In 2022 was …

… het leukste feestje dat van mijn zus en haar werk. Het feest was door Corona al een keer uitgesteld. Het thema was “Happy Together”. Ik had mijn bedenkingen maar Boskalis heeft de verwachtingen overtroffen. De locatie was Ahoy met eetkramen, disco en dansvloeren, entertainment, diverse barretjes, wijnproeverijen en zelfs een heuse kermis werd de vooravond gevuld. Het tweede deel stond in het teken van de voetjes van de vloer met een toffe line up. oa Waylon, Edsilia Rombley, Gerard Jolink, en The Dirty Daddies kwamen voorbij. De hele avond was nogal overweldigend maar super tof.

… mijn boekenkast goed gevuld. Ik las (en luisterde) in totaal 55 boeken. Er zijn zoveel mooie verhalen voorbij gekomen met uiteenlopende genres dat ik besloten heb daar een apart blog over te schrijven. Deze drie sprongen er met kop en schouders boven uit. Waargebeurd en een echte eye opener: “Verpleegthuis” van Teun Toebes. Hilarisch: “Ook dat nog” gevoelig, ingetogen: “Het kamermeisje”. Alle drie een complete verrassing en echte aanraders.

… ons thema verduurzamen. We brachten een aantal aanpassingen aan in huis. Er kwamen zonnepanelen. Gingen voor een deel van het gas en met het starten van de winter testen we hoe koukleumerig we echt waren. Tevens werd het huis van een flinke isoleerlaag voorzien. Er staan nog wat taken op de to-do lijst. Maar die schuiven we naar volgend jaar.

… Poownie tegen alle verwachtingen in zo aangesterkt dat hij een verzorgster kreeg die hem nu wekelijks mee uitrijden neemt.

… het grote afscheid van bed en slaapkamer. Na lang zoeken vonden we een goed matras en nieuw bed. De slaapkamer kreeg een make-over met een hotel chique uitstraling en zo weinig mogelijk prul. De kleuren spierwit & nachtblauw met accenten van goud domineren nu de ruimte en er heerst een serene rust. Er moeten nog wat puntjes op de I gezet worden maar ben er helemaal blij mee.

… de keuken ook aan de beurt. Het bleek dat we eigenlijk heel tevreden zijn met de indeling. Wel moest er iets gedaan worden aan al het loslatende folie op deuren en laden. We besloten de boel te laten schilderen. Nu hebben we een chocolade bruine in plaats van roomwitte keuken. De nieuwe handvatten op deuren en laden en een mooie luxaflex voor het raam maken het helemaal af.

… het druk op mijn werk. Nieuwe directeur, projecten en aanpak. Dat laatste was ook van toepassing op zaken die jarenlang door de vingers werden gezien en wat de groei op meerdere vlakken tegenhield. Het was schokkend en tegelijk bevrijdend toen daar eindelijk iets aan gedaan werd. Het onderzoek kostte een collega (terecht) haar baan. Nu dit achter de rug is kunnen we weer vooruit zonder dat iemand op de rem blijft trappen.

… ik het minst op het water te vinden. Mijn SUP bleef vaker thuis. Mijn fototoestel kwam minder vaak uit de tas en ik plaatste ook maar 41 blogs. Wel heb ik een rondje op natuur ijs geschaatst.

… mijn rug op zijn zwakst. Ik ging er finaal doorheen en heb daar eigenlijk nog steeds last van. Hierdoor maakte ik wel kennis met yoga. Een heerlijke manier van rekken en strekken wat ik nu een paar keer per week met veel plezier doe.

2022 was, met hier en daar een uitschieter, een rustig en mooi jaar. Voor 2023 heb ik energievolle verwachtingen die ik hopelijk ook waar kan maken. Daarover later meer. Bedankt voor alle keren dat jij hier langs kwam en de moeite nam mijn verhalen te lezen. Voor nu wens ik jou een fijn en warm uiteinde van dit jaar en een fantastisch mooi begin van 2023. Tot volgend jaar!

Schaatspret in de polder…

Uiteraard staan er nog een aantal to-do taken op de huishoudelijke lijst voor dit weekend. Maar het weer gooit roet in het eten. Soms moet je gebruik maken van de mogelijkheden die zich voordoen. Zo ook vandaag. Want het is sowieso de laatste dag en het zou zelfs wel eens de laatste keer van het jaar kunnen zijn. Dus duiken we bij het ontwaken direct de vliering op. Snorren onze schaatsen, ijshockeysticks en de puck op uit de wintersporthoek. Met een broodje en koffie in onze mik rijden we naar de polder waar we, hopelijk, onze eerste schaatsstreken van het jaar kunnen maken. 

Onderweg zien we al voldoende mensen schaatsen, glijden en sleeën. Het heeft dan ook flink gevroren afgelopen nacht. Zo erg dat we de auto niet eens open kregen toen we weg wilden rijden. Er zijn er meer die het er nu lekker van nemen. Maar uit voorzorg rijden wij door naar de polder. Want daar is de sloot niet al te diep. Des te meer kans dat het goed dicht gevroren is en mochten we er toch doorheen zakken dan staan we hooguit tot onze knieën in het water. Het is daar leuker en ook niet onbelangrijk, het is er meestal niet druk.

Poownie snapt er niks meer van als we de auto bij stal neerzetten en ik hem vanaf de andere kant van het hek groet. Hij staat mij na te kijken terwijl ik met mijn schaatsen onder mijn arm naar de waterkant loop. Er staan al verschillende mensen op het ijs. Het is zo leuk komt te zien hoe iedereen zich voortbeweegt. De één gracieus en elegant, de ander al stuntelend terwijl hij links en rechts ingehaald wordt door iemand op noren. 

Vriendlief heeft binnen no-time zijn schaatsen onder gebonden. Springt overeind en doet alsof hij nooit anders gedaan heeft. Hij schaatst een stuk, draait om zijn as en gaat in zijn achteruit verder. Maakt wat overstappen links- en rechtsom terwijl hij ondertussen op mij aan het wachten is. Zelf schaats ik al mijn hele leven. Toch voel ik mij de eerste paar minuten altijd een soort Bambi. Maar voor het zover is moet ik eerst van mijn kont af en het ijs op. 

Nou, daar ga ik dan. Ik wankel en wiebel wat. Herstel mijn evenwicht terwijl ik mij al glijdend en schuivend richting vriendlief begeef. We maken een rondje op de plas waar nog twee gezinnen rondjes schaatsen. Na 5 minuten voel ik mijn scheenbeen al. Maar ik klaag niet. Want morgen is het namelijk weer 9 graden. Dus tijd om er lekker een paar dagen voor uit te trekken heb ik niet. De spierpijn die ik morgen ga voelen neem ik voor lief. 

Ik voel mij gaandeweg zekerder worden. Mijn streken worden langer en beheerster. Het lukt mij om over te stappen en achteruit te schaatsen. We kunnen zelfs nog wat “ijshockeyen”. Ooh ik geniet met volle teugen en ben als een kind zo blij. Mijn schenen voel ik niet eens meer. De kramp in mijn kaken des te meer. Ik heb het niet doorgehad maar al die tijd heb ik met een vette glimlach op mijn bakkes op het ijs gestaan. Met vermoeide spieren en heel voldaan trek ik twee uur later mijn schaatsen weer uit. Dit pakken ze ons niet meer af. 

Als herboren…

Het is koud, ik heb mij de afgelopen week de schompes gewerkt en ik ben zijknat geregend op stal. Alles en iedereen inclusief ikzelf, zit mij in de weg. Ik ben op zijn zachtst gezegd licht ontvlambaar. Er lijkt niks te werken om dat gevoel te temperen en dat irriteert mij nog meer. Ik moet echt helemaal ont-prikkelen van alles en iedereen om mij heen en misschien nog wel het meest van mijzelf. Ik duik de sauna in. De ideale locatie om mijzelf terug te trekken en letterlijk te ontdoen van een laag die helemaal niet bij mij pas maar toch al de hele week als een vieze stroop blijft plakken. 

De cabine is nog niet op temperatuur maar ik neem vast plaats. Dit in tegenstelling tot de sauna op onze wintersportlocatie waar ik, wanneer we er zijn, dagelijks een half uurtje lig te “verdampen”. Die cabine is altijd op temperatuur. Zo erg dat je de eerste 5 minuten je neusharen voelt verschroeien als je ademhaalt. Daar heb ik aan moeten wennen. Het is heel tegenstrijdig wanneer je het gevoel hebt te willen ontsnappen aan de extreme hitte en je er tegelijk aan wilt overgeven.

Mijn eerste ingeving was rechtsomkeert te maken. Veel te heet! Maar ik dwong mijzelf te blijven zitten. Mijn ademhaling te verdiepen en er aan over te geven. Het gevoel van de tinteling op mijn huid over mijn hele lichaam verwelkom ik inmiddels. Alsof er duizenden naaldjes op mijn huid prikken. Daarna komt het lome gevoel van niet meer willen bewegen maar voor altijd zo te willen blijven liggen. Direct gevolgd door de zweet uitbraak, soms langzaam, soms snel. Na een minuut of 20 in deze vegetatieve toestand te hebben verkeerd voel ik mij een soort van herboren. 

Naar dat gevoel ben ik nu ook opzoek in mijn eigen huis-tuin-en-zolder-sauna. Deze wordt niet zo heet als die in Oostenrijk. Maar door wat langer te blijven zitten creëer ik het zelfde effect. Ondertussen geniet ik van het schilderachtige uitzicht op de muur tegenover mij. Deze weerspiegelt een vakantietafereel met zicht op de grote oceaan waar schepen voor anker liggen en de havens en dorpjes aan de voet van de berg. 

Ik laat mij meevoeren door de schreeuwende meeuwen boven de vissersbootjes. Ik hoor de golven breken op de rotsen onder aan de berg. Ik zie mensen op het strand heen en weer drentelen naar hun strandbedden en parasollen. Kinderen spelen in het water en gillen wanneer ze door een golf omver worden geblazen. Alsof ik zelf ook met vakantie ben. Meer en meer ontspan ik. De warmte van de cabine doet de rest. 

Dit gevoel komt ergens door en heeft niet alleen te maken met het wisselen van de jaargetijden. Er is heel wat gebeurd op mijn werk. De ongeschreven regel bepaald dat wat op het werk gebeurt ook op het werk blijft. Waar het op neerkomt is dat de “rotte appel” gelicht en met ontslag is. Dat heeft voor, tijdens en na het proces best wat spanningen opgeleverd. Het heeft nog even tijd nodig maar de gemoederen zullen snel zakken en dan kunnen we weer vooruit. 

De vieze strooplaag druipt nu letterlijk en figuurlijk van mij af. Wat overblijft is ruimte om te ademen, rust in mijn hoofd en een bezweet lichaam. Nu eerst lekker douchen om mij daarna weer een beetje als herhoren te voelen. 

Uitzicht vanuit de sauna.

Uit logeren…

Zoonlief werd vriendelijk gevraagd een week bij z’n ma door te brengen. Zodat wij ongegeneerd zijn kamer konden inpikken. “Jullie houden het wel schoon hé!?” Riep hij nog even quasi nonchalant voor hij vertrok. Hihi, schoon?? Het is er al jaar en dag een varkensstal. Dus voor ik mijn spullen verkas ga ik eerst maar eens grondig te werk. Al die tijd geen Corona opgelopen maar zou zomaar een stofallergie kunnen ontwikkelen na één nacht op die kamer. 

De reden van ons verkassen is een kleine verbouwing van onze eigen slaapkamer. Vorige week zijn alle meubels inclusief ons bed opgehaald zodat we dit weekend de boel konden witten en verven. Dankzij het klussen in het huis van zus weet ik dat we dit ook prima zelf kunnen. Volgende week komt ons nieuwe bed en dan is al het kliederwerk alvast achter de rug. 

Nou en daar lig je dan. In je eigen huis maar in een andere kamer en in een ander bed… Het voelt een beetje als een logeerpartij. Ik neem andere geluiden waar, ruik andere geuren. De topnoot is de schoonmaakgeur van zojuist met accenten van wasverzachter en een vleugje parfum van zoonlief.

De kamer is op zolder en heeft een schuin dak. Het regent onophoudelijk. Heerlijk geluid, net als vroeger bij mn moeder. Ik ben het geluid ontwend en het duurt daarom ook even voor ik mij kan laten meevoeren in het hypnotiserende ritme. Wel ben ik blij met het raam dat open staat. Heerlijk die koele lucht langs mijn gezicht terwijl de rest van mijn lichaam warm is ingepakt in mijn schapenwollen dekbed. Op onze kamer hebben we alleen een deur naar het “dakterras” dat wil vriendlief ’s nachts niet open want inbrekers…

Vriendlief komt pas veel later naar boven. Ik ben nog wakker en zie hem laveren tussen alle spullen op de grond en het kleine stukje tussen bed en muur dat ik vrij heb weten te krijgen. We missen 40 cm aan matras. Dat merk ik halverwege de nacht het meest wanneer vriendlief zich omdraait en daarbij eerst het kussen vol in mijn gezicht mept. Gevolgd door armen en benen die mij naar het randje van de afgrond duwen. In tegenstelling tot mij heeft hij er totaal geen moeite mee om te slapen in een ander bed of kamer. Ik duw hem voorzichtig terug en ben blij dat 1 vd 2 in ieder geval een goede nachtrust heeft. 

Inmiddels weet ik ook: haastige spoed is zelden goed. Ook al moet ik nog zo nodig plassen. Midden in de nacht de trap af betekend rustig aan!! Een aantal keer kwam de grond iets te snel te dichtbij. Note to self: gebruik de trapleuning waar deze voor bedoeld is. Niet als reddingslijn om naar te graaien wanneer je per abuis een traptree overslaat. 

Ach, ik klaag hier nu wel, maar je snapt dat het heel fijn is dat we een kamer met bed “over” hebben. Het had uiteraard ook anders gekund. Een week lang in de woonkamer op een luchtbed bivakkeren bijvoorbeeld. Dan was het niet uit logeren maar kamperen. Zonder marshmallows en kampvuur weliswaar. Dus zo slecht heb ik het nu ook weer niet. Wel ben ik heel blij als deze week achter de rug is en de verfspullen opgeruimd kunnen worden. Project “slaapkamer” is bijna af.

Morning has broken…

Het is één van de zondagen waarop het mijn beurt is om het ontbijt op te dienen op stal. Dat betekend vroeg uit de veren. Alhoewel, wat is vroeg? Maar als de wekker uiteindelijk om half 8 afgaat heb ik toch wat moeite om mijn warme bed uit te komen. Ik hijs mijzelf in mijn paardenkloffie, smeer wat brood voor een verlaat ontbijt en met mijn ongekamde haren in een knot op mijn hoofd rijd ik naar stal. Vriendlief in dromenland achterlatend. 

Onderweg komt de zon langzaam op. En zoals altijd weet ik dat het geen straf is om rond dit tijdstip in de polder te zijn. Dit is nog voor het moment waarop de wereld ontwaakt. Vanuit diepe rust met alleen de wind door de bomen en het roepen van de vogels is het heerlijk om zo wakker te worden. De lucht is sprankelend fris en voelt als een verkwikkende douche. Boven de velden en het water hangt een sluier van mist. De zon heeft nog niet echt in kracht gewonnen om de “witte wieven” te verjagen. Het liefst zou ik nu een lekkere lange wandeling willen maken. Maar first things first. 

Poownie staat al bij het hek te wachten. Of dat speciaal voor mij is durf ik in twijfel te trekken. De wetenschap dat de eerste “bedienden” die verschijnt hem van zijn voeremmer voorziet is aannemelijk groter. Als ik mijzelf eenmaal op het terrein binnen heb gelaten staan er opeens 4 paarden keurig op een rijtje te wachten. Het is er maar 1 die hinnikt en dat is Poownie. De rest kijkt zwijgent toe als hij zijn emmer met slobber in ontvangst neemt. 

De paarden hebben goed hun best gedaan. Alle ruiven, die bij ons verspreidt over de gehele paddock staan, zijn leeggegeten. Tijdens de ochtenddienst voeren we minder als bij een avonddienst. Nu zie ik ook waarom. Op Poownie na staat zo’n beetje de hele kudde in de dut-stand. Ze lijken wel verzadigd van het eten in de nacht. Ook als ik mijn ronde loop om alles te vullen komt er niemand achter mij aan. Dat is tijdens een avonddienst wel anders.  

Als ook mijn mestdienst erop zit is het tijd voor een bakkie cappuccino. Dankzij een gulle stalgenoot kunnen we tegenwoordig koffie drinken in de keet. En als ik eenmaal met mijn koffie in het zonnetje zit merk ik pas hoe warm ik het gekregen heb. De damp slaat onder mijn jas vandaan. Het magische wintersportgevoel komt in mij op. Blauwe lucht, zonnetje en een gedempte stilte. Alleen geen strakke witte pistes dit keer.

De haan van de buren kraait een paar keer. Boven in de boom zitten een paar halsbandparkieten te kwetteren en ik? Ik geniet nog steeds van de rust. Op wat wandelaars en hardlopers na is er verder geen mens in de polder te zien. Ik heb mijn koffie op en bedenk mij geen moment. Ik roep Poownie. Die weet inmiddels wat er te wachten staat. Hij duikt nog eens keer in de ruif voor een hap hooi en komt dan mijn kant op. Hij neemt zijn halster in ontvangst en loopt alvast naar het hek terwijl ik de paddock verder afsluit. Hij mag nog een uurtje grazen terwijl we ondertussen van de stilte en het zonnetje genieten.

Als sneeuw voor de zon…

Het is koud, het regent, het is vroeg donker en ik heb de drukste werkweek achter de rug die ik in tijden heb gekend. Het omschakelen van zomer naar winter komt dit keer wel binnen. Ik sta nog net niet te klappertanden maar een rilling kan ik niet onderdrukken. Hoewel dit ook van de vermoeidheid kan zijn. Ik besluit om het voor gezien te houden en lekker vroeg mijn bed in te kruipen. 

Ik klop mijn kussen nog wat op en tover een dik fleeceplaid uit de kast voor over de voetjes, want het raam (met hor) heeft zo’n beetje heel de dag open gestaan dus koud…. Bij het “openslaan” van mijn boek, wat een onderdeel is van mijn avondritueel, begint het gelazer. Ik doe eerst of ik het zoemen rond mijn hoofd ingebeeld heb. Ik ben immers moe en wil eigenlijk mijn drukke dag rustig afsluiten. Maar na een hele zin gelezen te hebben irriteer ik mij al wezenloos. Dit gaat hem niet worden. 

Mijn boek leg ik naast mij neer. Die mug gaat hoe dan ook neer. Aan de herrie te horen zou je denken dat het minstens een compleet gezin is dat onderdak komt zoeken. Wat ik raar vind want in de kamer is het gevoelsmatig kouder dan buiten. 

Het zoemen houd aan dus het is wat lastig om hem nu te detecteren. Met mijn zaklamp op mijn phone creëer ik een soort scheerlicht. Het duurt niet lang of ik zie hem er doorheen stuiteren. Het is er maar een. En verhip, hij lijkt wel dronken. Met een oog houd ik hem in de gaten terwijl mijn andere oog op zoek gaat naar die verdraaide mepper. Zodra ik hem wat spastisch onder het bed vandaan heb gegraaid is de mug pleite. Als sneeuw voor de zon…

Ik maak een keer een ronde door de kamer. Zoals verwacht maar niet gehoopt is ie spoorloos. Ik sta ondertussen daadwerkelijk te klappertanden van de kou. Snel mijn warme bed weer in. Boek erbij en verder waar ik gebleven was. Maar verder dan een hele bladzijde kom ik niet want daar is het gezoem weer. 

Vriendlief lukt het meestal wel om met weinig licht een vliegend insect uit te schakelen. Dus haal ik mijn eigen “Ghostbuster”, die nog niets vermoedend beneden tv zit te kijken, er bij. Samen hossen we door de kamer. Hij de ene en ik de andere kant. Na een paar minuten zoeken wisselen we van plek. Maar ook nu is de mug spoorloos. 

Ik besluit het er bij te laten. Ik ben moe en wil mijn (nog steeds niet voorverwarmde) bed weer in. Ik pak mijn boek er voor de derde keer bij. De mug houd zich koest. Pas midden in de nacht hoor ik hem rond mijn hoofd zoemen. Ik mep een paar keer in het luchtledige om hem te verjagen. 

De volgende dag kan ik gelukkig geen muggenbult ontdekken. Wanneer ik beneden kom sluit ik de tussendeur achter mij. En wat zie ik tot mijn grote verbazing nog net ff naar binnen fladderen voor ik de deur daadwerkelijk dicht doe?! Dit keer ontkomt hij mij niet. Normaal gaat alles wat leeft naar buiten. Voor een mug maak ik een uitzondering. Met mijn vlakke hand plet ik hem tegen de muur. Het is in een keer raak. Als sneeuw voor de zon. 

A day off

Voetbal fotograferen is lange tijd mijn lichtpunt op de zaterdag geweest. Ik haalde er heel veel energie uit en deed dit soms met nog meer plezier dan de boys op het veld. Met de drukte om mij heen is het steeds moeilijker om dit gevoel te behouden. Fotograferen ging mij tegenstaan en op het laatst voelde het meer als een verplichting dan als een hobby. 

De voetbal, of eigenlijk het fotograferen daarvan, is dan ook het eerste wat ik besluit los te laten. Alleen al om meer ruimte te creëren voor rust in mijn hoofd en tijd voor mijzelf. De eerste twee zaterdagen voelen aan alsof ik spijbel. Alsof ik tijd voor mijzelf creëer dat ik eigenlijk aan andere zaken zou moeten besteden. Dat is precies het moment waarop ik realiseer dat het juist goed is om afstand te nemen en dit even los te laten. 

De zaterdagen erna voelen stuk voor stuk aan als een cadeautje. Ik heb niet alleen een middag “vrij” maar ook het bewerken van de foto’s en het bijhouden van diverse social media kanalen komt te vervallen. Ik houd een hele dag aan tijd over. Toen vriendlief vroeg of ik zin had om mee te gaan naar de voetbal bedankte ik hem direct. Nee! De voetbal staat even helemaal onder aan mijn lijst. Ik heb besloten om pas weer over de voetbal na te gaan denken wanneer ik het ga missen. Tot die tijd geniet ik van mijn extra zaterdagen die na al die weken nog steeds aanvoelen als een extra vakantiedag.

Een dag vrij betekend wel dat er tijd overblijft voor zaken waar ik normaal tijd voor moet maken. Het schoonmaken van de complete bovenverdieping is zo’n taak. Iedere keer doe ik wel iets. Snel de badkamer. Of de slaapkamer. Of de trap. Tussen de bedrijven door dus. In etappes, want geen tijd. Maar nu, met mijn gevoel van zeeën van tijd, kan ik er eens flink tegenaan. 

Ik besluit maar direct grondig te werk te gaan en trek alles van zijn plaats. Alleen al in de badkamer vind ik rommel die er niet thuis hoort. Lege verpakkingen van shampoo, spullen van zoonlief. In kamers waar het niet zou moeten tref ik kleding aan, zowel schoon als vuil. Op de overloop liggen sporttassen, maar ook boodschappentassen (?) en gereedschap. Ik de slaapkamers staan lege, half lege en volle flesjes water. 

Ook ik maak mij schuldig aan de rommel want mijn SUP-spullen liggen na mijn laatste tocht ergens eind zomer, nog steeds “te drogen”. Ik sorteer en ruim op. Gooi weg wat weg kan, vul waar nodig spullen aan en rangschik hier en daar de boel.

Er wordt flink gestoft en gesopt. Als laatste wissel ik de stofzuiger voor een dweil en zwabber alles lekker schoon. Ik neem er de tijd voor. Want die heb ik nu ook. Na mijn dagtaak poetsen kijk ik tevreden op mijn werk terug. Alles is weer schoon en aan kant. Een voordeel van een keer in de zoveel tijd goed poetsen is dat ik veel meer voldoening uit en van mijn werk heb. En de zin in voetbalfotografie? Die komt vanzelf wel weer terug.

Bedankt Boys, voor alle keren dat jullie mij een toffe zaterdag hebben bezorgd. Hopelijk tot snel ⚽️

Verzorgster gezocht…

Kunnen jullie je dit blog  nog herinneren? Waarin ik vertelde dat Poownie, na een lastige periode, het weer zo goed deed. Dit ging zelfs nog beter toen eerder dit jaar het weideseizoen aanbrak. Poownie mocht van mij zoveel eten als ie op kon. Met zijn 28 jaar mag hij van mij van alles genieten. Een distel? Een rietstengel? Klaver? Gras? Eet alles maar lekker op! Maar het bleef niet bij eten. Deze opa kreeg een opleving en wilde iedere dag naar buiten. Wilde de boel verkennen en zijn benen strekken. Een stukje rennen zelfs. 

Hier had ik stiekem op gehoopt maar ik had het nooit meer verwacht. Blij ben ik er wel mee. Het betekend dat het goed met hem gaat. Zo goed zelfs dat ik hem persoonlijk niet meer kan geven wat hij zo graag zou willen. Vaker op buitenrit.

Poownie heeft tot een paar jaar terug altijd een verzorgster gehad. Dit werkte prima. Het was immers een win-win. De verzorgster had aan Poownie een gouden paardje waar ze, als dank voor haar toewijding en liefde aan mijn paardenkind, alles mee kon en mocht doen. Ze hadden als het ware een eigen paard zonder bijkomende kosten. En ik had wat extra tijd. Maar Poownie was toen jong. Waardoor springen, dressuur, wedstrijd rijden, strand- of bosritten maken allemaal gewoon kon. Hij is nu 28 en, hoewel hij denkt alles nog te kunnen, toch al richting bejaard aan het gaan. Wie zit er nu nog te wachten op zo’n “oude” pony? 

Nadat ik alle voors en tegens had afgewogen stapte ik toch op haar af. Een dame die lange tijd bij ons op stal verzorgd heeft. Nu inmiddels geen paardje meer tot haar beschikking heeft maar nog steeds trouw haar diensten en die van andere vervult. Dat noem ik toewijding! Ik wist alleen niet zo goed hoe ik dit moest gaan vragen dus viel maar direct met de deur in huis… “Ik zoek een verzorgster voor Poownie en vroeg mij af…” “…Ik wil je wel helpen hoor, lijkt mij super leuk!” Was haar reactie. Ze hoefde er niet eens over na de denken. Die zelfde week spraken we af om het een en ander door te nemen.

Uren achtereen rijden zit er niet meer in. Flinke stukken crossen ook niet. Wanneer de ritten met Opa met beleid worden gemaakt zou hij nog wel even mee kunnen. Toen zelfs dit alles geen belemmering voor haar was besloten we de stap te nemen. Letterlijk. De eerste paar ritten maakten we samen. Zij in het zadel en ik op mijn stalen ros ernaast. Zo kon ik haar van alles vertellen over zijn “penny-pony-streken” want hij mag dan wel 28 jaar zijn, hij is en blijft een pony!! Terwijl zij hem beter kon leren kennen. 

Het is zo leuk om ze samen te zien. Zijn oren staan al die tijd naar voren en om haar mond zie ik de hele rit een glimlach. Stap, draf en zelfs een stukje galop. Mijn hart maakt een sprongetje als ik ze zie genieten. Ja, ik denk dat dit een goed besluit is geweest.

Terwijl ik uren sta te grazen en wandelingen maak om hem in die behoefte te voorzien neem zij hem mee op buitenrit. Ze maakt zijn wereld groter en interessanter. Het leven is zoveel leuker als je hem deelt. En ik hoop echt dat ze samen nog heel veel ritten mogen maken. 

💞

Blijf je slapen?

“Hoeveel zeg je?” Van schrik spring ik van het bed terwijl vriendlief zich nog even op z’n gemak omdraait alsof ie niks gehoord heeft. “14.000€” zegt hij nogmaals. Ik staar de verkoper alleen maar aan. “Waarom?” gil ik hem bijna toe. “Met de hand gemaakt, uit Engeland, echt paardenhaar en schapenvacht en bla bla.” Meer hoor ik niet, ik zie alleen zijn mond bewegen. In nog geen 14.000 jaar dat ik dat ga uitgeven aan een bed. Vriendlief dacht er anders over. Niet alleen de verkoper had hem al bijna zover. Het bed, toegegeven het is echt een plaatje en zou zeker niet misstaan in onze slaapkamer, had hem nu al in zijn macht. Mochten we ons bedenken, er kon nog wat aan de prijs gedaan worden. “Ooh, dat dacht ik ook!!”

Inmiddels was dit al de vierde beddenwinkel waar we waren. Er is echt belachelijk veel keus. Ik zie door de bomen het bos niet meer. Verkopers hebben hun eigen manier van uitleggen maar ze spreken elkaar soms ook een beetje tegen. Daar kunnen mijn hersens, die hier geen verstand van hebben, niet goed tegen. Dit kan wel met zus maar niet met zo. Op een bepaald bed kan alleen maar dat matras. Ligt niet fijn zegt U? Tja dan moet U een ander bed nemen! Toen een verkoper vertelde dat ie alleen zijn bedden met toppers verkocht was ik klaar met hem en zijn toko.

Beddenwinkel 5 was voor deze week de laatste die ik wilde bezoeken. Ook hier veel verschillende bedden met dito matrassen. Maar we lopen wel direct tegen het bed aan dat we beiden mooi vinden. Jammer genoeg met topper, iets wat ik niet wil. Dan verschijnt er een verkoper. Of hij kan helpen? We gooien al onze wensen voor zijn voeten en wijzen daarna naar dat bed. “Daar kan praktisch elk matras op!” Deelt hij ons mee. Lucky us. 

Hij neemt ons mee door de winkel en laat ons niet alleen diverse soorten matrassen testen, iets wat we al bij diverse winkels gedaan hadden maar nooit echt een goed advies kregen, en legt uit aan de hand van plaatjes, doorsneestukken matras, lichaamsbouw en onze slaaphouding waar we goed aan doen. Hij neemt werkelijk alle tijd voor ons.  

We testen de simpele standaard tot het duurdere segment. Dat is maar goed ook. Want het Tempur matras dat zo geprezen wordt ligt echt voor geen meter, ik zak erin weg als in drijfzand. We testen en testen nog meer. Tot we bij een matras aankomen waar ik heel blij van wordt. Het matras is voorzien van pocketveren, diverse soorten schuimlagen en afgewerkt met een firm toplaag. Het matras is zacht genoeg om in weg te zakken en tegelijk voel ik de stevigheid van het geheel. Hierop voel ik mij letterlijk gedragen. Ook nu krijgen we uitleg over de drukpunten, verdeling van gewicht en de verschillende zones. De stroom aan informatie is eindeloos. Net als zijn geduld met ons. 

Terwijl wij mogen “proefslapen” haalt de aardige man een bakkie koffie voor ons. “Nou hier hoef ik niet langer over na te denken. Dat bed, wijs ik hem en dan met dit matras.”Vriendlief is het er gelukkig helemaal mee eens. Ik doe geen consessies aan mijn slaapcomfort, behalve aan de prijs. En ook daar kon zelfs wat aan gedaan worden. 

Alles heeft zijn tijd..

Drie keer knipperen met mijn ogen en zo zijn we plots een paar weken verder. Een paar weken zonder ook maar een woord op papier te hebben gezet of een blog met jullie te hebben gedeeld. Er waren momenten dat ik er wel voor ben gaan zitten, want inspiratie zat. Maar de woorden bleven als een brij in mijn hoofd hangen. Misschien komt het ook wel omdat het om mij heen heel druk is en dat neemt in mijn hoofd veel plek in beslag. Wel merk ik dat de rommel en chaos plek begint te maken voor orde en regelmaat. Maar dat heeft tijd nodig. 

Uit ervaring weet ik, dat als ik gewoon door blijf ademen, alles altijd weer op zijn pootjes terecht komt. Alles heeft nu eenmaal zijn tijd. En in dit geval hoeft het voor een keer niet eens synchroon te lopen met elkaar.  

Ook het weideseizoen heeft zijn tijd. Maar is nu echt teneinde. Poownie wilde het een paar weken geleden al voor gezien houden. Ik merkte het aan zijn gedrag. Ik had de auto nog niet geparkeerd of hij kwam al hinnikend aangelopen. Na een wandeling kreeg ik hem ook niet meer zo makkelijk de wei in. Zonder voortanden is het gras voor hem aan het einde van het jaar te kort. Hij verveelde zich stierlijk en de emmers met voer die ik hem bracht waren niet genoeg om zijn knorrige maag te vullen. 

De oplossing om samen met een ander paard een dagdeel door te brengen op de paddock was een schot in de roos. De hele dag hooi eten en verdeeld over de dag ook nog eens twee emmers met slobber maakte hem een stuk vrolijker (en ronder.) Na het avondeten hing ik mijzelf en de paarden vol met verlichting, want vroeg donker, en liep dan terug naar de wei. De nacht mochten ze met hun maten doorbrengen op het land. Maar ook voor de rest van de kudde is daar nu dus een einde aan gekomen. De start van een nieuw seizoen of dit nu de paddock of de wei is, vind ik heerlijk. Terug naar enige vorm van regelmaat en ritme en gezelligheid op stal. 

Op mijn werk is het andere koek. Daar is het net een circus. Al koorddansend jongleren we met de vele nieuwe projecten. Waar we naar toe willen is duidelijk maar hoe is soms een puzzel. We werken ons door een doolhof aan regels en systemen om het rond te krijgen. Dat betekend van alle collega’s maximale inzet. Schuiven met eigen en andermans werkzaamheden, verantwoording nemen maar ook werk delegeren en aannemen. Wanneer er 1 “spelbreker” tussenzit dan merk je dat direct. De druk wordt groter. Iets wat ik zelf een paar weken heb mogen ervaren. Het is hard werken maar geeft ook veel voldoening. Het is tof om te zien hoe we dit met ons kleine team toch steeds voor elkaar krijgen.

Door het vele extra werk blijft er weinig puf en tijd over voor (vriendlief, sorry 🙏🏼!! en ) de ander hobby’s. Zo ben ik al weken niet meer naar de voetbal geweest. De fotografie ligt op zijn gat en het uitlezen van mijn boeken gaat ook wat langzamer. Om over het bloggen en bij-lezen maar niet te spreken. Ook hier weet ik, geduld is een schone zaak. Alles heeft zijn tijd…