Een goede bodem…

… Want zelfs chaos moet ergens op liggen.

Begin van dit jaar was ik vastbesloten om mijn kook- en bakskills te gaan uitbreiden. Niet in de vorm van het bakken van taarten of koekjes. Eerder in het uitproberen van nieuwe recepten. Er is zoveel lekkers en er zijn zoveel heerlijke combinaties. Maar op de een of andere manier komen we steeds weer op hetzelfde uit. Het is makkelijk om op terug te vallen, eten dat bekend is. Dat snel klaar gemaakt is en dat smaakt. Ik was vorig jaar al op zoek gegaan naar een aantal niet al te moeilijke en ingewikkelde recepten waarbij de kruiden niet uit alle windrichtingen aangevlogen hoefden te worden. Iets wat helemaal Deb-proof is.

Dat is dus wel de basis. Het moet laagdrempelig zijn. Leuk en niet te lastig. Want daarna wil ik het ook nog met plezier meerdere keren uittesten. Mijn moeder stond gerust een halve dag in de keuken om nieuwe recepten te testen. Dat gen ik heb ik duidelijk niet van haar geërfd.

Ik begon dit jaar met een overheerlijke sticky bloemkool. Dat was best nog een werk om te maken. Een geroutineerde keukenprinses schut dit zo uit haar mouw. Ik dus niet. Het was erg lekker en hoewel ik zei dat ik deze nog eens zou maken is het er daarna nooit meer van gekomen. 

Na de wintersport besloten we de Flammkuchen, die we daar wel eens eten, in onze eigen keuken te introduceren. In Oostenrijk smaakt dit gerecht prima. Inmiddels weten we dat het vanuit onze eigen keuken nog veel lekkerder kon. We begonnen met dezelfde basis als op vakantie. Hoewel de bodem waarschijnlijk heel eenvoudig zelf te maken is haalden we die kant en klaar uit de winkel. We smeerden deze in met crème fraiche, bestrooiden hem met uitjes en spekblokjes en zo de oven in. 

De smaak was helemaal oké was. Toch vonden we beide dat het wel wat spannender mocht. Niet veel later besloten we hem nog een keer te maken. Ook dit keer kwam de bodem uit de winkel. We maakten de crème fraiche aan met sweet chilisaus, zodat het net even wat minder saai werd. De topping kon ook een upgrade gebruiken. Naast de uitjes, en de kleine spekblokjes kwamen er ook stukjes champignons bij. En uiteraard wat Provençaalse kruiden. Want dat misten we alle twee. 

Ook nu smaakte hij weer zalig. Stiekem denk ik dat hij op de BBQ nog beter tot zijn recht zou komen. Maar we hebben geen pizzasteen en de bodem is te slap om zo op het rooster te schuiven. 

De volgende maand besloten we hem helemaal te finetunen. De crème fraiche kreeg nog een grotere update. Meer saus en kruiden en we gingen helemaal los op de topping. Vriendlief wilde er nog wat stukjes vis op. Maar daar wilde ik niks van weten en ging voor meer kleur. Naast de uitjes en champignons kwam er ook tomaat en mais aan te pas en na het bakken bestrooide ik hem met rucola en extra kruiden. Mijn flammkuchen werd een waar kunstwerk. Ik zou hem “Complete Chaos” genoemd hebben als deze ooit te koop mocht zijn. De smaak was wederom zalig en is inmiddels een blijvertje. 

Iedere maand iets nieuws uitproberen is officieel niet helemaal gelukt. Maar ik keur hem toch goed!! Op naar het volgende recept. 

Durf jij de flammkuchen-challenge aan? Deel je variatie met mij

Sticky bloemkool…

De voorgerechtjes worden op tafel neergezet. De meeste ken ik. Alleen het laatste gerecht ziet er wat raar uit. Het lijken wel kipkluifjes. De persoon naast mij ziet mij bedenkelijk kijken en zegt dat het sticky cauliflower is. “Sticky cauliflower?” Herhaal ik wat schaapachtig. Tja, plakkerige bloemkool klinkt niet echt aantrekkelijk om in je bakkes te stoppen. Maar bij sticky cauliflower krijg ik wel zin om dit te proberen. Zeker omdat het er helemaal niet uitziet als bloemkool. Hoewel het sticky genoemd wordt, is het niet heel erg plakkerig. Wat ik dan wel weer verwacht had. Voorzichtig neem ik een hapje. Het gerechtje is op voor ik er erg in heb. Jammer genoeg is er voor iedereen maar 1 stukje.

Oké, dit had ik dus bepaald niet verwacht. De kleur, structuur, geur en vooral smaak. Totaal niet bloemkool-achtig. Ik vind het zo lekker dat ik besluit het thuis ook te proberen. “Sticky bloemkool? En wat moet ik mij daarbij voorstellen?” Zegt vriendlief. Daar kwam ie eerder in januari achter. Want ik kon niet wachten om het te gaan proberen. Het internet staat vol met dit soort gerechten. Ik zocht een gerecht uit waarvan ik dacht dat die het dichtst in de buurt zou komen van wat ikzelf geproefd had en kwam uit bij Mandy.

De laatste jaren ben ik wat meer gaan experimenteren in de keuken. Ik ben er achter gekomen dat ik het uitproberen van nieuwe gerechtjes best leuk vind. Zeker wanneer het ook nog smaakvol blijkt te zijn en de bereiding niet al te ingewikkeld is. Waar ik alleen niet zo’n fan van ben is het aanschaffen van kruiden die wij doorgaans niet gebruiken en dan na eenmalig een snufje toegevoegd te hebben in de kast staan te wachten tot ze weggegooid mogen worden. Ik bekijk de lijst met boodschappen dan ook nauwkeurig en zie dat ik bepaalde ingrediënten kan vervangen. De kans dat de smaak hierdoor iets kan veranderen, neem ik voor nu voor lief. 

Zodra ik al mijn kruiden in huis heb ga ik aan de slag. Vakkundig snijd ik de bloemkool in ongeveer evengrote roosjes. Vervolgens maak ik een beslag zoals aangegeven in het recept. De roosjes haal ik door het beslag en wanneer de oven op temperatuur is schuif ik de hele plaat met bloemkool erin. Ondertussen maak ik de saus waarbij ik al roerend de ingrediënten in het pannetje mik. Het pruttelt al lekker en vanuit de woonkamer krijg ik complimenten dat het zalig ruikt. Nu de smaak nog…

Na een kwartier haal ik de roosjes uit de oven en besmeer ze met de saus om ze daarna nog even verder te laten garen. Volgens het recept zou ik de overgebleven saus net voor opdienen over de bloemkool moeten gieten. Maar ik heb geen saus meer over. Zelf improviseer ik iets met de overgebleven ingrediënten wat ook prima gaat. 

Ik versier de boel met een lente-uitje en sesamzaadjes en serveer het met rijst en kip. Vol verwachting nemen vriendlief en ik plaats aan tafel. Bij de eerste hap ben ik aangenaam verrast. Het smaakt totaal niet naar bloemkool. Toegegeven, het heeft niet de smaak zoals in het restaurant maar een goede eerste poging is het zeker!! Het leuke is dat je sticky bloemkool ook als snack kunt serveren. Ik ga hem daarom zeker nog eens proberen.  

Deze prachtige foto is niet van mij, maar van Mandy en is afkomstig van haar Insta.

Onderweg…

Op momenten dat ik even niks te doen heb scroll ik door een aantal accounts van personen die personal coach, trainer of bodybuilder zijn. Deze groep volg ik namelijk al enkele maanden. Niet dat ik onderweg ben om een bodybuilder te worden. Ze geven handige tips welke oefeningen het gewenste effect hebben. Door effectief in plaats van veel te trainen. Duidelijke en in begrijpbare taal uitleg te geven over hoe een calorie te kort werkt. De plussen, de minnen en de valkuilen te tonen. En hoe je zonder veel te eten toch goed kunt eten zonder honger te hebben. 

Lekker eten en afvallen tegelijk, terwijl je ondertussen gemotiveerd blijft en energie genoeg hebt om ook in de avond nog te sporten. Klinkt te mooie om waar te zijn. Ik ben er achter dat dit wel kan! Inmiddels ben ik al ruim 4 maanden onderweg. Wat begon met niet lekker in mijn vel zitten na terugkomst van de vakantie heeft geresulteerd in waar ik nu sta. Ik ben pas vier maanden onderweg en nog lang niet op mijn eindbestemming. Het wordt almaar leuker. Ik ontdek steeds iets nieuws en zie op meerdere fronten resultaat. Zelfs vriendlief heb ik (een soort half) op sleeptouw meegenomen op mijn weg.

Terugkijkend ben ik hier al mee begonnen toen ik intermittent fasting ontdekte. Ik leerde wat dit deed met mijn lichaam en geest. Bizar wat een verschil het maakte. Hoeveel rust er voor terugkwam. Geen hangry (snaai)buien meer. Nu ben ik een stapje verder gegaan. Ik rekende uit hoeveel calorieën ik per dag nodig had om op gewicht te blijven en zorg sinds die tijd dat ik daar onder zit. Dan komt er uiteraard een nieuwe uitdaging bij kijken. Want alleen leven op een blaadje sla en een plakje komkommer wekt juist hangry-buien in de hand. 

Dus scroll ik geregeld door deze accounts om nieuwe maaltijd-ideeën op te doen. Niet alles vind ik lekker. En ik ben ook wel een luie kok. Dus niet te veel poespas. Ik geef er graag mijn eigen twist aan. Wel is het fijn om op deze wijze aan (gezonde) ideeën te komen. Zo ben ik al aan diverse lekkere tonijn- pasta- en groentesalades geholpen. Maak ik geregeld courgette wraps. Mijn collega gaf het voorzetje voor de quinoa welke ook geregeld verwerkt wordt in salades en maaltijden. En vanmiddag sta ik in de keuken om burrito’s te maken. 

Zo simpel maar nog niet eerder geprobeerd, besluit ik direct alle wraps maar te gebruiken. Kan het thuisfront meeproeven en de rest is mealprep voor later in de week. De vulling houd ik easy peasy: gehakt, roerei, tomaat, mais, wortel en een plakje cheddar. Het oprollen van de wrap is nog even een dingetje maar na nummer 3 begin ik er handiger in te worden. Ik bak ze heel even aan in de pan en schuif ze, nadat ze zijn afgekoeld, de vriezer in. 

De volgende dag testen we onze eerste homemade burrito voor de lunch. Het is een prima en voedzame lunch waarmee we tot laat in de middag vol zitten. Dit is duidelijk een blijvertje. Hoewel ik ze in het vervolg nog iets pittiger zal maken en meer groente zal toevoegen, je kunt ze immers vullen met alles wat lekker is, moet ik mij inhouden om er niet nog een te pakken.

Wat eten we?

“Wat is dat?” Roept zoonlief terwijl hij over mijn schouder meekijkt naar de kom waarin in aan het roeren ben. Waarschijnlijk is hij bang dat ik hem dit voor ga schotelen. Ik ben bezig met het voorbereiden van mijn lunch voor de komende dagen. Zodat ik dat in de ochtend alleen nog maar uit de koelkast hoef te pakken en mee kan nemen. In de kom heb ik een geraspte courgette, bloem, eieren en kruiden en dat ben ik nu aan het klutsen. 

Het zou niet in mij opkomen om een courgette te raspen en dit als hoofd ingrediënt te verwerken tot een wrap. Een courgette wrap. Het idee komt niet van mij maar van internet. Ik heb ook nog geen idee of ik het überhaupt wel lekker vind. Maar de garnering maakt alles goed. Hoewel ik daar mijn eigen draai aan gegeven heb. In plaats van kwark en avocado top ik mijn wrap af met een spread, verse spinazie, gebakken pijnboompitjes en zalm. Kijk, daar maak je alles lekker mee. 

De eerste wrap bak ik wat voorzichtig. Het beslag lijkt op pannenkoekenbeslag, en pannenkoeken bakken is niet helemaal mijn ding. Hoewel dit beslag zelfs nog iets dikker is blijkt het prima te gaan. Al snel heb ik 6 wraps op een bord liggen. Vriendlief offert zich op deze maaltijd te testen. Zoonlief kijkt argwanend toe. “Eet maar lekker op hoor!” is zijn antwoord als ik aanbiedt om er ook voor hem één klaar te maken.

Ik weet niet zo goed wat ik moet verwachten maar ben bij de eerste hap al aangenaam verrast. De zalm met pijnboompitjes en verse spinazie maken het helemaal af. Ook vriendlief vind het erg lekker. De wraps kunnen zowel warm als koud gegeten worden dus prima om als lunch mee te nemen naar het werk. Overigens hebben we daar een magnetron dus opwarmen is ook nog een optie. Zoon kan ik er nog niet gelukkig mee maken. Die maakt zijn eigen lunch klaar. 

Na een week of twee besluit ik deze wraps weer te maken. Dit keer zonder zalm en pijnboompitjes. Ik wil wat variatie aanbrengen en overweeg om er ook wat ui, knoflook en paprika in te doen. Maar de wrap moet wel oprolbaar blijven. Dus ik houd het bij de kruiden. Ik mik er naast zout ook lekker wat peper, paprika- en knoflookpoeder in. Ik top het dit keer af met uitgebakken spek in plaats van zalm. Ik kan niet wachten om te proeven dus bak er stiekem één extra. De combinatie stelt mij niet teleur. Hij is heerlijk!! 

De wraps liggen nog af te koelen op het bord als ik alweer aan een nieuwe combinatie denk. Wanneer je de wrap dikker zou maken en niet zou oprollen, dan zou je hem ook kunnen vullen met bijvoorbeeld zoete aardappel blokjes, groentemix en wat vlees. Een soort Surinaamse Roti. 

Ook trek gekregen in deze courgette wraps? Dit heb je nodig voor 3 tot 4 wraps:

  • 1 courgette
  • 2 grote of 3 kleine eieren
  • 100 tot 125 gram bloem
  • kruiden naar eigen keus 
  • topping naar eigen keus

Mix de bloem en eieren tot een egale massa. Rasp de courgette en meng het door het beslag. Voeg de kruiden toe. Schep met een soeplepel wat beslag in een (voorverwarmde)pan en spreid dit een beetje uit net als bij een pannenkoek. Bak in een paar minuten beide kanten gaar. Top af met beleg naar keuze. Eet smakelijk. 

Even niet beschikbaar …

“Deze site is niet beschikbaar” Verschijnt er in mijn scherm. “Euh?? Nee he!?” Gelukkig had ik het nummer van de bestelling net opgeschreven en het bestand reeds opgeslagen voor de boel eruit klapt. Ik zit niet eens thuis, waar ik geregeld problemen met mijn internet en wifi heb, maar op kantoor. Niet alleen ik heb hier last van, ook de collega’s. Een voor een krijgen ze een netwerkfout. De ITer belt naar het hoofdkantoor en daar krijgen we te horen wat wij reeds weten. Een storing op het netwerk. 

Tegen beter weten in probeer nog wat met de routers en de wifi die hier op de afdeling staan in de hoop dat het alleen het internet is. Ik krijg het zowaar aan de praat. Maar uiteindelijk komt ik alsnog niet op het netwerk. Jammer, want kortgeleden hadden we ook een storing en werkte het prima zo. Nou, pauze dan maar. Er wordt koffie gehaald en de kast met snoepjes en koekjes word opengetrokken. Niet door mij!! Nee, ik sla dit keer braaf over. Hoewel mijn smaakpapillen dol zijn op Haribo kersen, zoute chips en chocoladekoekjes, laat ik alles over aan de collega’s. Eet maar lekker op allemaal! 

Ik ben niet alleen sterk, ik voel mij ook sterk. Ik weet namelijk dat er bij de lunch een overheerlijke broccoli met zoete aardappelsalade op mij wacht. Oké, de eerste keer dacht ik “yuk” maar het is echt super lekker! En helemaal omdat ik hem zelf heb klaargemaakt. 

Kijk, ik vind mijzelf erg lief maar ik wil niet nog meer Boor om de botten. En alleen zelf kan ik daar iets aan veranderen. Dus sinds een maand of twee ben ik dan ook bezig met het bewuster kiezen van mijn eten. Zoonlief doet er nog een schep bovenop: “Meer eiwitten en minder calorieën! Dat gaat echt werken!” Eten zoveel als je kunt binnen een bepaald aantal calorieën. Voor hem is het juist het tegenovergestelde wel meer eiwiteen maar meer calorieën dan nodig is. Ik was al een jaar of twee bezig met intermittent fasting. Dat bevalt nog steeds. Mijn ontbijt is verplaatst naar een verlate brunch. En als late lunch heb ik dan een gezonde en eiwitrijkere salade, wrap of kleine maaltijd. 

Ik zit nog wel in de uitprobeer fase van diverse gerechten en wil nu nog niet al te moeilijke combinaties maar als je eenmaal een keer gegoogled hebt dan wordt je vanzelf dood gespamd met nieuwe ideeën en voorbeelden. Eindelijk werkt dat algoritme eens in mijn voordeel! En daar maak ik dan ook goed gebruik van. Ik heb op Pinterest een aantal moodboards verzameld en haal daar best wat inspiratie vandaan. Het ene gerecht brengt je weer bij het andere gerecht. 

Omdat ik geen zin heb om mijn wekker nog vroeger te zetten plan ik in het weekend vooruit voor de komende dagen of bak ik ’s avonds alvast iets voor de volgende dag. Ook worden kliekjes niet zomaar meer weggegooid. Van alles is een salade te maken. Voor vandaag dus een broccoli, zoete aardappelsalade met stukjes gemarineerde kipfilet, aangevuld met leftovers van doperwtjes en geraspte wortel, afgetopt met een yoghurtdressing. Ik kijk nu al uit om daar mijn tanden in te zetten. Maar nu eerst over tot de orde van de dag. Het netwerk is weer gereboot dus kan ik mooi nog even mijn mailbox leegwerken voor ik mijn maag ga vullen. 

Best lekker…

“Kijk eens wat ik heb?” Zegt mijn collega terwijl ze ondertussen iets boven onze beeldschermen omhoog houd. Ik blik van mijn scherm naar het bakje met de gekleurde etenswaar. Ik zie worteltjes en verschillende soorten bonen en nog iets. “De manier om meer groenten binnen te krijgen. Dus besloot ik voor mijn lunch een quinoasalade te maken.” Vervolgens somt ze op wat er allemaal in zit. 

Ik kijk een week tegen haar salades aan en dan begint het bij mij ook te kriebelen… Ik wil ook zo’n kleurenpallet in een bakje als lunch. Meer groenten past ook beter in mijn-steeds-betere-lifestyle. Alleen heb ik mijn twijfels over de bonen die ze er in heeft gedaan. Ik ben niet zo’n bonen-mens. Sperziebonen, prima. Maar linzen, witte- en zwarte bonen en kikkererwten… Oké die laatste vind ik dan wel lekker als ze eerst met olie en kruiden geroosterd zijn. En ik heb mijn vraagtekens toch ook wel een beetje bij de quinoa. Ik heb dit jaren geleden geprobeerd als maaltijd en dat was op zijn zachtst gezegd een deceptie. Ik had waarschijnlijk een andere smaakverwachting.

Nu mijn smaakpapillen steeds meer gewend raken aan ander en vooral gezonder eten, wil ik het zeker een kans geven. Ik noteer voor mijzelf alle lekkere groentes, noten, zaden en fruit en maak daar een combinatie van waarvan ik denk dat het te eten is. De bonen en andere gezonde toevoegingen komen dan later misschien nog wel. Of niet… 

Tijdens het wekelijkse boodschappenrondje mik ik een pak quinoa in de kar. Daarnaast nog wat appels, wortels, walnoten en rozijnen en als klap op de vuurpijl een zak Parmezaanse kaas. Ik loop door naar de groenteboer en pak daar een kropje andijvie. Vriendlief zegt niks maar ik zie het vraagteken boven zijn hoofd. Eenmaal thuis begin ik met de voorbereidingen voor het eten. 

De quinoa staat gekookt en al af te koelen op het aanrecht. Ondertussen was ik de andijvie en snij deze in kleine reepjes. De appel ontdoe ik van zijn klokhuis en snijd ik in blokjes. De wortel rasp ik omdat ik julienne nog net te grof vind. Ik mik alles in een grote kom. Voeg daar de walnoten en rozijnen aan toe en bestrooi het met een flinke hand Parmezaanse kaas. Ik maak een dressing van honing en mosterd met wat tijm, zout en peper en een drupje olijfolie. 

Terwijl de heren aan een broodmaaltijd zitten met diverse smeersels neem ik een hap van mijn aller eerste zelf gemaakte quinoa salade. Twee paar ogen staan mij vanaf de andere kant van de tafel aan te staren. Waarschijnlijk verwachten ze nu dat ik iets zeg… Maar dat kan ik niet. Ik moet nog een hap nemen. En daarna nog een. Want het is zalig wat ik proef. De zacht bittere smaak van andijvie komt goed tot zijn recht met de neutrale smaak van de quinoa en de frisse smaak van appel. Die weer prima samen gaan met de walnoot en de kaas. De honingmosterd dressing maakt het helemaal af. 

Vriendlief is klaar met mijn: “oooh dit is zo lekker!!” en proeft het vervolgens zelf. Ook hij is verbaasd over de smaakt en lepelt daarna de kom leeg. Deze salade is een blijvertje! Nu opzoek naar een andere smaakcombinatie. Ik zit te denken aan spinazie. Iemand van jullie misschien nog tips? 

Macaroni Goreng…

Aangestoken door de kookkunsten van mijn nichtje begon ik aan het bereiden van een minirijsttafel. Een paar gerechtjes geïnspireerd op onze gezellig avond met een vleug van nostalgie. Tot onze eigen tevredenheid smaakte het prima. Zo prima dat er geregeld een vervolg kwam. Om hier en daar toch wat bij te schaven of net even anders aan te pakken. Al doende leert men. 

Deze week stond er pasta op het menu. Maar eigenlijk was ik daar wel een beetje op uitgekeken. Ik vroeg mij af of ze hier misschien ook een Indische variant op hebben. En welja, ik kwam uit bij de Macaroni Goreng. Of te wel, gebakken macaroni.Totaal niet lastig om te maken. Anders, dat dan wel weer. Vriendlief keek mij bedenkelijk aan. Moeten we dit niet gewoon bij het oude vertrouwde laten, met tomaten en saus enzo?? 

Ik besloot van niet. Dus ging ik aan de slag. Ik kookte elleboogjes, goot ze af en spoelde na met koud water. Besprenkelde alles daarna met wat olie. Volgens het recept had dit sesamolie moeten zijn. Maar bij gebrek aan werd het olijfolie. Ondertussen maakte ik een boemboe van een ui, 2 (grote)tenen knoflook en een rode peper. Voegde daar een theelepel trassi (je hele huis stinkt maar zonder kan echt niet!) laos, ketoembar en sambal aan toe. Omdat ik gekozen had voor een (mini) nasi/bami groentepakket hoefde ik niks meer te snijden. Wil je liever verse groente? Dan zou je een kool, wortel, prei en taugé kunnen gebruiken.

Nu de voorbereiding klaar was kon de wok op het vuur. Ik fruitte de boemboe tot het zacht en de uitjes glazig waren. Het gehakt rulde ik gaar. Een rare gewaarwording. Want gehakt maak ik meestal in een andere pan klaar. Ik voegde nog een half bouillonblokje toe en toen kon de groente er bij. Gevolgd door een flinke scheut ketjap. De boel werd ondertussen goed geproefd. Hier en daar werd nog wat sambal en extra ketjap toegevoegd en toen kon de macaroni erbij. 

Terwijl ik de eieren bakte kon de macaroni een worden met alle andere ingrediënten in de wok. Eigenlijk had ik het al een dag van te voren klaar moeten maken. Dan smaakt het nog lekkerder. Vriendlief, die tot dan toe nog steeds een beetje sceptisch tegenover dit gerecht stond kwam op de geur af. Die was meer dan de moeite waard om van de bank af te komen. Toen het hele gerecht goed op temperatuur was konden we aan tafel. 

In plaats van geraspte kaas en tomatenketchup kreeg dit gerecht een komkommer in zuur met een spiegel ei als garnering. De eerste paar happen waren we stil. Aller eerst omdat we beide onze mond verbranden en daarna om het eens goed te kunnen proeven. De smaak was anders maar zeker niet verkeerd. Sterker nog, ik ben veel meer gecharmeerd van deze variant, dan de Hollandse pasta gemengd met een vleug Italië. Ik zeg een blijvertje op het menu!! 

“Zou je de macaroni ook in coco’s melk kunnen koken?” Vroeg vriendlief nadat zijn bord schoon op was. Nu was het mijn beurt om bedenkelijk te kijken. Ik wil best van de gebaande paden af, maar macaroni met bounty smaakt gaat mij iets te ver. Wel kwam ik een gerecht tegen waarbij sereh gebruikt wordt. Dit is een goed idee om bij een eerst volgende pastamaaltijd eens te proberen. 

Rijsttafel…

Een tijdje terug was ik te gast bij mijn nichtje. We zouden daar gaan BBQ-en. Maar omdat het weer omsloeg en er voor heel de dag 100% regen zou vallen vroeg ze ons of we er bezwaar tegen hadden dat het diner werd aangepast naar een “home-made Indische rijsttafel”. Daar hadden wij zeker geen bezwaar tegen. 

Eenmaal binnen rook het er al helemaal bekend. Voor een deel naar “vroeger”, wanneer we als kind bij oma over de vloer kwamen. Voor een deel naar eigen recept. Vol bewondering keek ik naar wat ze allemaal op het aanrecht had staan. Er stonden al diverse potjes en pannetjes te pruttelen. Een deel was reeds bereid en een deel werd klaar gemaakt terwijl we gezellig aan het kletsen waren. Ik kreeg spontaan grote trek bij alle geuren. Als dit mijn thuis was geweest zou ik herhaaldelijk met mijn jatten in de pan gezeten hebben om alvast voor te proeven. Ik hield mij in. 

Alle gerechten kwamen uit een prehistorisch kookboek dat de tand des tijds had doorstaan. Iedere stap in het hele proces werd keurig gevolgd en dat leverde uiteindelijk een zeer smaakvolle maaltijd op. Zo smaakvol dat ik mij gerust 30 tot 35 jaar terug in de tijd waande. Aan tafel bij opa en oma tussen al mijn ooms en tantes. 

Ik realiseerde mij dat ik de kookboeken van mijn moeder niet meer tot mijn beschikking heb. Als ik ze al zou hebben, liggen ze ver achterin op zolder weggestopt. Aan internet had ik ook niks. Daar wordt een gerecht al Indisch genoemd als er een sjalot en een scheut ketjap in gaat. Overigens diverse keren geprobeerd maar ik miste steevast de Indische bite die ik bij de gerechten van oma en mijn moeder wel altijd proefde. En nu dus ook, aan tafel bij mijn nichtje.

Ze schoot te hulp door een aantal bladzijdes uit het boek voor mij te kopiëren. Online vond ik nog twee sites waar volgens authentieke wijze recepten werden klaargemaakt. Ik maakte een combinatie van de diverse gerechten en besloot er mijn eigen draai aan te geven. Maar eerst moest ik langs de toko om de missende ingrediënten te kopen. 

Juist de ontbrekende kruiden zijn de smaakmakers die ik bij mijn eigen gerechten dus altijd miste. Denk hierbij aan sereh, daoen salam en kemiri noten. Daar wordt in de “simpele online keuken” met geen woord over gerept. Oké toegegeven, de kokosmelk of blokje santen en kruitnagel door de rijst had ik zelf nog wel kunnen bedenken. 

En in plaats van het bakje boemboe van Conimex besloot ik nu ook die maar helemaal zelf te maken. Dus stond ik de avond van te voren de boel al fijn te stampen in mijn pas aangeschafte vijzel. Nou dat is niet helemaal waar. Ik masseerde de sjalotten, nootjes, trassi en andere kruiden met liefde tot een egaal mengsel voor de marinade van het vlees. Want naast de juiste kruiden is het de liefde die de finish in touch geeft.

De volgende dag stond ik ’s middags al weer vroeg in de keuken. Met iedere minuut die verstreek kwamen er meer geuren vrij. Een goede voorbode voor de smaak van straks. Mijn zwoegen werd beloond. Ik had het voor elkaar gekregen om een minirijsttafel op te dienen. Hier en daar moet nog wat geschaafd worden om de smaken te verfijnen. Maar mijn (o)ma zou trots op mij zijn!