Ik lig op het achterplecht van ons bootje. De zon schijnt zacht op mijn gezicht. Voor me zie ik beboste oever, vol bomen die lichtjes bewegen in de wind. Het is als een schilderij van groen en leven. In de takken hoor ik vogels fluiten, roepen, kwetteren, allemaal met hun eigen geluid.
Het water klotst rustig tegen de kade en de romp van de boot. Geen haast, geen rumoer. Alleen de natuur om me heen. Alles is goed zoals het is. Ik hoef niets. Er hoeft niets opgelost, geregeld of gepland te worden.
Ik lig.
Ik luister.
Ik kijk.
En ergens tussendoor valt alles stil.
Niet leeg… Maar juist vol.
Vol zon, geluiden, geuren en rust.
Geen rollen, geen moeten, geen denken. Alleen maar voelen hoe het achter mij warm is van de zon, hoe het onder mij zachtjes wiegt, en hoe de wereld blijft bewegen… Zonder dat ik hoef te duwen.
Ik laat me dragen.
Door het water.
Door de stilte.
Door mezelf.
De boot beweegt zachtjes op de golven en ik dein zachtjes mee. Geen bestemming. Geen richting. Gewoon mee met wat er is.
En ik denk…Hoe fijn het is om even nergens naartoe te hoeven. Gewoon zijn waar ik ben. Met mijn snufferd in de zon en het kabbelen van het water samen met het gefluit van de vogels als achtergrondmuziek.
Een simpel moment.
Maar eigenlijk… precies genoeg.
