Als sneeuw voor de zon…

Het is koud, het regent, het is vroeg donker en ik heb de drukste werkweek achter de rug die ik in tijden heb gekend. Het omschakelen van zomer naar winter komt dit keer wel binnen. Ik sta nog net niet te klappertanden maar een rilling kan ik niet onderdrukken. Hoewel dit ook van de vermoeidheid kan zijn. Ik besluit om het voor gezien te houden en lekker vroeg mijn bed in te kruipen. 

Ik klop mijn kussen nog wat op en tover een dik fleeceplaid uit de kast voor over de voetjes, want het raam (met hor) heeft zo’n beetje heel de dag open gestaan dus koud…. Bij het “openslaan” van mijn boek, wat een onderdeel is van mijn avondritueel, begint het gelazer. Ik doe eerst of ik het zoemen rond mijn hoofd ingebeeld heb. Ik ben immers moe en wil eigenlijk mijn drukke dag rustig afsluiten. Maar na een hele zin gelezen te hebben irriteer ik mij al wezenloos. Dit gaat hem niet worden. 

Mijn boek leg ik naast mij neer. Die mug gaat hoe dan ook neer. Aan de herrie te horen zou je denken dat het minstens een compleet gezin is dat onderdak komt zoeken. Wat ik raar vind want in de kamer is het gevoelsmatig kouder dan buiten. 

Het zoemen houd aan dus het is wat lastig om hem nu te detecteren. Met mijn zaklamp op mijn phone creëer ik een soort scheerlicht. Het duurt niet lang of ik zie hem er doorheen stuiteren. Het is er maar een. En verhip, hij lijkt wel dronken. Met een oog houd ik hem in de gaten terwijl mijn andere oog op zoek gaat naar die verdraaide mepper. Zodra ik hem wat spastisch onder het bed vandaan heb gegraaid is de mug pleite. Als sneeuw voor de zon…

Ik maak een keer een ronde door de kamer. Zoals verwacht maar niet gehoopt is ie spoorloos. Ik sta ondertussen daadwerkelijk te klappertanden van de kou. Snel mijn warme bed weer in. Boek erbij en verder waar ik gebleven was. Maar verder dan een hele bladzijde kom ik niet want daar is het gezoem weer. 

Vriendlief lukt het meestal wel om met weinig licht een vliegend insect uit te schakelen. Dus haal ik mijn eigen “Ghostbuster”, die nog niets vermoedend beneden tv zit te kijken, er bij. Samen hossen we door de kamer. Hij de ene en ik de andere kant. Na een paar minuten zoeken wisselen we van plek. Maar ook nu is de mug spoorloos. 

Ik besluit het er bij te laten. Ik ben moe en wil mijn (nog steeds niet voorverwarmde) bed weer in. Ik pak mijn boek er voor de derde keer bij. De mug houd zich koest. Pas midden in de nacht hoor ik hem rond mijn hoofd zoemen. Ik mep een paar keer in het luchtledige om hem te verjagen. 

De volgende dag kan ik gelukkig geen muggenbult ontdekken. Wanneer ik beneden kom sluit ik de tussendeur achter mij. En wat zie ik tot mijn grote verbazing nog net ff naar binnen fladderen voor ik de deur daadwerkelijk dicht doe?! Dit keer ontkomt hij mij niet. Normaal gaat alles wat leeft naar buiten. Voor een mug maak ik een uitzondering. Met mijn vlakke hand plet ik hem tegen de muur. Het is in een keer raak. Als sneeuw voor de zon. 

Kleine ellendelingen…

 

BBBBBBZZZZZZZZZZZZZZZZZ……

Je weet dat het niet goed voor je is. Maar je moet…
Je weet dat je er spijt van gaat krijgen. Maar je moet…
Je weet dat het beter is om er niet aan te zitten. Maar je moet…

Vaak raak je heel onbewust de “zone” aan en vervolgens is het einde zoek. Daar ga je…
Je krabt, KRABT en K R A B T dat het een lieve lust is. Links om, rechts om. Van boven naar beneden en van beneden naar boven. En dan nog een keer. Je krabt tot je huidschilfers zich als rouwrandjes onder je nagels hebben opgehoopt. Het kriebelt, het jeukt!!! Ik snap Poownie op dit soort momenten helemaal wanneer hij zich weer eens aan een buis of paal staat te schuren in het weiland.

Het voelt heerlijk, een verademing. Het voelt zelfs bevrijdend. Bij het bereiken van je pijngrens, dat is vaak sneller dan verwacht, weet je dat je te ver bent gegaan. De verademing was van korte duur. Pijn, PIJN en P I J N. Maar dan is het te laat. Het gevolg: Nog meer jeuk en een knijter harde schijf zo groot als de palm van je hand. Daar ben je mooi klaar mee. De jeuk is in alle hevigheid terug, samen met de pijn…

In korte broek en topje naar Poownie of in lange broek en trui. Iedere zomer is het weer raak. Vliegenspray, azijn, knoflook, geurkaars, citroenella, ik heb het allemaal geprobeerd. Behalve een klamboe. Het maakt voor de kleine rovers niet uit. Ze prikken waar ze prikken kunnen. Zelfs door kleding heen.

Azaron, Bite, anti mug, Deet, zelfs pure azijn werken (bij mij) niet om de jeuk weg te nemen. Ik lijk wel allergisch voor dazenbeten. Het enige middel dat wel werkt is zorgen dat je niet gestoken wordt. Maar daar is het nu te laten voor. Dus negeren. Negeer de bult, negeer de jeuk. Maar eerst koelen die hap. Au, au, au….

Ellendige dazen…

**Note to self: Kijken voor een imker pak!!