14 mei, de dag dat half Zwijndrecht op zijn kop stond. De wegen waren afgezet en mensen kwamen overal vandaan. En dat alles voor de 37e editie van de Verkerkloop. (een hardloopevenement) Bofte ik even dat dit alles in mijn eigen achtertuin plaats vond. Dus in mijn hardloopkleding wandelde ik naar mijn nichtje, die nog dichter bij de start van het parcours woont. Neef en oom zouden daar ook naar toe komen. Met een klein gezelschap liepen we rond 19.45 uur naar de start. Ondertussen deden we onze warming-up. Want eenmaal in het startvak zou daar niet zo heel veel ruimte meer voor zijn.
Het was winderig weer en overdag vielen er zelfs nog wat flinke buien. De vraag die mij eerder die dag bezig hield was wat ik in vredesnaam aan moest trekken. Korte broek, lange broek. Shirt met lange mouwen of een shirt met jas. PPfff en dat alles voor maar vijf kilometer. Maar niet zomaar vijf… Ik wilde nu toch wel graag onder de 30 minuten eindigen. Maar of dit zou gaan lukken? Het weekend daarvoor had ik mijn twee hardloopavonden omgeruild voor een weekendje Brugge. Deze dagen stond vooral in het teken van eten, veel en lekker eten. Er zat dus iets meer Boor om mijn botten…
20.15 uur klonk het startschot. Langzaam kwam de horde in beweging. Het duurde even voor we over de startstreep gingen. Oom was de enige van ons die zich officieel had opgegeven voor de 10 kilometer. Ook hij wilde graag onder zijn eerder behaalde tijd blijven en de eerste vijf kilometer moest dus om en nabij de 29 minuten worden afgelegd. Om mijn doelstelling te halen hoefde ik alleen maar zijn benen te volgen. Nichtje hield mij gezelschap. Hoewel ik van mening was dat ze makkelijk een eigen PR had kunnen lopen. Ze liep alsof we aan het flaneren waren over de boulevard van Scheveningen. Geen spatje zweet, terwijl het bij mij na 500 meter al van mijn voorhoofd drupte. En adem genoeg om mij de hele weg af te leiden met van alles en nog wat, terwijl ik alleen maar JA of NEE kon uitbrengen.
Bij twee kilometer was ik de benen van mijn oom al kwijt. Natuurlijk genoeg andere “hazen” dus bleven we even plakken achter twee heren die een tempo hadden dat wij redelijk konden bijbenen. Ondertussen verlieten we de rijbaan, waar met zes men naast elkaar gelopen werd. En moesten we via een wandelpad verder waar maar met twee man naast elkaar gelopen kon worden. Dit leverde een kleine vertraging in ons tempo op. Dat stukje gebruikte ik om even op adem te komen. De laatste 1,5 kilometer brak aan. Op dit stuk stonden her en der familieleden en vrienden ons aan te moedigen.
Bij de lus, die het parcours maakte, zag ik opeens mijn oom. Zover zaten we dus niet uit elkaar. Nichtje gaf mij nog even een figuurlijke schop onder mijn hol door een eindsprint in te zetten. Ik besloot achter haar aan te gaan. Ik vloog over de finish om vervolgens tegen een muur van stilstaande mederenners op te knallen. Iedereen bleef staan om zijn welverdiende medaille in ontvangst te nemen. Al hijgend en puffend drukte ik de tijd op mijn horloge stil. Ik sloot met een bezwete grijns op mijn bakkes achter in de rij aan. Want bij het zien van mijn tijd had ik die medaille meer dan verdient. De vijf kilometer liep ik uiteindelijk in 29.17 minuten. Ook neef en oom liepen de tijden die ze hadden gehoopt en zelfs sneller.
Volgend jaar loop ik hem onder de 29 minuten!!