De beste boeken van 2022…

Mijn boekenkast was het afgelopen jaar goed gevuld. Ik ben, naast lezen, ook begonnen aan luisterboeken. Dat was even wennen. Want voorgelezen worden vergt een andere manier van verbeelding en niet iedere stem is even fijn om naar te luisteren. Maar al snel had ik de smaak te pakken.

Door te lezen en voorgelezen te worden kon ik in totaal 55 boeken van mijn lijst schrappen. Vooral bij saaie klussen zoals staldiensten of strijken kwam ik er achter dat het heerlijk is om voorgelezen te worden. De boeken waar ik totaal geen verwachting bij had bleken echte pareltjes!!

Teun Toebes: Verpleegthuis. Met een broekie op de cover had ik zo mijn bedenkingen maar jeetje, vanaf de eerste bladzijde was ik geboeid. Teun is 21 jaar wanneer hij zijn intrek neemt in een gesloten afdeling van een verpleeghuis. Zijn doel is een betere wereld te creëeren voor mensen met dementie. Hij verteld over zijn ervaringen, vriendschappen en de beperkingen van regelgeving en denkwijzen waar hij tegenaan loopt. Met 1 op 5 is de kans groot dat dit ook jou overkomt. Een eerlijk en hoopvol boek!

Douglas Stuart: Shuggie Bain. Ik moest even inkomen. Maar daarna las het als een trein. De eenzame Shuggie brengt zijn jeugd door in een vervallen sociale huurwoning in Glasgow. Zijn vader, zus en broer verlaten het huis. Hij blijft achter met zijn moeder. Ze is zijn alles en ze hebben alleen elkaar. Maar zijn moeder vind steeds meer heil in de drank. Het boek is ontroerend, verdrietig en tegelijk rauw. Hier en daar herkende ik de pijn en het verdriet van Shuggie. Misschien dat het boek mij daarom zo raakte.

Anya Niewierra & Merel Godelieve: Ook dat nog. Een dagboekroman geschreven vanuit het perspectief van een gescheiden moeder, een millennial in een identiteitscrisis en een hippie oma in een bejaardenoord. De recensies zijn niet allemaal lovend dus met scepsis begon ik aan het voorleesboek. In een woord: geweldig. Meer dan eens lag ik in een deuk! De juiste toon, sarcasme of ontroering op het juiste moment. Geen minuut geïrriteerd, alleen maar vermaakt. 

Nita Prose: Het kamermeisje. Molly, opgevoed door haar oma, is anders en wat ouderwets maar heeft haar hart op de juiste plaats. Ze werkt als kamermeisje in een hotel en is eigenlijk een grijze muis. “Wie ziet nu het kamermeisje?” Tot ze opeens de hoofdverdachte in een moordzaak is. Hoe kan ze daar nog uit ontsnappen? Een ontroerend en hier en daar verdrietig verhaal met oog voor detail.Net als “Ook dat nog” maakte de verhalenvertelster het verhaal beeldend en nog levendiger!!

Delia Owens: Daar waar de rivierkreeften zingen. Wisselende recensies maar ik was toe aan iets nieuws en begon onbevangen en zonder vooroordeel aan dit boek. Ik bleef maar lezen hier en daar een traantje wegpinkend. Prachtig, beeldend boek. Niet te moeilijk, niet te wollig, maar de emoties spatte van de bladzijdes.

Marlies Medema: Papieren paradijs. De cover was voor mij voldoende om te starten met lezen. Anna is uitgehuwelijkt aan dominee Arend van den Brandhof. Het is crisis in Nederland en in 1845 varen ze, geheel tegen de wil van Anna in naar Suriname om daar een plantage te stichten. De reis is afzien en niet iedereen komt heelhuids aan. Bij aankomst wordt al direct duidelijk dat het land een onherbergzame jungle betreft en ziekte overheerst. Het verhaal is gebaseerd op een waargebeurd verhaal en heel fijn uitgewerkt tot een leesbare roman die zeker de moeite waard is.

Boors Boekenweek #16…

Per toeval kreeg ik een deel van de boekenserie Cormoran Strike in handen. Omdat de verhaallijn mij aansprak besloot ik de andere delen eerst op te snorren en aan te schaffen. Wanneer een serie mijn aandacht heeft dan is het wel zijn fijn om bij deel een te beginnen. Hoewel alle delen ook los te lezen zijn zit er wel een rode draad verweven door het verhaal. 

Cormoran, de hoofdpersoon in dit hele gebeuren, heeft niet echt een makkelijke jeugd achter de rug, met een moeder die verslaafd was en een bekende rockster, Johny Rokeby als vader. Wiens aandeel in de opvoeding overigens nihil is geweest. Ondanks zijn instabiele jeugd en het vele verhuizen zet hij alles op alles om iets van zijn leven te maken. Uiteindelijk gaat hij bij de SIB (Special Investigation Branch) van het leger. Tijdens een missie in Afghanistan verliest hij zijn rechter onderbeen.

Na een periode van revalidatie besluit hij verder te gaan als privédetective. Maar ook dat gaat niet van een leien dakje. Hij heeft zich zelf behoorlijk verwaarloosd. Omdat het uit is met zijn vriendin woont hij in zijn kantoor. Leeft op sigaretten, alcohol en fastfood. Zit in de schulden en zijn laatste klant staat op het punt om op te stappen. Maar dan doet Robin Ellacot, als zijn assistente, per ongelijk, haar intreden. 

Deze twee kunnen niet meer van elkaar verschillen dan dag en nacht. Robin, die een vreselijk verleden achter de rug heeft, staat ook nog eens op het punt om te gaan trouwen met een man die het helemaal niet eens is dat ze gaat werken voor en met een privédetective. Maar hoe verder je in het verhaal komt hoe meer je merkt dat de twee hoofdpersonen meer met elkaar gemeen hebben dan ze willen toegeven.

Het is overigens niet een standaard detective verhaal. Naast de huis-tuin-en keuken “snabbels” zijn de overige klanten die bij hem aankloppen het slachtoffer van incompleet politie optreden. Het onderzoek is vastgelopen of stopgezet. Zelfs cold cases dienen zich aan. Het oplossen van deze zaken geeft hem de nodige bekendheid. En dat is toch best lastig als je privédetective bent. 

De schrijver van deze serie is Robert Galbraith. Dit is een pseudoniem voor J.K. Rowling. De schrijfster van de Harry Potter boeken. Rowling wilde dat mensen de verhalen niet zouden beoordelen en vergelijken met haar eerdere werk. Door te kiezen voor een mannelijke naam had ze de hoop dat men er pas veel later achter zou komen dat zij de schrijfster is. Helaas kwam het al eerder aan het licht. Dit weerhield haar er niet van om de andere boeken, die toen nog geschreven moesten worden, uit te brengen onder dezelfde naam. 

Toegegeven, Galbraith is hier en daar lang van stof, de boeken hadden met minder bladzijdes afgekund. Maar het leest daarentegen wel lekker weg. Je krijgt wat meer stof tot nadenken. Niet alleen over de zaken die uitgeplozen moeten worden. De chemie tussen de twee hoofdpersonen is af en toe sterk aanwezig en tegelijk gebeurt er helemaal niks. Aan het eind van ieder boek bleef ik achter met de vraag: “krijgen ze nu nog wat met elkaar of wat?!” 

Galbraith geeft zelf aan dat ze nog niet van plan is te gaan stoppen. Zolang er plots zijn uit te werken wordt er geschreven. Op naar deel zes!!

Alle delen zijn er ook in het Engels. En voor wie niet wil lezen: de BBC heeft hem ook als serie uitgebracht.

De hel van Tjideng…

Het boek “Lichter dan ik” las ik binnen twee avonden uit. Ik vond het zo’n bijzonder boek dat ik er een blog over schreef. Vervolgens kwam mijn vriendin met twee nieuwe boeken die misschien ook wel wat voor mij zouden zijn. 

Beide boeken zijn persoonlijke verslagen van de tijd die zich rond de tweede wereldoorlog in Nederlands Indie heeft afgespeeld. In 1942 kwam Batavia onder controle van de Japanners en een deel van de stad werd als kamp gebruikt voor het interneren van Europese (vaak Nederlandse) vrouwen en kinderen. “De hel van Tjideng, een persoonlijk verslag van een Jappenkamp.” is het boek waarin ik besluit te beginnen. 

Toegegeven, de titel nodigt niet echt uit om er eens fijn voor te gaan zitten. De kaft toont een zwart wit foto waarop een rij met buigende vrouwen te zien is. Waarvan ik later begreep dat dit het dagelijkse appèl was van de ruim tienduizend vrouwen die in een paar straten bijeengedreven waren en moesten zien te overleven onder leiding van kampcommandant Sonei. 

“We moeten ons opstellen in rijen van tien, met ons gezicht naar Japan, de pink op de naad van de broek. En zwijgen. Ook de kleintjes. Wanneer Sonei er aankomt roept ze “Keirei” (buigt). We moeten dan op commando precies tegelijk buigen onder een hoek van 20 graden. Pas als we “Naore” horen mogen we weer omhoog komen. (soms pas uren later)” 

Dit boek verteld de overlevingsstrijd van Beb Lengkeek. Beb reist in 1939 haar verloofde Dick achterna die eerder in de jaren 30 werk vond in Nederlands Indie. Twee jaar later nemen de Japanse troepen Java in. Beb is op dat moment zwanger van hun dochtertje en komt in het kamp Tjideng terecht. Gescheiden van Dick, met wie ze inmiddels is getrouwd, moet ze het alleen, samen met duizenden andere vrouwen, zien te redden.  

Over WOII is heel veel geschreven. Een aantal van deze veelal fictieve en soms op waarheid gebaseerde verhalen heb ik gelezen. Ze gingen allemaal over de Duitse concentratiekampen, de Joden of de bombardementen in Rotterdam. Nooit eerder las ik iets over de vreselijke gebeurtenissen aan de andere kant van de wereld. Alle dieptepunten komen in dit boek voorbij. Langzame uithongering, ernstige lichamelijke en geestelijke mishandeling, urenlange appèls, overbevolking in de te kleine huizen en straten, slechte hygiene, zware lichamelijke arbeid en de dood. 

“Ik verdeel wat ik heb zorgvuldig onder de mensen die het hardst eten nodig hebben. Daarna is er echt totaal niks meer. Ik ben klaar om te sterven.”

Met de Japanse capitulatie op 15 augustus 1945 kwam er een einde aan deze hel. Maar voor velen was dit te laat. 

Tussen de regels door lees ik een aantal bekende plaatsen en ook wordt het Tjikinie ziekenhuis meermaals genoemd. Een bijzonder detail want mijn oma heeft daar gewerkt. Echter pas na de oorlog. De kans is dus heel klein dat ze Beb daar is ooit is tegengekomen. 

De hel van Tjideng is niet geromantiseerd en het is ook geen mooi boek. Elise Lengkeek laat je door de ogen van Beb de gruwelen zien van een waargebeurd, rauw en pijnlijk verleden. Waarbij vele vrouwen in deze hel verbleven en ook nog eens gescheiden werden van hun familie, geliefden en vaak ook van hun, nog veel te jonge kinderen. De vraag was niet wanneer, maar of je elkaar ooit nog terug zou zien. 

Boors boekenweek…

Het is alweer even geleden dat er iets over boeken op mijn blog verscheen. Ik heb redelijk wat gelezen maar veel van die boeken waren wat gewoontjes. Sommige verhalen heb ik zelfs half geskipt en er zijn zelfs boeken die ik na de eerste paar hoofdstukken gelezen te hebben, heb weggelegd. Het verhaal trok mij toch niet zoals ik had verwacht, of misschien had gehoopt. Gelukkig zijn er ook zat boeken die het verdienen om in de spotlights te verschijnen. Omdat ze zo fijn, spannend, mooi of ontroerend geschreven zijn. 

Lichter dan ik, geschreven door Dido Michielsen, is zo’n boek. Een ontroerend maar oh zo’n verdrietig geschreven verhaal. Vanaf het eerste hoofdstuk werd ik meegevoerd naar het Nederlands Indie rond 1850. Het verhaal gaat over Isah, een meisje dat opgroeit in de Kraton, het vorstenverblijf van de sultan in Djokja, waar haar moeder batikster is. Isah komt er voor het eerst achter dat niet alles is wat het lijkt, als haar vriendinnetje, Karsinah de prinses, haar aapje opeist. 

“Na een paar jaar wordt Karsinah uitgehuwelijkt aan een veel oudere man die al vele vrouwen heeft. Wanneer Isah’s moeder ook een plan uitstippelt om Isah uit te huwelijken voor een beter leven dan zijzelf gehad heeft, besluit ze weg te lopen van huis.  

Ze gaat een relatie aan met een Gey, een Hollandse militair en wordt zijn njai, wat zoiets betekend als een huishoudster, slavin, minnares en moeder van de verwekte kinderen. In eerste instantie verloopt haar leven bijna vlekkeloos en is Gey de man met wie ze hoopt te trouwen. Maar hij heeft hele andere plannen. Hij vertrekt terug naar Holland en laat haar met hun twee kinderen achter. Voor hij vertrekt treft hij een regeling met een bevriend stel. 

Om haar kinderen niet kwijt te raken stemt ze in om haar dochters door hen te laten adopteren. Ze mag in hun leven blijven als ze baboe, de kindermeid, wil worden. Daar staat echter één eis tegenover. Ze mag niet laten merken dat ze hun moeder is… ” 

Voor mijn moeder, mijn oma, mijn overgrootmoeder en alle moeders van wie wij de naam niet kennen …

Het voerde mij mee naar een tijd, lang vervlogen en ver hier vandaan. Terwijl mijn eigen roots daar toch ook voor een deel liggen. Misschien dat het daarom wel zo’n indruk heeft gemaakt. Het boek staat vol met Bahasa. Sommige herkende ik, maar veel niet. Toch stoorde het geen moment. Uit de tekst is namelijk prima op te makken wat er bedoeld wordt. Achterin het boek tref je een woordenlijst met de betekenis in het Nederlands. 

Het verhaal heeft “maar” 214 bladzijdes en wordt verteld vanuit het oogpunt van de oorspronkelijke bewoonster van het land. Dit is tevens Dido’s eerste roman, geïnspireerd op het leven van haar betovergrootmoeder en talloze inheemse vrouwen zoals zij. 

Dido weet het verhaal goed tot leven te wekken. Ik zat er midden in en las het in twee dagen uit. Ook al wordt aan het begin een en ander al min of meer weggegeven, toch hoopte ik dat het Isha lukt om haar zoektocht en haar leven tot een mooi einde te volbrengen. Of en hoe het haar lukt moet je zelf gaan lezen, want het boek is zeer zeker een aanrader!!

 

Lichter dan ik, boek

In hoeverre kun je winnen…

Soms moet een verhaal dat ik net uitgelezen heb even bij mij landen. Dan lukt het gewoonweg niet om direct een nieuw boek te pakken en mijzelf onder te dompelen in nieuwe avonturen, nieuwe tragedie’s bij andere families. Het verhaal van Farida Khalaf is er zo één. Het heeft indruk gemaakt. Een stempel achter gelaten. En als het dat al doet bij mij, wat voor stempel heeft het dan gedrukt bij Farida, en alle andere meisjes die ze representeert met haar verhaal? De titel van het boek is dan wel “het meisje dat van IS won” maar zeg nu zelf, in hoeverre heb je gewonnen als je de gruwelijkheden die je zijn aangedaan voor altijd met je meedraagt?

Quote van moeder: “Sommige dingen zijn belangrijker dan dit aardse leven…”

Bedenk eens wat het met jou zou doen, wanneer je gevraagd wordt om je geloofsovertuigingen, alles waar jij voor leeft en waar jij voor staat en waar je ouders en groot ouders voor hebben gestaan, vaarwel te zeggen en je aan te sluiten bij een nieuw uit de grond gestampt geloof met nieuwe gebruiken en gewoonten die totaal niet aansluiten bij die van jou? Weiger je de overstap te maken, dan tel je niet meer mee en mogen ze beschikken over jouw lichaam en zal je enkel als gebruiksvoorwerp tot dienst zijn. Alleen als vrouw. De mannen die zich niet bekeren wacht een ander lot. Tot zover dus je keus! Dat overkwam Farida en haar Jezidi’se familie toen de IS in 2014 besloot Kocho, hun dorp in Irak, binnen te vallen.

Quote Farida wanneer ze denkt aan zelfmoord: “Om zuiver en onbezoedeld de dood in te gaan.
Ethische uitgangspunten van het geloof is belangrijker dan wat dan ook.”

Het verhaal is geschreven door Andrea C. Hoffmann die al heel wat jaar als Midden-Oosten correspondent werkt voor een Duits magazine. Tijdens haar bezoek aan een Jezidi-vluchtelingenkamp werd ze gegrepen door het verhaal van Farida, die stukje bij beetje haar grootste nachtmerrie aan haar openbaart. 

Het boek begint met de beschrijving van het vredige leven van de 18 jarige Farida. Daar komt een einde aan als IS in opmars is en uiteindelijk het gebied verovert. Een deel van het dorp vlucht de bergen in, de achterblijvers moeten zich bekeren. Ze vermoorden alle mannen. De vrouwen en kinderen nemen ze mee als slaaf en de (jonge) ongetrouwde meisjes worden meegenomen en verkocht op een slavinnenmarkt. Farida en haar vriendin Evin weten bij elkaar te blijven. Maar worden meermaals mishandeld, als vee doorverkocht en verkracht. Uiteindelijk lukt het ze om te ontsnappen. Maar wie kunnen ze nog vertrouwen?  

Quote Farida: “Nu ik mijzelf zo hoorde besefte ik hoe wantrouwend ik was geworden tegenover alle moslims en de wereld in het algemeen. Ik kon mij nauwelijks meer voorstellen dat er ook fatsoenlijke mensen onder waren…”

De oorlogsboeken die ik lees hebben veelal te maken met de tweede wereld oorlog. Hoewel deze verhalen zijn geromantiseerd moet ik er niet aan denken in deze horror terecht te komen. Het verhaal van Farida is van veel recentere datum en ook echt niet zover bij ons vandaan! Hoewel IS ons vaak persoonlijk niet raakt doet dit verhaal dat wel. Het zou zomaar jou en mij kunnen overkomen! De meisjes hebben wel gewonnen van IS maar in hoeverre zullen ze ooit vrij zijn?

Schrijfster: Andrea C. Hoffmann.
Boek verscheen in 2016
Aantal pagina’s: 320
Bron: Hebban

de cover van het boek, het meisje dat van IS won.

 

 

***

Alle goede dingen…

Mijn boek was sneller uit dan ik gehoopt had. Mijn eigen schuld. Het was spannend en ik wilde weten hoe het afliep. Zie dan maar eens te stoppen met lezen. Op de plek waar ik op dat moment zat had ik niet de gelegenheid om door mijn digitale bieb te scrollen opzoek naar nieuw en spannend leesvoer. Ik moest het doen met wat er nog op mijn reader stond. Ik ben inmiddels meer dan een jaar lid van Bookchoice en krijg iedere maand acht boeken toegestuurd. De laatste serie boeken had ik toevallig al op mijn reader gezet. Het grote voordeel van Bookchoice is dat ik boeken lees die ik anders nooit zou lezen. Een van de boeken was van Clare Fisher. 

Voor mij was dit een onbekende schrijfster. De kaft en titel spraken mij totaal niet aan. Ik ben nogal gevoelig voor de kaft van een boek. Spreekt deze mij niet aan, dan ben ik sneller geneigd het boek links te laten liggen. Ik weet inmiddels dat een kaft helemaal niks zegt over het verhaal dat zich daarachter afspeelt. Maar toch. Ik zie het als een visitekaartje. De kaft is een startpunt van een reis die bij het openen van het boek direct van start gaat. Het moet met mijn fantasie aan de haal gaan. De woorden en zinnen die daarop volgen zijn mijn leidraad. Daarom moet het er uitnodigend uitzien. Het moet mij prikkelen en nieuwsgierig maken naar iedere volgende bladzijde.  

Terug naar mijn digitale boekenplank. Ik bekeek het boek eens kritisch. Het zou een young adult boek kunnen zijn. Maar het verhaal daarentegen duid er niet op. In het kort: Het gaat over een twintiger die in de gevangenis zit. Er staat nergens waarom ze in de gevangenis zit. Alleen dat ze slechte dingen gedaan heeft. Haar therapeut vraagt haar een lijst samen te stellen van alle goede dingen in haar leven. Niet echt veelzeggend, toch? Met 304 bladzijdes wilde ik de gok wel wagen en begon met lezen in “Alle goede dingen”.

Direct vanaf bladzijde één zat ik in het verhaal. Het zijn overzichtelijke hoofdstukken die aan de hand van haar goede-dingen-lijst wordt verteld. Het verhaal is in de “ik” vorm geschreven en springt van het verleden naar het heden. Wat overigens niet hinderlijk is tijdens het lezen. Hoe meer hoofdstukken ik las hoe meer haar leven in mijn hoofd vorm begon te krijgen. De hopeloosheid hangt zo’n beetje het hele verhaal om haar heen evenals het trieste gevoel dat het bij mij opriep. De hoofdpersoon denkt dat ze niks waard is nadat haar moeder haar op jonge leeft heeft achter gelaten. Ze verhuisde van pleeggezin naar pleeggezin. Is vreselijk onzeker en ziet alles negatief. Zo onbegrepen! Zo ongeliefd! Toch zit het boek vol humor en, echt waar, prachtige zinnen. Alleen dat maakt het boek al het lezen waard. 

Ik had het boek in 1.5 dag uit. Het hele verhaal door bleef ik mij afvragen wat ze in vredesnaam gedaan had wat haar in de gevangenis heeft doen belanden. Hoe verder ik in het verhaal kwam hoe meer ik hoopte dat het allemaal toch goed zou komen. Naar het einde toe is uiteraard de ontknoping. Ik verklap niks, maar triest was het wel…

 

Schrijfster: Clare Fisher
Boek verscheen in 2017.
Aantal pagina’s: 304.
Won een Betty Trask Award in 2018.


Cover van het boek: Alle goede dingen.

***