Zaterdagmorgen, 7.30 uur. De eerste voetbalwedstrijd van het seizoen was aangebroken en ik had Uk beloofd te komen fotograferen. Belofte maakt schuld dus, op dit totaal niet christelijke tijdstip, strompelde ik naar beneden. Terwijl het ontbijt zwijgzaam werd genuttigd ging ik in gedachten het lijstje af met spullen die ik nodig had op locatie. Extra toestel, batterij en kaartje. Statief, stoeltje, regenjas. Het was inmiddels twee maanden geleden dat ik voor de voetbal gefotografeerd had. Toen ik naar buiten keek verging mij de zin om mee te gaan. Het was vies, smerig weer en het leek alsof de herfst zijn intrede al gedaan had. Wat een verschil met een week geleden, toen we de familie BBQ hadden.
Vriendlief zag aan mijn gezicht dat ik er niet zo veel zin in had en voor ik mij om kon keren om mijn bed weer in te kruipen zegt hij dat de trainer mij ook verwacht. Ze willen nieuwe foto’s voor de website want er zijn nieuwe spelertjes bij gekomen. Hij was zo aardig geweest om toe te zeggen dat ik ook zou komen. Uk deed er nog een schepje boven op en zei dat het zonnetje vast nog wel zou gaan schijnen. Ik was toch al wakker dus hoefde mij alleen nog maar aan te kleden. Daar had hij helemaal gelijk in.
Een uurtje later zaten we in de auto op weg naar het voetbalveld. We waren toch wel een beetje zenuwachtig. Uk moest tegen een voor hem onbekend team spelen. Ik vroeg mij af of ik het fotograferen nog niet verleerd was in twee maanden tijd. En waar vriendlief last van had was mij op dat moment een raadsel.
Zodra de auto geparkeerd stond kwam de zon door het wolkendek heen. “Zie je nu wel?!” Riep Uk al slepend met zijn voetbaltas. Onderweg naar de kleedkamers kwamen we verschillende ouders tegen met wie we even een praatje maakten. We passeerden inmiddels het hoofdveld van de vereniging en vriendlief riep tegen niemand in het bijzonder: “Zo, wat een mooie vlaggen hebben ze opgehangen!” Ik keek van mijn telefoon naar mijn vriend en vervolgens naar het rode, niet te missen, gewapper een paar meter bij ons vandaan. Mijn hart maakte een sprongetje toen ik zag wat er op de vlag stond afgedrukt. “Euh, hoe kan dat nu? Hoe komen ze aan die foto’s, wie heeft…” Toen viel het kwartje. Ik kreeg tranen in mijn ogen en vroeg met een piepstemmetje aan mijn vriend of hij dit had geregeld? “Een verrassing voor jou. Je eigen reclamevlag voor het nieuwe sportseizoen!” was zijn antwoord. Ik gaaf hem een zoen en een knuffel. Dit ritueel herhaalde zich twee keer. Vervolgens keken we vol trots naar mijn eigen banier die, in de kleuren van de club, het mooiste plekje heeft gekregen langs het hoofdveld van de vereniging. “Vind je hem mooi?” Vroeg hij heel voorzichtig. “Natuurlijk vind ik hem mooi, ik vind hem geweldig!!” Vervolgens kwam de trainer van Uk naar mij toe met een bos bloemen om mij te bedanken voor mijn inzet van het afgelopen jaar en om mij te feliciteren met mijn nieuwe reclamevlag. Dat beloofd wat voor het nieuwe seizoen!
Het lukte mij om de eerste wedstrijd goed vast te leggen. De actie spatte van mijn beeldschermpje. Ik was het gelukkig nog niet verleerd. Onze kanjers overigens ook niet. Ze voetbalden alsof hun leven er vanaf hing en scoorden in totaal vier keer. De tegenstander moest het doen met één doelpunt.
De vlag, van drie en een halve meter lang en anderhalve meter breed, was inmiddels bij meerdere mensen opgevallen. Voor, tijdens en na het fotograferen van de wedstrijd werd ik door ze aangesproken. Zelfs de voorzitter van de club, die ik bij toeval tegen kwam, vroeg mij of de verrassing geslaagd was.
“Ben je niet voor niets mee geweest he!” Zegt Uk na de wedstrijd als we alle drie voldaan terug naar de auto lopen.