De blaadjes zijn altijd groener…

“Euh, wat sta jij te doen?” Vraagt zoonlief terwijl hij de kamer binnen komt. De vraag bevreemd mij. Het mag inmiddels algemeen bekend zijn dat ik mij bezig houd met zaken die door andere doorgaans als raar of vreemd worden beschouwd. Maar van hem had ik deze vraag niet verwacht. Onverstoord ga ik door met waar ik mee bezig ben. “Wat denk je dat ik aan het doen ben?” “Euh, de plant aaien?” Is zijn vertraagde reactie. Ik draai mij om en laat zien wat ik in mijn handen heb. “Ooh!” is zijn antwoord. Daarmee is nog steeds zijn vraag niet beantwoord. Want zoonlief heeft geen idee wat een stofdoek is. “Nou, veel plezier dan verder…” zegt hij er achteraan. Hij grist zijn jas van de kapstok en gaat naar de sportschool. 

Lang geleden zag ik een programma waarbij twee dames de meest smerigste woningen onder handen namen. Als laatste kregen de planten een poetsbeurt. De blaadjes van de planten werden stuk voor stuk onder handen genomen met een snoetenpoetser. Zo’n doekje voor peuters om neus en toet mee af te doen. Stevig en niet giftig. Ik heb dat onthouden en ééns in de zoveel tijd doe ik dat nu dus ook. 

Het geeft super veel voldoening om het laagje stof, het meeste geproduceerd door Groene Draak, van ieder blaadje te vegen. Ieder blad wordt weer diep groen en ziet er een stuk gezonder uit. Daarnaast denk ik even terug aan mijn biologie les. Daar heb ik geleerd dat planten hun energie uit zonlicht halen. Met die energie zetten ze CO2 om in zuurstof en glucose. Dit laatste is weer nodig om de plant te laten groeien als ik het goed heb. Ook wel fotosynthese genoemd. Wanneer de blaadjes stoffig zijn kunnen ze minder goed zonlicht opnemen en daardoor uiteindelijk minder goed groeien. Dat is wat ik er van gemaakt heb. 

Hoewel het van binnen borrelt en bruist, want ik heb zoveel dingen die ik graag nog op of aan wil pakken, kies ik er voor om nu even pas op de plaats te maken. Het is al maanden aan een stuk door heel druk op mijn werk en ook thuis dender ik geregeld door. Maar voor nu is het huis al aan kant. Mijn blog is bij. En ik heb mij gisteren al uitgeleefd in de sportschool.

Dus nu even heel bewust helemaal niks. Zelfs de voetbalfotografie (sorry boys) houd ik on hold want dat is geregeld ook vaak een dag “werken”. Ik gun mijn hoofd wat rust. Geen gedachten die alle kanten op stuiteren en een lichaam dat er half achteraan dendert. Hoewel… Dat laatste zou, in het kader van iets minder Boor, misschien nog niet eens zo’n gek idee zijn. Maar tja, gisteren dus al goed bezig geweest met sporten, wat betekend de volgende dag iets rustiger aan. Op deze leeftijd (haha) loop je zomaar een blessure op. En aangezien we nu juist zo lekker bezig zijn…

Ik bekijk mijn plant nauwkeurig. De ene helft is fris en sprankelend groen. Heerlijk. De snoetenpoetser is vies en rafelig. Ik pak een nieuwe en slaak een diepe zucht. Dit werk is bijna meditatief te noemen. Even “pas op de plaats maken” is zo gek nog niet…

De hoogste tijd…

10721366_10203732301721822_285964765_n

 

Na vier maanden niks doen moest ik nodig weer eens in beweging komen. Mijzelf weer in het zweet werken. Iets doen aan mijn conditie en niet te vergeten mijn steeds dikker wordende buik. My god ik kreeg mijn broeken niet eens normaal meer aan, laat staan dicht!! Tja, dat krijg je er van als je je weekendje non-stop eten, BBQen en snoepen verlengt met een paar maanden. Voor hardlopen was daarom niet zo heel veel zin tijd. Dus Ik trok mijn hardloopschoenen uit het rek. Zocht mijn nieuwe shirt erbij en graaide mijn horloge uit de la. Het was de hoogste tijd voor een bezoek aan de polder.

Mijn tempo zou ik dit keer laag houden. En met laag bedoel ik tussen de 7 en 8 km per uur. Een snelwandelaar zou mij prima kunnen bijhouden. Na zo’n tijd niks gedaan te hebben besloot ik om niet direct 5 kilometer te lopen. Aangezien mijn hamstring en knie mogelijk zouden kunnen gaan protesteren wat mij na één keer lopen weer twee weken rust op zou leveren. Ik stippelde een route uit van 3 km. Al snel bleek dat dit een juiste keuze was.

De batterij van mijn I-pod was nagenoeg leeg dus moest ik het doen met het ritmische gedreun van mijn eigen voetstappen. Dear lord… Ik kwam niet vooruit en er leek geen einde aan te komen. Wat is nu drie km? Het leken er wel dertien. Mijn bovenbenen voelde aan als lood. Ik had toch echt heel braaf mijn warming-up gedaan. Geen muziek, zware benen en mijn eigen gehijg maakte het niet makkelijk. Zweet gutste van mijn voorhoofd alsof ik zojuist mijn hoofd in de nabijgelegen sloot had ondergedompeld. Blij dat ik was toen mijn horloge aangaf dat ik het 3 km punt gehaald had.

Omdat ik de volgende twee dagen nergens last van had (ondanks de moeizame start) besloot ik 4 km te lopen. Dit ging al een stuk beter. Ik kwam er achter dat ik over een ijzeren wil moet beschikken om mijn tempo bewust laag te houden. Aan het einde van de 4 km had ik zelfs nog energie en puf over. Het was zo verleidelijk om een stukje te sprinten. Maar ik hield mij in. De rest van de route gebruikte ik als cooling-down en kwam op adem weer thuis aan.

Na twee dagen liep ik 5 km. Overigens nog steeds zonder muziek. Ik was helemaal vergeten hoe heerlijk dat kan zijn. Alsof je hoofd veel meer ruimte heeft voor nieuwe ideeën. Ik voelde mij niet alleen vrijer, maar ook op een bepaalde manier creatiever. Het lukte ook veel makkelijker om een rustig tempo aan te houden. Vanaf dat moment nam ik mij plechtig voor om mijn muziek wat vaker thuis te laten.

Mijn lichaam liet mij niet in de steek. Ik had geen enkele keer spierpijn, hooguit wat zware benen. De daarop volgende trainingen liep ik 5.5 en 6 km. Wederom op een rustig tempo. Hoewel ik bij het terug kijken van alle data wel zie dat ik gemiddeld steeds iets sneller ben. Daar wordt ik vrolijk van!

Het lopen op deze manier gaf mijn lichaam en geest een boost. Ik sliep beter als weken daarvoor. Ik voelde mij, ondanks alle drukte, uitgerust en voldaan. Deze manier van lopen ga ik voortzetten. De eerste zes maanden van dit jaar stonden in het teken van een snelle vijf. De laatste sluit ik af met een rustige tien!

Wat was er mis met de oude?

Mijn lieftallige collega’s waren hem gesmeerd en ik bleef als enige over om het fort te bewaken. In rustige tijden vind ik het niet erg om alleen achter te blijven. Sterker nog, ik vind het heerlijk. De rust die dan op de werkplekken hangt is bijna sereen te noemen. Totdat het gesnerp van de telefoon de lucht om je heen doet trillen en het geluid als een straaljager je oorschelp invliegt. Maar so far, so good. Het is stil, op een zacht melodietje na. Ik kan het niet direct plaatsen en denk dat één van mijn collega’s zo slim is geweest om haar telefoon te vergeten. Ik loop één voor één de kantoorruimtes af maar zie geen telefoon liggen. Na enige tijd is het geluidje ook weer weg. Meer aandacht verdiend het niet dus ga ik verder met mijn werk.

Enkele dagen later, als ik in de keuken bezig ben met koken hoor ik dat zelfde melodietje weer. Dit keer niet ergens vaag op de achtergrond maar kneiterhard. Ik ben zo gebiologeerd door het geluid dat ik vergeet waar ik mee bezig ben. Ik loop naar de tuin om te horen of ik het kan lokaliseren. Het is zo’n bekend deuntje en dan opeens weet ik waar ik het van ken. Het komt uit het oude sierradendoosje wat ik als klein kind heb gehad. Zo eentje met een ballerina die opgevouwen ligt te wachten tot jij met je gretige handjes het dekseltje open (dicht-open-dicht) doet. Vervolgens draait ze 100.000 pirouettes, aangezien ze niets anders kan dan dat, voor het spiegeltje waar jij jezelf in moet bewonderen maar dat kan niet omdat haar tutu in de weg zit!! (Ken je die doosjes?)

En daar stond ik dan… Als aan de grond genageld en gehypnotiseerd door het bekende deuntje. Ik kon nog maar aan één ding denken: Ik moet daar ook naar toe!!! Het geluid kwam nu duidelijk hoorbaar uit de straat. Dus liep ik naar de voorkant van het huis. Ik had een soort voorbijtrekkend circus verwacht, iets met rondhuppelende ballerina’s (daar heb je haar weer) een clown op een rode bal (ik haat clowns) een leeuwentemmer (ik vind tijgers mooier) en jongleur met brandende fakkels (wat een stomme sport) en een aantal witte paarden die de mooiste kunstjes deden (waar mijn paardenbeest jaloers op zou zijn) maar niets van dit alles trok er nu aan mijn neus voorbij. Het was nog veel schokkender, het was onze nieuwe ijscoman….

Het deuntje werkt als vliegen op stroop. Hordes kinderen liepen er achteraan. verbaast liet ik het tafereeltje aan ons huis voorbij gaan. Moeten we dit nu echt iedere avond aan gaan horen? Nog voor ik aan het eten begonnen ben? En waar is die “oude” gebleven?

(filmpje is niet door mij gemaakt, het is zelfs niet dezelfde ijscokar. Maar het deuntje inclusief volume zijn identiek!)

 

Stilte na de storm…

Druk, drukker en drukst. Zo is de afgelopen periode bij ons op de zaak het best te omschrijven. Er is meer werk bijgekomen, maar de deadlines zijn het zelfde gebleven. Om de georganiseerde chaos in goede banen te (blijven)leiden is er een blik oproepkrachten open getrokken. Zijn de teams nog meer op elkaar aangewezen om er voor te zorgen dat alles bleef lopen zoals het zou moeten lopen. En werd er een beroep gedaan op onze eigen creatieve geest om zaken nog efficiënter af te handelen. Uiteindelijk bleef de geoliede machine lopen zoals het moest. Baas blij, klanten blij en wij genoeg overuren op onze kaart om daar, waar nodig, van het zonnetje te kunnen genieten.

Je raakt gewend aan een bepaalde werkdruk als je een tijd lang op één en het zelfde tempo door racet. Ook aan je werkzaamheden die langzaamaan, ook-al-wil-je-het-niet-maar-het-gebeurt-toch, steeds meer worden. Soms mopper je eens wat, maar veelal doe je gewoon wat er van je verwacht wordt. Nu we per team een aantal vaste helpers hebben is het werk beter te verdelen waardoor we toch de kwaliteit kunnen leveren zoals iedereen dat van ons gewend is.

Zoals ik al zei raak je gewend aan de werkdruk en deadlines. Als dan opeens, zo uit het niets, de zomervakantie voor de deur staat is het een vreemde gewaarwording als je van de chaos en hectiek in eens stil staat. Het is net zoiets als de wildwaterbaan in de Efteling overleefd hebben waarbij je probeert niet nat te worden en dus halsbrekende toeren uithaalt waardoor je bijna dat rubberbootje uit lazert en daarna in de gondoletta belanden (je weet wel, die saaie witte bootjes die in een gezapig tempo door het water worden voortgetrokken) S T I L  &  S A A I.

De eerste week was het dan ook even wennen. Ik had iedere dag het gevoel iets over het hoofd te zien. Ik maakte lijstjes om te voorkomen dat ik daadwerkelijk iets zou missen. Alsof mijn dagindeling niet meer klopte. Ook de extra helpers werden een stuk minder ingezet en konden genieten van hun vrije dagen, zodat we elkaar niet om 12.00 uur wezenloos aanzaten te gapen.

Gelukkig vieren niet alle bedrijven vakantie deze zomer dus draaien we op een rustig tempo door. Naast de normale werkzaamheden hebben we nog wat zomerklusjes op onze 2-do lijst staan. Helemaal stilstaan doen we niet. Het fijne van deze periode is dat we nu bij kunnen komen van de afgelopen paar maanden. Even een tandje terug schakelen en rustig opstarten. Aan het einde van de middag zijn de meeste bureaus ook daadwerkelijk leeg in plaats van de stapels papierwerk dat in de drukke periode blijft liggen. Maar als ik heel eerlijk ben hoeft zo’n rustige periode niet al te lang te duren. Ik word er zo verveeld van en heb vervolgens moeite om het beetje werk dat er ligt in de juiste volgorde weg te krijgen.

Voor nu moet ik maar niet al te veel klagen en het er even van nemen.
Ik vraag mij af hoe de baas tegen siësta’s aan kijkt…