Per toeval kreeg ik een deel van de boekenserie Cormoran Strike in handen. Omdat de verhaallijn mij aansprak besloot ik de andere delen eerst op te snorren en aan te schaffen. Wanneer een serie mijn aandacht heeft dan is het wel zijn fijn om bij deel een te beginnen. Hoewel alle delen ook los te lezen zijn zit er wel een rode draad verweven door het verhaal.
Cormoran, de hoofdpersoon in dit hele gebeuren, heeft niet echt een makkelijke jeugd achter de rug, met een moeder die verslaafd was en een bekende rockster, Johny Rokeby als vader. Wiens aandeel in de opvoeding overigens nihil is geweest. Ondanks zijn instabiele jeugd en het vele verhuizen zet hij alles op alles om iets van zijn leven te maken. Uiteindelijk gaat hij bij de SIB (Special Investigation Branch) van het leger. Tijdens een missie in Afghanistan verliest hij zijn rechter onderbeen.
Na een periode van revalidatie besluit hij verder te gaan als privédetective. Maar ook dat gaat niet van een leien dakje. Hij heeft zich zelf behoorlijk verwaarloosd. Omdat het uit is met zijn vriendin woont hij in zijn kantoor. Leeft op sigaretten, alcohol en fastfood. Zit in de schulden en zijn laatste klant staat op het punt om op te stappen. Maar dan doet Robin Ellacot, als zijn assistente, per ongelijk, haar intreden.
Deze twee kunnen niet meer van elkaar verschillen dan dag en nacht. Robin, die een vreselijk verleden achter de rug heeft, staat ook nog eens op het punt om te gaan trouwen met een man die het helemaal niet eens is dat ze gaat werken voor en met een privédetective. Maar hoe verder je in het verhaal komt hoe meer je merkt dat de twee hoofdpersonen meer met elkaar gemeen hebben dan ze willen toegeven.
Het is overigens niet een standaard detective verhaal. Naast de huis-tuin-en keuken “snabbels” zijn de overige klanten die bij hem aankloppen het slachtoffer van incompleet politie optreden. Het onderzoek is vastgelopen of stopgezet. Zelfs cold cases dienen zich aan. Het oplossen van deze zaken geeft hem de nodige bekendheid. En dat is toch best lastig als je privédetective bent.
De schrijver van deze serie is Robert Galbraith. Dit is een pseudoniem voor J.K. Rowling. De schrijfster van de Harry Potter boeken. Rowling wilde dat mensen de verhalen niet zouden beoordelen en vergelijken met haar eerdere werk. Door te kiezen voor een mannelijke naam had ze de hoop dat men er pas veel later achter zou komen dat zij de schrijfster is. Helaas kwam het al eerder aan het licht. Dit weerhield haar er niet van om de andere boeken, die toen nog geschreven moesten worden, uit te brengen onder dezelfde naam.
Toegegeven, Galbraith is hier en daar lang van stof, de boeken hadden met minder bladzijdes afgekund. Maar het leest daarentegen wel lekker weg. Je krijgt wat meer stof tot nadenken. Niet alleen over de zaken die uitgeplozen moeten worden. De chemie tussen de twee hoofdpersonen is af en toe sterk aanwezig en tegelijk gebeurt er helemaal niks. Aan het eind van ieder boek bleef ik achter met de vraag: “krijgen ze nu nog wat met elkaar of wat?!”
Galbraith geeft zelf aan dat ze nog niet van plan is te gaan stoppen. Zolang er plots zijn uit te werken wordt er geschreven. Op naar deel zes!!
