Het boek “Lichter dan ik” las ik binnen twee avonden uit. Ik vond het zo’n bijzonder boek dat ik er een blog over schreef. Vervolgens kwam mijn vriendin met twee nieuwe boeken die misschien ook wel wat voor mij zouden zijn.
Beide boeken zijn persoonlijke verslagen van de tijd die zich rond de tweede wereldoorlog in Nederlands Indie heeft afgespeeld. In 1942 kwam Batavia onder controle van de Japanners en een deel van de stad werd als kamp gebruikt voor het interneren van Europese (vaak Nederlandse) vrouwen en kinderen. “De hel van Tjideng, een persoonlijk verslag van een Jappenkamp.” is het boek waarin ik besluit te beginnen.
Toegegeven, de titel nodigt niet echt uit om er eens fijn voor te gaan zitten. De kaft toont een zwart wit foto waarop een rij met buigende vrouwen te zien is. Waarvan ik later begreep dat dit het dagelijkse appèl was van de ruim tienduizend vrouwen die in een paar straten bijeengedreven waren en moesten zien te overleven onder leiding van kampcommandant Sonei.
“We moeten ons opstellen in rijen van tien, met ons gezicht naar Japan, de pink op de naad van de broek. En zwijgen. Ook de kleintjes. Wanneer Sonei er aankomt roept ze “Keirei” (buigt). We moeten dan op commando precies tegelijk buigen onder een hoek van 20 graden. Pas als we “Naore” horen mogen we weer omhoog komen. (soms pas uren later)”
Dit boek verteld de overlevingsstrijd van Beb Lengkeek. Beb reist in 1939 haar verloofde Dick achterna die eerder in de jaren 30 werk vond in Nederlands Indie. Twee jaar later nemen de Japanse troepen Java in. Beb is op dat moment zwanger van hun dochtertje en komt in het kamp Tjideng terecht. Gescheiden van Dick, met wie ze inmiddels is getrouwd, moet ze het alleen, samen met duizenden andere vrouwen, zien te redden.
Over WOII is heel veel geschreven. Een aantal van deze veelal fictieve en soms op waarheid gebaseerde verhalen heb ik gelezen. Ze gingen allemaal over de Duitse concentratiekampen, de Joden of de bombardementen in Rotterdam. Nooit eerder las ik iets over de vreselijke gebeurtenissen aan de andere kant van de wereld. Alle dieptepunten komen in dit boek voorbij. Langzame uithongering, ernstige lichamelijke en geestelijke mishandeling, urenlange appèls, overbevolking in de te kleine huizen en straten, slechte hygiene, zware lichamelijke arbeid en de dood.
“Ik verdeel wat ik heb zorgvuldig onder de mensen die het hardst eten nodig hebben. Daarna is er echt totaal niks meer. Ik ben klaar om te sterven.”
Met de Japanse capitulatie op 15 augustus 1945 kwam er een einde aan deze hel. Maar voor velen was dit te laat.
Tussen de regels door lees ik een aantal bekende plaatsen en ook wordt het Tjikinie ziekenhuis meermaals genoemd. Een bijzonder detail want mijn oma heeft daar gewerkt. Echter pas na de oorlog. De kans is dus heel klein dat ze Beb daar is ooit is tegengekomen.
De hel van Tjideng is niet geromantiseerd en het is ook geen mooi boek. Elise Lengkeek laat je door de ogen van Beb de gruwelen zien van een waargebeurd, rauw en pijnlijk verleden. Waarbij vele vrouwen in deze hel verbleven en ook nog eens gescheiden werden van hun familie, geliefden en vaak ook van hun, nog veel te jonge kinderen. De vraag was niet wanneer, maar of je elkaar ooit nog terug zou zien.
