Draak discrimineerde niet. Hij was tegen iedereen chagrijnig en beet iedereen even hard. Uren heb ik bij zijn kooi gezeten. Ik vond dat hij ook buiten zijn kooi een leven moest gaan krijgen. Hoe ik dit moest gaan aanpakken was mij nog niet geheel duidelijk. Draak was niet te vergelijk met een parkietje. Ook niet in bijtkracht. Eenmaal uit zijn kooi kwam de grootste uitdaging: hoe kreeg ik hem, met al mijn vingers nog heel, weer terug?

Met heel veel geduld (en pleisters) leerden wij elkaar beter kennen. Dat gebeurde pas echt, toen ik op mijzelf ging wonen. Draak veranderde van een schreeuwerige en chagrijnige gaai, in een rustigere, blijere variant. Het bijten en zijn schuwe gedrag bleef. Nadat ik de hulp had ingeroepen op een forum over papegaaien ging het roer om. Ik leerde wat ik fout deed en vooral hoe ik mijn eigen houding en daarmee zijn gedrag kon ombuigen naar iets positiefs. Met al deze nieuw verworven kennis ging ik aan de slag.

Ons geduld werd heel vaak op de proef gesteld. Maar ik hield vol en werd beloond. Ook hoefde ik steeds minder pleisters te plakken. Sterker nog, de afgelopen jaren zijn ze niet meer gebruikt. Met vallen en opstaan zijn we gekomen tot waar we nu zijn. En dat is echt iets waar ik heel trots op ben. Van een gaai die praktisch zijn kooi niet uitkwam naar een gaai die bijna niet meer in zijn kooi zit. Hij is nu een rustige, vriendelijke vogel. Die in ieder geval mij vertrouwd maar ook zijn vertrouwen aan mij terug geeft.

Onze Draak is gek op nieuwe dingen leren. Nadat de basis erin zat, het op- en afstappen op commando en vertrouwd raken met iets nieuws, zijn we begonnen met wandelingen door het huis, de tuin en het park. Educatieve spelletjes vind hij geweldig. Hij kan inmiddels diverse kleuren onderscheiden. Geld in spaarpotjes stoppen. Ringetjes over stangetjes schuiven (op kleur) en voetballen. Dit is nog maar een deel van wat hij inmiddels kan. We kunnen zelfs zonder problemen naar de vogelarts. (onderzocht worden is nog wel een dingetje…) En hij gaat wel eens mee op stap naar Poownie of hij steelt de show aan boort tijdens een tochtje over het water.

Het is heel leuk om samen aan de slag te gaan en nieuwe dingen te leren. Want ook ik leer nog steeds bij. Er zijn dan ook nog heel wat leuke uitdagingen die we aan zullen gaan. Ik had in ieder geval nooit kunnen denken dat een van mijn grootste vrienden een kleine gevederde groene draak zou zijn.

Voor de liefhebbers, Groene Draak heeft ook een eigen instagram account.

 

 

Het was het wachten waard…

Afgelopen maand stond een bezoek aan een vogelhut in België gepland. maar ja, Corona… Hopelijk kunnen we de schade later in het jaar inhalen. Voor nu een blog van twee jaar terug om in de stemming te blijven: 

Het is pikdonker en de wereld is nog in diepe rust als mijn wekker afgaat. Gedesoriënteerd tik ik hem uit. Ben ik hem soms vergeten uit te zetten? Maar dan herinner ik mij weer waarom ik, notabene op een zaterdag, om 05.15 uur wakker wilde worden. Over een uur staat vriendin Yvonne voor de deur. We gaan op vogeljacht!! Ik weet niet helemaal zeker wanneer het jachtseizoen in Nederland van start gaat. En eigenlijk wil ik dat niet weten ook. Want, ook al zou het nuttig zijn om flora en fauna in stand te houden,  ik kan niet zo goed tegen dit soort menselijk vermaak. Daarom doen wij het op een vriendelijke manier. We schieten ze enkel digitaal.

Inmiddels heb ik hier al wat ervaring mee. Ik hoef niet meer, zoals de eerste keer, mijn hele hebben en houwen mee te slepen. Geen overload aan onnodige spullen. Hoewel ik nog steeds drie tassen meesleep (waarvan één voedsel-survival-kit, ik weet immers nooit wat voor grote trek ik in eens kan krijgen) ziet het er tenminste niet meer uit als een complete volksverhuizing. Mijn tassen had ik de avond ervoor al ingepakt en om 06.15 uur sta ik er helemaal klaar voor. 

Een kleine drie kwartier laten zitten we gecamoufleerd en jacht-klaar in onze hut. Het daglicht heeft eerst nog wat moeite om terrein te winnen. Maar wanneer het eenmaal door de barricade van de nacht heen weet te breken, gaat het snel. Een goudgele gloed kleurt de bomen en rietstengels voor ons. Je zou het moeten zien, alleen dit is al een plaatje. De ochtend wordt ingeluid met het gekwetter van vogels en het kwaken van eenden. Alle overige geluiden lijken wel van heel ver weg te komen nu we “opgesloten” zitten. Eigenlijk is het heel fijn wakker worden. Ik mis alleen nog een bak koffie. Maar bang om iets te missen, durf ik niks te pakken. 

Het duurt even voor het eerste vogeltje zich laat zien. Een geel kwikstaartje. Heel parmantig wipt het van de ene stronk naar de ander tot het in de poel met water staat. We proberen verschillende instellingen op ons toestel uit tot we tevreden zijn met het beeld. De kwikstaart had ik nog niet eerder gezien en is daarom een leuke aanvulling op mijn reeds gefotografeerde vogellijst. Verder zien we de merel, wat eendjes en een paar duiven. Het roodborstje is eveneens van de partij. De koolmees-familie is aanwezig en wat huismusjes, groenlingen en vinken sluiten de rij. Op de valreep is ook de bonte specht een minuut of vijf aan het werk in de boom en op een afstandje kijkt een reiger ons wantrouwend aan. Daarna wordt het stil. 

En het blijft even stil. Gelukkig hebben wij altijd voldoende te bespreken en komen dan ook zeker onze tijd wel door. We maken ook van dit rustmoment gebruik om wat te eten en te drinken. Net wanneer wij alles op hebben en ons beginnen af te vragen waar de rest van het gevederde gespuis blijft, het mag dan wel weekend zijn toch had ik wat meer beweging verwacht, komt het ijsvogeltje aanzetten. En dat, beste lezers, maakt meer dan goed!!

Ijvogel op tak

Geïnteresseerd in meer vogelfoto’s? Volg mij dan op instagram

Nieuw verworven lef…

Mijn werkkamer heb ik met de tuin verruild. Even geen telefoon en beeldscherm maar een half uur pauze. Ik moet wat schuiven met de stoel om uit de wind maar in de zon te kunnen zitten. Als ik dan ook nog eens onderuitgezakt blijf zitten is het prima te doen. 

De zon brand op mijn gezicht. Hierdoor is de wind die ik voel als een zachte fluistering op mijn huid. Terwijl het even verderop de bladeren van de bomen flink doet ruisen. Met mijn ogen dicht is het net of ik op het strand lig terwijl de zee aan- en afrolt. De krijsende meeuwen boven mijn hoofd maken het plaatje compleet. 

Ik beeld mij in dat ik op een tropisch eiland lig met een azuur blauwe zee en een parelwit strand. Nee wacht, ik maak het plaatje mooier. Dat kan he, het is immers mijn eigen fantasie. Het ruisen van de bomen zijn de palmbladeren boven mijn hoofd die voor schaduw moeten zorgen. Ik lig in mijn hangmat tussen de bomen. Met één voet aan de grond duw ik mij af terwijl mijn tenen met het warme zand spelen. Zachtjes wieg ik heen en weer. Op de achtergrond hoor ik subtropische vogels fluiten en klinkt er vrolijke muziek. 

Ik val al bijna in slaap als ik naast de vogels en de muziek ook vaag een belletje hoor rinkelen. Het klinkt heel bekend maar past niet echt in mijn verzonnen decor. Het belletje klinkt steeds luider. Als ik mijn ogen open verdwijnen mijn palmbomen, hangmat, witte strand en subtropische vogels. Ik ben weer terug in mijn eigen achtertuin. Van achter het hek klinkt wederom het belletje. Het hangt om de nek van een kat die nu onder de poort doorkruipt. 

Alsof het de normaalste zaak van de wereld is, loopt hij de tuin in. Dit is wel eens anders geweest. Maar blijkbaar is hij nu wat zekerder van zijn zaak. De eerste paar keren dat onze blikken elkaar kruisten was hij met drie grote sprongen de tuin door om over het hek van de buren te verdwijnen. Misschien begint hij er aan te wennen dat wij hier nu ook eenmaal wonen. 

Hij is zo zeker van zijn zaak dat hij rakelings langs mij heen loopt op weg naar de achterdeur. Ik volg hem met mijn blik. Ik ben heel benieuwd wat ie gaat doen. Hij snuft wat aan de deur en voelt zich dan toch bekeken. Iet wat verontwaardigt kijkt hij mij aan maar loopt daarna zonder pardon naar binnen. 

Waarschijnlijk is hij niet bekend met een convectorput, of had hem zo snel na de deur nog niet verwacht. Met twee voorpoten verdwijnt ie in een van de gaten. Ik wil al op staan om te helpen maar hij hersteld zich. Eenmaal binnen krijg ik nog eenmaal een blik van hem. Dan loopt hij door. Verder dan onze tafel komt hij niet. Draak heeft hem namelijk in het vizier. 

Die vervolgens luidt begint te fluiten en te miauwen. Een miauwende vogel. Daar had hij niet op gerekend. Met twee sprongen is hij buiten, stuift langs mij heen en sprint onder het hek door. Tot zover zijn nieuw verworven lef. Het rinkelende belletje verdwijnt in de verte. De rust keert terug. Ik sluit opnieuw mijn ogen en laat mij de komende 20 minuten terugvoeren naar mijn eiland. Dat kan nog snel, voor het werk mij weer roept…

A Pirate’s Life for Me…

Er zijn momenten dat ik mij afvraag waar ik nu weer in beland ben. Zo dacht ik vorige zomer een gezellig autoritje te maken. Mee blèren met de radio op standje tien en zwaaien naar andere voorbijgangers. Maar na dat ritje belande ik opeens in een ander vervoersmiddel. Ze noemen het een boot. Nog nooit van zoiets gehoord laat staan dat ik wist wat het was. Nou, nu weet ik het hoor. Het is niks anders dan een grote schommel met zitplek voor meerdere mensen. En sinds ik mee ga dus ook voor vogels. 

Mijn hobby is zonnebloempitten eten, walnoten open breken en de boel slopen. Schommelen kan ik thuis ook. Dus zoals een echte Amazone betaamd maakte ik er een flinke scene van. Vond alles eng en zorgde dat ik overal mijn nagels inzette. Het liefst in haar arm. Ik verloor haar geen moment uit het oog. Ze vertelde mij dat het toch veel gezelliger is als ik mee ga!? Anders zit ik alleen thuis. Op dat moment kon het mij niks schelen. Dan maar alleen thuis. Nog altijd beter dan die zeebenen. Ik zag letterlijk groen en geel na zo’n middag.

Maar… Ik kwam daar toch wat knarsensnavelend op terug. Ik ben nu eenmaal een gezelligheidsdier en vind het leuk om de aandacht te krijgen. Wanneer de mensen niet thuis zijn, is er dus ook geen aandacht. Ze beloofde mij een eigen plek. Niet meer los op de arm. Dus de keren erna besloot ik mij minder paniekerig op te stellen. Mijn eigen plek is een reiskooi met zitstok, speeltjes en voerbak. Ik sta prominent op de tafel en heb zo zicht op alles. Toegegeven, dat is soms wat overweldigend. Maar met tralies om mij heen hoef ik niet bang te zijn dat ik zomaar wordt opgevroten door een stel luidruchtige agressieve zeemeeuwen of per ongelijk in het water val. Zwemmen is nu eenmaal niet mijn ding.

Vroeger, in de tijd van zeerovers en piraten, was een papegaai op een boot heel normaal. Nu heb ik veel bekijks. Daar zal je mij niet over horen klagen hoor. De menselijke beleefdheidsvormen heb ik tot een ware kunst verheven. Zodra we andere boten passeren en dat doen we geregeld, roep ik netjes “hallo” en daarna gil ik nog even: “dag hoor! Tot strakjes!” Als ze geluk hebben zwaai ik ze na. Je moet hun reacties eens zien. Ze vinden het fantastisch.

Ik ben zelfs een aantal keer mee geweest wanneer ze ging wakeboarden. Hoe moest ik nu weten wat ze ging doen?! Nu dus wel. Opeens lag ze in het water. Ik gillen: “straks word je opgevroten door meeuwen, of erger, haaien!” Maar ze had de grootste lol. En opeens stond ze achter de boot op een plank naar mijn te gillen en te zwaaien. Dus ik maar terug gillen en zwaaien, geen idee waarom. Maar ik mis wel vaker het hoe en waarom bij menselijke communicatie. Gekke hobby’s heeft ze hoor!

Dat snelle varen is niet echt mijn ding. Maar dat dobberen in gezelschap van de mens is toch best gezellig. En wanneer we voor anker gaan is dat vaak in een beschutte baai, waar ik de andere vogels kan horen fluiten. Op een veilige manier kan genieten van het buiten zijn en dan alle aandacht die ik krijg als ik op het voordek zit. Yo Ho a Pirate’s life for me ….

 

Papegaai mee op de boot.

 

Voor de liefhebbers: Groene Draak heeft zijn eigen Insta account.

 

 

***

Zoooo, schoooooon…

Dit is de meest gehoorde reactie van mensen zodra ze vernemen dat ik ook onder de douche ga: “Nee echt!? Gaat ie dan gewoon mee onder de douche?” Wat is dat nu voor antwoord?! Ik kijk ze maar een beetje “gaai-achtig” aan en roep iets als: “Echt waar? Echt waar!” Als ik ze ga vragen of zij ook wel eens onder de douche gaan is het hek natuurlijk helemaal van de dam. “Shit hij praat terug!!” Douchen en badderen hoort er gewoon bij. Ja mensen ook voor mij, als papegaai. Sterker nog het is een van onze basisbehoeften.

Mijn oorsprong ligt in het Amazone gebied. Het klimaat is daar heel anders dan hier in Nederland. Hoewel sommige zomerse dagen mij wel doen denken aan het tropisch regenwoud, komt het niet eens in de buurt. Verder krijgen vogels die buiten leven geregeld een flinke regenbui over zich heen. Ik leef voornamelijk binnen en krijg dat dus niet!

Helaas is de luchtvochtigheid in de meeste woningen aan de lage kant. En die hogere luchtvochtigheid, die wel in de Amazone terug te vinden is, is juist voor ons zo belangrijk. Om mij te helpen kreeg ik een bad in mijn kooi, zodat ik zelf kon bepalen wanneer ik ging badderen. Op de zijkant stond: Papegaai-proof. Een mooie uitdaging en na wat hak- en snavelwerk was ie dat niet meer! Binnen een week, zo lek als een mandje. Ik kreeg geen nieuwe en moest vanaf dat moment mee onder de douche.

Papegaaien zijn net als pluche knuffels, lief, schattig maar stoffig. Douchen is dus belangrijk om het stof en vuil tussen mijn veren weg te krijgen. Maar ook om mijn huid soepel te houden en zoals gezegd voor de luchtvochtigheid, zodat ook mijn slijmvliezen goed blijven functioneren. Na een douch volgt steevast een flinke poetsbeurt waarbij ik ieder veertje onder “snavel” neem. Tevens voorzie ik mijn verenpak van een nieuw laagje talg zodat de boel mooi waterdicht blijft. Voor het geval ik toch eens in die stortbui terecht mocht komen. Er gaat heel wat tijd in mijn verzorging zitten. Douchen is dus niet alleen om mij schoon te houden.

Het hele jaar door ga ik onder de douche. In de zomer lekker buiten. In de winter, wanneer de ramen in huis potdicht zitten en de verwarming op standje Amazone staat, binnen in de badkamer.

Ook hij wilde mij eens douchen. Niet buiten, maar binnen. Dus liet ie het bad vollopen. Toegegeven ik maak van alles wat nieuw is een complete (krijs)show. Ik ben tenslotte een Amazone, niet waar?! Meer hé, ik ben geen eend!!! Ik heb geen zwemvliezen tussen mijn tenen. Heb je wel eens goed naar mijn poten gekeken? Deze ervaring was dus niet zo tof. Vanaf dat moment douche ik op mijn eigen standaard.

De ene keer douche ik alleen en de andere keer met haar samen. Dat is een waar feest. Ik wapper met mijn vleugels en draai rondjes net zolang tot ik zeiknat ben. Ook werk ik onder de douche aan (nieuwe)woordjes en zing ik verschillende liedjes. Het lukt steeds beter om maat te houden. Vooral samen maken we flink wat kabaal. De buren zullen wel denken?! Het enige nadeel van douchen is dat kapsel van mij. Dat staat alle kanten op. Ik zie er zo maf uit. Een keer raden wie daar de meeste lol van heeft….

Papegaai met nat hoofd

Voor de liefhebbers: Groene Draak heeft zijn eigen insta-account.

 

PS: De titel? Dat roep ik als ik vind dat ik genoeg gebadderd heb.

 

***

 

Door de ogen van Draak…

“Nee, ik ga echt niet mee!” Ik ren mooi nog een rondje door mijn kooi. Fladder met mijn vleugels en gil nog even overdreven. Zie mij maar eens te pakken! Ik maak er een show van. Als Amazone moet je, je niet zomaar gewonnen geven. Maar dan zie ik mijn reistas. “He leuk, waar gaan we naar toe?” Zo snel als ik mijn act opvoer, zo snel kan ik hem ook weer laten varen en stap in. Als ze de voorkant dichtritst roep ik alvast gedag naar de heren die lekker niet mee mogen. 

Het was even wennen maar de reistas bevalt wel. Ik moest wel leren mijn evenwicht te bewaren. Dat geschommel was nieuw voor mij. Verder is het fijn dat ik iedereen kan zien maar niet iedereen mij. Vooral de roofvogels in het park. Die zien mij aan voor een groene duif! Nu ik op mijn gemak zit durf ik ook meer geluid te maken. We gaan vandaag op de fiets. Dat is nog wel een dingetje. Ik zie namelijk niet waar we heen gaan want ik zit dus in die tas, op haar rug en beweeg daarbij ook nog eens achteruit. Ben je al wagenziek bij het idee?! Dan begrijp je dat ik dit ook niet zo tof vind. Het is gelukkig maar een klein stukje, zegt ze. 

Als we stilstaan en ik van de achterkant naar de voorkant gehesen wordt zie ik pas waar we zijn. Ik herken die haarbal vanaf een afstand. Poownie is zijn bijnaam. Als ze hem roept komt ie nog ook. Hoe dom!! “Run furball run!!” roep ik. Straks moet je naast mij op stok. Dat past nooit in die tas! Wanneer hij dichterbij komt steekt ie ook nog eens zijn neus in de tas. Als een groet, denkt ze. Waarschijnlijk wil ie gewoon weten of ik niet te knagen ben, net als die roofvogels. Ik groet hem toch maar netjes en roep “hallo!!”. De andere paarden lijken dit blijkbaar grappig te vinden want ze komen ook even buurten. Kijk die aandacht bevalt mij dan wel weer. 

Haarbaal heeft het voor elkaar hoor. Lekker liggen rollen in de blubber. Zijn vacht is normaal gesproken wit. Maar komt nu eerder in de buurt van vaalbruin met hier en daar een zwarte plek. Ik lig helemaal in een deuk, nu moet ie eerst door de “wasstraat”. Ik zie aan zijn kop dat ie het gepoets maar niets vind. Om hem erdoorheen te helpen fluit ik een mooie melodie. Dan gaat de tijd nu eenmaal sneller. Als ie dan eindelijk schoon is gaan we een stukje wandelen. Nou ja, ik laat mij dragen in mijn tas. Mensen die we onderweg tegen komen vinden het geweldig om te zien hoe ik als een koning wordt rondgesjouwd. Ze vragen ook altijd of ik kan praten?! Domme vraag, natuurlijk kan ik dat!! Je moet hun reactie eens zien als ik “hallo”, en “dank je wel” zeg.

Na een uurtje zijn we terug. Haarbal mag nog even met mij op de foto voor onze wegen zich weer scheiden. Jeetje, al die frisse buitenlucht en indrukken maken wel moe hoor. Als we thuis zijn kruip ik lekker op stok in mijn kooi. De rest van de dag zal je mij niet meer horen of zien.

 

Lees “hier” het originele verhaal dat ik vorig jaar schreef.

Paard en papegaai samen aan de wandel.

 

 

Voor de liefhebbers: Groene Draak heeft zijn eigen insta-account.

***

De eerste poging… 

Het is een van de warmste lentedagen als ik op het idee kom om hier, waar ik nu met Poownie aan het grazen ben, te gaan fotograferen. Het decor voor mijn neus is zoals het plaatje in mijn hoofd. De kwakende eenden maken de levende setting compleet. Maar zoals altijd wanneer ik een briljant idee heb, mist er toch het één en ander. Ik had mijn camera helemaal niet meegenomen. En hoewel het er prachtig uitziet, is het licht misschien eigenlijk iets te fel. Later in de week moet ik zeker nog eens terug komen en dan wat later op de avond.

Die week breng ik dagelijks een bezoek aan deze plek aan het water. Uiteraard samen met mijn grasmaaier. Terwijl hij aan het “werk” is, kijk ik dromerig uit over de sloot en zijn bewoners. Ik fantaseer hoe ik het plaatje nog mooier zou kunnen krijgen. Waar ik zou moeten zitten. Waar ik überhaupt zou kunnen gaan zitten zonder in de sloot te belanden. Want een laag standpunt is wel het aller mooiste. Er gebeurt werkelijk van alles. Vechtende, poetsende en naar voerzoekende vogels. En er vliegt hier ook echt van alles. Ja, ook die mug. Die ik al drie keer rond mijn hoofd heb weggejaagd. Maar vooruit, ik gedoog hem zolang het duurt om het plaatje te schieten dat ik in mijn hoofd heb zitten.

Het is een doordeweekse avond. Mijn klusjes voor die dag heb ik in rap tempo uitgevoerd en heb nog een vol uur voor het te donker wordt. Ik haast mij naar de waterkant. Mijn enthousiasme wordt binnen een halve seconde teruggeschroefd naar teleurstelling. Uitgerekend nu, wanneer het licht op zijn mooist is, ik mijn camera met volle batterij en lege kaart bij heb EN gekleed ben in kleding die nat en vies mag worden is die verdomde sloot leeg. Waarom?!?! Geen gans, eend, fuut of zwaan. Zou m’n plannetje dan nu al in het water vallen? Geduld is, zoals een hoop weten, niet mijn sterkste kant. Maar wel een hele schone zaak. Met mijn camera paraat nestel ik mij aan de waterkant. Mijn achterwerk beland voor de helft in de modder. Tot zover de schone zaak… 

De laatste zonnestralen schijnen schuin over de weilanden op het water. Terwijl ik licht wegdoezel meandert mijn gedachte mee op het gekwaak van de kikkers. Die waren er tenminste wel. Oh en de mug, die zoemt nog steeds ergens om mij heen. Dan hoor ik in de verte het gakken van ganzen. Het zijn er veel en ze komen mijn kant op. De vlucht, onder leiding van Akka van Kebnekajse, strijkt even verderop in het land neer. Met argus ogen bekijken ze mijn verschijning: “die zat er eerder op de dag niet!” Ik hoop dat ze een plons in het water willen maken. Maar die lol is mij niet gegund. Ze grazen het weiland af en blijven daar vervolgens zitten.

Als ik mij weer omdraai naar de waterkant zie ik twee waterkipjes en een zwaan. Helaas alle drie te ver weg. Een uur aan de waterkant gezeten te hebben leverde mij een vieze broek, een muggenbult en een foto van een koppeltje eenden op, dat na het landen van de ganzen uit het riet wegvloog. Voor nu houdt ik het voor gezien. Maar ik kom zeker nog eens terug! 

Twee wegvliegende eenden

 

***