Te leen…

Als mijn kledingkast aan kant is ga ik verder met de boekenkast. In de loop der jaren heb ik veel boeken gekocht en gekregen. Inmiddels lees ik alleen nog digitaal en staan mijn met liefde verzamelde boeken maar een beetje stof te vergaren. Mijn kostbare tijd besteed ik zo min mogelijk aan zaken als afstoffen. Die breng ik liever lezend door.

Tijd om afscheid te nemen. Maar zo maar weg doen vond ik toch wel wat lastig. De verhalen hebben mij mee gevoerd naar onbekenden en verre oorden. Hebben mijn fantasie geprikkeld en mij laten verdwalen in spannende, liefdevolle en soms ook treurige gebeurtenissen. Ze hebben mij vermaakt, beroerd en hier en daar aan het denken gezet.

Met alle boeken die ik heb zou ik zo een mini bieb kunnen beginnen. Maar daar heb ik helemaal geen zin in en geen tijd voor. Dan is doneren aan de boekenkasten die door andere leesfanaten in elkaar is gezet een prima optie. Ik struin het internet af naar adressen van mini biebs en al snel zie ik dat er zeker 7 in mijn omgeving staan. 

Ik bedenk mij geen moment. Verzamel zoveel mogelijk boeken. Schraap de adressenlijst van tafel en spring op mijn fiets. Op naar het eerste adres. 

Hemelsbreed nog geen 500 meter bij mij vandaan tref ik kast één. Deze zit propvol. Niet alleen met boeken maar ook met spelletjes. Wat leuk gemaakt. Met een bankje in het zonnetje is het heerlijk toeven hier. Ik scan de kast en zet er drie boeken tussen. Op naar kast twee. 

Deze staat in dezelfde wijk maar door een opgebroken straat kom ik er wat lastig bij. Het is een schattig kastje, grenzend aan de voortuin. Niet al te groot dus ik zoek een paar kleine boeken uit en vooruit, één dikke pil die ik dwars op de rest leg. Mijn tas is al half leeg. 

Boekenkast drie tref ik een paar blokken verder aan. Een briefje laat weten dat ik er iets uit mag pakken maar er zeker ook wat in mag stoppen. Dat laatste doe ik met plezier. Met een lege tas keer ik huiswaarts om hem opnieuw te vullen.

Ik fiets naar een andere wijk waar ik even moet zoeken voor ik boekenkast vier gevonden heb. Hij staat verscholen tussen de struiken. Ik scan de kast maar mijn boeken hebben ze nog niet. Nu dus wel!! Er staat zelfs dat ik mag aanbellen voor een praatje of een bak koffie. Wat leuk!! 

Kast vijf moet in de buurt staan maar kan ik niet vinden. En kast zes blijkt niet meer te zijn dan een vervallen ingeregende houten kist. Het zijn dan wel stofnesten maar ik heb ze altijd gekoesterd als ware het schatten en heb ze met veel plezier gelezen. Deze minibieb sla ik over. 

Ik fiets door naar bieb nummer zeven, die ik een wijk verder vind aan de voorkant van het huis. Even twijfel ik of ik nog een boek mee zou nemen. Maar nee, ik was hier met een andere reden. Mijn tas maak ik leeg door alles in deze kast te stoppen. 

In totaal doneer ik aan vijf biebs in drie verschillende wijken. Super creatief gedaan en erg leuk om wat bij te kunnen dragen. Mijn eigen kast is nog niet helemaal leeg en ik heb nog niet alle bies in de omgeving gehad. Dus binnenkort nog maar een ronde. 

Kinderarbeid…

We gaan even vijf jaar terug in de tijd… 

“WIE IS ER OP MIJN M.I.J.N. KAMER GEWEEST?” Tettert zoonlief. Zijn stem weergalmt over de twee trappen van ons huis naar beneden, weerkaatst tegen de muren, slaat de woonkamer in als een bom en doorboort mijn oorschelp met het geluid dat gelijk staat aan het opstijgen van een straaljager.

“Wat zeg je liefje?” Roep ik naar boven. “Ik versta je niet zo goed.” Ik heb zojuist een gehoorbeschadiging opgelopen. Dat eerste zeg ik, dat tweede denk ik. Hij dendert de trap af naar beneden en komt voor mijn neus tot stilstand. Ik peil zijn blik en glimlach wijselijk. Dat de muren hier nog geen barsten vertonen van het gestommel op de trap is mij een godswonder.

“Iemand is op mijn kamer geweest!” Om zijn woorden kracht bij te zetten plaatst hij zijn handen prominent in zijn zij en wacht vervolgens mijn reactie af. “Oh en je wilt nu van mij weten wie die iemand is geweest?” “Nou, dat zou fijn zijn ja!” Kaatst hij terug. Ik vraag mij af of er nu een discussie gaat komen over de privacywetgeving of dat er iets anders aan de hand is.

Zoonlief gaat onvermoeid, ietwat verontwaardigd, door met zijn relaas: “Mijn hele bed is door elkaar gehaald!” “Dat noemt je niet door elkaar halen, dat noem je opmaken. Iets wat jij weigert te doen aangezien je kinderarbeid nutteloos vind.” “Moest je daarbij dan echt alles van mijn bed af halen?” Mijn toespeling over meehelpen in het huishouden of in ieder geval je eigen kamer netjes houden negerend. “Ik had een polsstok nodig om bij de andere kant van je bed te kunnen komen dus om antwoord te geven op je vraag: ja, alles moest van je bed!”

Eerder op de dag, tijdens het afhalen van zijn beddengoed vond ik zo’n beetje de helft van zijn kamer in, onder en achter zijn bed. Van Nurf (dat is toch geen naam voor speelgoed?!) tot aan Playmobil. Van houten jeu de boules ballen (als het dat überhaupt was) tot aan zijn Feyenoord vlag en badjas waar hij al jaren niet meer in komt maar die hij weigert weg te doen, want Feyenoord! Zijn hele verzameling Pirates of the Caribbean actiepoppen, badlaken en rugzak… Zelfs de knuffelbeesten waar hij zichzelf meestal te oud voor vindt, vond ik terug in zijn hoeslaken. Zijn dekbed had hij er voor het gemak maar uitgehaald en aan de andere kant van zijn hoogslaper naar beneden laten hangen. Voor een tent, zo begreep ik later.

“En terugleggen is zeker te veel gevraagd?” Gaat hij verder. Ik heb zojuist een draai om mijn oren gekregen met mijn eigen tekst. Ik vraag mij af waarom hij doet alsof hij mij nooit hoort maar dus wel degelijk heeft begrepen wat ik met deze woorden bedoel… Ik bedenk mij dat ik dit spelletje ook kan spelen en toon hem mijn liefste lach gevolgd door de woorden: “Oh ja, dat was ik vergeten…”

“Ik was aan het spelen, daar ben ik toch kind voor? Nu kan ik weer opnieuw beginnen!” Zuchtend draait hij zich om en loopt verslagen en met zijn ziel onder zijn arm de trap weer op om zijn pas opgemaakte bed weer tot de chaotische bende om te toveren waar het woord “war zone” nog het meest op zijn plaats is.

Zijn vader heeft vanavond in ieder geval wat te doen voor hij Zoonlief kan instoppen…

Project X…

Morgen, bedenk ik mij, is mijn aller eerste parttime vrije dag van dit jaar. Oooh, wat heb ik daar naar uitgekeken. Een keer in de twee weken een vrije dag. Zalig. Vanaf het moment dat ik dit verzoek had ingediend was ik mijn dagen al aan het invullen. Niet eens met alleen maar “me-time”. Een van de grotere projecten op mijn lijst is het opruimen van de zolder. De rommel werd daar geregeld wat verplaatst. Er kwam wat bij, er ging wat af. Maar echt uitgezocht of weg gegooid werd het niet. Nu was mijn irritatiegrens bereikt. Deze extra dag werd daarom gebruikt voor het uitzoeken en weggooien van de zooi en het opnieuw organiseren van de administratie. Dat laatste schoof ik al zeker dan vijf jaar voor mij uit…

De wekker ging af alsof het een normale werkdag was. Stiekem bleef ik nog wel een uurtje liggen. Toen vriendlief naar zijn werk was vertrokken, begon ik met mijn ochtendritueel. Ik had echt zin om de complete zolder onder handen te nemen. Ik sjouwde schoonmaak-spullen en afvalzakken mee naar boven. Stroopte mijn mouwen op en deed de deur open.Voor mij, op het werkblad lag de halve kledingkast van zoonlief. Netjes opgevouwen, dat dan weer wel. Waarom hij niet de moeite nam om alles in zijn kast te stoppen werd mij duidelijk toen ik dat wilde doen. Die zat vol met kleding dat te klein of niet van hem was. Dat was prioriteit nummer drie op de lijst. Ik schoof alles van het werkblad en verplaatste zijn kleding tijdelijk naar zijn bed.

Nu ik wat meer ruimte had gecreëerd, kon de eerste kast open. Speelgoed waar zeker vijf tot zeven jaar niet naar omgekeken was. Onderdelen van spullen waarvan niemand het origineel nog kon herleiden. Lege CD en DVD-hoesjes. Halve stukken gereedschap. Zeker de helft verdween in vuilniszakken. Tegen de klok in ploegde ik mij door de ellende. Er is nog nooit zoveel ruimte op zolder leeg geweest. De rommel achter het schot was prioriteit twee.

Daar vond ik lege dozen, bergen kabels, kapotte routers en oude meuk van UPC. Waarom? Wat dachten we hier mee te gaan doen? Ook vond ik drie verschillende luchtbedden, kussens en dekbedden. Je kunt het maar op voorraad hebben. De berg met onzinnige spullen werd groter. De ruimte achter het schot steeds leger. Na drie uur was ik heel tevreden met het resultaat. Zo tevreden dat ik direct de administratie onder handen nam. Zeker 1.5 uur ben ik bezig geweest met uitzoeken en vernietigen van documenten. Inmiddels staat alles weer geordend en bijgewerkt in mappen.

De laatste klus bewaarde ik voor na de lunch. Het uitzoeken van Zoonlief’s kledingkast. Meer dan de helft kon in de zak van Max. Een gedeelte moest eerst grondig gekeurd worden door Zoonlief zelf. “Zie ik er nog wel chill uit in deze kleding?” Maar ook zijn kast is weer overzichtelijk (voor zolang het duurt). Gelukkig koopt hij inmiddels zelf zijn kleding. Dus hij kan zich weer uitleven.

De rest van de dag mocht ik van mijzelf luierend in het zonnetje door brengen. Het was een prima dag met heel veel voldoening. En ik heb zelfs mijn stappendoel behaald met al die wandelingen naar de container. Mijn handen jeuken nu al om het volgende project aan te pakken. Het uitruimen van de schuur!

Playmobil is Ipad waard. . .

Toen vriendlief eenmaal door had wat Marktplaats inhield en vooral hoeveel geld je daarmee kon besparen was het hek van de dam. Toen Uk nog een ukje was en eigenlijk nog te klein was voor alles wat kleiner was dan Duplo, werd er flink ingekocht, voor later. Onder het motto: “Dat vond ik vroeger erg leuk, dus mijn kind gaat dit ook heel leuk vinden!” werd alles van Playmobil ingeslagen. Er werd geboden, gemaild en heen en weer gebeld tot men letterlijk groen en geel zag. De pakketjes bleven bij ons binnen stromen en de zolder werd voller en voller.

Uk werd iedere sinterklaas, kerst en met zijn verjaardag voorzien van een nieuw pakketje Playmobil. Je kon het zo gek niet verzinnen of Uk had het op zijn kamer staan. Soms was hij de twee kilometer NS rails met vijf treinen en wagonnetjes zat en werd het ingeruild voor piratenboten en ridderkastelen. Of het politiebureau en de Ark van Noach. Terwijl Uk groter en  ouder werd verloor hij beetje voor beetje zijn belangstelling voor al het speelgoed. De computer en voetbal werden zijn hobby’s en dat terwijl er boven op de vliering nog een aantal dozen met Playmobil stonden waar hij niets van afwist. Zo stond er nog een brandweerkazerne met alles er op en er aan, een F1 pakket en een luxe indianen- en ridder set compleet met tipi’s, paarden en kajaks.

Twee weken geleden besloot vriendlief de knoop door te hakken en zijn met liefde ingekochte collectie te koop aan te bieden. Omdat het wel erg veel werk was keek hij Uk en mij lief aan en zei dat de opbrengst naar een goed doel zou gaan, namelijk een nieuwe Ipad (of twee) en of wij misschien zouden willen helpen. Daar hadden Uk en ik wel oren naar.

Met zijn drietjes zijn we de hele zondag bezig geweest met het bij elkaar zoeken van de originele verpakkingen, bouwtekeningen en natuurlijk het Playmobil zelf. Uk was toch wel erg verknocht aan zijn kasteel en besloot deze samen met zijn drakenfort te houden. De rest mocht voor de verkoop van zijn kamer gehaald worden.

De fotostudio werd voor deze gelegenheid opgetuigd en alle bouwwerken werden één voor één vakkundig in elkaar gezet, gefotografeerd, (vakkundig)afgebroken en in dozen gestopt. Dit ging de hele week zo door. Iedere dag werd er iets op Marktplaats gezet. Iedere dag kwamen er nieuwe biedingen binnen en werd er Playmobil verkocht. Inmiddels kan ik geen Playmobilpoppetje of onderdeel meer zien. Maar… de bende in de studio, zolder en de kamer van Uk veranderde langzaam in een gestructureerde chaos. De vloer werd iedere dag een halve meter meer begaanbaar. De dozen stapelde zich op in de gang maar aan het einde van de tweede week was dit afgenomen tot een doosje of drie.

Hoewel nog niet alles gefotografeerd en verkocht is, was volgens vriendlief afgelopen vrijdag het targetbedrag bereikt. Toen ik thuis kwam werd mijn inspanning beloond met een Ipad mini. Ik had niet verwacht dat dit speelgoed nog steeds zo goed zou verkopen. Maar blij met mijn nieuwe aanwinst ben ik zeker. Nu nog een mooie hoesje uitzoeken.

Iemand nog interesse in een zwik gouden & zilveren ridders, een Engels fort of een Inca tempel?

Kinderarbeid . . .

“WIE IS ER OP MIJN M.I.J.N. KAMER GEWEEST?” Tettert Ukkepuk. Zijn stem weergalmt over de twee trappen van ons huis naar beneden, weerkaatst tegen de muren, slaat de woonkamer in als een bom en doorboort mijn oorschelp met het geluid dat gelijk staat aan het opstijgen van een straaljager.

“Wat zeg je liefje?” Roep ik naar boven. “Ik versta je niet zo goed.” Ik heb zojuist een gehoorbeschadiging opgelopen. Dat eerste zeg ik, dat tweede denk ik. Hij dendert de trap af naar beneden en komt voor mijn neus tot stilstand. Ik peil zijn blik en glimlach wijselijk. Dat de muren hier nog geen barsten vertonen van het gestommel op de trap is mij een godswonder.

“Iemand is op mijn kamer geweest!” Om zijn woorden kracht bij te zetten plaatst hij zijn handen prominent in zijn zij en wacht vervolgens mijn reactie af. “Oh en je wilt nu van mij weten wie die iemand is geweest?” “Nou, dat zou wel fijn zijn ja!” Kaatst hij terug. Ik vraag mij af of er nu een discussie gaat komen over de privacywetgeving of dat er iets anders aan de hand is.

Ukkepuk gaat onvermoeid, ietwat verontwaardigd, door met zijn relaas: “Mijn hele bed is door elkaar gehaald!” “Dat noemt je niet door elkaar halen, dat noem je opmaken. Iets wat jij weigert te doen aangezien je kinderarbeid nutteloos vind. “Moest je daarbij dan echt alles van mijn bed af halen?” Mijn toespeling over meehelpen in het huishouden of in ieder geval je eigen kamer netjes houden negerend. “Ik had een polsstok nodig om bij de andere kant van je bed te kunnen komen dus om antwoord te geven op je vraag: ja, alles moest van je bed.”

Eerder op de dag, tijdens het afhalen van zijn beddengoed vond ik zo’n beetje de helft van zijn kamer in, onder en achter zijn bed. Van Nurf (dat is toch geen naam voor speelgoed?!) tot aan Playmobil. Van houten jeu de boules ballen (als het dat überhaupt was) tot aan zijn Feyenoord vlag en badjas waar hij al jaren niet meer in komt maar die hij weigert weg te doen, want tja het is Feyenoord he! Zijn hele verzameling Pirates of the Caribbean actiepoppen, badlaken en rugzak… Zelfs de knuffelbeesten waar hij zichzelf meestal te oud voor vindt, vond ik terug in zijn hoeslaken van, hoe kan het ook anders, Feyenoord. Zijn dekbed had hij er voor het gemak maar uitgehaald en aan de andere kant van zijn hoogslaper naar beneden laten hangen. Voor een tent, zo begreep ik later.

“En terugleggen is zeker te veel gevraagd?” Gaat hij verder. Ik heb zojuist een draai om mijn oren gekregen met mijn eigen tekst. Ik vraag mij onwillekeurig af waarom hij doet alsof hij mij nooit hoort maar dus wel degelijk heeft begrepen wat ik met deze woorden bedoel… Ik bedenk mij dat ik dit spelletje ook kan spelen en toon hem mijn liefste lach gevolgd door de woorden: “Oh ja, dat was ik vergeten…”

“Ik was aan het spelen, daar ben ik toch kind voor? Nu kan ik weer opnieuw beginnen!” Zuchtend draait hij zich om en loopt verslagen en met zijn ziel onder zijn arm de trap weer op om zijn pas opgemaakte bed weer tot de chaotische bende om te toveren waar het woord “war zone” nog het meest op zijn plaats is.

Zijn vader heeft vanavond in ieder geval wat te doen voor hij Ukkepuk kan instoppen…