De verwarming…

Begin juli:

De wekker gaat vroeg en dat op een zondag. Mijn eerste klus voor vandaag is mijn weidienst inlossen. Zo vroeg op pad heeft zijn voordelen. Het is aangenaam koel. Er is geen sterveling buiten en je hebt wat aan je dag. Ik ben zelfs zo vroeg dat ook de paarden nog in de “dut-stand” staan. Ondanks dat ik aan het werk ben en het zweet binnen no time van mijn voorhoofd druipt voelt het vredig om al zo vroeg en in alle rust bezig te zijn. Sneller dan verwacht ben ik klaar met mijn klus en heb zelfs tijd over om twee waterbakken in de wei helemaal uit te soppen. 

Ergens vind ik het jammer dat ik alweer weg moet. Maar ik ben niet voor niks op zo’n onchristelijk tijdstip opgestaan. Ik moet echt weer richting huis. Ontbijten, kop koffie in mijn mik en mijn kluskleding aan. Want er moet nog een hoop gebeuren in het (nieuwe) huis van mijn zus. De eerste week klussen is omgevlogen. Vandaag hebben we geen tijdstip afgesproken. Maar ik heb de sleutel en wil haar niet opjagen dus ga ik op eigen initiatief wat vroeger naar haar huis. 

Gewapend met veger & blik, ragger en de stoomeend ga ik de radiatoren te lijf. Want gisteren werd ik spontaan onpasselijk toen ik van bovenaf een blik wierp in de radiator tijdens het schuren van het raamkozijn. Niemands huis is brandschoon. Maar zo vies, ranzig, vettig en extreem stoffig als daar heb ik nog nooit gezien. Ik kreeg kriebels en koude rillingen. Als de radiator aan zou gaan zonder dat deze eerst grondig schoongemaakt zou zijn dan heb je stof longen of een allergie te pakken!

Als de stoomeend eenmaal op temperatuur is spuit ik de eerste lading rag, vet en fijnstof van boven naar onderen de radiator uit. Het is nogal een klusje met al die gaten en openingen. Maar het geeft voldoening als ik al die vlokken op de grond zie vallen en een soort schoon stuk zie verschijnen. Ik zeg met nadruk “soort van” want daarna moet ik er nog een keer flink met de ragger doorheen. Het liefst met een flinke plons desinfectie middel. Maar first thing first. Met de stoomeend ter hand werk ik heel het stuk ijzer af.

Jammer genoeg blijven er een paar plukken “plakken”. Hoe ik de hals van de de eend ook tussen de radiator en de muur prop, ze blijven stug zitten. Dan maar van onderaf naar boven. Ik bedenk mij te laat dat de stofnesten als “groene monsters” van boven naar beneden over mij heen vallen. Ik gruwel van mijn eigen domheid. Maar het werkt wel. Bij radiator twee heb ik een stofdoek over mijn haar gebonden en heb ik een verdwaald mondkapje, dat ik terugvond in mijn tas, om. Zekerheid voor alles.

Ook de voorkant van de radiator behandel ik met stoom. Ik wil niet weten wat voor ondefinieerbare viezigheid er vastgeplakt zit! Het lijken wel oude pizza resten of zo. Ik zie de zwarte waterdruppels en ander ranzigheid naar beneden glijden. Mocht je ooit twijfelen? Een stoomeend is echt fantastisch!! Ik haal er ook nog een doek met ammoniak overheen en langzaam worden de radiatoren schoner en witter. 

Zus komt op het juiste moment binnen. Beide radiatoren zijn zo goed als winterklaar. Ze hoeft ze alleen nog maar af te doen met een sopje.

Iedereen kan schilderen…

Het is een tijdje stil geweest hier. Mijn zus kreeg de sleutel van haar nieuwe huis en daar moest aardig wat geklust worden. Ze had een soort van strakke planning met hier en daar een deadline die gehaald moest worden. Hoewel ik totaal geen kluswonder ben, ik ben eerder een sta in de weg met twee linkerhanden, besloot ik wel iedere minuut vrij te maken om haar te helpen. Met een beetje “Ravensburger” in onze vingers besloten mijn zus en ik: “Iedereen kan schilderen.”

Onder onze handen kwam er steeds meer leven in het huis. Een huis dat door de vorige bewoners als afgedankt was achter gelaten. De vieze ranzige muffe geur werd met de dag minder. Het is zo leuk om te zien hoe schoon en mooi iets weer kan worden met wat liefde, aandacht, ammoniak en verf. Vooral dat laatste. Het probleem is dat ik hierdoor nog enthousiaster werd maar dat de vermoeidheid mij belette om door te gaan. Ik kwam iedere avond afgepeigerd en onder de verf en het stof thuis, met spieren die door de inspanning een compleet eigen leven gingen leiden. 

Moe of niet, deze weken gaven mij een berg aan energie!! Oké, mijn lichaam was het niet altijd eens met zoveel arbeid en vertoont hier en daar nog steeds een error. Eigenlijk ben ik gewoon een wandelend wrak maar jeetje wat hebben we een werk verricht! Er is in een korte tijd echt heel veel gedaan. 

De grootste klussen waren gelukkig al uitbesteed. Wat overbleef was de boel grondig schoonmaken, schuren, witten en schilderen. En kitten. Heel veel kitten om alle kieren en gaten weer dicht te krijgen. Het is een oud huis en er is flink in “geleefd”. Dat zie je terug in de butsen van het houtwerk, kozijn, deurposten en de trap. Hoewel de verhuurder er iets anders over denkt zou er eigenlijk een hoop vernieuwd moeten worden. Maar het huisje is charmant. Heeft redelijk ruime kamers met een grote vliering en tuin. 

Als een schilder of stukadoor vanaf een afstand had toegekeken hoe wij te werk zijn gegaan dan had ie blauw gelegen van het lachen of zich kapot geschaamd omdat we het “vak” ten schande hebben gebracht. Maar he, ik ben trots op mijn twee “linker handen”. Kamers witten, deurposten lakken, leidingwerk schilderen en muren van structuurverf voorzien. Hier en daar geholpen door Youtube, we hebben het toch maar even gedaan!

En boy oh boy wat ben ik trots. Trots op mijn zus dat ze ondanks de weinige middelen en mankracht (!) er toch voor is gegaan. Trots op vriendlief die zich in alle bochten heeft gewrongen om te helpen en zo blij met Oom B. en Tante V. die ook heel wat uren hebben opgeofferd om te komen helpen. Dank aan Neef X. voor het leggen van de vloer in zo’n beetje de heetste week van juli!! En dank voor de hulp van Vriend P. voor aller handen (stroomkabel)klusjes, schildertips het sjouwen en verhuizen zelf. Verhuizers en sjouwers jullie waren top!! Heel fijn dat er mensen zijn die bereid waren te helpen.  

Lieve zus, je had je zinnen gezet op dit huis en het is je huis geworden. Het heeft wat bloed, zweet en hier en daar een traan gekost, maar het is je gelukt! Ik wens je heel veel woon-plezier in je nieuwe paleisje.

🏡

Aan alles komt een eind…

Hoewel de mooie dagen toch nog even voortkabbelden liep ons zomerseizoen toch echt op zijn einde. En met ons bedoel ik die van Poownie en zijn graas-maatjes. Was het begin van het seizoen nog wat zoeken naar mooie stukjes groene weides in verband met de droogte, hadden we aan het einde mals groen gras in overvloed. Toch moest eens de knoop doorgehakt worden. Dus halverwege oktober stond voor ons wederom een kleine verhuizing gepland. We moesten van ons zomerverblijf naar ons winterverblijf. 

Dat is best een onderneming kan ik je zeggen. Waar ik eigenlijk altijd het geluk heb gehad de wei en stal op één terrein te hebben, moesten we nu dus een wandeling van een kilometer of drie maken. Dat betekende eerst een auto op stal neerzetten. Ons af laten zetten bij de wei en met paard en al weer lopend terug naar stal. Goed voor de stappenteller, dat dan wel weer. Poownie, zijn vriendinnetje en sinds enkele maanden nog een ander witje zijn er dit jaar nieuw bijgekomen. Het winterverblijf is voor hen dus een grote verrassing. We waren dan ook erg benieuwd hoe ze hierop zouden reageren. 

Ons winterverblijf is niet zomaar een stal. Sterker nog, er zijn niet eens stallen zoals we die gewend zijn. Er is hier geen ophokplicht. De paarden lopen vrij in de zandpaddock. Eigenlijk is het een soort Poownies playground. Maar dan zonder ballenbak. Er staan diverse hooi-ruiven die 24/7 gevuld zijn. De paddock is een grote zandbak met her en der diverse bergen zand om op te klimmen en te graven. Er is een (wandel)track rond de rijbak met hier ook weer her en der boomstronken en bielzen om je tanden in te zetten of overheen te klauteren. Er staan bomen waar ze aan kunnen knagen en er is een schuilstal met diverse openingen en richtingen om verstoppertje in te spelen.

Eenmaal gearriveerd werden we begroet door de dames en paarden die al wat eerder die kant op waren gegaan. Het was een feest der herkenning toen de paarden weer bij elkaar in de bak stonden. Er werd over en weer gehinnikt en er werd direct wat afgesnuffeld en geknuffeld (alsof ze elkaar weken niet gezien hadden) Daarna ploften er een aantal neer om eerst eens lekker te gaan rollen. Een teken dat ze zich direct thuis voelden. Toen ze de track in de gaten kregen was het hek van de dam. De gehele groep kwam in beweging en er werden wat rondjes gesjeesd. 

Sneller dan verwacht kwam de rust weer terug en kon het verkennen op hun nieuwe verblijf hervat worden. Poownie verloor zijn vriendinnetje geen minuut uit het oog. Alles werd samen ondernomen. Eten, drinken, een wandeling door de stallen. Als ik hem mijn stappenteller had gegeven was ik voor de rest van dit jaar binnen. 

Niet alleen voor de paarden een fijne plek. Ook voor ons is gezorgd. Het hele terrein is voorzien van verlichting. De drinkbak is automatisch dus geen gesleep met emmers meer. We hebben een opgeruimde en verwarmde zadelkamer met een gezellig zitje voor ons. Inclusief een keukentje, waar we met koude en regenachtige dagen lekker een kop thee kunnen drinken. De zomer is weliswaar teneinde maar wij komen deze winter wel door. En als bonus is onze achtertuin wederom een prachtig natuurgebied. 

 

Rollend paard, rennend paard en een etend paard

 

 

***

Een paar weken verder… 

Wij hadden waarschijnlijk als een van de eerste een nieuwe plek voor onze paardjes gevonden. (Deel 1 & deel 2 lees je hier.) Maar waren de laatste die vertrokken. Al vroeg in de morgen waren we op stal zodat we de laatste spullen konden inpakken, de boel nog even konden vegen en de paardjes konden poetsen. Met het voorrijden van de paardentaxi kon de grote verhuizing echt beginnen. De paarden waren er zelf heel relaxed onder. Poownie nam nog wel even de tijd om zijn “oude” omgeving in zich op te nemen voor hij een voet in de trailer zette. Rond kwart over 10 sloot de laadklep van de trailer en gingen we op weg naar onze nieuwe stek.

23 kilometer verder stapten ze, nog steeds op hun gemak, de trailer weer uit. Beide hebben hier in het verleden een aantal jaar gestaan, maar dan aan de overkant van de weg. Het terrein was daarom niet geheel onbekend. Ook de paardjes uit hun nieuwe kudde met bijbehorende eigenaren, die ze al stonden op te wachten, maakten een bekende indruk. Een voor een werd er kennis gemaakt met de nieuwe groep. De Poownie’s hadden meer oog voor het gras en vonden het allemaal prima. Behalve toen één van de groep iets te dicht bij zijn vriendinnetje kwam. Plots werd Poownie 5 cm groter. Zijn nek een heel stuk gespierder en gehinnik en gestamp van zijn voorbeen volgden. Hij leek wel een hengst met zijn gedrag.

Nadat de eerste nieuwigheid er af was ging de groep, gescheiden, terug de wei in. Ze kregen een eigen stukje. Maar wel met de mogelijkheid de bestaande kudde te zien en zo nodig te neuzen met elkaar. Zo kon de kennismaking door middel van lichaamstaal voortgezet worden zonder dat wij bang hoefden te zijn dat er direct gejaagd, getrapt en gehapt zou worden naar elkaar. De eerste tien minuten werd er wat heen en weer gedrenteld, er volgden een kort stokje in galop en dat was alle actie voor die dag. De nieuwe kudde was leuk maar er was vooral aandacht voor het gras. Poownie waande zich al helemaal thuis en liet zich vallen om eens uitgebreid te gaan rollen. Dat was voor mij een teken dat hij zich voldoende op zijn gemak voelde.

De dagen die volgden verliepen gemoedelijker en relaxter dan ik gehoopt had. Iedere keer als ik langs reed stonden de paardjes iets dichter bij elkaar. Het is toch altijd spannend wanneer een nieuw paard bij de groep geïntroduceerd wordt. Laat staan wanneer er twee bij komen. Toen we eenmaal een week verder waren en naar een iets groter weiland verkasten met meer gras, mocht de groep bij elkaar. Een spannend moment. Zouden ze dan nu wel uit hun stekkerdoos gaan? Maar nee hoor, ook nu bleef het bij een rondje rennen en daarna allemaal met de neuzen in het gras.

Geregeld wordt er toenadering gezocht door deze of gene, maar dat wordt nog niet altijd geaccepteerd door de ander. Toch gaat als nog steeds redelijk subtiel. Het is heel mooi om te zien hoe lichaamstaal bij paarden werkt. Onze Poownies plakken inmiddels ook niet meer zo aan elkaar. Ze mengen zich steeds meer onder de rest. Het voelt als een cadeautje om Poownie weer zo dicht bij huis te hebben staan. De groep, de paarden, de stal. We hebben het echt (weer) getroffen!

 

Twee witte paarden

Nog even poseren op hun “oude” stek. Klaar voor vertrek, en daarna lekker de wei in.

 

 

***

De verhuizing…

Een paar jaar terug had de “nieuwe” gefuseerde gemeenten aan de boer duidelijk gemaakt dat zijn hobby niet in het beleidsplan paste. Dat zijn hobby tevens zijn inkomen was en dat dit al meer dan 20 jaar geaccepteerd werd door de “oude” gemeente daar hadden ze geen boodschap aan. Dus moesten twee van onze paardenvriendjes opzoek naar een ander onderkomen. Want precies die twee paardenstallen zouden een doorn in het oog zijn in ons buitengebied. Aldus de gemeente.

Poownie bleef samen met zijn buurvrouw over. Ooit maakte hij deel uit van een kudde die bestond uit een paard of 16. Dat werd in verband met een verhuizing voor zijn gezondheid (van een binnenstal naar loopstal met paddock) teruggebracht naar vier. Hier kon hij, als kuddedier, prima mee leven. Maar een kudde van twee, zijn er twee te weinig…

Ik zag poownie steeds ongelukkig worden. Het weiland was met twee paarden kaal. De paddock was met twee paarden kaal. En tussen hem en zijn buurvrouw was niet bepaald een klik dus stonden ze ook vaak nog eens ieder op hun eigen stukje. Hij verveelde zich te pletter. Hier moest ik echt iets mee. Dus ging ik op zoek naar een nieuw onderkomen. Dat bleek nog niet zo makkelijk. In mijn directe omgeving zijn heel veel paardenstallen. Maar bijna geen enkele stal bied de mogelijkheid die wij nu hebben. Ik wilde niet terug naar een te kleine stal, in een loods en zonder paddock waar hij 22 uur per dag zou worden “opgehokt”. Na 21 jaar heeft Poownie zijn vrijheid verdient.

Ik trok de stoute schoenen aan en mailde één van mijn oude stalgenootjes. Eerder was ze met haar paard verhuisd naar een stal net over de grens in Brabant. Daar staan de paarden in diverse koppeltjes bij elkaar. Zomers in het weiland, ‘s winters in de paddock en er is altijd wel een vriendje om mee te spelen. Diezelfde week reed ik met haar mee naar stal om te kijken of het wat voor hem zou zijn. Ik was direct verkocht. Ook Poownie zou het hier fantastisch vinden. Dus was de beslissing om te verhuizen snel gemaakt. Er was helaas geen plek meer vrij dus werden we op een wachtlijst gezet.

Een aantal maanden gingen voorbij. Toen kwam dan eindelijk het verlossende telefoontje. Poownie kon binnen een week al over! Er moest van alles geregeld gaan worden. Ik moest de boer en zijn vrouw het “slechte nieuws” gaan vertellen. Dat viel, na zeven jaar dagelijks over de vloer te zijn gekomen, niet mee. Toen begon het puinruimen op stal. Het sorteren van spullen wat mee moest of weg kon. En natuurlijk het regelen van vervoer.

Deze zaterdag, in alle vroegte, was het zover. De trailer reed voor en Poownie mocht mee. Op naar zijn nieuwe stal. Het weerzien met zijn vriendinnetje, die hij twee jaar niet had gezien, was op zich al een feestje. Na elkaar uitgebreid besnuffeld en begroet te hebben mochten ze samen het weiland in. Poownie was zo rustig en mak. Ik weet zeker dat, wanneer de eerste indrukken en geuren een plekje hebben gekregen, en hij de rest van de kudde heeft leren kennen, hij het er meer dan goed zal hebben…

paarden, verhuizen, weiland

Afscheid, verhuizing, het weerzien, de rondleiding van zijn vriendinnetje, en daarna samen grazen…

De herinnering, die blijft…

Kortgeleden kregen wij te horen dat de deal rond was en een onderdeel van ons moederbedrijf verkocht was. Dat betekende verschillende veranderingen voor een hoop collega’s. Sommige konden blijven maar moeten nu wel een eindje reizen naar hun nieuwe werkplek. Andere kregen een compleet nieuwe functie en voor een aantal hield het werk eenvoudigweg op.

Ik heb met mijn collega’s te doen als ik zie hoe een aantal van hen hiermee omgaat. Ze worstelen met tegenstrijdigheden, fijn dat ze hun baan nog hebben. Maar tegelijk is het een scheiding van werkplek, werkzaamheden en collega’s. Er zijn er bij die al meer dan 25 jaar voor dezelfde baas hebben gewerkt en daar komt nu abrupt een einde aan.

De onderneming waar ik voor werk bleef gelukkig onaangeroerd. De enige vraag die voor ons overbleef was of wij wel in ons huidige pand konden blijven. Zeker nu drie van de vier verdiepingen leeg zouden komen te staan. Er gingen geruchten dat ook wij naar verder weg moesten verkassen. Tegelijk werd er aangekondigd dat, als er al een verhuizing zou plaats vinden, het in de nabije omgeving zou zijn.

Ik was erg opgelucht toen ik hoorde dat wij mochten blijven waar we zaten. Weliswaar met wat aanpassingen en een interne verhuizing naar een verdieping of twee lager. Niet alleen opgelucht omdat de reisafstand niet vergroot zou worden maar vooral ook blij dat ik geen afscheid hoef te nemen van een pand waar ik inmiddels aan verknocht ben geraakt. En dan te bedenken dat het pand niet eens in de buurt komt als het gaat om beste werkplek, fijn klimaat of mooiste uitzicht. Het pand zelf ziet er ook nog eens afgrijselijk uit. Maar wat is het dan wel?

Ongeveer 14 jaar geleden is het bedrijfspand van Rolled Alloys met de grond gelijk gemaakt. Het bedrijf ging verhuizen. Mijn vader heeft een groot gedeelte van zijn leven daar gewerkt. Hij moest kiezen, of mee verhuizen naar elders in het land, of opzoek naar een andere job. Om dicht bij ons te kunnen blijven koos hij voor het laatste. Op de plek waar hij altijd met veel plezier gewerkt heeft werd een kantorencomplex uit de grond gestampt. Het pand waar ik inmiddels alweer bijna zeven jaar werkzaam ben.

Om het nog specialer te maken. Mijn kantoor is op precies dezelfde locatie gelegen als de ruimte waar mijn vader de orders aannam en verwerkte. Als ik naar buiten kijk zie ik de snelweg, het roestige dak van de garage tegenover ons en de opslagruimte van mijn vader die voor ons nu dienst doet als parkeerplaats. Ik heb hetzelfde uitzicht dat mijn vader jaren lang gehad heeft als hij uit het raam naar buiten keek, of de werkplaats uitliep om naar buiten te gaan.

Soms, als ik door de krochten van ons pand loop opzoek naar een doos briefpapier of enveloppen, ruik ik een vlaag van de lucht die altijd om mijn vader heen hing als hij gewerkt had. De bekende staal- en stoflucht. Als ik dan mijn ogen dicht doe zie ik mijn vader zo levendig voor me in zijn blauwe overal en die lompe veiligheidsschoenen daaronder. Ik zie hem lopen door de loods met opdrachten in zijn handen terwijl hij naar mij lacht en zegt: “He meisje, ik ben bijna klaar hoor!”

Zoals een hoop van jullie weten is mijn vader in 2011 overleden. Zijn werk betekende heel veel voor hem. Dat ik uitgerekend op dezelfde plek een baan heb gevonden waar ik (ook) met plezier werk, vind ik heel bijzonder. Daarom heeft het pand, zonder goed klimaat en mooi uitzicht, voor mij een emotionele waarde gekregen en ben ik blij dat ik voorlopig nog geen afscheid van dit alles hoef te nemen.