Wie heeft vaarweer nodig?

Na onze pauze is de vloerbedekking aan de beurt. En dat is helaas geen vloerbedekking die je even snel schoonmaakt. De haartjes en pluisjes hebben zich vastgeklampt als een groep actievoerders op de A4. Ik kruip op handen en knieën over de grond. Mijn hand is inmiddels gevoelloos, mijn knieën doen zeer, en de herrie van de stofzuiger doet mijn oren bijna pijn. Ik vrees dat ik er een lichte gehoorbeschadiging aan overhoud. Het ding produceert meer decibel dan drie dagen Decibel Outdoor bij elkaar.

Het is 25 graden, bewolkt en de regen hangt dreigend in de lucht. Geen ideale dag om te varen, maar wél perfect om de boot eens flink onder handen te nemen. Aan het begin van elk vaarseizoen geven we hem altijd een grondige schoonmaakbeurt. Van binnen en van buiten moet hij er weer uitzien om door een ringetje te halen. De romp wordt elk jaar door de monteur gepoetst zodra de boot voor de winter het water uitgaat, maar van binnen… daar is het eerlijk gezegd nooit écht geschuurd of gepolijst.

Dit is inmiddels de tweede dag dat we druk in de weer zijn. Vandaag staat de binnenboel dus op het programma, en die krijgt een flinke opfrisbeurt. Vriendlief is fanatiek aan het poetsen met een polijstmachine en staat half over het stuur gebogen. Om hem heen liggen allerlei soorten polijstschijven, van super grof tot schapenvacht zacht. Het resultaat is verbluffend: onderdelen die we met geen sopje schoon kregen, glanzen weer alsof ze net uit de winkel komen.

Zelf heb ik eerder op de dag alle ‘ramen’ uit de boot geritst en grondig gepoetst. Net op tijd, want het begon met wat druppels en veranderde al snel in een plensbui. Nu alles weer terug op z’n plek hangt, zie je pas hoe vies die ramen waren. We hebben er zeker een uur extra daglicht bij, zo helder zijn ze nu.

Tijdens een korte koffiepauze luisteren we naar het zachte getik van regen op het dak. Buiten is het nat en grijs, maar binnen is het warm, comfortabel en stil. Nou ja, zolang de stofzuiger of poetsmachine niet aanstaat…

Toch zie je bij ieder stukje boot dat gepoetst, gezogen en gepolijst wordt een duidelijk verschil. Het opknappen geeft voldoening. Tussendoor barst er nog een onweersbui los en komt het opnieuw met bakken uit de hemel. Wij zitten gelukkig droog. De mensen in sloepjes die we halsoverkop terug zien varen hebben minder geluk, drijfnat van de regen. Gelukkig is het niet koud en kunnen ze er nog om lachen.

Het enige wat nu nog rest is het dek. Maar daarvoor is het te nat… en eerlijk is eerlijk, wij zijn ook gewoon een beetje moe. We sluiten ons harde werk af met een overheerlijke fastfoodmaaltijd van de beste snackbar die ik ooit heb geproefd. En zo voelt het naast het harde werken toch een beetje als vakantie in onze dobberende schone en bijna als nieuwe watercaravan.

De blaadjes zijn altijd groener…

“Euh, wat sta jij te doen?” Vraagt zoonlief terwijl hij de kamer binnen komt. De vraag bevreemd mij. Het mag inmiddels algemeen bekend zijn dat ik mij bezig houd met zaken die door andere doorgaans als raar of vreemd worden beschouwd. Maar van hem had ik deze vraag niet verwacht. Onverstoord ga ik door met waar ik mee bezig ben. “Wat denk je dat ik aan het doen ben?” “Euh, de plant aaien?” Is zijn vertraagde reactie. Ik draai mij om en laat zien wat ik in mijn handen heb. “Ooh!” is zijn antwoord. Daarmee is nog steeds zijn vraag niet beantwoord. Want zoonlief heeft geen idee wat een stofdoek is. “Nou, veel plezier dan verder…” zegt hij er achteraan. Hij grist zijn jas van de kapstok en gaat naar de sportschool. 

Lang geleden zag ik een programma waarbij twee dames de meest smerigste woningen onder handen namen. Als laatste kregen de planten een poetsbeurt. De blaadjes van de planten werden stuk voor stuk onder handen genomen met een snoetenpoetser. Zo’n doekje voor peuters om neus en toet mee af te doen. Stevig en niet giftig. Ik heb dat onthouden en ééns in de zoveel tijd doe ik dat nu dus ook. 

Het geeft super veel voldoening om het laagje stof, het meeste geproduceerd door Groene Draak, van ieder blaadje te vegen. Ieder blad wordt weer diep groen en ziet er een stuk gezonder uit. Daarnaast denk ik even terug aan mijn biologie les. Daar heb ik geleerd dat planten hun energie uit zonlicht halen. Met die energie zetten ze CO2 om in zuurstof en glucose. Dit laatste is weer nodig om de plant te laten groeien als ik het goed heb. Ook wel fotosynthese genoemd. Wanneer de blaadjes stoffig zijn kunnen ze minder goed zonlicht opnemen en daardoor uiteindelijk minder goed groeien. Dat is wat ik er van gemaakt heb. 

Hoewel het van binnen borrelt en bruist, want ik heb zoveel dingen die ik graag nog op of aan wil pakken, kies ik er voor om nu even pas op de plaats te maken. Het is al maanden aan een stuk door heel druk op mijn werk en ook thuis dender ik geregeld door. Maar voor nu is het huis al aan kant. Mijn blog is bij. En ik heb mij gisteren al uitgeleefd in de sportschool.

Dus nu even heel bewust helemaal niks. Zelfs de voetbalfotografie (sorry boys) houd ik on hold want dat is geregeld ook vaak een dag “werken”. Ik gun mijn hoofd wat rust. Geen gedachten die alle kanten op stuiteren en een lichaam dat er half achteraan dendert. Hoewel… Dat laatste zou, in het kader van iets minder Boor, misschien nog niet eens zo’n gek idee zijn. Maar tja, gisteren dus al goed bezig geweest met sporten, wat betekend de volgende dag iets rustiger aan. Op deze leeftijd (haha) loop je zomaar een blessure op. En aangezien we nu juist zo lekker bezig zijn…

Ik bekijk mijn plant nauwkeurig. De ene helft is fris en sprankelend groen. Heerlijk. De snoetenpoetser is vies en rafelig. Ik pak een nieuwe en slaak een diepe zucht. Dit werk is bijna meditatief te noemen. Even “pas op de plaats maken” is zo gek nog niet…

Grote opruiming…

Sinds een aantal maanden heb ik een nieuwe directeur. En nieuwe directeuren brengen (niet altijd maar nu gelukkig wel) nieuw elan met zich mee. Er waait een heuse frisse wind door ons kantoorpand. Want niet alleen pakt ze alles grondig aan, er staat ook een verbouwing gepland. Compleet met nieuw interieur. Ze pakte het rigoureus aan. Kasten moeten leeg, laden-blokken uit het jaar 0 gaan weg. Spullen die staan te staan omdat er nu eenmaal ruimte voor is en de eeuwige verzameling van lege doosjes, want wie weet moeten we ooit nog iets versturen, worden weggegooid. 

De verbouwing is nog niet gestart maar je voelt nu al een andere vibe als je binnen komt. Het is leger, ruimer en schoner. Dat doet iets met je. Het geeft rust. Ook in je hoofd. Toen er vervolgens een mailing van Mila Ganpatsing, een dame die ik volg, met als onderwerp: “Doorbreek patronen door rigoureus te ruimen!” binnen kwam, besloot ik ook thuis maar eens flink aan de slag te gaan. 

Te beginnen bij mijn kledingkast. Ik bewaar kleding, laten we maar zeggen, veel te lang. Ik heb nu eenmaal moeite om iets weg te doen dat er nog goed en degelijk uitziet. Wie weet kan ik het ooit nog eens aan. Of het past heus nog wel als ik ff flink ga trainen. Mijn snowboardbroeken zaten dit jaar immers weer als gegoten nadat ik een half jaar aan IF had gedaan. Dus wie weet, wie weet… 

Mila zegt: “Alles is energie en dat geldt ook voor de spullen in je huis. Oude spullen wegdoen, betekent letterlijk je blokkades opruimen (en ruimte maken voor nieuwe dingen in je leven). 

Daar heeft Mila een goed punt. Blokkades heb ik ongetwijfeld en ruimte voor nieuwe dingen in mijn leven wil ik ook wel. Dus toch maar weer terug naar mijn kledingkast waar ik mijn “wie weet, wie weet” grondig aan ga pakken. 

Ik besluit te beginnen bij het hangende deel. Blousjes die ik al meer dan twee en sommige zelfs meer dan 3 jaar niet heb aangehad trek ik nu 1 voor 1 aan. Ze zitten te strak, zijn te kort of het model is er toch echt wel uit. Wat echt niet meer kan gooi ik weg. De rest gaat naar een tweedehands winkel. Een kwart van het hangende deel moet het veld ruimen. Twee blousjes komen door de herkeuring. 

Door met het gevouwen spul. Twee spijkerbroeken zijn rijp om afgedragen te worden op stal. Vier broeken kunnen direct naar de stapel voor tweedehands en 1 broek moet toch echt de prullenbak in. Ik vind zowaar twee broeken terug die ik een soort van opzij gelegd had want te klein of te strak. Maar nu pas ik ze perfect. Zie je, “wie weet, wie weet” komt hier dan toch weer mooi van pas!

Ook mijn truien en shirtjes bekijk ik eens kritisch. Een aantal daarvan mag afgedragen worden op stal en een aantal gaan in de zak voor de tweedehands toko. De zak zit inmiddels voller dan verwacht. Maar er is best nog plek voor twee paar nooit gedragen, en ik ga ze nooit dragen ook, schoenen.

Dit ruimde lekker op. Al met al is er heel wat meer ruimte in mijn kast ontstaan. Plek voor “nieuwe dingen” in mijn leven dacht ik zo. Nu eens kijken wat het volgende opruim project gaat worden. 

Zo goed als nieuw…

“Ooh shit” roep ik als ik een pot met groenten “op zuur” uit mijn handen laat vallen in het midden van de keuken. Het glas splintert in 101 stukjes uiteen. De vlek breid zich op zijn gemak uit met hier en daar een extra spetter achterlatend. Zo goed en zo kwaad als ik kan schraap ik het glaswerk en de groenten bij elkaar. Daarna dep ik het vocht op en dweil de keukenvloer verder af. Om vervolgens te constateren dat ik of niet snel genoeg gewerkt heb of het spul zo chemisch, alkalisch whatever is dat het direct is ingetrokken. 

“Oooh shit…” roep ik nog een keer. Gevolgd door nog een aantal flinke krachtthermen. De doffe vlek siert onze vloer in het midden van de keuken. Dit is inmiddels niet de eerste oog ontsierende vlek of kras meer. Maar toch baal ik er vreselijk van. We moesten maar eens opzoek naar een mannetje voor de vloer. 

Toen wij hier net kwamen wonen hebben we door een bedrijf, gespecialiseerd in natuurstenen vloeren, onze vloer helemaal laten oppoetsen. Hij kwam met zo’n grote machine waarbij hij de hele vloer “dweilde”. Nadien zag het er spiegeltje glad en glanzend uit. Prachtig mooi. Nu, 14 jaar verder, mag het dus wel weer een keer. 

Na wat zoekwerk kwamen we uit bij een bedrijf die deze klus wel op zich wilde nemen. Tijdens de vakantieperiode was ik even bang dat we achter het net zouden vissen. Maar we hadden geluk. Binnen afzienbare tijd kon hij al bij ons aan de slag. Wel had hij een verzoek om de hele kamer leeg te halen. Want hij had niet 1 maar 2 grote boenmachines waarmee hij de vloer zou behandelen. 

Dat was nog wel even een dingetje. Een hoop spullen zouden we naar boven kunnen brengen. Maar de grotere meubels zouden toch wel voor een probleem zorgen. Een dag mooi weer was onze hoop, de tuin onze redding! En zo geschiedde. De complete inboedel stond vanaf ’s morgens vroeg in de tuin. Inclusief Groene draak met al zijn toebehoren. Het was een grote bende en tegelijk zag het er zo grappig uit om alles daar te zien staan. 

De beste man had er een dag voor nodig. Nou toegegeven, als hij niet zo praatgraag was en ik niet zo veel wilde weten, (Waarom?? En hoe dan? En waarmee??) was hij waarschijnlijk drie uur eerder klaar geweest. Ik kreeg een complete workshop over vloeren boenen en polijsten. Hij liet mij zien waarmee hij de bovenste laag van te tegels afhaalde en met wat voor soort materiaal hij de boel weer ging oppoetsen. Gevolgd door hoe ik het beste kon dweilen en welke zeep ik wel en vooral niet moet gaan gebruiken. Groene zeep jongens!! Gewoon ouderwetse groene zeep!!

Draak, die naast de openslaande deuren in de tuin stond, kon de boel goed in de gaten houden. Hij vond het dan ook nodig om af en toe iets te roepen. Waarschijnlijk zoiets als: schiet eens op, ik wil terug naar binnen. 

Aan het einde van de middag lag onze vloer er weer helemaal spik en span bij. Het leek wel een ijsbaan die net gedweild was. Voorzichtig, want krassen zijn not done de eerste paar weken, zetten we de meubels weer op hun plek. Wij kunnen er weer een jaartje of tien tegenaan. 

Je ruikt in ieder geval niets meer…

“Van de week zat ik te grasduinen op mijn eigen blog en kwam verhaaltjes tegen die ik alweer helemaal vergeten was. Om sommige verhaaltjes heb ik zelfs moeten lachen. Tijdens het lezen herinnerde ik mij weer hoe het één en ander er aan toe ging en hoe ik vervolgens onderstaand blogje geschreven heb. Dit weekend een blog uit de oude doos.”

“Moet dat zakje opgezogen worden?” “Ja, volgens de gebruiksaanwijzing wel.” “Maar dan raakt ie verstopt, dat past nooit!!” “Zet die stofzuiger nu maar aan, dan zien we wel wat er gebeurd.” Op bevel van vriendlief zet ik de stofzuiger aan en zuig het zakje met het witte poeder van de grond. De stofzuiger slurpt het op, maakt even een stikkend geluid om vervolgens op volle toeren verder te gaan. Zo, die zit. Kunnen we eindelijk het huis stofzuigen zonder muffe lucht. Ik trek “fikkie” achter mij aan door het huis en begin aan mijn klus.

“ZOOO PHOE .” Ik kijk geschrokken achterom en zie vriendlief nog net niet groen en geel worden. “Wat een lucht komt er uit dat ding…” Verontwaardigd kijk ik hem aan. “Wil je nu van die stofzuigergeurtjes af of niet?” Maar dan bereikt de bedwelmende geur van Lilly of the Valley ook mijn neusgaten. Niet alleen mijn neusharen voelen a la minuut verschroeit aan. Ook mijn reukvermogen neemt drastisch af. Nu begrijp ik waarom je nare stofzuigergeurtjes niet meer ruikt, je ruikt gewoon helemaal niets meer als je klaar bent met stofzuigen.

Zodra de kamer weer stofvrij is zetten we de deuren even tegen elkaar open. Frisse lucht gaat boven Lilly of the Valley. Volgende keer nemen we lavendel… :mrgreen:

 

***

Dat verzin je toch niet…

Oké, wie heeft dit bedacht en had daarna het lef om er patent op aan te vragen? Verzin dan iets met een sluiting. Zodat ik niet iedere zaterdag een wedstrijdje hoef te houden met het bolletje, het behouden van mijn rechterhand en het deurtje van de wasmachine.

Waar ik het over heb? Over die ronde plastic bolletjes of vierkante plastic bakjes zonder dekseltje of sluiting. Met een open bovenkant dus. Je kent ze toch wel? De bedoeling is dat je ze vult met vloeibaar wasmiddel en ze daarna bovenop de vuile was plaatst in de wasmachine.

Ik weet niet hoe het er bij jullie thuis aan toe gaat? Ieder weekend ga ik de uitdaging weer aan. (Zolang de voorraad nog niet op is…) Plaats het bolletje op de vuile was in de machine (die altijd voller gevuld is dan op de reclame, want ik was nu eenmaal niet wanneer ik maar een halve trommel vuile was heb) en sla dan in één vloeiende beweging met mijn linkerhand het deurtje dicht. In de hoop dat mijn rechterhand sneller uit de machine is dan het deurtje sluit en deze twee bewegingen ook nog sneller zijn dan het bolletje dat altijd van de vuile was af stuitert, in het ergste geval tussen het deurtje en je hand in zo over de vloer, en hierbij zijn doel misloopt… Toegegeven, de vloer heeft er in tijden niet zo schoon uitgezien sinds ik was met een wasbolletje!

Wat is nu juist het nut van dit bolletje? Het voorkomt dat een deel van de zeep ongebruikt de afvoer in verdwijnt. Het gaat bij mij dan niet de direct de afvoer in, maar het komt ook niet op de daarvoor bestemde plaats.

In één woord: kansloos!! Geef mij maar gewoon waspoeder. Makkelijk te doseren, het deurtje van de wasmachine blijft heel en ik hoef niet bang te zijn dat ik per abuis mijn eigen hand af hak…

Je ruikt in ieder geval niets meer…

“Moet dat zakje opgezogen worden?” “Ja, volgens de gebruiksaanwijzing wel.” “Maar dan raakt ie verstopt, dat past nooit!!” “Zet die stofzuiger nu maar aan, dan zien we wel wat er gebeurd.” Op bevel van vriendlief zet ik de stofzuiger aan en zuig het zakje met het witte poeder van de grond. De stofzuiger slurpt het op, maakt even een stikkend geluid om vervolgens op volle toeren verder te gaan. Zo, die zit. Kunnen we eindelijk het huis stofzuigen zonder muffe lucht. Ik trek “fikkie” achter mij aan door het huis en begin aan mijn klus.

“ZOOO PHOE .” Ik kijk geschrokken achterom en zie vriendlief nog net niet groen en geel worden. “Wat een lucht komt er uit dat ding…” Verontwaardigd kijk ik hem aan. “Wil je nu van die stofzuigergeurtjes af of niet?” Maar dan bereikt de bedwelmende geur van Lilly of the Valley ook mijn neusgaten. Niet alleen mijn neusharen voelen a la minuut verschroeit aan. Ook mijn reukvermogen neemt drastisch af. Nu begrijp ik waarom je nare stofzuigergeurtjes niet meer ruikt, je ruikt gewoon helemaal niets meer als je klaar bent met stofzuigen.

Zodra de kamer weer stofvrij is zetten we de deuren even tegen elkaar open. Frisse lucht gaat boven Lilly of the Valley.
Volgende keer nemen we lavendel… :mrgreen: