Terwijl de heren beneden met één oog televisie kijken en met het andere oog hun Ipad chronische in de gaten houden ben ik boven lekker in de weer. Alle ramen en deuren staan tegen elkaar open. De bedden zijn afgehaald, de wasmachine draait op volle toeren en de overige was is zojuist gesorteerd en sta ik in de kasten te “proppen”. Het geeft mij voldoening om de berg was te zien slinken. De heerlijke Robijn fleur en fijn geur is ook een stuk aangenamer dan de adembenemende zweet- en stinksokken lucht van sportkleding. Nu ik toch bezig ben neem ik ook direct de badkamer en toilet nog even onder handen.
Als ik naar beneden loop voel ik de bui al hangen… De thermostaat staat op standje subtropisch. Ik ben nog niet binnen of het zweet staat op mijn rug. Alsof ik een sauna binnen stap. Het enige dat nog ontbreekt is de geur van eucalyptus. Het liefst zou ik de achterdeuren opengooien, heerlijk de koelte in huis binnen laten. Maar dat hoef ik niet te doen met deze twee koukleumen. In plaats daarvan pak ik mijn sleutels en mijn fiets. Mijn Harley Trapson ziet over het algemeen alleen in de zomermaanden het daglicht. Maar nu kon ik de verleiding niet weerstaan. Ik pak een route via de polder om zo min mogelijk verkeer tegen te komen.
Het zonnetje doet zijn best om door het wolkendek heen te breken. Dat helaas niet echt wil lukken. Ook de wind neemt toe. Het lijkt wel herfst in plaats van lente. Het deert mij niet. Mijn haren wapperen door de wind en de tranen staan in mijn ogen. Ik ruik een zilte lucht. Als ik even mijn ogen sluit en luister naar het ruisen van de bomen is het net of ik de golven van de zee hoor. Niet te lang, anders rij ik zo de sloot in. Ik krijg spontaan zin om een strandwandeling te gaan maken. Dat zal hier, in de polder, een beetje lastig worden. Ik trap tot mijn bovenbenen in brand staan. Jeetje, “vroeger” deed ik alles op de fiets. Nu is een ritje van 4 km al bijna te veel.
Ik vind het zo jammer dat de polder niet groter is dan dit. Als ik een klein stukje om zou rijden kan ik er nog voor kiezen om via het pannenkoekenhuis, langs de Maas, richting Hotel Ara te rijden. Voor de lezers die bekend zijn met deze omgeving… Maar daar is het net weer iets te fris voor. Ik breng een bliksembezoek aan Poownie die tevens de eindhalte is van mijn ongeplande uitstapje. Ik tover een paardensnoepje uit mijn jaszak. Waar ik altijd zijn aandacht en niets anders dan zijn onverdeelde aandacht voor krijg. Zodra hij klaar is met de inspectie van mijn jaszakken, want daar zit meestal meer in dan maar één snoepje, begin ik aan mijn terugreis naar huis.
De wind is inmiddels iets gaan liggen. Nog steeds ruikt het in de polder naar zee, duinen en strand. Als ik ergens in de verte meeuwen naar elkaar hoor roepen is voor mij het plaatje helemaal compleet. In plaats van gras en bomen beeld ik mij in dat ik over een duinpad fiets. Her en der vang ik een glimp op van de golvende zee er achter. Normaal is het een komen en gaan van wandelaars, hardlopers en fietsers. Nu ben ik hier helemaal alleen. Het hele plaatje geeft een desolate indruk. Maar ik voel mij er helemaal thuis.
Als ik het park bij onze straat binnen fiets, zet ik de versnelling een tandje lichter. Even op adem komen. Mijn conditie is niet meer wat het geweest is en daar moet ik drastisch wat aan gaan doen. De wind heeft mijn haren doen wapperen en de tranen over mijn wangen laten stromen. Even uitwaaien in de buitenlucht was heerlijk. Net wat ik nodig had om er de rest van het weekend weer tegen aan te kunnen…
Mooi beeldend geschreven Deborah, je schrijfsel slaat goed op de titel! En toen je thuiskwam was het nog steeds subtropisch? 😉
Dank je wel Desire…
Nee, toen was het goed te doen 🙂
Ah, die geur van wasgoed… Zalig ❤ Robijn 🙂
Heerlijk he! Ik hang dan ook graag iets te drogen zodat de hele bovenverdieping lekker naar Robijntje ruikt haha.
Kan met daar helemaal in vinden hoor, ik probeer iedere dag wel een km of 20 te fietsen, lukt niet altijd maar 5 x per week haal ik wel. En straks wordt het nog wel wat meer. Heerlijk hoor zo door de polder. Wel met een ebike hoor hoewel van de week liet ie het weer afweten en zonder toch weer 10 km gefietst. Ook met een ebike moe je gewoon trappen haha.
Zalig zeg, zo uitwaaien! Ik hang ook graag mijn was een beetje uit om als ‘huisparfum’ te fungeren 🙂
Mooi geschreven, heerlijk hoor lekker uitwaaien
Heerlijk is dat! Bijna net zo lekker als een strandwandeling.
Ik ben mee uitgewaaierd :-)!
zo’n klein ritje heb ik ook al vaker gedaan, meer intensief sporten zit er door dit rotweer nog niet echt in. Maar dat komt wel, ik verlang er naar!
Jammer he?! Het hardlopen schiet er met dit vieze weer ook helemaal bij in. Ik doe er net niet genoeg moeite voor. Moet al genoeg kou en winters weer trotseren bij Poownie. Dat ik dit soort sporten dan liever een weekje of wat uitstel tot het weer lekker weer is.
Ik kom ook nogal eens bij het pannenkoekenhuis….maar niet op de fiets.
Wat heb je dat weer heerlijk geschreven. Ik zat zo met je mee op de fiets 🙂
Dank je wel 🙂
Was gezellig he ?! haha…
Absoluut!!
Ik heb dat met lopen. Donderdag in weer en wind. Zalig.
Mijn thermostaat blijft op maximaal 15 graden staan.
Maar buiten mag het van mij zekere warmer worden.
Vriendelijke groet,
Als het aan mij zou liggen dan staat ie ook zo min mogelijk aan. Heb ik mee gekregen van “vroeger” haha. Mijn moeder vond het heerlijk om altijd (weer of geen weer) de deuren en ramen open te houden.
Thuis komend is dat het eerste wat ik doe.
Ramen en deuren openen.
Ben ik ouderwets?
Frisse groet,
haha nee hoor. Totaal niet ouderwets 🙂