“Oh, had ik dat maar…”

“Zooo, ik ben afgevallen!” Zegt zoonlief verontwaardigd. Ik kijk hem van top tot teen aan. “Waar? bij je wenkbrauwen?” Vraag ik. “Nee serieus!” Gaat hij door. “Ik ben gewoon 5 kilo kwijt! 5 kilo!! Je geloofd mij niet he!? Vanmorgen heb ik mij nog gewogen.” In een ademteug gaat hij door. “Ik moet echt weer ritme en regelmaat in mijn leven hebben!” Goh denk ik, het had echt mijn kind kunnen zijn. Want ook ik gedij beter op ritme en regelmaat. Maar waar ik een soort van gedij, valt het jong gewoon af! 

“Omdat ik geen ritme heb eet ik gewoon bijna niks.” Gaat hij, al kauwend op een van zijn kipkluif-snacks, door met zijn betoog. Nou, de halve voorraad kast gaat er door mijn hoofd. Maar ik zeg wijselijk niks en laat hem praten terwijl ik ondertussen een hap van mijn appel neem. “Bij mij is het andersom.” Zeg ik tegen hem. “Ik kom juist aan als ik geen ritme heb. Dan eet ik alles wat los en vast zit en heb ik de hele dag trek.” “Ohh had ik dat maar!” Zegt zoonlief zuchtend. 

We hebben beide een sportief leven. Dat van hem bestaat vooral uit sportschool en voetballen en dat van mij uit onder andere sporten (thuis) en bezig zijn op stal, water of waar dan ook. Terwijl hij druk is met spieren kweken ben ik vooral bezig om heel andere redenen. Hij denkt waarschijnlijk dat we dezelfde doelen najagen. En voor nu laat ik hem lekker in die waan. “Nou, vanaf morgen is het over hoor. Dan ga ik de sportschool echt weer dagelijks oppakken. Weer terug in het ritme en conditie kweken voor een nieuw voetbalseizoen!” Ik juich hem toe en proost met mijn appel tegen een opgestoken kipkluif. 

Ik vind het leuk om hem zo in de weer te zien. Bezig met zijn gezondheid, het verbeteren van zijn conditie, op krachten komen na een lange blessure en daarna het kweken en vooral het onderhouden van al zijn spieren. Hij is er maar druk mee. Zonder dat hij het zelf beseft neemt hij mij ook mee in deze cyclus van beter worden en onderhouden van mijn lichaam. En stiekem vind ik dat ook wel leuk. Als hij de deur uit gaat naar de voetbal ga ik naar boven, naar mijn “eigen” sportschool. Om aan het einde van de avond weer samen beneden op de bank te zitten en onze activiteiten te evalueren. 

Voor hem is regelmaat en ritme nodig zodat hij tijdig kan eten om zo voldoende eiwitten en vetten binnen te krijgen. Zijn oefeningen te doen of bij de voetbal te zijn. Voor mij is regelmaat en ritme van belang om een stok achter mijn discipline te hebben. Mijzelf lekker bezig te houden en mijn spieren te voelen. Maar bovenal om gedurende de dag en avond een compleet gevoel te hebben waarbij lichaam en geest in balans zijn. 

Het is leuk om iemand in de buurt te hebben die er ook zo mee bezig is. Dat we beide een andere doel hebben maakt niet uit. Nu moet ik hem nog zo ver zien te krijgen dat we ook samen in de keuken het avondeten maken. Want dat is vooralsnog niet een doel dat op zijn regelmaat en ritje lijstje staat…

Invulling aan tijd…

Het overlijden van Poownie had een bizar grote impact op mij. Niet alleen was ik erg verdrietig, ik was ook extreem moe. Daarnaast voelde mijn lichaam alsof ik met 50km per uur tegen een muur op was geklapt. Mijn spieren stonden strak gespannen, mijn lichaam was verkrampt en mijn huid voelde overal beurs aan. Van gekheid wist ik de eerste weken niet wat ik moest doen. Alles voelde verkeerd. Ik was te rusteloos om mijn rust te pakken maar te moe om daadwerkelijk iets te ondernemen. Om over mijn concentratiespanne nog maar niet te spreken. 

Van mijn baas mocht ik “onder de radar” werken. Dat betekende dat ik wel mijn werk kon doen, lekker vanuit huis, zonder midden in de hectiek te staan. Op deze manier kon ik mijn zinnen verzetten en tegelijk ook helemaal mijzelf zijn met alles wat er in een rouwperiode te verwachten valt. Niet lang daarna stond onze wintersportvakantie gepland. Die week komt altijd als geroepen maar nu was dit extra fijn. Want afleiding en even helemaal weg uit mijn eigen omgeving zou mij niet alleen lichamelijk maar ook geestelijk weer helemaal op kunnen laden. 

En dat was precies wat iedere dag spelen op de berg in goed gezelschap met mij heeft gedaan. Eenmaal thuis had ik weer zin om dingen op te pakken. Aan de slag te gaan op mijn werk maar ook met projecten thuis. Daarnaast voelen de bezoekjes aan stal, zonder Poownie, nu minder zwaar aan. Ik besloot ook het intermittent fasting weer op te pakken en direct bij thuiskomst een gezonde week in te zetten. Ik kan maar beter gebruik maken van de positieve vibe die er hangt. 

In de verdrietige weken heb ik nergens naar gekeken. Maar dan ook echt nergens naar. Ik deed waar ik zin in had en at waar ik trek in had. Dat resulteerde in de hele dag door snaaien en snacken, ook ’s avonds laat. Bewegen deed ik minimaal. Uit ervaring weet ik dat ik mij daardoor juist niet bepaald beter ga voelen, in tegendeel. Echter kon ik mij er niet toe zetten terwijl ik weet dat regelmaat en ritme het beste voor mij is.

Ik maakte daarom dankbaar gebruik van het moment toen ook het sporten, na een week bikkelen op de berg, begon te kriebelen. Het meeliften op een flow, ook al heb ik die zelf gecreëerd voelt super fijn. Dat scheelt energie en is beter vol te houden. Nu ik ‘s avonds niet meer iedere dag naar stal hoef heb ik immers tijd over. Inmiddels heb ik 2 avonden in de week de (thuis)sportschool geconfisqueerd. Met daar achteraan een yoga sessie. Mijn stappenteller is opnieuw geactiveerd zodat ik tussendoor ook meer van mijn plek af kom en mijn waterfles is weer een vast onderdeel op mijn bureau. 

Het voelt extra goed om wat actiever en gezonder bezig te zijn. Poownie mis is nog steeds. Evenals mijn jarenlange routine. Toch komt er nu langzaam tijd en energie vrij voor een andere invulling aan mijn vrije tijd. En dat voelt goed.