Je hebt wel eens van die avonden…

Het is nog licht wanneer ik op stal aankom. Alleen dat gegeven maakt mij al vrolijk. Als ik dan ook nog eens de lege parkeerplaats zie, word ik nog vrolijker. Niet dat ik mijn stalgenootjes niet mag. In tegendeel. Met 20 paarden zou je denken dat het iedere avond een drukte van jewelste is. Niets is minder waar. Bij ons op stal wordt alles gedaan. En juist daarom heb je niet de “verplichting” om iedere dag naar stal te moeten. Mesten, voeren, buiten en binnen zetten. De stal eigenaresse doet alles voor ons. Wanneer je naar stal komt kun je direct alle tijd en aandacht aan je paard schenken. Eigenlijk had ik tien jaar terug al naar deze stal moeten verhuizen.

Voorheen vond ik al die stalklusjes geen enkel probleem. Nog steeds niet eigenlijk. Ik heb 18 jaar lang dagelijks gemest, het terrein geveegd, heen en weer gereden om de paarden te voeren of binnen te zetten.  Maar het went toch wel erg snel nu dit allemaal voor mij gedaan word en ik direct alle aandacht aan Poownie kan schenken. Het is de afgelopen weken erg druk geweest zowel thuis als op de zaak. Ik kan dan extra genieten van de uren die ik hier doorbreng. Helemaal wanneer er dus, zoals deze avond, niemand aanwezig is.

Alle paarden staan nog in de paddock. Een buitenspeelplaats met eet- en drinkgelegenheid. Mijn aanwezigheid word al snel opgemerkt en ik krijg een vrolijk gehinnik als welkom. Het werkt aanstekelijk want uit diverse hoeken hoor ik nog meer gehinnik gevolgd door hoefgetrappel. De paarden zijn gewend om begin van de avond terug naar stal te mogen.  Ze denken dat ik ze kom halen en ik moet ze één voor één teleurstellen.

Poownie is behoorlijk in de rui. Dat betekend veel en overmatig verharen. Voor ik het weet zit ik er helemaal onder. Het geeft een voldaan gevoel wanneer hij weer schoon is. Jammer genoeg vind je de haren een jaar later nog in de voering van je jas terug. Er is ruim drie kwartier verstreken met tutten en poetsen. Tijd om Poownie te zadelen. We hebben verlichting in de rijbak, dus kunnen ook in de avonduren een rondje hobbelen. Dat hadden we al heel de week niet gedaan. Mijn vrees voor een paar flinke bokkensprongen was onterecht. Poownie liep de sterren van de hemel. Hij had er ook zin in vandaag.

Nog steeds is er helemaal niemand op stal of het erf. Afgezien van de eigenaresse die even daarvoor alle paarden heeft binnen gezet. Het enige dat ik hoor zijn wat fluitende vogeltjes en de takken van de bomen die ruisen op het beetje wind dat er staat. Het is zo vredig en stil. Heerlijk! Ik hoor de kerkklok van het dorpje even verderop en weet dat we inmiddels een half uur aan het rijden zijn. We stappen nog een paar rondjes voor we teruggaan naar stal. Voor Poownie met zijn neus de voerbak induikt laat ik hem eerst nog even lekker rollen in het zand. Een groter plezier, naast grazen en eten, kan ik hem daar niet mee doen. Om wat tijd te rekken haal ik nog even een borstel over hem heen. Zo kan ik nog even genieten van de serene rust terwijl de paarden staan te knagen op hun hooi. Je hebt wel eens van die avonden die vaker terug mogen komen. Dit was er zo een.

paard, rijden, rijbak, selfie

Nu even niet…

De bijna beklemmende dwang van de afgelopen week heeft een destructieve werking op mijn geest en ledematen. De gele gloed van de tl-buizen in het kantoorpand lijkt zich ook een vaste plek in mijn hoofd te hebben toegeëigend. Zelfs mijn blik is wazig en troebel als ik van mijn pc wegkijk. Ik word er moe en chagrijnig van. Als ik er niets aan doe blijf ik in een cirkeltje rondlopen. Het wordt tijd om weer eens in beweging te komen. Even weg uit de sleur, het gehaast en ontsnappen aan de druk van alle dag. Hoewel ik weer lekker in de flow van het lezen zit besluit ik niet in een boek te kruipen. Maar even de benen in beweging te zetten. Ik stap de deur uit en loop richting polder.

Het hardlopen heb ik na mijn knieblessure helemaal losgelaten. Daar ga ik mij pas weer aan wagen als ik een bezoek aan de fysio heb gebracht. Voor nu wordt het een wandeling. Een stevige wandeling wel te verstaan. Ik wil voelen dat ik met iets bezig ben en na afloop weten dat ik mijzelf aan het werk heb gezet. Uiteindelijk sta ik midden in de polder. Het begint al schemerig te worden en het zal niet lang meer duren of de avond is gevallen. Maar het zal ook niet lang meer duren voor de lente zich laat zien. Wat heerlijk als het ‘s-avonds nog licht is. Ik heb nu al zin in lange zwoele zomerse avonden. Waarbij de lucht ruikt naar gemaaid gras en BBQ.

De planning voor de komende week zit als een chaotische bende in mijn hoofd. Neem daar de nodige frustraties bij van de afgelopen week en het fiasco is compleet. Ik probeer het allemaal los te laten en ik denk aan niets in het bijzonder. Dat gaat mij, tegen alle verwachtingen in, redelijk af. Ik stap nog even flink door. Het wordt toch sneller donker dan ik verwacht had. Voorlopig ben ik nog niet alleen hier. Aan de waterkant zitten een aantal vissers. De hondenschool is net afgelopen en ook de fietsers zijn flink vertegenwoordigd. Een enkeling groet. Een enkeling groet niet. Eén ieder is met zijn eigen doel hier en verzonken in zijn eigen wirwar aan gedachten.

Ik volg een rustiger maar helaas wat drassiger pad naar huis. Op deze route kom ik eigenlijk alleen nog maar mensen met honden tegen. Ze rennen om hun baasje heen of wandelen op het pad vooruit. Om mijn spieren niet al te veel te belasten verlaag ik mijn tempo en voor ik het weet ben ik weer op het beginpunt. Eenmaal thuis loop ik direct door naar boven. Kleren worden al wandelend uitgedaan en binnen een paar seconden sta ik onder de douche. Het laatste restje van deze ellendige lange dag glijdt als een deken van mij af. De stoom blijft als een dichte mist in de badkamer hangen. De kou omsluit mijn lichaam zodra ik de deur op een kiertje zet om de stoom te laten ontsnappen. Wat voelt dat heerlijk verfrissend en ik voel mij als herboren.

Mijn nieuwe energie bewaar ik voor morgen. Dan kan ik de hele wereld weer aan. Maar nu geniet ik nog even van de rust en kruip met een kop thee lekker op de bank om de avond te verwelkomen.