Opladen in het afzien…

Het water komt met bakken uit de hemel. Het is lang geleden dat het zo heeft geplensd. Ik sta voor het raam naar de steeds groter wordende plassen in de tuin te kijken, terwijl zoonlief z’n sportspullen bij elkaar aan het zoeken is. Voetbalschoenen hier, sportbroek daar. Een handdoek niet vergeten… of 2 of misschien toch maar 3… Op het programma staat een oefenwedstrijd. Dat de tegenpartij nog niet heeft afgezegd vind ik bewonderenswaardig. Naast het vele water is het ook nog eens flink gaan waaien. Dus op een open veld is het helemaal drama. 

Zoonlief is ondertussen onderweg is naar de voetbal en ik besluit ook mijn beste beentje voor te zetten. Ik vind mijn opleiding zo leuk dat ik mij nog wel eens verlies is de huiswerkopdrachten. Dat heeft er weer voor gezorgd dat het sporten op een laag pitje terecht is gekomen. Of eigenlijk heb ik daar de laatste paar maanden totaal niet meer naar omgekeken. Dat voel en merk ik en niet alleen aan mijn lichaam. Alsof ik rondloop met TNT in mijn vezels, gevoelig, geladen en klaar om te ontploffen. Er borrelt iets onderhuids; mijn lijf schreeuwt om ontlading, maar ik weet nog niet of het een onvergetelijke vuurwerkshow wordt of een “stille” explosie. 

Sinds enkele dagen probeer ik hier wat meer evenwicht in te brengen aangezien ik niet wil wachten op een van deze twee uitkomsten. Ik moet zeggen dat ik direct al na de eerste work-out, mijn lichaam en geest tot rust voelde komen. Niet dat ik mij knetterhard in het zweet heb gewerkt. Overigens weet ik ook uit ervaring dat hardlopers doodlopers zijn, dus heb ik het rustig aan gedaan. Toch waren de vermoeide spieren mij na afloop dankbaar. Dat gaf weer het voldane gevoel waar ik naar opzoek was. Zelfs het beetje spierpijn dat ik de volgende dag had was een bevestiging die ik even nodig had. Zie je wel hoe fijn het is om alles weer in beweging te zetten?!

Dus, terwijl het water nog steeds met bakken uit de hemel valt loop ik naar boven en kleed mij om. Ik prop mijn oortjes in mijn oren en zoek muziek op met een lekkere beat er in. Zo kan ik op de loopband al lekker in de flow komen. Ik stamp het ene na het andere nummer weg en opeens realiseer ik mij dat ik sta mee te zingen. Het duurt niet lang of ik sta ook mee te dansen. Is overigens niet handig op de loopband, ook dat kan ik je uit ervaring vertellen. Was ik nu echt vergeten hoe ik mij voel tijdens het sporten?? 

Na mijn ronde op de loopband besluit ik de crosstrainer te pakken. Het is een ideaal apparaat om je hartslag even flink op te krikken zonder je knieën aan gort te rennen. Ik houd het alweer een paar minuten langer vol dan vorige week. Ook dat geeft mij weer een boost. Net als de muziek die ik nog even een tikkie harder zet om mij door de laatste paar minuten heen te helpen. 

Ik sluit mijn training af met krachttraining gevolgd door wat yoga rek- en strekoefeningen. In totaal ben ik een klein uur bezig. De energie stroomt na twee sportmomenten alweer meer zoals zou moeten en ik voel mij ontladen en opgeladen tegelijk.

Ondanks de regen …

Bij het opstaan betwijfel ik of ik er wel goed aan doe om mijn kleding, die ik klaar had gelegd aan te trekken. Ik werp een blik naar buiten waar het nog schemer donker is. Ik werp een blik op mijn telefoon. Daar zie ik tot mijn verbazing dat de vele regen die voorspeld was heeft plaats gemaakt voor bewolking. Dat zijn de betere berichten. Maar dan nog denk ik dat ik gisteren iets te optimistisch ben geweest in mijn kledingkeus. Ik schrap mijn warme trui en regenjas en kies voor meerdere laagjes. Te beginnen met een thermoshirt. 

De herfst is amper begonnen maar de temperatuur liegt er niet om. Mijn adem komt in stoomwolkjes uit mijn mond als ik buiten sta. Ik ben blij met mijn kledingswitch en mijn winterjas. Het voelt een beetje onwennig. Liep ik van de week nog in een dun truitje en nu ben ik gekleed alsof ik op wintersport ga. Door schade en schande heb ik geleerd dat stilzitten langs het voetbalveld erg koud kan zijn. Ook al is het spelletje soms nog zo verhit. En vandaag heb ik zowaar twee reportages op het programma staan. Dus ik moet er voor zorgen dat ik geen last van mijn spieren ga krijgen. Net voor ik weg ga besluit ik alsnog mijn regenkleding mee te nemen. Niks zo veranderlijk als het weer!

Het is lang geleden dat ik mijn wekker heb moeten zetten voor een voetbalwedstrijd. Het is überhaupt lang geleden dat ik mij bezig heb gehouden met de voetbal. Maar ik heb weer helemaal zin en tijd om het op te pakken. De eerste wedstrijden heb ik bij zoonlief gefotografeerd. Vandaag begeef ik mij naar Dordrecht. Op het programma staat een thuiswedstrijd voor het nieuwe O13 van FC Dordrecht dat het op mag nemen tegen DSO O13 uit Zoetermeer. Ik ben wat aan de vroege kan en mag in de bestuurskamer een bakkie koffie mee doen. Daar kom ik nog een aantal “oude” bekende tegen. Het is zo gezellig dat ik bijna te laat kom voor de aftrap. 

Het is even schakelen als ik naar de spelers kijk. Ze zijn kleiner dan ik gewend ben. Hoe klein ze ook zijn, ze kunnen ballen als de beste. Het team is nieuw. Toch lijken ze elkaar al redelijk goed te kunnen vinden op het veld. Ondertussen ben ik maar wat blij dat ik mijn regenkleding mee heb. Want het komt met bakken uit de hemel. Het regent zo hard dat zelfs mijn toestel zijn regenjas aan krijgt.

Ik cross snel naar huis zodat ik de foto’s alvast op de PC kan zetten. Er is zelfs tijd over om alvast een selectie te maken voor social media. Wedstrijd twee staat te wachten. Ik wissel van kaartje en batterij. En gris ook nu mijn regenkleding weer mee. Het zonnetje staat hoog aan de hemel, maar niks zo veranderlijk als het weer. Nog geen 10 minuten na de aftrap pakken donkere wolken zich samen en komt het weer met bakken uit de hemel.

Buiten is het inmiddels donker en ik zit gehuld in warme kleding achter mijn laptop om de foto’s van vandaag te bewerken. Ik kijk terug op een heerlijke voetbaldag, ondanks de regen. Of moet ik zeggen, dankzij de regen? Want stiekem vind ik foto’s maken in de regen juist wel leuk!

© Foto Hamar

Ondertussen, in de sportschool #2

Ik voel een zweetdruppel van mijn hoofd glijden in de richting van mijn oog. Het lukt mij niet om hem weg te vegen en zoals verwacht maar niet gehoopt drupt hij zo in mijn oog. Aaaah prik prik. Ik knijp mijn ogen stijf dicht. Een voordeel is dat ik daardoor ook de seconden op mijn stopwatch niet in slowmotion weg zie tikken. Ik lig in standje plank op de grond, terwijl de muziek uit mijn AirPods knijterhard mijn oorschelp in schalt. Mijn afleiding! Inmiddels is dit de laatste ronde van de drie waar de oefening uit bestaat. Gelukkig maar, want ik kan echt niet meer. Ik voel een lichte verplaatsing van lucht en met mijn andere oog op een kier zie ik dat er twee voeten naast mijn arm staan. 

Vriendlief. Vaag in de verte hoor ik dat ie tegen mij praat. Maar ja, te harde muziek en ik ben niet bepaald in staat om nu het geluid zacht te draaien of mijn oortjes uit te doen. “He?” Roep ik dan maar. “Of je nog moet douchen??” Als ik hem verstaan had, dan had ik iets geroepen van: “Wat denk je nu zelf?!” Maar nog steeds krijg ik er niet veel van mee. “D.O.U.C.H.E.N.??” Gilt ie vervolgens. Net op het moment dat de muziek is afgelopen en ik niet alleen, maar ook de buren, de vraag hebben mee gekregen. Voor ik antwoord spiek ik snel op mijn stopwatch. Nog 3, 2, 1 en ik plof neer op mijn matje. Trillend van de inspanning draai ik mij om, trek de Airpods uit mijn oren en veeg eindelijk het zout uit mijn oog. “Ja” is mijn antwoord. “Mooi, dan duik ik er eerst ff onder!” en weg zijn de voeten, mij zwetend op mijn matje achterlatend. 

De afgelopen periode heb ik een poging gedaan om wat structuur in mijn sporten aan te brengen. De neuroot in mij neemt het soms over en dan sta ik als een kip zonder kop mijzelf in het zweet te werken. En dat dan 3x in de week. Wat natuurlijk niet echt handig is. Ik besloot een voorbeeld te nemen aan zoon die voor iedere dag in de week een onderdeel van zijn lichaam traint. Ik moet zeggen dat mij dit ook wel bevalt. Het was even zoeken maar nu denk ik wel dat ik een redelijk evenwichtig programma heb dat mooi in elkaar overloopt gedurende de rest van de week. Het geeft structuur en daarmee rust. Waarmee ik de rust in mijn hoofd bedoel, mijn spieren denken hier namelijk anders over. Hier en daar kan ik bepaalde onderdelen wat intensiveren of juist wat afvlakken. 

Ik hoor het water in de douche al spetteren. Ik doe de muziek weer aan en de harde beat maakt nu plaats voor een rustige meditatieve flow waarop ik een poging doe om mijn buikspieren te rekken. De combo die ik vandaag heb uitgeprobeerd was best heftig. Ik neem een yogapose aan die voor de verandering hemels aanvoelt, maar mijn trillende armspieren en de opkomende kramp in mijn teen doen mij besluiten snel te gaan staan. Ik rek de rest van mijn lichaam en blijf daarna nog even een minuutje op mijn yoga mat liggen. Gewoon even helemaal niks en alleen maar (gesloopt) totale ontspanning, voor ik zelf ook onder de douche spring. 

What SUP 4, na een jaar…

“Heb je zin en tijd om mee het water op te gaan?” App ik naar mijn vriendin. Ik heb al meer dan een jaar niet gesupt vanwege een elleboog blessure. Overigens niet opgelopen met sporten maar tijdens het “poep scheppen” op de wei… Vriendin heeft ook al enige tijd een SUP maar had hem tot op heden nog niet uitgeprobeerd. Het werd dus tijd voor een rendez-vous op het water. “Ja ik kan!!!” Appt ze terug. 

Nu hopen we beide op een rustige avond. Zowel wat weer, als recreanten op het water betreft. Want zo’n eerste keer na lange tijd kan wat onwennig zijn. Voor haar is het wel fijn om de SUP te kunnen testen zonder alle rondvarende bootjes. Jammer genoeg zie ik de wind geleidelijk aan toe nemen. Maar zoals het er nu uitziet blijft het onder de 20 km per uur. Voor het mooie is dat eigenlijk net te hard. We weigeren alle twee om af te zeggen. Uit voorzorg mik ik wel een extra setje kleding in de auto. Het zonnetje laat zich in ieder geval wel zien en dat maakt al een hoop goed. 

Eerder dan afgesproken draai ik de parkeerplaats op. En ik ben niet de eerste. Er is daar een feest aan de gang compleet met patatkraam en hossende pubers. Maar gelukkig is er voldoende plek voor ons. Samen pakken we de tassen uit. Die van mij nogal stoffig, die van haar gloedje nieuw. Van vriendlief heb ik bij de aanschaf van mijn SUP een elektrische pomp cadeau gekregen. Dat leek mij eerst nogal overdreven. Maar het ding heeft zijn nut meer dan eens bewezen. De SUP met de hand oppompen is te doen. Maar, vooral de laatste beetjes lucht, zijn loei-zwaar. Nog steeds blij mee dus. 

Iets eerder dan gepland droppen we de SUPS in het water. Heel even moet ik mijn evenwicht vinden. Na een minuut voelt het alweer vertrouwd. We komen er te laat achter dat de peddel van vriendin nog niet strak genoeg aangedraaid is. Iets wat achteraf een simpele handeling blijkt te zijn. Maar voor dit moment wat lastig om de SUP te gebruiken zoals het zou moeten. Halverwege de route ruilen we van peddel zodat ze alsnog even een vaartje kan maken. 

Als we beide onze draai een beetje gevonden hebben besluiten we als eerst tegen de wind in te peddelen. Een groep “wildzwemmers” maakt ook gebruik van dit stuk en is het zelfde van plan. Gelukkig hebben ze allemaal een knaloranje boei om waardoor we ze niet over het hoofd zien. Het restaurant dat we passeren heeft een aardig gevuld buitenterras. We willen niet voor al te veel hilariteit zorgen en peddelen daarom stug door tot we redelijk uit het zicht zijn.

We gaan heel even voor “anker” in de luwte van de haven om de spieren rust te gunnen en wat bij te kletsen. Vervolgens peddelen we nog een stuk achter de zwemmers aan voor we omkeren. We zijn alweer bijna terug als het dan toch bijna verkeerd dreigt te gaan. Vriendin verliest haar evenwicht en in slowmotion zie ik haar al te water gaan. Gelukkig hersteld ze zich net op tijd en blijft op het board. 

Beide hebben we de testronde overleeft. Haar board is goedgekeurd en mijn blessure heeft zich (nog) niet opnieuw gemeld. Nu snel de agenda’s weer naast elkaar voor ronde twee.

“Oh, had ik dat maar…”

“Zooo, ik ben afgevallen!” Zegt zoonlief verontwaardigd. Ik kijk hem van top tot teen aan. “Waar? bij je wenkbrauwen?” Vraag ik. “Nee serieus!” Gaat hij door. “Ik ben gewoon 5 kilo kwijt! 5 kilo!! Je geloofd mij niet he!? Vanmorgen heb ik mij nog gewogen.” In een ademteug gaat hij door. “Ik moet echt weer ritme en regelmaat in mijn leven hebben!” Goh denk ik, het had echt mijn kind kunnen zijn. Want ook ik gedij beter op ritme en regelmaat. Maar waar ik een soort van gedij, valt het jong gewoon af! 

“Omdat ik geen ritme heb eet ik gewoon bijna niks.” Gaat hij, al kauwend op een van zijn kipkluif-snacks, door met zijn betoog. Nou, de halve voorraad kast gaat er door mijn hoofd. Maar ik zeg wijselijk niks en laat hem praten terwijl ik ondertussen een hap van mijn appel neem. “Bij mij is het andersom.” Zeg ik tegen hem. “Ik kom juist aan als ik geen ritme heb. Dan eet ik alles wat los en vast zit en heb ik de hele dag trek.” “Ohh had ik dat maar!” Zegt zoonlief zuchtend. 

We hebben beide een sportief leven. Dat van hem bestaat vooral uit sportschool en voetballen en dat van mij uit onder andere sporten (thuis) en bezig zijn op stal, water of waar dan ook. Terwijl hij druk is met spieren kweken ben ik vooral bezig om heel andere redenen. Hij denkt waarschijnlijk dat we dezelfde doelen najagen. En voor nu laat ik hem lekker in die waan. “Nou, vanaf morgen is het over hoor. Dan ga ik de sportschool echt weer dagelijks oppakken. Weer terug in het ritme en conditie kweken voor een nieuw voetbalseizoen!” Ik juich hem toe en proost met mijn appel tegen een opgestoken kipkluif. 

Ik vind het leuk om hem zo in de weer te zien. Bezig met zijn gezondheid, het verbeteren van zijn conditie, op krachten komen na een lange blessure en daarna het kweken en vooral het onderhouden van al zijn spieren. Hij is er maar druk mee. Zonder dat hij het zelf beseft neemt hij mij ook mee in deze cyclus van beter worden en onderhouden van mijn lichaam. En stiekem vind ik dat ook wel leuk. Als hij de deur uit gaat naar de voetbal ga ik naar boven, naar mijn “eigen” sportschool. Om aan het einde van de avond weer samen beneden op de bank te zitten en onze activiteiten te evalueren. 

Voor hem is regelmaat en ritme nodig zodat hij tijdig kan eten om zo voldoende eiwitten en vetten binnen te krijgen. Zijn oefeningen te doen of bij de voetbal te zijn. Voor mij is regelmaat en ritme van belang om een stok achter mijn discipline te hebben. Mijzelf lekker bezig te houden en mijn spieren te voelen. Maar bovenal om gedurende de dag en avond een compleet gevoel te hebben waarbij lichaam en geest in balans zijn. 

Het is leuk om iemand in de buurt te hebben die er ook zo mee bezig is. Dat we beide een andere doel hebben maakt niet uit. Nu moet ik hem nog zo ver zien te krijgen dat we ook samen in de keuken het avondeten maken. Want dat is vooralsnog niet een doel dat op zijn regelmaat en ritje lijstje staat…

Ondertussen, in de sportschool…

Ik ga zo op in mijn eigen wereld, de beat in mijn oren, het trappen op de pedalen en het zwiepen van mijn armen, dat ik de deur achter mij niet open heb horen gaan. Wanneer vriendlief heel enthousiast zijn telefoon voor mijn neus houd sla ik die in een reflex van mij af en stomp hem bijna op zijn neus. Iets met fight or flight. Door deze actie vliegt zijn telefoon uit zijn handen en buitelt door de lucht. In een split second trek ik mijn hand terug om hem geen blauw oog te slaan terwijl hij al het mogelijke doet om zijn telefoon van een wisse dood te redden. Tegelijk houd hij met zijn andere hand mijn lichaam in evenwicht. Iets wat ik niet verwacht waardoor ik alsnog uit balans raak en bijna van de crosstrainer lazer. 

“Jezus, what the f*ck doe je!?” Is het enige dat ik uit kan brengen. Vriendlief, totaal niet van zijn stuk gebracht brengt zijn telefoon weer naar mijn gezicht. Dit keer sla ik hem niet uit zijn handen maar kijk naar wat blijkbaar niet een uurtje had kunnen wachten. Oké, toegegeven, ik ben wel blij met de foto die ik zie. Iets met een verbetering aan ons bootje. Die binnen afzienbare tijd weer in het water ligt. Mijn hartje is overigens nog steeds bezig met het maken van salto’s in mijn borstkas. Dus ik neem direct maar een korte break. 

Als ik weer alleen ben en mij verzekerd heb dat de deur dicht is start ik mijn training opnieuw. Ik train ongeveer 3 keer in de week en inmiddels ben ik enkele weken onderweg. Mijn doel is om naast mijn zinnen te verzetten, mij ook lekker in het zweet te werken, mijn algehele conditie te verhogen en mijn spieren te versterken. Al met al wil ik gewoon beter in mijn vel komen te zitten. Nog iets weerbaarder worden dan ik al ben. En het is gewoon een fijn tijdverdrijf na een dag zittend op kantoor te hebben doorgebracht. 

Overigens train ik, in tegenstelling tot zoonlief, lekker thuis. Hij heeft heel even geprobeerd mij over te halen met hem mee naar de sportschool te gaan. Gelukkig zag hij daar, in zijn eigen voordeel, al snel vanaf. Want met mij kan het natuurlijk nooit normaal, zie eerste alinea van dit blog. Daar zit je als jong volwassene met het kweken van spierbundels gewoon echt niet op te wachten. Dus zeggen we elkaar vaak tegelijk gedag. Hij vertrekt via de voordeur naar de sportschool en ik ga de trap op naar boven, waar ik een kamer heb omgetoverd tot “private gym” 

Toen ik net begon met sporten, nu dus alweer enkele weken geleden, moest ik mij heel erg inhouden om mij niet overal blind in te storen. Doseren is het sleutelwoord. Iets dat ik, nu ik ouder aan het worden ben, door schade en schande heb moeten leren. Ik wil niet na een paar weken alweer met een blessure op de bank zitten. Zoals vorig jaar waardoor ik heel de zomer niet heb kunnen SUPpen of wakeboarden. Ik ben rustig begonnen en voeg iedere week iets toe aan mijn workout. Dat maakt dat ik wekelijks trainingen kan afwisselen en daardoor nog enthousiaster bezig ben. Inmiddels weet ik ook dat het niet het einddoel is dat telt, maar de reis er naar toe.

Geweldige week…

Ze zijn nog geen twee minuten open of ik sta al binnen. Terwijl mijn neusharen bij iedere ademhaling lijken te verschroeien, ontspand mijn lichaam zich meer en meer. Wat een zaligheid om op deze manier de dag af te sluiten. Hoewel afsluiten niet het goede woord is. Want we moeten nog eten en daarna hebben we nog een hele avond. Ik heb dus nog even. Er is verder niemand in de sauna aanwezig. Ik heb het hele zweterig houten hok voor mij alleen. Ongestoord laat ik mij door de warmte meenemen naar de afgelopen dagen.  

Wat een zalige week was het. We hebben alle weer type’s voorbij zien komen. Regen, mist, sneeuw en gelukkig ook blauwe lucht en zon. Uiteraard was ik weer veel te warm gekleed. Het woordje winter in onze wintersportweek doet geen eer aan waar wintersport normaal voor staat. Het woordje sport daarentegen wel. Want hoe later op de dag we kwamen hoe meer we moesten werken om überhaupt beneden te komen. Hele delen van de piste waren in korte tijd veranderd in een heuvelachtig landschap. Geregeld had ik het gevoel aan het wakeboarden te zijn in plaats van aan het snowboarden. 

En toch he, ik val in herhaling als ik zeg dat ik deze vakantie weer wat grenzen verlegd heb! Ondanks de niet zulke goede sneeuw- en weercondities is het ook dit jaar weer gelukt. Dit was by far de beste snowboard week voor mij ooit!! De twijfel die ik aan de start van mijn aller eerste afdaling van deze week had, want totaal geen voorbereidingen getroffen, was zo vet ongegrond dat ik er nu eigenlijk een beetje om moet lachen. 

Oké mijn leercurve staat, vergeleken bij zoonlief, in standje slak. Ik leer wel, maar niet zo snel. Snowboarden doe ik maar 1 keer per jaar een weekje. En toch gaat ie ieder jaar ietsjes omhoog. Dat, en alles er omheen uiteraard, maakt het snowboarden nog leuker. Want ieder jaar leer ik iets, verleg ik grenzen of lukt iets wat voorgaande keren niet ging. Daar teer ik de hele vakantie op en zelfs de eerste paar maanden na de vakantie. 

Dus toen ik deze week mn board onder bond en als een razende Roeland de berg af sjeesde zonder de controle te verliezen was niet alleen ikzelf verbaasd. Ook de rest stond er van te kijken. Het leek wel of een jaartje “rust” mijn lichaam had goed gedaan. Ondanks de slechte condities van de piste heb ik heel de week zalig geboard. Kun je nagaan hoe het zou gaan als we de perfecte condities hebben…

Het was weer een week vol pret. Waarin we te veel hebben gegeten en gedronken, te weinig hebben geslapen en dubbel zoveel lol hebben gehad. Een week met niet alleen spierpijn in mijn benen maar ook in mijn buik van al het lachen. We hebben samen geboard, geskied, geshopt, gewandeld, gegeten, herinneringen opgehaald en herinneringen gemaakt, een sauna en een drankje gepakt en spelletjes gespeeld. Een week van onbezorgd plezier maken met elkaar. 

Na 25 minuten is er een einde gekomen aan mijn sauna sessie. Het is tijd om te gaan douchen en de koffers te gaan pakken. Morgen begint de reis naar huis. Ik kijk nu al uit naar volgend jaar.

Pilates…

Ik heb nooit kunnen weten dat ik yoga zo ontzettend fijn zou gaan vinden. Na een paar weken begonnen de oefeningen hun vruchten af te werpen. Mijn rugpijn werd minder. Mijn lichaam werd losser maar ook steviger. Na een paar maanden zelfs wat leniger. Steeds meer voel ik de connectie met mijn hele lichaam in plaats van losse lichaamsdelen. Zoals ik hier al schreef: “Namaste”  start ik vaak in de ochtend. Dit zijn stiekem de fijnste sessies.  

Yoga en Pilates worden geregeld in een adem genoemd. Hoewel sommige houdingen overeenkomen is er een verschil. De intensiteit van de oefeningen bij Pilates ligt hoger. Het is meer gericht op het trainen van de spieren. Nieuwsgierig geworden naar oefeningen zocht ik, net als bij mijn yogalessen, op youtube naar een fijne Pilates les. 

De filmpjes worden stuk voor stuk door afgrijselijk lenige mensen gegeven. Je zou er bijna een complex van krijgen. Van “Adrian” heb ik geleerd dat het niet de houding zelf is maar dat het effect van de houding op je lichaam vele malen belangrijker is. Dat het dus niet overeenkomt met het perfecte plaatje is geen probleem. De lenigheid komt vanzelf, mits je lang genoeg volhoudt natuurlijk. 

Ik vind iemand die net als Adrian uitlegt wat ze doet, hoe ze het doet, waarom, waarmee en op welke wijze. Ik wil nu immers graag weten waarom ik doe wat ik doe. En start, in plaats van mijn yoga les, een full body workout beginnersles Pilates. Uit veiligheid kies ik voor een half uur in plaats van een uur. Met de gedachte dat Pilates net zoiets is als yoga kom ik al snel bedrogen uit. Zelfde houdingen, beheersbare en gecontroleerde bewegingen. Maar dan… 

Oké, de aanvang is praktisch het zelfde. Na 1 minuut merk ik de verandering al. De warming-up is nl intensiever. Gelukkig zegt ze bij iedere oefening ook wanneer ik in- en uit moet ademen. Want dat doe ik prompt verkeerd om. Als ik al ademhaal, want de choreografie van de verschillende houdingen heb ik niet direct door.

Geen downward facing dog of childpose na de eerste twee verschillende buikspieroefeningen. Nee, we gaan door naar een derde en vierde ronde met een iets andere pose en houding. Tussendoor zegt ze nog wel dat ik alles op mijn eigen tempo moet doen. Gelukkig maar want mijn buispieren staan ondertussen in de fik. Er volgt een pauze van nog geen 30 seconden met wat rekwerk en daarna door naar buikspieroefening vijf. 

Na tien minuten ben ik al kei kapot maar de buikspieren zijn nu in ieder geval goed opgewarmd. Voor de komende 3 weken!! Nu komen de billen, benen en heupen. “Nog acht” Roept ze. Na die acht wordt er een oefening aan vastgeplakt met acht herhalingen. Daarna nog één. Dit herhaalt zich een stuk of acht keer. Ik weiger op te geven. Trillend van de inspanning plof ik neer. Maar dan hoor ik dat ook de andere kant van mijn lichaam nog moet!! Waar ben ik aan begonnen?!

De hele volgende dag wordt ik herinnerd aan mijn 30 (thank god geen 60) minuten Pilates. Spierpijn!! Maar het is de beste spierpijn die ik in tijden heb gevoeld. Inmiddels combineer ik beide want Pilates en yoga gaan prima hand in hand. Ik hoop over een tijdje niet alleen leniger, maar ook wat gespierder door het leven te gaan.

Schaatspret in de polder…

Uiteraard staan er nog een aantal to-do taken op de huishoudelijke lijst voor dit weekend. Maar het weer gooit roet in het eten. Soms moet je gebruik maken van de mogelijkheden die zich voordoen. Zo ook vandaag. Want het is sowieso de laatste dag en het zou zelfs wel eens de laatste keer van het jaar kunnen zijn. Dus duiken we bij het ontwaken direct de vliering op. Snorren onze schaatsen, ijshockeysticks en de puck op uit de wintersporthoek. Met een broodje en koffie in onze mik rijden we naar de polder waar we, hopelijk, onze eerste schaatsstreken van het jaar kunnen maken. 

Onderweg zien we al voldoende mensen schaatsen, glijden en sleeën. Het heeft dan ook flink gevroren afgelopen nacht. Zo erg dat we de auto niet eens open kregen toen we weg wilden rijden. Er zijn er meer die het er nu lekker van nemen. Maar uit voorzorg rijden wij door naar de polder. Want daar is de sloot niet al te diep. Des te meer kans dat het goed dicht gevroren is en mochten we er toch doorheen zakken dan staan we hooguit tot onze knieën in het water. Het is daar leuker en ook niet onbelangrijk, het is er meestal niet druk.

Poownie snapt er niks meer van als we de auto bij stal neerzetten en ik hem vanaf de andere kant van het hek groet. Hij staat mij na te kijken terwijl ik met mijn schaatsen onder mijn arm naar de waterkant loop. Er staan al verschillende mensen op het ijs. Het is zo leuk komt te zien hoe iedereen zich voortbeweegt. De één gracieus en elegant, de ander al stuntelend terwijl hij links en rechts ingehaald wordt door iemand op noren. 

Vriendlief heeft binnen no-time zijn schaatsen onder gebonden. Springt overeind en doet alsof hij nooit anders gedaan heeft. Hij schaatst een stuk, draait om zijn as en gaat in zijn achteruit verder. Maakt wat overstappen links- en rechtsom terwijl hij ondertussen op mij aan het wachten is. Zelf schaats ik al mijn hele leven. Toch voel ik mij de eerste paar minuten altijd een soort Bambi. Maar voor het zover is moet ik eerst van mijn kont af en het ijs op. 

Nou, daar ga ik dan. Ik wankel en wiebel wat. Herstel mijn evenwicht terwijl ik mij al glijdend en schuivend richting vriendlief begeef. We maken een rondje op de plas waar nog twee gezinnen rondjes schaatsen. Na 5 minuten voel ik mijn scheenbeen al. Maar ik klaag niet. Want morgen is het namelijk weer 9 graden. Dus tijd om er lekker een paar dagen voor uit te trekken heb ik niet. De spierpijn die ik morgen ga voelen neem ik voor lief. 

Ik voel mij gaandeweg zekerder worden. Mijn streken worden langer en beheerster. Het lukt mij om over te stappen en achteruit te schaatsen. We kunnen zelfs nog wat “ijshockeyen”. Ooh ik geniet met volle teugen en ben als een kind zo blij. Mijn schenen voel ik niet eens meer. De kramp in mijn kaken des te meer. Ik heb het niet doorgehad maar al die tijd heb ik met een vette glimlach op mijn bakkes op het ijs gestaan. Met vermoeide spieren en heel voldaan trek ik twee uur later mijn schaatsen weer uit. Dit pakken ze ons niet meer af. 

Nog één te gaan…

Nu Poownie op de wei staat heb ik eindelijk weer wat meer rust. Voeg daar twee weken “vakantie” aan toe om bij te tanken en opeens heb je weer tijd om je andere hobby’s op te pakken. Het fotograferen bijvoorbeeld. Dit lag al stil sinds we terugkwamen van de wintersport. Ik had gewoonweg te veel op mijn bordje liggen dat ik moest gaan kiezen waar ik mijn tijd aan wilde, of in sommige gevallen moest, besteden. 

De competitie bij FC Dordrecht was reeds afgelopen en er stonden geen thuiswedstrijden of toernooien meer gepland. Maar zoonlief had nog wel wat in het verschiet. Met zijn eigen team en hij mocht aansluiten bij de selectie van het eerste om daar de laatste wedstrijden mee te draaien. Als klap op de voorpijl startte hij ook nog eens in de basis. Waardoor het voor mij extra leuk werd om platen te schieten.

In tegenstelling tot de Boys op het veld was ik niet helemaal in vorm. En dan met name de snelheid tijdens het spel. Dit keer had ik met mijn hand/oog/camera coördinatie maar 1 wedstrijd nodig om weer een beetje het ritme te vinden.

Het is zaterdag met lekker weer en er wordt gespeeld bij Zwarte Pijl in Rotterdam op echt gras. Daar wordt ik, met veel zon, erg blij van. Kunstgras en zinderende zonnehitte gaan meestal niet zo fijn samen. Door de luchtspiegeling boven het veld heb ik de grootste moeite om mijn platen mooi scherp te krijgen. Zeker wanneer de stuiterende, springende en sliding acties meer dan een paar meter van mij vandaag gemaakt worden. Maar daar zou ik nu niet zo heel veel last van hebben. 

Ik zoek mijn hoekje op het veld op en heb mij nog niet geïnstalleerd of de spelers komen het veld al opgelopen. Dit is alweer de laatste competitiewedstrijd van het seizoen. Beide teams hebben niet heel veel meer te verliezen behalve hun eer. Er hoeft niet gestreden te worden om de eerste plek en ’s Gravendeel moet toch al op voor een nacompetitie. Maar zich zomaar gewonnen geven doen beide niet.

Het eerste doelpunt dat valt is voor ’s Gravendeel. Zwarte Pijl laat het er niet bij zitten en komt in actie. Voor de rust is het 1-1. De tweede helft zou het er om gaan spannen. Het aftasten is nu voorbij en beide teams weten wat voor vlees ze in de “kuip” hebben. Het is ’s Gravendeel die uiteindelijk binnen tien minuten tijd nog drie ballen in het doel van de tegenstander weet te krijgen.

De boys vieren hun 1-4 overwinnen met muziek en een kratje bier. Zelf bezoeken we de kantine waar overheerlijke broodjes Pom en Javaanse bami te krijgen is. Met de punten op het scorebord, een volle buik en toffe platen keren we huiswaarts. Team ’s Gravendeel heeft weer wat positieve vibes voor hun nacompetitie. Hopelijk brengen ze het er net zo goed vanaf als deze wedstrijd in Rotterdam. 

© Foto Hamar