Oud de oude doos: Modern oorlog voeren…

Van de week zat ik te grasduinen op mijn eigen blog en kwam daar verhaaltjes tegen die ik zelf alweer (bijna) helemaal vergeten was. Om sommige verhaaltjes heb ik zelfs smakelijk moeten lachen. Hoe verzin je het?! Dacht ik bij mijzelf. Tijdens het lezen herinnerde ik mij weer hoe het één en ander er aan toe ging en hoe ik vervolgens onderstaand blogje geschreven heb. Dit weekend een blogje uit de oude doos:

Taskforce 141

Neem zoveel mogelijk goede wapens mee, zorg dat je perk 1,2 en 3 (of wat dan ook) zijn bijgewerkt en gereed zijn voor gebruik. Elimineer alles wat beweegt, behalve je eigen maatje natuurlijk. Zeer belangrijk: Zorg dat je zelf niet geraakt wordt. Missie start in 3-2-1….

“Juist en wat betekenen die vage tekentjes daar rechts in beeld nou?” vraag ik aan mijn vriend terwijl zijn gezicht vol opperste concentratie staat en zijn handen de controller van de PS3 krampachtig omklemmen. De kleine man aan de andere kant van mij op de bank zucht en zegt dan op een toon waar de ongeloof en irritatie nog net niet van af druipt: “Dat laat zien hoeveel keer je dood bent gegaan!” “Oh” is het enige, iet wat dommige, antwoord wat ik uit kan brengen. “Dat is dus 16 keer in tien minuten tijd.” Niet echt iets om trots op te zijn bedenk ik mij.

We spelen Call of Duty Modern Warfare en met WE bedoel ik vader en zoon. Ik kijk alleen maar toe hoe de één na de ander afgeslacht (sorry een ander woord heb ik er echt niet voor) wordt om vervolgens weer op te staan soms gevolgd door een onderdrukte vloek van één van de heren naast mij.

Spelletjes horen in mijn beleving voor ontspanning of afleiding te zorgen maar bij ons thuis is dit niet aan de orde. Onze woonkamer is sinds enige tijd veranderd in een war zone waar de mensen van Tour of Duty jaloers op zouden zijn. Vader en zoon strijden om de beste titel, de beste wapens en de meeste levels. Soms spelen ze wel eens samen maar over een gezelschap- of familiespel valt dan niet te spreken. Het is nou éénmaal niet leuk om door je zoon afgeknald te worden en er op zo’n manier achter te komen dat je eigenlijk niet echt meer mee kunt met “de jeugd van tegenwoordig”. Een aantal weken geleden kwamen ze er achter dat je met dit spel ook online kunt spelen met elkaar. Nu zitten de heren gezellig met de buurmannen (ieder in zijn eigen vertrouwden omgeving weliswaar) voor de buis en knallen ze alles af wat beweegt in de hoop beter en sneller te zijn dan de ander.

Ik was nu toch wel erg benieuwd waar de laatste weekenden zoveel over te doen was. Dus ik besloot om eens een middagje de beeldbuis te observeren in de hoop daar achter te komen. Persoonlijk heb ik nooit zo heel veel opgehad met de gewelddadige spelletjes voor de Nintendo, WII en dan nu de PS3. Ik ben meer van de Super Mario en Donkey-Kong generatie.

Zodra het beginscherm te zien is moeten er verschillende keuzes gemaakt worden. En daar ben je mij dus al kwijt. Hoe moet ik in vredesnaam weten waar ik uit moet kiezen? Al die verschillende wapens met al die extra keuzes… Gelukkig hoef ik dan ook alleen maar mee te kijken. Zowel vriendlief als ukkepuk scrollen met het gemak waarin een tijger zijn prooi aan stukken scheurt door het beeldscherm, hebben hun keuze gemaakt en starten, nadat genoeg andere online gebruikers zich hebben aangemeld, het spel. Terwijl mijn twee Navy Seals naast mij op de bank om de beurt PS3 duimen aan het creëren zijn probeer ik zo goed en zo kwaad als het gaat het spel te volgen. Al snel heb ik in de gaten welke personen er aan onze kant staan en wie er naar de eeuwige jachtvelden gestuurd moet worden. Terwijl de één speelt legt de ander mij uit hoeveel granaten er nog over zijn, hoeveel we voor of achter staan, hoe je meer punten kunt verdienen en welk level echt niet te doen is.

Na een half uur bekijk ik de tv inmiddels met andere ogen. Het ziet er, ondanks de tomatensap die geregeld rijkelijk over het beeldscherm druipt als je doodgeschoten wordt best grappig uit. (grappig is volgens de jongens in dit geval nogal een understatement.) Ik had mij voorgenomen om mij als toeschouwer niet te mengen in dit spel, aangezien ik in hun ogen toch alleen maar onzin uit kraam wat oorlogvoeren betreft. Maar mijn mond houden is nou niet iets dat bij mij past. Inmiddels ga ik ook zo op in het spel dat ik al aangeef waar de vijand zich bevind.. “Ja, daar daar daar, links boven in de hoek.” of “schiet um neer!!”Als of dit enige zoden aan de dijk zet. Het valt mij op dat je als niet deelnemende partij meer ziet dan wanneer je het spel zelf moet spelen. Ik krijg bijna zin om die controller van één van de twee af te pakken en het ook eens te proberen. Maar iets van trots weerhoudt mij. Ik voel mij ook een beetje dommig omdat ik niet eens weet welk wapen ik zou moeten kiezen en hoe ik voor of achteruit zou moeten lopen, laat staan schieten… Van één van de twee krijg ik een controller voor gehouden. Ik twijfel even maar mijn ego neemt de overhand. Ik bedank voor het aanbod. Afgaan vind ik niet erg, maar niet op het oorlogsveld!!

#WOT: Spelen…

Wot is een initiatief van Karin en staat voor Write On Thursday. Zie haar blog voor meer informatie en lees mee met andere “wotters”.

Spelen * recreatief of ontspannend bezig zijn. ~ muziek maken op een muziekinstrument ~ dobbelen, gokken, mallen, beuzelen, dartelen, zich vermaken, uitvoeren, weergeven, zingen, opvoeren

Twee weken geleden hadden vriendlief en ik een gesprek over spelletjes van vroeger. Computer spelletjes van vroeger wel te verstaan. De oeroude Nintendo, dat grijze kastje met die mega grote cassettes bijvoorbeeld. Hoe vaak we daar Mario op gespeeld hadden. Hij met zijn vrienden en ik met mijn vriendinnetjes. Niet lang daarna kwam de Super Nintendo. Een iets hipper model met kleinere cassettes die er aan de bovenkant in geduwd moesten worden.  Ik vertelde mijn vriend dat wij ieder weekend bij mijn oom thuis zoet waren door uren met dat ding te spelen. Mijn oom vond het allemaal best zolang mijn zus en ik maar stil waren. We speelden onder andere Donkey Kong, Top Gear en Street Fighter.

Na wat geneuzel op youtube omdat we opzoek waren naar begintunes van bovengenoemde spelletjes begon het toch wel te kriebelen. Mijn vriend en ik wilden oude computer tijden herleven. Niet met zijn alleen op de bank zitten en met vier controllers tegen elkaar spelen terwijl de poppetjes kriskras door het scherm lopen. Nee, we wilden weer verbonden zijn met een draadje van de controller naar de Nintendo en daarmee onze ruimte beperken en dus met je neus in het (inmiddels) veel te grote televisiescherm zitten. We wilden weer links in het beeldscherm beginnen en rechts van het beeldscherm eindigen. Geen 3, 4 of 5D spelletjes, maar eenvoud. We waren erg verbaasd toen we op Marktplaats zagen dat dit soort computers inclusief alle toebehoren en tassen vol met spelletjes nog worden aangeboden. Ik vroeg mij af wat er met de oude Super Nintendo van mijn oom gebeurd was. Die was immers al 20 jaar oud. Deze bleek bij mijn nichtje op zolder te staan. We bedachten ons geen moment en vroegen haar of we deze konden overnemen, wat geen probleem was.

Afgelopen week kwam ze de computer met toebehoren brengen. We sloten hem aan om te kijken of hij het nog wel deed want hij is in het verleden niet bepaald zachtzinnig behandeld. Ook de controllers vallen van ellende bijna uit elkaar. Ik had er zo mijn twijfels bij. Maar na wat gerommel achter de televisie met kabels schalde het bekende deuntje van Donkey Kong de woonkamer in. De Nintendo was niet bepaald berekend op HD tv kwaliteit. Dus ook die moest aangepast worden naar een kleiner formaat. Toen dat gedaan was konden we ons voor de bank instaleren om te spelen.

Alle spelletjes werden uitgeprobeerd en alles deed het nog. Ik stond te jubelen als een kind in een snoepwinkel zo blij. Tijdens Street Fighter maakte ik mijn zusje altijd helemaal in. Nu ontbrak het mij aan iedere vorm van logica terwijl ik neurotisch op alle knopjes van de, toch al zo gammele, controller aan het drukken was. Toen alles getest was keerden we terug naar Donkey Kong.

Het is net als fietsen, je verleerd het niet. Bepaalde bonuslevels wisten we met onze ogen dicht te vinden. Alleen nog even oefenen op het niet-af-gaan want waar we “vroeger” de eerste twee velden uit wisten te komen met zo ongeveer 90 levens in onze broekzak waren we nu binnen drie keer game over…

Wie heeft Zelda in de aanbieding? Want die zoek in namelijk nog 🙂

 

 

 

Modern oorlogvoeren…

Taskforce 141

Neem zoveel mogelijk goede wapens mee, zorg dat je perk 1,2 en 3 (of wat dan ook) zijn bijgewerkt en gereed zijn voor gebruik. Elimineer alles wat beweegt, behalve je eigen maatje natuurlijk. Zeer belangrijk: Zorg dat je zelf niet geraakt wordt. Missie start in 3-2-1….

 

 

“Juist en wat betekenen die vage tekentjes daar rechts in beeld nou?” vraag ik aan mijn vriend terwijl zijn gezicht vol opperste concentratie staat en zijn handen de controller van de PS3 krampachtig omklemmen. De kleine man aan de andere kant van mij op de bank zucht en zegt dan op een toon waar de ongeloof en irritatie nog net niet van af druipt: “Dat laat zien hoeveel keer je dood bent gegaan!” “Oh” is het enige, iet wat dommige, antwoord wat ik uit kan brengen. “Dat is dus 16 keer in tien minuten tijd.” Niet echt iets om trots op te zijn bedenk ik mij.

We spelen Call of Duty Modern Warfare en met WE bedoel ik vader en zoon. Ik kijk alleen maar toe hoe de één na de ander afgeslacht (sorry een ander woord heb ik er echt niet voor) wordt om vervolgens weer op te staan soms gevolgd door een onderdrukte vloek van één van de heren naast mij.

Spelletjes horen in mijn beleving voor ontspanning of afleiding te zorgen maar bij ons thuis is dit niet aan de orde. Onze woonkamer is sinds enige tijd veranderd in een war zone waar de mensen van Tour of Duty jaloers op zouden zijn. Vader en zoon strijden om de beste titel, de beste wapens en de meeste levels. Soms spelen ze wel eens samen maar over een gezelschap- of familiespel valt dan niet te spreken. Het is nou éénmaal niet leuk om door je zoon afgeknald te worden en er op zo’n manier achter te komen dat je eigenlijk niet echt meer mee kunt met “de jeugd van tegenwoordig”. Een aantal weken geleden kwamen ze er achter dat je met dit spel ook online kunt spelen met elkaar. Nu zitten de heren gezellig met de buurmannen (ieder in zijn eigen vertrouwden omgeving weliswaar) voor de buis en knallen ze alles af wat beweegt in de hoop beter en sneller te zijn dan de ander.

Ik was nu toch wel erg benieuwd waar de laatste weekenden zoveel over te doen was. Dus ik besloot om eens een middagje de beeldbuis te observeren in de hoop daar achter te komen. Persoonlijk heb ik nooit zo heel veel opgehad met de gewelddadige spelletjes voor de Nintendo, WII en dan nu de PS3. Ik ben meer van de Super Mario en Donkey-Kong generatie.

Zodra het beginscherm te zien is moeten er verschillende keuzes gemaakt worden. En daar ben je mij dus al kwijt. Hoe moet ik in vredesnaam weten waar ik uit moet kiezen? Al die verschillende wapens met al die extra keuzes… Gelukkig hoef ik dan ook alleen maar mee te kijken. Zowel vriendlief als ukkepuk scrollen met het gemak waarin een tijger zijn prooi aan stukken scheurt door het beeldscherm, hebben hun keuze gemaakt en starten, nadat genoeg andere online gebruikers zich hebben aangemeld, het spel. Terwijl mijn twee Navy Seals naast mij op de bank om de beurt PS3 duimen aan het creëren zijn probeer ik zo goed en zo kwaad als het gaat het spel te volgen. Al snel heb ik in de gaten welke personen er aan onze kant staan en wie er naar de eeuwige jachtvelden gestuurd moet worden. Terwijl de één speelt legt de ander mij uit hoeveel granaten er nog over zijn, hoeveel we voor of achter staan, hoe je meer punten kunt verdienen en welk level echt niet te doen is.

Na een half uur bekijk ik de tv inmiddels met andere ogen. Het ziet er, ondanks de tomatensap die geregeld rijkelijk over het beeldscherm druipt als je doodgeschoten wordt best grappig uit. (grappig is volgens de jongens in dit geval nogal een understatement.) Ik had mij voorgenomen om mij als toeschouwer niet te mengen in dit spel, aangezien ik in hun ogen toch alleen maar onzin uit kraam wat oorlogvoeren betreft. Maar mijn mond houden is nou niet iets dat bij mij past. Inmiddels ga ik ook zo op in het spel dat ik al aangeef waar de vijand zich bevind.. “Ja, daar daar daar, links boven in de hoek.” of “schiet um neer!!”Als of dit enige zoden aan de dijk zet. Het valt mij op dat je als niet deelnemende partij meer ziet dan wanneer je het spel zelf moet spelen. Ik krijg bijna zin om die controller van één van de twee af te pakken en het ook eens te proberen. Maar iets van trots weerhoudt mij. Ik voel mij ook een beetje dommig omdat ik niet eens weet welk wapen ik zou moeten kiezen en hoe ik voor of achteruit zou moeten lopen, laat staan schieten… Mijn ogen stonden waarschijnlijk nogal gretig want ik krijg van één van de twee een controller voor gehouden. Ik twijfel even maar mijn ego neemt de overhand. Ik bedank voor het aanbod. Af gaan vind ik niet erg, maar niet op het oorlogsveld!!