De ankerketting maakt een ratelend geluid als hij uit zijn “huis” getrokken wordt. Normaal hoor je een plons als het anker te water gaat. Met een kleine ruk trekt de boot zichzelf vast en klaar. Nu waad er iemand door het water gevolgd door de woorden: “Zal ik hem hier maar neerleggen?” Ik zie vriendlief met het anker in zijn handen door het water lopen. Dit is echt de meest lachwekkende manier om je boot voor anker te laten. Hij zoekt een kuil op en graaft het anker een soort van in. Wanneer deze vast ligt kan de motor uit. Een serene rust daalt over ons neer.
Normaal zoeken we de zandbanken niet op. Die vermijden we liever dan dat we er op vastlopen. Ingegeven door een schipper die vorige week het zelfde deed, liggen we nu zo’n beetje op diens plek. Er is een verschil, zijn bootje was iets hanteerbaarder dan Merlin. Voor we een goede spot gevonden hebben moeten we een paar keer verplaatsen en wat steken. Maar nu liggen we goed. Het anker ligt uit en vriendlief kan eindelijk, aangemoedigd door Groene Draak die ook mee is, doen wat ie wil doen. De boot rondom poetsen.
Hij staat tot aan zijn middel in het water maar als hij naar voren loopt komt het water niet hoger dan zijn knieën. Ik besluit aan boord te blijven en installeer mij op het voordek. Een tapijt van kroos en alg heeft een deel van wat normaal een bewaadbare plek is omgetoverd tot een moerasachtig gezicht. Het heeft wel wat met de vogels die er zijn neergestreken. Er zitten aalscholvers, eenden, heel veel zwanen en wat reigers. De meeuw hoor je uiteraard boven alles uit. Maar het water rondom de boot is zo helder dat we de wissen kunnen zien zwemmen.
Ik word loom van de gestaag oplopende temperatuur. Mijn geest is overigens zo geconditioneerd dat ik al loom wordt op het moment dat ik de boot in het oog krijg. Dit is zo’n dag dat ik het laat gebeuren. Ik vecht niet tegen de moeheid. Eigenlijk wil ik maar één ding en dat is liggen en mijn ogen sluiten. Dat is dan ook wat ik doe. Daarna laat ik mij meevoeren door de geluiden om mij heen. De wind streelt mijn door de zon opgewarmde huid en ik laat mij dragen door het gekabbel van het water tegen de romp.
“Waar is die spuitbus?!” Lang geniet ik niet van mijn doezel moment. Als ik mij omdraai staat vriendlief aan de zijkant van de boot met een borstel en een poetsdoek in zijn hand naar mij te kijken. “Spuitbus?” Herhaal ik. “Om spinnenpoep te verwijderen!” Vult hij aan. Als je denkt dat pubers af en toe een rommel kunnen maken, neem dan eens wat spinnen in huis. Of in ons geval, aan boord. Spinnenrag hecht zich als lijm en de uitwerpselen bijten in het materiaal. Na enige tijd is dit niet meer normaal te verwijderen met alleen wat water en zeep.
Na een uur klimt vriendlief weer aan boord. Moe maar voldaan. Merlin is helemaal rondom gepoetst en dat was nodig ook. Dat we nooit eerder op dit idee gekomen zijn vragen we ons beide af. De rest van de middag gaan we in de relaxmodus en genieten we vooral van het zonnetje en de rust op het water.
