Wat doe je?!

Terwijl de wasmachine de schone was uitbraakt bij het open doen van het deurtje, vangt mijn oor een hoop kabaal op uit de kamer ernaast. Jezus wat is ie toch allemaal aan het doen? Zoon zit in zijn kamer en het klinkt alsof ie tegen een slechthorende aan het praten is. Als ik de schone was op zijn kamer breng zie ik wat er voor de herrie zorgt. Zijn laptop staat aan op een of ander vaag youtube kanaal. Zijn headset heeft hij op. Daarmee staat hij, niet via zijn laptop maar via zijn PS, in verbinding met zijn “squad”. Die op hun beurt dezelfde takke herrie op hebben staan. Tegelijkertijd pingelt zijn telefoon het ene na het andere appje. Alle geluiden staan op standje neurotisch hard.

Mijn wenkbrauwen gaan omhoog en een seconde of wat overzie ik de chaos. Zoonlief heeft niet eens in de gaten dat ik met een wasmand in zijn kamer sta. Inmiddels weet ik dat zijn matties mij kunnen horen als ik iets door de kamer blèr. Oeh, zal ik het doen, zal ik het doen? Ik kan mij ternauwernood inhouden. Als ik een stap verder in de kamer kom krijgt hij mij in het vizier. Hij schrikt zich rot en doet direct zijn headset af. “Had je niet effe kunnen kloppen?” Vraagt hij. “Had jij mij dan gehoord?!” Kaats ik terug. “Denk ut niet!”

Gelukkig zijn we volwassen genoeg (want zo noemen onze 15 en 16 jarige boys zich tegenwoordig) om hier normaal mee om te gaan. Dus hij bedankt mij netjes voor de schone kleding die hij zelf in zijn kast gaat leggen. Om mij weer zo snel mogelijk uit zijn domein te krijgen en kijkt mij vriendelijk na. Op mijn beurt volgt een glimlach en ik kan mij niet langer inhouden. Ren vervolgens voor de webcam langs, zwaai hoffelijk voor wie mij kan zien en roep hoooooi! naar wie het horen kan. Er galmt een hoooi terug. Zoon kan alleen maar zuchten. Hij doet nog een verwoede poging door mij een waarschuwende blik toe te werpen (wat zoiets betekend als: serieus moest dat nu?) welke door mij met een handkusje wordt beantwoord. Als ik de deur achter mij dicht trek verstomd de takke herrie en hoor ik een van z’n matties zuchtend zeggen dat zijn moeder dat ook altijd doet! Ik grijns van oor tot oor.

Ik begrijp mijn moeder echt een heel stuk beter. Die flikte dit soort grapjes ook altijd. Door al klappend en luidkeels mijn naam te scanderen als ik een of andere wedstrijd gewonnen had. Te zwaaien wanneer ik voorbij kwam lopen. Of mij met belachelijke snoepkettingen vol te hangen als we de avondvierdaagse gelopen hadden. Wat kon ik mij kapot ergeren aan dat soort momenten. Maar ik begrijp nu dat ze hier helemaal niets aan kon doen. Soms wordt je gewoon gedreven door één of andere impuls. Een vlaag van ik-weet-ook-niet-zo-goed-waarom-ik-dit-doe-maar-het-moet-gewoon. Wanneer ze het nu zou doen zou ik natuurlijk vol overgave met haar mee doen. Maar toen?!?!

Zoon is inmiddels gewend aan mijn niet onder controle te ouden impulsen. Soms doet ie nog een zwakke poging om te laten merken dat ie het er niet mee eens is. Er tegenin gaan zoals ik vroeger deed, doet hij niet. Dat siert hem! Stiekem denk ik wel eens dat hij er ook gewoon om moet lachen. Maar hé, hoe volwassen je ook bent, toegeven doe je als puber natuurlijk niet!!

 

 

***

Herrie onder de motorkap…

“Hier, hier hier… Dat bedoel ik…”
“Wat?”
“Hoor je het niet?? Kijk, hier is het weer!!”
“Waar moet ik kijken??”
“Nee, luister nu, hoor je het niet? Gek wordt ik er van!”
“Ik hoor alleen jou!!”
Zegt vriendlief na mij geïrriteerd aangekeken te hebben. En bedankt!! Het geluid dat onder mijn auto vandaan komt lijkt nog het meest op ijzeren castagnetten die op hol geslagen zijn. Ik weet niet veel van auto’s maar ik weet wel dat ijzeren castagnetten niet onder een auto horen te zitten…

“Kijk, de rem doet ook raar.” Zeg ik terwijl ik keihard op de rem trap. Vanuit mijn rechter ooghoek zie ik vriendlief een halve meter naar voren schieten. “Zoooo… Met je rem is niks mis hoor. Met je gordels trouwens ook niet!! Gelukkig maar anders had je nu mijn oogballen van je voorruit kunnen schrapen!” We kijken elkaar een poosje stilzwijgend aan en moeten dan hard lachen. Het lachen is zo erg dat ik niet meer kan stoppen. De tranen staan inmiddels in mijn ogen. Het was een hilarisch gezicht. Vriendlief denkt daar iets anders over maar lacht uiteindelijk toch mee. Waarschijnlijk om mijn gehinnik.

Eerder op de dag had ik al neurotisch in het boekje zitten zoeken naar de betekenis van de extra “sfeerverlichting” die King Toet te pas en te onpas op zijn dashboard liet zien. Gezellig, zeker tijdens de donkere dagen. Maar nu het langer licht is, vind ik het overbodig. De garage had hem inmiddels al twee keer gereset aangezien de storing maar “klein” was. Dit hielp meestal een weekje voordat de sfeerverlichting zich weer liet zien.

De motorkap gaat open, alsof we er verstand van hebben. We gluren naar binnen en zien wat er hoogstwaarschijnlijk onder een motorkap hoort te zitten… Vriendlief draait aan een schroefje, plukt wat onder de kabels vandaan en komt vervolgens met de mededeling dat mijn ruitervloeistof bijna op is. Nadat het reservoir is bijgevuld besluiten we het hierbij te laten. Zelf repareren kunnen we toch niet. We weten niet eens wat er loos is. De volgende dag maak ik een afspraak bij de garage waar de Beetle Expert er naar mag kijken.

Na een dag zwoegen komt hij met de mededeling dat de “luchtmassameter” het begeven had. Dat zorgde ervoor dat King Toet af en toe een eigen leven ging leiden. Zo sloeg hij wel eens spontaan af, wilde hij niet starten, stotterde hij als ik “plankgas” wilde of gaf hij zelf gas als ik niks deed… Dat laatste was nog het meest enge van alles.

Bij de garage ontstond een, volgens zeggen, eerlijke ruil. Een rib uit mijn lijf voor de sleutels van King Toet. “Alles doet het weer naar behoren!” Was de mededeling. Ik startte de motor en verhip… de lampjes waren uit. De motor hoorde ik niet meer en hij reed weer als vanouds. Ook de daarop volgende dagen bleven de lampjes op het dashboard uit.

Nu King Toet gemaakt is kunnen we weer onbezorgd onze rondjes rijden. Heerlijk met het dak open. Dat durfde ik namelijk niet meer. Stel je voor dat er een storing op zou treden terwijl het dak open is en het zou gaan regenen… Ik zag het al helemaal gebeuren dat ik zou kunnen badderen in mijn eigen auto. Gelukkig is het niet zo ver gekomen. Dus kom maar op met het mooi weer, wij zijn er klaar voor.