Muggen…

Aan mijn gehoor mankeerde niks. Ik hoorde ze namelijk wel maar besloot mij er niet aan te storen. Wanneer het beest alsnog besloot om rond mijn hoofd te zoemen, opzoek naar een maaltijd, joeg ik hem met een wapperende hand weg. Dat heeft heel lang gewerkt. Mochten ze mij in een onbewaakt moment toch gestoken hebben dan had ik het veelal niet in de gaten. Mijn lichaam reageerden er nooit op. En als het dat wel deed dan was het binnen een paar uur vaak al over. In tegenstelling tot sommige mensen om mij heen die jeuk en rode bulten overhielden na een steek van een mug. Ik prijsde mijzelf gelukkig!

Bij een daas had ik echter niet dat geluk. Eenmaal gestoken kwam (en komt er nog steeds) een soort van kettingreactie op gang die ik meestal niet zelf kon (en kan) stoppen. Als ik toevallig de kracht had er vanaf te kunnen blijven verdween de bult net zo snel als bij een muggenbeet. Maar meestal en eigenlijk altijd, werd de jeuk alleen maar erger. De bult veranderde in een keiharde schijf die niet alleen jeukte maar vervolgens ook nog eens pijn ging doen. Het zwol op en voelde rood en ontstoken aan. Als ik het minst geluk had zat ik dagen in een cirkel van krabben tegen de jeuk gevolgd door ijscompres tegen de pijn en zalf smeren tegen beide. irritant!!

De daas ben ik nu redelijk de baas. Inmiddels ben ik zo wijs om niet meer, hoe warm het ook is, in korte broek en topje naar het weiland af te reizen. Altijd gehuld in lange mouwen en dito broek EN een flacon met de zwaarste deed die er te verkrijgen is. Wat een wonder spul. Je muft een uur in de wind, dat dan wel weer. Maar geen daas die nog bij mij in de buurt durft te kopen. Poownie weten ze te vinden terwijl ze met een grote boog om mij heen vliegen terwijl ik op nog geen 50 centimeter afstand sta.

Het is de mug die ik nu niet onder controle krijg. Aller eerst is het mij al een godswonder hoe die beesten binnen komen. Overal horren voor de ramen en deuren. Uit veiligheid patrouilleer ik ook altijd met vliegenmepper in de aanslag over de bovenverdieping. Indringers worden zonder pardon omgelegd. Tot zover mijn liefde voor dieren! Zo makkelijk als mijn lichaam vroeger omging met een muggenbeet, zo allergisch reageert het nu. Bijna te vergelijken met een beet van een daas. 

Alsof ik vroeger te veel aan stoffen heb binnen gekregen dat mijn lichaam nu niet meer weet hoe er mee om te gaan. Zodra ik gestoken wordt ook hier een kettingreactie van mega bult, veel jeuk en irritatie tot gevolg. Het gekke is dat dit soms pas na een dag optreed als je al bijna denkt dat de bult verdwenen is. Inmiddels heb ik wel pilletje die vooral tegen de jeuk en ontsteking moeten helpen. Dat doen ze vaak ook wel, maar soms lijkt het of ook deze niet sterk genoeg zijn. 

Ik duim echt dat de tijgermug mij nooit te grazen neemt… Want ik weet niet zo goed of mijn lichaam daar wel tegen bestand is. 

Als sneeuw voor de zon…

Het is koud, het regent, het is vroeg donker en ik heb de drukste werkweek achter de rug die ik in tijden heb gekend. Het omschakelen van zomer naar winter komt dit keer wel binnen. Ik sta nog net niet te klappertanden maar een rilling kan ik niet onderdrukken. Hoewel dit ook van de vermoeidheid kan zijn. Ik besluit om het voor gezien te houden en lekker vroeg mijn bed in te kruipen. 

Ik klop mijn kussen nog wat op en tover een dik fleeceplaid uit de kast voor over de voetjes, want het raam (met hor) heeft zo’n beetje heel de dag open gestaan dus koud…. Bij het “openslaan” van mijn boek, wat een onderdeel is van mijn avondritueel, begint het gelazer. Ik doe eerst of ik het zoemen rond mijn hoofd ingebeeld heb. Ik ben immers moe en wil eigenlijk mijn drukke dag rustig afsluiten. Maar na een hele zin gelezen te hebben irriteer ik mij al wezenloos. Dit gaat hem niet worden. 

Mijn boek leg ik naast mij neer. Die mug gaat hoe dan ook neer. Aan de herrie te horen zou je denken dat het minstens een compleet gezin is dat onderdak komt zoeken. Wat ik raar vind want in de kamer is het gevoelsmatig kouder dan buiten. 

Het zoemen houd aan dus het is wat lastig om hem nu te detecteren. Met mijn zaklamp op mijn phone creëer ik een soort scheerlicht. Het duurt niet lang of ik zie hem er doorheen stuiteren. Het is er maar een. En verhip, hij lijkt wel dronken. Met een oog houd ik hem in de gaten terwijl mijn andere oog op zoek gaat naar die verdraaide mepper. Zodra ik hem wat spastisch onder het bed vandaan heb gegraaid is de mug pleite. Als sneeuw voor de zon…

Ik maak een keer een ronde door de kamer. Zoals verwacht maar niet gehoopt is ie spoorloos. Ik sta ondertussen daadwerkelijk te klappertanden van de kou. Snel mijn warme bed weer in. Boek erbij en verder waar ik gebleven was. Maar verder dan een hele bladzijde kom ik niet want daar is het gezoem weer. 

Vriendlief lukt het meestal wel om met weinig licht een vliegend insect uit te schakelen. Dus haal ik mijn eigen “Ghostbuster”, die nog niets vermoedend beneden tv zit te kijken, er bij. Samen hossen we door de kamer. Hij de ene en ik de andere kant. Na een paar minuten zoeken wisselen we van plek. Maar ook nu is de mug spoorloos. 

Ik besluit het er bij te laten. Ik ben moe en wil mijn (nog steeds niet voorverwarmde) bed weer in. Ik pak mijn boek er voor de derde keer bij. De mug houd zich koest. Pas midden in de nacht hoor ik hem rond mijn hoofd zoemen. Ik mep een paar keer in het luchtledige om hem te verjagen. 

De volgende dag kan ik gelukkig geen muggenbult ontdekken. Wanneer ik beneden kom sluit ik de tussendeur achter mij. En wat zie ik tot mijn grote verbazing nog net ff naar binnen fladderen voor ik de deur daadwerkelijk dicht doe?! Dit keer ontkomt hij mij niet. Normaal gaat alles wat leeft naar buiten. Voor een mug maak ik een uitzondering. Met mijn vlakke hand plet ik hem tegen de muur. Het is in een keer raak. Als sneeuw voor de zon. 

Kleine ellendelingen…

 

BBBBBBZZZZZZZZZZZZZZZZZ……

Je weet dat het niet goed voor je is. Maar je moet…
Je weet dat je er spijt van gaat krijgen. Maar je moet…
Je weet dat het beter is om er niet aan te zitten. Maar je moet…

Vaak raak je heel onbewust de “zone” aan en vervolgens is het einde zoek. Daar ga je…
Je krabt, KRABT en K R A B T dat het een lieve lust is. Links om, rechts om. Van boven naar beneden en van beneden naar boven. En dan nog een keer. Je krabt tot je huidschilfers zich als rouwrandjes onder je nagels hebben opgehoopt. Het kriebelt, het jeukt!!! Ik snap Poownie op dit soort momenten helemaal wanneer hij zich weer eens aan een buis of paal staat te schuren in het weiland.

Het voelt heerlijk, een verademing. Het voelt zelfs bevrijdend. Bij het bereiken van je pijngrens, dat is vaak sneller dan verwacht, weet je dat je te ver bent gegaan. De verademing was van korte duur. Pijn, PIJN en P I J N. Maar dan is het te laat. Het gevolg: Nog meer jeuk en een knijter harde schijf zo groot als de palm van je hand. Daar ben je mooi klaar mee. De jeuk is in alle hevigheid terug, samen met de pijn…

In korte broek en topje naar Poownie of in lange broek en trui. Iedere zomer is het weer raak. Vliegenspray, azijn, knoflook, geurkaars, citroenella, ik heb het allemaal geprobeerd. Behalve een klamboe. Het maakt voor de kleine rovers niet uit. Ze prikken waar ze prikken kunnen. Zelfs door kleding heen.

Azaron, Bite, anti mug, Deet, zelfs pure azijn werken (bij mij) niet om de jeuk weg te nemen. Ik lijk wel allergisch voor dazenbeten. Het enige middel dat wel werkt is zorgen dat je niet gestoken wordt. Maar daar is het nu te laten voor. Dus negeren. Negeer de bult, negeer de jeuk. Maar eerst koelen die hap. Au, au, au….

Ellendige dazen…

**Note to self: Kijken voor een imker pak!!