Anekdotes van thuiswerken…

Samen thuiswerken kan ook heel gezellig zijn. Zo eten we geregeld samen een broodje of drinken we ff een bak koffie. In plaats van met je directe collega’s te roddelen, roddel je nu met je vent over je collega’s (nee grapje, jongens, mochten jullie meelezen!) Samen in de woonkamer aan het werk kan echter niet. Mijn telefoon gaat de hele dag door en Draak vind het heerlijk om gesprekken over te nemen. Met als gevolg het bijkomende kabaal van vogelgefluit, gekrijs, of zang (want dat kan hij heul goed) Om mijn klanten en mijzelf verstaanbaar te houden werk ik vanuit mijn eigen “kantoor”, in een van de kamers boven. 

Voor de verandering is het druk op mijn werk. De hele ochtend staat mijn telefoon roodgloeiend en de mailboxen puilen uit. Voor ik het weet dient de middag zich aan terwijl ik nog moet ontbijten. Met mijn lege kop koffie dender ik de trap af. Ik ben er nog niet over uit of ik voor een brunch of voor een verlaat ontbijt ga. Eenmaal binnen tref ik vriendlief midden in een overleg. Ik zie verschillende hoofden op het scherm. Mij zien ze gelukkig nog niet. 

Het is echt niet zo dat niemand mij mag zien… Maar op een dag als vandaag, waarbij ik iets te laat mijn bed uit ben gerold en het rete druk heb ben ik gewoon niet heel erg uitgedost om gezien te worden. Mijn haar zit in dezelfde knot als waarmee ik wakker werd. En mijn kleding zit heerlijk maar daar ga ik de straat niet mee op. Dus nee, ik hoef niet zichtbaar in beeld.

Vanaf de deur loop ik naar de keuken. Hier vandaan kunnen ze mij nog net niet zien, schat ik in. Daarna neem ik een snoekduik naar beneden. Kruip op handen en voeten verder de keuken in. Vriendlief zit zo in zijn overleg dat hij mijn hele getijger over de grond niet eens opmerkt. Draak daarentegen wel. Zijn eerste kreten als: werken en LALALALA komen al uit zijn snavel. 

Het gedeelte waar ik moet zijn bevind zich precies achter vriendlief. Vol in beeld dus. Op mijn knieën tijger ik door naar de kastdeur. Zijn collega’s zien waarschijnlijk nu, uit het niets, een kastdeur opengaan. Ergens van onderen een hand verschijnen die een bord pakt en de kastdeur weer dichtgaan.

Het moment is zo hilarisch dat ik er om moet lachen. Dat word uiteraard opgemerkt door Draak die dus ook begint te lachen. Zijn reactie werkt aanstekelijk. Voor ik het weet lig ik op de keukenvloer te gieren van het lachen. Met in de woonkamer een echo geproduceerd door Draak. Ik mag echt hopen dat vriendlief zijn microfoon heeft uitstaan want anders denken ze nog dat er iemand vermoord wordt met dat gekke gehinnik van mij.

Vanuit een andere hoek, waarbij ik vooral niet zichtbaar ben, smeer ik mijn brood. Samen met een verse bak koffie sluip ik terug naar boven. Draak’s volume is teruggebracht naar acceptabel gebrabbel en vriendlief zit nog steeds midden in zijn vergadering. 

Als we ’s middags aan de koffie zitten vraag ik terloops of hij nog iets gemerkt heeft van mijn actie eerder op de dag. Nee, daar had hij niks van gemerkt. Alleen de vogel was wel wat aan de drukke kant. Of er dan iets moest zijn?? Nee hoor, antwoord ik. Helemaal niks. Opgelucht haal ik adem. 

Vogels en voetbalstadions?

Oh men wat mis ik het fotograferen. Waar ik normaal iedere zaterdag langs het veld zou zitten om actieplaten te schieten van de jeugdvoetbal, ben ik nu al sinds de zomervakantie “vrij”. En de afgelopen jaren heb ik minstens twee keer per jaar een fotohut bezocht om vogels en ander klein wild te kunnen fotograferen. Dat heb ik nu ook al bijna twee jaar niet meer gedaan. Alle wedstrijden van de voetbal en bezoeken en afspraken voor een vogelhut zijn gecanceld dankzij corona. 

Ik mis het zelfs zo erg dat ik van de week, in de regen door de polder liep. Onder mijn ene arm mijn camera en onder mijn andere arm mijn ziel. Ik hoopte op iets wat noemenswaardig was om te fotograferen. De platen die ik wil hebben laten zich niet zomaar vangen. Ik wil beestjes, van heel dichtbij, in hun eigen habitat… Op een wandelaar met een hond na viel er in het vieze weer niks op te gevoelige plaat te leggen. Het ging mij te ver om in de blubber te gaan tijgeren voor die ene vogel die zich in de bosjes verschool.

Wat ik overdag meemaak, verwerk ik in mijn dromen waarbij de ene plaat nog toffer en scherper is dan de ander. Ik maak eindelijk foto’s van springende eekhoorns. Zie ik vogelsoorten die ik nog nooit eerder heb gezien, laat staan op de foto heb gezet. De zwaan die mij altijd benaderd alsof ie mij gaat opeten laat mij nu zelfs dichtbij komen om zich te portretteren. En last but not least ik bezoek voetbalstadions om daar wedstrijden vast te leggen. Zie je hoe erg het met mij gesteld is?! Als je al droomt over voetbalstadions…

Samen met Poownie wandelde ik van de week langs het water met bijbehorende watervogels. Het was erg druk met futen, zwanen, meerkoetjes en ander gevederd gespuis. Ik voelde een steek van corona-ellende. Want mijn cursus met een drijvende schuilhut voor begin dit jaar zal mogelijk ook al niet door kunnen gaan. (ik mag wel even klagen op mijn eigen blog toch?!) 

Beetje voor beetje begon er zich een plan in mijn hoofd te vormen om toch de foto’s te kunnen maken die ik graag wil. Eenmaal thuis had ik het zo goed als uitgedacht. Oké, toegegeven het moet hier en daar nog wat bijgeschaafd en vooral uitgetest worden. Mijn getreur veranderde in kinderlijke enthousiasme. Ik bezocht diverse sites en raadpleegde wat forums. Ook al levert het voor nu niks op, dan nog is het geen waste of time geweest. Dit soort voorpret zorgt namelijk, net als bij vakanties uitzoeken, ook voor een vrolijke stemming.

Vriendlief vond het maar een onnozel en super dom idee. Normaal hecht ik veel waarde aan zijn mening. Maar nu trek ik even mijn eigen plan. Mijn wil om iets te kunnen doen en vooral om ergens naar toe te kunnen leven (en werken) zorgt ervoor dat ik verder kijk dan “wat als” en “misschien…” Als mijn plan lukt kom ik hier uiteraard uitgebreid op terug. Met foto’s en al. Als bewijs!! Mocht ik met “plan en al” letterlijk in het water vallen…. Nou ja, dan zullen jullie mij er waarschijnlijk niet meer over horen (of enkel kort samengevat in een terugblik van het jaar of zo…) en had vriendlief volkomen gelijk. 

Nu eerst maar eens opzoek naar een goed camouflagenet, want dat is stap 1.
Wordt vervolgd zullen we maar zeggen. 

In de tussentijd: Binnen de lijntjes…

Met het opruimen van mijn werkplek, enige tijd geleden, had ik ze al bijna weggegooid. Ik deed er toch niet zo heel veel mee. Twee kleurboeken, een setje potloden en een map met stiften. Maar de krent in mij vond dat toch wel wat zonde dus gingen ze in een doos met de gedachte: misschien leuk voor ooit. 

Ik was mijn kleurboeken alweer helemaal vergeten tot ik op Pinterest, die ik in tijden van Corona weer heropend heb want verveling, een aantal waanzinnig mooie platen voorbij zag komen. De combinatie van kleuren en patronen die in elkaar overliepen deed mij gehypnotiseerd naar mn scherm staren. Ik bedacht mij geen moment. De tijd van ooit is nu gekomen. 

Het was even zoeken en uiteindelijk vond ik de doos achter het schot op zolder. Een mooie manier om deze lethargische periode door te komen. Iedere dag een momentje van zen en bewustwording in combinatie met al die mooie kleuren…. 

Het kleurboek is nagenoeg leeg. Hier en daar had ik ooit al een begin gemaakt maar was er blijkbaar vrij snel weer mee gestopt. Ik vind een simpele plaat en trek een aantal stiften uit de verpakking. Enthousiast begin ik wat strepen te trekken. Nadat de eerste kleuren op papier staan vraag ik mij af what the fack ik aan het doen ben. Ik bedoel, het lukt mij niet eens om normaal binnen de lijntjes te kleuren. De neuroot in mij besluit toch wel eerst ff al die blaadjes groen te kalken. 

Het boek wordt tig keer gedraaid want normaal van links naar echts werken kan ik (blijkbaar) niet. Dus ik schilder van boven naar beneden en van rechts naar links om dan van linksonder naar rechtsboven verder te gaan. Het ziet er een beetje ongestructureerd uit. En dat is het ook. Maar ach, wie ziet dat nu, in deze quarantaine periode? Ik draai het boek weer een kwartslag om de laatste blaadjes in te kleuren. Mijn vingers en handen zijn in ieder geval schoon. Toch nog iets geleerd van mijn knutselmiddagen op de lagere school. 

Na een paar minuten ben ik de blaadjes en bloemen met stiften eigenlijk alweer zat. Ik zoek iets nieuws uit en pak de potloden er bij. Fout gedacht. Na de eerste drie krassen merk ik het al. Dit zijn van die goedkope crisis dingen. Ik snap nu ook wel waarom ik eerdere kleurplaten maar voor een kwart heb afgemaakt. Ik rot die potloden weer in hun etui en graai naar de stiften. Nieuwe bladzijde, nieuwe kleurtjes… Niet bepaald een rustgevend werkje dit!

Vroeger had ik nooit last van kramp in mijn vingers. Ik kliederde schrift na schrift vol en schreef brieven naar penvriendinnen waar geen einde aan kwam. Nu heb ik na vijf minuten al zo’n kramp in mijn handen dat ik besluit eerst maar eens een pauze in te lassen. Tijd voor koffie.

Inmiddels zijn we twee weken verder. Mijn stiften zijn voor de helft opgebruikt en het kleurboek is wat meer gevuld. Met neurotisch ingekleurde platen, dat dan weer wel. Ook heb ik mijn aquarelpotloden teruggevonden. Die ga ik van de week uitproberen. Zennn word ik er niet van en rustgevend is het ook niet bepaald. Maar een prima tijdverdrijf is het wel. Zeker nu we nog een weekje of wat “Coronona tijd” te gaan hebben…

 

Kleurboek voor volwassene

 

ps: niet alle kleurplaten hierboven zijn door mijzelf ingekleurd hoor 🙂

Een verjaardagscadeau…

Vroeger, toen we (zus en ik) nog klein waren, vierden we onze verjaardag vaak heel uitbundig. Van wat ik mij kan herinneren werden vooral de kinderfeesten door moeders goed georganiseerd. We deden leuke en originele dingen. Toen bowlen, gourmetten en zwemfeestjes bijvoorbeeld nog bijzonder waren. Tot aan groep acht van de lagere school deed moeders haar best. Daarna was het aan ons zelf om iets voor vrienden te verzinnen of te organiseren. Naarmate we ouder werden gaven we enkel nog een verjaardagsfeest voor familie en naaste vrienden. Eenmaal op ons zelf werd er niet veel meer aan onze verjaardag gedaan. Of in ieder geval niet groots gevierd. 

Tot zus met de mededeling kwam het dit jaar wel te willen vieren. 35 worden is één van die mijlpalen. En om de banden met familieleden aan te halen een prima gelegenheid om wat mensen uit te nodigen. Wanneer de datum van het feest bekend is heb ik nog even de tijd om te bedenken wat ik haar zal geven. Ik wil haar iets origineels cadeau doen. Van moeders kregen we bij iedere 5 jaar dat we ouder waren geworden een sierraad. Maar of ik haar daar nu zo’n groot plezier mee zou doen betwijfelde ik. Ik laat nog wat ideeën de revue passeren als er een ander lumineus idee mijn hersenpan binnen schiet. 

Ooit, in een vorig leven, vierden wij met onze vader een vakantie in Limburg. Een week lang zaten we op een landgoed, met een heus kasteel compleet met toegangspoort en slotgracht. In mijn verbeelding allemaal heel groots en oneindig. Beide hebben we daar flarden van herinneringen aan. Hoe leuk zou het zijn om daar nog eens naar terug te gaan. Herinneringen ophalen en met zijn tweetjes een weekend de hort op te zijn. Dus besluit ik haar daar nog eens mee naar toe te nemen. 

Oké, het cadeau is geregeld. Nu moet ik nog iets verzinnen om het op een originele manier te overhandigen. Een cadeaubon is makkelijk maar toch minder leuk. Na een nachtje slapen begint mijn idee steeds meer vorm te krijgen. De uitvoering ervan is overigens een heel ander verhaal. Ik ben niet meer zo crea bea als vroeger. En moet flink met een stofdoek over mijn knutsel-skills om ze onder het stof vandaan te halen. Voor ik het weet loopt mijn idee uit op een ware knutselvierdaagse. 

Wanneer ik in Zoon zijn “oude” playmobile verzameling duik om te zien of ik de boel wat kan aankleden vind ik een ridder te paard. Hij krijgt de hoofdrol in dit verhaal. Samen met een foto van het kasteel. Wanneer ik toch bezig ben zoek ik direct ook wat omgevingsfoto’s om de boel leuk aan te kleden. Mijn decor begint steeds meer gestalte te krijgen. Ik ben zo los gegaan dat een simpele uitvoering van een plankje met ridder en daar achter een foto van het kasteel eigenlijk niet meer passend is.

Op de bewuste dag sta ik met de in elkaar geknutselde doos voor haar neus. Inmiddels voorzien van een echte toegangspoort. Met daarachter het verhaal van “vroeger” gegoten in een nieuw jasje. Het cadeau word gelukkig met veel plezier en de nodige hilariteit ontvangen. De voorpret die ik gehad heb aan het knutselwerk is hopelijk een voorbode aan de gezelligheid die we met elkaar zullen beleven. Nu alleen nog een datum prikken… 

 

Kasteel met ridder

 

 

-🏰-

 

Daar kun je mee thuiskomen…

“Wat vind je?” Vraag ik vriend terwijl ik voor hem door de kamer paradeer. “Ga je dat allemaal aantrekken?” Is zijn reactie “Hoezo, vind je al die bling-bling niet mooi?” Vraag ik. “Kun je dan op zijn minst drie van die dingen uitzetten?” Ik frons mijn wenkbrauwen zo dat ze elkaar bijna raken. Ik stop met lopen en kijk hem bedenkelijk aan. Ik heb een reflecterend hesje aan waar rode LED-lampjes op zijn aangebracht. Om elke arm en been draag ik een reflecterende band waar eveneens LED-verlichting op zit. Maar dat in tegenstelling tot het hesje hysterisch staat te knipperen in blauw neonlicht.

“Als je zo in het donker over straat gaat denken ze op zijn minst dat er een alien geland is, of een hoerentent geopend is.” Alhoewel… Het is een dorp he?! Dan zullen ze vast voor de eerste optie kiezen! Ik ben niet van mijn plan af te brengen. Maakt niet uit wat voorbijgangers denken. Zolang automobilisten maar stoppen of op zijn minst langzamer gaan rijden. Zo kunnen wij veilig over straat.

De volgende dag neem ik alle verlichting mee naar stal voor een wandeling in het donker. We gaan alle bling-bling eens in de praktijk testen. Hesje om en alle verlichting aan. Armen en benen voorzien van de reflecterende banden met de lichtjes op standje hysterisch. Ook Poownie krijgt een set om alle vier zijn benen. Oké, toegegeven, het is even wennen met al dat rode en blauwe licht dat we nu uitstralen. En eigenlijk voel ik mij nu ook een beetje een wandelende kerstboom.

We zijn de weg nog niet op of ik hoor achter mij: “Jingle Bells, Jingle Bells… Leuke outfit mevrouw!!” Een wielrenner die, zelf compleet onzichtbaar in het donker, mij passeert. Haha, heel leuk!! Ik roep hem na dat wij in ieder geval niet zo makkelijk over het hoofd gezien kunnen worden. Dan komt mijn eerste test object de hoek om janken. De bestuurder ziet een chaos van rode en blauwe lampjes op zich afkomen. Voor het grote what-the-fuck-is-dat-effect draai ik rondjes en spring in de lucht. De auto gaat vol in de remmen. Hij staat bijna stil als wij hem passeren op de smalle weg waar auto’s, fietsers en wandelaars over heen moeten voordat we een veilig voet- en fietspad bereikt hebben. 

Ik bedank de bestuurder en loop door. Als we eenmaal de weg uit zijn begin ik er lol in te krijgen. We zoeken een stukje gras op waar we alle twee veilig staan. Poownie kan lekker grazen en ik zie van links en rechts al het verkeer aankomen. Brommers, scooters en auto’s… Ze remmen allemaal af. Ze snappen blijkbaar niet wat ze zien. Gekleurde zwevende kerstlampjes die door mijn gespring en gedraai onsamenhangend bewegen… Fietsers die voorbijkomen maken er grapjes over en wandelaars stoppen om een praatje te maken. Het is hilarisch om te zien hoe andere weggebruikers hierop reageren. Mijn missie is geslaagd.

De andere dames op stal grappen de eerste week nog wat over onze nieuwe outfit. Maar al snel zijn ze overstag en zien ze de veiligheid er ook van in. Als we na een tijdje met een groepje inclusief onze paarden over de weg wandelen, krijgen we het éne “compliment” na het andere over onze zichtbaarheid. Kijk, daar kun je mee thuis komen!!

 

 

-🐴- 

Het orakel…

Een hele tijd terug werd ik geraakt door afbeeldingen van Stephanie Law, een kunstschilderes uit Amerika. Niet dat ik wist wie ze was, ik kon gewoon niet genoeg krijgen van de schilderijen die ik voor mij zag. Stuk voor stuk dromerige afbeeldingen. Platen waarin ik meegetrokken werd. Alsof ik een andere wereld binnen ging. Het is betoverend. Bijna magisch. Het bleek dat ik de shadowscapes tarot deck in handen had. Hoewel ik zelf nog nooit een kaart heb laten leggen of er zelfs maar mee bezig ben geweest wist ik wel een ding. Ik wilde perse dit kaartendeck hebben!

tarotkaarten van het Shadowscapes deck

Tarot is een kaartenspel van 78 kaarten dat gebruikt kan worden voor oa kaartleggingen om inzicht te krijgen in je persoonlijke ontwikkeling en/of spirituele bewustwording. Of volgens vriendlief, klinklare onzin. Mijn kennis over en van de tarot of kaartlegging is praktisch nihil, dus ga jullie niet vermoeien met uitleg. Wat ik wel wil zeggen is dat er niet één kaart van de 78 kaarten is die je precies laat zien wat je moet doen of wat er gaat gebeuren. Bij de tarot gaat men er vanuit dat je met de energie van dat moment de kaart aantrekt waarvan de symboliek overeenkomt met jouw energie. Dat vind ik dus zo mooi aan deze kaarten. Er kunnen heel veel betekenissen aan één kaart toegekend worden en iedereen zal de kaart op zijn eigen manier interpreteren. Of volgens vriendlief: je kunt er dus geen ruk mee hihi…

Er zijn veel verschillende tarotdecks te koop. Rider-Waite is één van de bekendste. Maar die trekt mij totaal niet aan met zijn saaie platen. Schadowscapes is niet het makkelijkste om te lezen. Maar wel één om heerlijk in te verdwalen. Dus terug naar deze mooie kaarten. Hoewel ik niet directe een vraag voor handen heb lijkt het mij leuk om iets meer inzicht in de eerste maanden van dit jaar te krijgen. Een aantal projecten staan op stapel zowel zakelijk als privé. Maar ook nieuwe hobby’s en bezigheden hebben mijn aandacht.

Mijn doel voor vandaag is dan ook het trekken van een inzichtkaart. Ik schud de hele stapel, formuleer mijn soort-van-vraag en trek er een kaart uit. Verrassend genoeg is het de Ace of Cups, één van de gelukskaarten. Ace is de aller eerste kaart in de serie cups van de Kleine Arcana. Net als een aller eerste ingeving, de bron van een idee, het zaadje dat gepland wordt. Hoe langer ik er naar kijk hoe meer details ik zie. Een kelk die uit het water oprijst en langzaam maar zeker steeds grotere kringen verspreid. Zoiets als een eerste aanzet dat kan uitgroeien naar iets groters. De kelk nodigt uit: Drink ervan, dompel je onder en creëer. Net als de vissen komen ideeën en plannen naar de oppervlakte, krijgen vorm en groeien.

Kelken en vissen staan oa symbool voor emotie, Intuïtie, dromen en je onderbewustzijn. Het is een start van iets, een idee, een verlangen een connectie naar iets groters. Dat, en de combinatie van kleuren, blauw, paars en geel die ieder hun eigen betekenis hebben, maken dat ik erg blij wordt van deze kaart. Hij is rustgevend en tegelijk gebeurd er van alles. Ik vind dit een hele mooi kaart die symbool mag staan voor het begin van mijn jaar. 

 

 

***

(T)Huiswerk…

Ergens aan de periferie van mijn bewustzijn knaagt iets. Het is aanwezig maar ik kan er niet bij. Alsof mijn inspiratie om een hoekje staat te wachten. Het steekt zijn tong uit en iedere keer als ik kijk duikt hij weg achter het muurtje dat hersenschors heet. Nog even hoop ik stiekem op een spontane brainwave. Het geeft zo’n voldaan gevoel als ik mijn creatieve hersencellen aan het werk kan zetten. Dat kennen jullie toch wel? Dat gevoel waarbij je vingers als vanzelf over het toetsenbord vliegen en er binnen een mum van tijd een blog verschijnt.

Inmiddels staar ik al geruime tijd naar mijn beeldscherm als zoonlief tegenover mij komt zitten. Hij schuift van alles opzij om plaats te maken voor zijn survivalkit dat bestaat uit koekjes, chips en flesjes met ongedefinieerde plakzooi. Vervolgens tovert hij het ene na het andere document uit zijn schooltas. Tussen de ongeorganiseerde chaos komt ook nog een laptop mee. Hij schuift het ding zover naar achteren dat onze schermen elkaar raken. Mijn blik verplaatst zich van, naar over mijn scherm en even kijken we elkaar zwijgend aan. Daarna gaat mijn blik van links naar rechts over mijn, tot voor kort, opgeruimde tafel. Zoonlief staart mij nog steeds aan en laat zo op zeer subtiele wijze weten dat ik het niet in mijn hoofd moet halen er ook maar iets van te zeggen. Dat doe ik dan ook wijselijk niet. Voor nu heb ik namelijk voldoende aan mijn eigen werk. 

Door mijn andere afspraken deze week loop ik nogal achter met het schrijven van mijn blogs. Ik had de stille hoop dat in te kunnen halen nu ik wat meer tijd heb. Er staan wat loze kreten en halve zinnen op papier maar om nu te spreken van een blog?! Tot zover mijn inspiratie. Net wanneer ik op het punt sta mijn laptop dicht te klappen komt het kind tegenover mij tot leven. Hij brabbelt iets binnensmonds waaruit ik opmaak dat hij zijn boek uit heeft en nu aan de eerste van de zeven boekverslagen aan het werk is. “Dat vond ik altijd de leukste opdrachten.” Zeg ik hem. Daarmee heb ik zijn aandacht.  

Met een bak koffie en hernieuwde energie schuif ik even later weer achter mijn laptop. Zoonlief probeert mij te betrekken bij zijn huiswerk door heel subtiel wat vragen te laten vallen. Voor ik er erg in heb, heb ik hem met maar liefst vier vragen geholpen terwijl ik zelf nog aan het ploeteren ben op de eerste alinea van mijn blog. Bij vraag vijf besluit ik geen antwoord meer te geven. “Maar ik dacht dat jij dit zo leuk vond!!” Probeert hij nog verontwaardigd. “Ja vroeger! Nu tik ik blogjes! Althans, dat probeer ik.”

Bruisend van enthousiasme duikt hij weer achter zijn laptop. Het leven van een examinerende puber is echt HELL. De hongerspelen zijn er niets bij, wat een kwelling. Iedere volgende vraag word door mij beantwoord met een wedervraag. Ik merk dat zoonlief dit zonder al te veel morren oppikt en er zelfs over nadenkt. Een vraag van verschillende kanten bekijken en de mogelijkheid dit op diverse manieren te beantwoorden. Ik pik stiekem wat koekjes uit zijn voorraad. Die heb ik nu wel verdiend. Zijn docent kan trots op mij zijn. Zoonlief die (bijna) zelf zijn verslag heeft gemaakt en ik heb inmiddels voldoende inspiratie voor een blog. 

 

***

Never a dull moment…

5 jaar terug was ik voor “een meisje” echt nog heel goed! Nu schaamt ie zijn ogen uit zijn kop voor mij (of mijn lompigheid) Een van de redenen waarom ik mij van zoonlief niet mag bezighouden met zijn hobby dan enkel vanachter m’n camera. Gelukkig kon niemand ons zien dus mocht ik mijn goddelijke gang gaan. Daar op het loei hete sportveld, zonder zuchtje wind, zes hoog achter, tussen uitgehakte rotsen bij ons hotel op Gran Canaria. En dan jank ik die bal ook nog eens de verkeerde kant op. Zo over het veel te laag gespannen net dat daar onder andere geplaatst was voor dit soort lompe acties. De bal kwam, iets harder dan gepland, op het balkon van compleet onbekende mensen. En wat denk je, niemand “thuis”. Nog geen 10 minuten bezig en we waren de bal nu al kwijt.

Terwijl vriendlief en ik aan het kijken waren naar de verschillende mogelijkheden om het balkon op te komen, want zo hoog was het nu ook weer niet, had zoonlief het al opgegeven…. Daar stond ie dan. Met zijn ziel onder zijn arm, voetballen met je ouders in plaats van je matties is echt een dingetje, en als je jezelf er dan eindelijk overheen gezet hebt, is de bal weg. Vriendlief kwam met verschillende opties om de bal terug te krijgen terwijl zoonlief al onderweg was naar de winkel om een nieuwe te kopen. “Euh?? Hoe bedoel je klimmen? Dat lukt toch nooit? Mij waaraan vast houden? Hoe dan? Zijn jullie gek of zo….” 

De uitdrukking op zijn gezicht was zo komisch, dat ik even heel hard heb staan lachen. Hij was bloedserieus. Maar wij ook. Ook al mocht het niet, wij deden vroeger niet anders. Op daken van schuurtjes, de school of in bomen. Het liefst zo hoog mogelijk. Hoe we naar beneden kwamen zagen we dan wel weer. We hebben hier duidelijk te maken met de generatie “playstation- en iPhone-kids”. Die klimmen en klauteren blijkbaar alleen nog maar digitaal.

“Sjees!” Riep ik naar hem. “We willen toch voetballen? Klim naar boven, pak de bal en kom weer naar beneden.” Alsof ie water zag branden. Nadat ik op het punt stond het zelf te doen kwam hij in actie. Er zijn blijkbaar toch grenzen aan wat je aan je ouders overlaat. Nadat onze lenige Harrie uitleg had gekregen wat ie moest doen kon het avontuur beginnen. Wat voor ons “vroeger” dus heel normaal was, was voor hem echt hogere wiskunde. Na drie pogingen stond ie dan eindelijk op het balkon. Alle ruiten waren nog heel en op een stoel en tafel na lag er niks op het balkon dat stuk kon. De bal werd over het net richting sportveld gegooid en zoonlief kon weer naar beneden. 

In de tussentijd waren er verschillende mensen voorbij gekomen. Er was werkelijk niemand die aan ons kwam vragen wat wij met zijn drietjes in vredesnaam aan het doen waren. Ook werd er geen hulp aangeboden. Maar dat kwam misschien meer omdat ik als een malle heb staan lachen om deze hele komische actie. Later bleek dat de hotelkamer niet in gebruik was en we de sleutel gewoon konden halen bij de receptie. Met deze wetenschap konden we de rest van de week met een gerust hart het sportveld gebruiken. 

 

PS: Ik kreeg geen toestemming om de foto’s te plaatsen. Ze waren hilarisch, echt waar! 
PPS: Je had er waarschijnlijk bij moeten zijn!!  
PPPS: Ja, uiteraard hebben we de veiligheid in acht genomen 😉

***

Fotograferen maakt zen…

Heel stil blijf ik liggen. Als ik doe alsof ik slaap kan ik mijn lichaam misschien wel voor de gek houden. Want alleen als ik slaap voel ik mij beter. Dus ik adem langzaam in en uit. Ik beweeg mij verder niet, ook al “slaapt” mijn arm, hij wel! Ik ben zogenaamd nog ver in dromenland. Veel later dan half 9 ’s morgens kan het nog niet zijn. Ik hoor de kinderen van de school hiernaast gillen en zingen. De werklui van een paar straten verderop zijn ook al even aan de gang. Auto’s, brommers en blaffende honden. Normale alledaagse geluiden. Alleen komt alles keihard mijn oorschelp in gedenderd. Maar ik zou niet bewegen, dus blijf ik liggen zoals ik lig.

Mijn lichaam laat zich niet langer voor de gek houden. Een flinke hoestbui is het gevolg. Mijn ribben voelen aan alsof er een stomp op is gegeven. Als ik hiervan op adem ben gekomen, open ik heel voorzichtig één oog. De kamer draait om zijn as. Laat maar. Ik sluit hem snel. Al een paar dagen lig ik met griepverschijnselen op bed. Zielig te liggen wezen. Ik ben bijna nooit ziek. Meestal stel ik ziek zijn gewoon uit tot hij mij vergeten is en verder gaat naar een volgend slachtoffer. Heel de winter was het mij gelukt hem te ontlopen. Ik had immers veel te vaak leuke dingen op de planning staan om ziek te kunnen zijn. Maar dit keer was er geen ontkomen aan. Mijn limiet van verschuiven was voorbij.

Terwijl de heren al vertrokken zijn lig ik dus zielig in mijn bed. Hopen dat de wereld snel stopt met draaien. Dit is overigens een stuk goedkoper dan een dagje Efteling, dat dan weer wel! Maar ik moet er niet aan denken om nu een zak popcorn weg te werken. Of een hotdog. Of een suikerspin. Ik troost mij met alle leuke dingen die ik de afgelopen weken heb gedaan. Een van die dingen was het maken van vogelfoto’s. Wat een geweldige ervaring was dat. Nog dagen na de bewuste dag keek ik mijn foto’s terug. Iedere keer zag ik weer iets nieuws, of bewerkte ik hem weer iets anders. Het gaf mij zo vreselijk veel voldoening. Dat ik in staat ben geweest om die platen zo te maken!?

Ik realiseerde mij dat ik dit euforische gevoel ook heb bij het maken van voetbalfoto’s. Hoewel ik deze natuurlijk ook voor de spelers en de club maak, geeft het mij heel veel voldoening. Ook met die foto’s kan ik uren bezig zijn en als ik ze terug kijk trots zijn op mijn werk. Als ik aan het fotograferen ben ga ik helemaal op in het moment. Dit werkt voor mij zo ongeveer hetzelfde als mediteren of hardlopen. Ik zit zo in het hier en nu dat ik mij geen moment druk maak over andere dingen. Mijn zorgen zijn er even niet en alles waar ik mij druk over zou kunnen maken doet er gewoon niet toe. Het enige dat telt is het vangen van die ene plaat.

Gelukkig is het nu weer wat warmer en voel ik mij alweer iets beter dan van de week. Hopelijk kan ik snel weer aan de slag langs het veld. En wat de vogels betreft… We hebben al een nieuwe locatie gespot. Eens zien wat we daar kunnen “vangen”.

Deborah achter fototoestel met grote witte lens.

@ work. Foto gemaakt door Ed Baars van EB Sportfotografie.

 

***

Fluffie & Flaffie…

Ik zat in groep vijf van de lagere school toen we tijdens een knutselmiddag zelf pompoenen moesten maken. Ik was zo enthousiast dat ik bij de Zeeman alle gekleurde bollen wol op kocht en de hele familie van pompoen-sleutelhangers voorzag. Ik hing ze aan koffers voor wie met vakantie ging en tijdens de kerst hingen er een paar te shinen in de boom. Uiteindelijk maakte ik twee knuffelbeestjes. Met behulp van mijn moeder knoopte ik boven- en onderlijf aan elkaar. We plakten er ogen en een snavel op en Fluffie en Flaffie waren geboren.

Fluf en Flaf werden ook geïntroduceerd op school. Mijn fantasie was groot, dus ik vertelde iedere maandag wat ze het weekend hadden uitgevroten. Van de juf kreeg ik een schrift en ze vroeg mij hun verhalen op te schrijven. Vanaf dat moment mocht ik iedere vrijdagmiddag de klas een verhaaltje voorlezen over de avonturen van Fluffie & Flaffie.

Ik heb geen idee wat er uiteindelijk met deze twee knuffelbeestjes gebeurd is. Waarschijnlijk zijn ze uit elkaar gevallen. Wol-moeheid of iets dergelijks. Het schrift heb ik misschien nog wel. Dat zal tussen de spullen van mijn moeder moeten liggen. Die bewaarde namelijk ieder vol gekalkt schrift, alle tekeningen en zelfs de lelijkste schilderijen. Ik ben mijn wollige vriendjes in de loop der tijd gaan vergeten. Tot ik een paar weken terug een droom had waarbij ik uit dát schrift aan het voorlezen was. Mijn publiek was dit keer een grote groep volwassen mensen netjes in pak. Ze hadden geen flauw benul waar ik het over had. Bij het wakker worden vroeg ik mij af: “hoe kun je nu niet weten wie Fluffie & Flaffie zijn?!

Het grappige is, dat mijn drang om tekst aan het papier toe te vertrouwen zo’n beetje in die periode geboren is. Van een blog had ik nog nooit gehoord. Wel had ik diverse penvriendinnen. Vanuit Nederland, Suriname en uit Oostenrijk. Uiteindelijk kwam daar de klad in, evenals het schrijven in schriftjes en dagboeken. Langzaam schoof het schrijven naar de achtergrond om pas jaren later, op Hyves, weer herontdekt te worden. Enige tijd later maakte ik de overstap naar WordPress. Overigens nog steeds een gratis account, vandaar die gekke reclame onder mijn blog.

Het bloggen heeft een aardige plek ingenomen in mijn planning en bezigheden. Schreef ik op Hyves één keer per maand, is dat nu zeker één keer in de week. Het bloggen is veel serieuzer en regelmatiger geworden. Niet dat ik er geld mee verdien. Wel heb ik een jaar lang gastblogs mogen aanleveren voor twee verschillende platvormen. Het is een hobby waar ik een vorm van energie in kwijt kan, mijn foto’s kan laten zien of zomaar mijn fantasie de vrije loop kan laten gaan. Dat vind ik zo leuk aan bloggen. En natuurlijk het contact met mede bloggers. Want door mijn eigen blog ben ik heel wat andere bloggers tegengekomen en gaan volgen. Het is leuk om te lezen en te zien wat hen bezig houdt. Door het meelezen wordt er soms weer een onzichtbare bron aangeboord wanneer bij mijzelf de inspiratie even zoek is.

Inmiddels krabbel ik alweer 6,5 jaar mijn blogjes op WordPress en was niet van plan op korte termijn hiermee te stoppen. En dat alles dankzij Fluffie & Flaffie…

Wat was jouw inspiratiebron voor het starten van je blog?