Opladen in het afzien…

Het water komt met bakken uit de hemel. Het is lang geleden dat het zo heeft geplensd. Ik sta voor het raam naar de steeds groter wordende plassen in de tuin te kijken, terwijl zoonlief z’n sportspullen bij elkaar aan het zoeken is. Voetbalschoenen hier, sportbroek daar. Een handdoek niet vergeten… of 2 of misschien toch maar 3… Op het programma staat een oefenwedstrijd. Dat de tegenpartij nog niet heeft afgezegd vind ik bewonderenswaardig. Naast het vele water is het ook nog eens flink gaan waaien. Dus op een open veld is het helemaal drama. 

Zoonlief is ondertussen onderweg is naar de voetbal en ik besluit ook mijn beste beentje voor te zetten. Ik vind mijn opleiding zo leuk dat ik mij nog wel eens verlies is de huiswerkopdrachten. Dat heeft er weer voor gezorgd dat het sporten op een laag pitje terecht is gekomen. Of eigenlijk heb ik daar de laatste paar maanden totaal niet meer naar omgekeken. Dat voel en merk ik en niet alleen aan mijn lichaam. Alsof ik rondloop met TNT in mijn vezels, gevoelig, geladen en klaar om te ontploffen. Er borrelt iets onderhuids; mijn lijf schreeuwt om ontlading, maar ik weet nog niet of het een onvergetelijke vuurwerkshow wordt of een “stille” explosie. 

Sinds enkele dagen probeer ik hier wat meer evenwicht in te brengen aangezien ik niet wil wachten op een van deze twee uitkomsten. Ik moet zeggen dat ik direct al na de eerste work-out, mijn lichaam en geest tot rust voelde komen. Niet dat ik mij knetterhard in het zweet heb gewerkt. Overigens weet ik ook uit ervaring dat hardlopers doodlopers zijn, dus heb ik het rustig aan gedaan. Toch waren de vermoeide spieren mij na afloop dankbaar. Dat gaf weer het voldane gevoel waar ik naar opzoek was. Zelfs het beetje spierpijn dat ik de volgende dag had was een bevestiging die ik even nodig had. Zie je wel hoe fijn het is om alles weer in beweging te zetten?!

Dus, terwijl het water nog steeds met bakken uit de hemel valt loop ik naar boven en kleed mij om. Ik prop mijn oortjes in mijn oren en zoek muziek op met een lekkere beat er in. Zo kan ik op de loopband al lekker in de flow komen. Ik stamp het ene na het andere nummer weg en opeens realiseer ik mij dat ik sta mee te zingen. Het duurt niet lang of ik sta ook mee te dansen. Is overigens niet handig op de loopband, ook dat kan ik je uit ervaring vertellen. Was ik nu echt vergeten hoe ik mij voel tijdens het sporten?? 

Na mijn ronde op de loopband besluit ik de crosstrainer te pakken. Het is een ideaal apparaat om je hartslag even flink op te krikken zonder je knieën aan gort te rennen. Ik houd het alweer een paar minuten langer vol dan vorige week. Ook dat geeft mij weer een boost. Net als de muziek die ik nog even een tikkie harder zet om mij door de laatste paar minuten heen te helpen. 

Ik sluit mijn training af met krachttraining gevolgd door wat yoga rek- en strekoefeningen. In totaal ben ik een klein uur bezig. De energie stroomt na twee sportmomenten alweer meer zoals zou moeten en ik voel mij ontladen en opgeladen tegelijk.

Obstacle run …

Uit de oude doos, maar hij blijft grappig.

In mijn ene hand heb ik een zak hooi van rond de 12 kg en in mijn andere een verrekte splinter. Die er ingeboord werd toen ik de laatste pluk hooi in de zak propte. De hooibaal, die om logistieke reden heel onlogisch is geplaatst, is alleen via een kleine hindernisbaan te bereiken. Om er bij te kunnen heb ik mij tussen twee andere balen in laten zakken. Hoe ik weer naar boven moet komen vraag ik mij nu dus af. Met wiebelige benen probeer ik mijn evenwicht te hervinden. 

Deze hooibalen zijn normaal zo stevig als een huis. Maar wanneer de touwtjes allemaal doorgesneden zijn en het ook nog eens die baal is waar ik overheen moet om aan het begin te komen dan kan dat best een uitdaging zijn. Na wat klim- en klauterwerk, een vloek links en een uitglijder rechts, lukt het mij om één zak, gevuld en al, mee het hok uit te slepen. Met het zweet op mijn voorhoofd duik ik het hok weer in. Er moeten nog twee zakken gevuld. Vanuit de paddock klinkt er gehinnik. Volgens sommige duurt het te lang….

Ken je die puinruim zakken, van die bigbags? Dat zijn onze hooizakken. Oké ze zijn iets kleiner, maar nog steeds flink aan de maat. Ik sleep zo’n zak achter mij aan en ga vol goede moed de hindernisbaan weer over. Onder het zeil door, op het krukje via de kleine baal, over een grote baal naar de achterkant van het hok. Ik laat mij vakkundig tussen de balen naar beneden glijden en vul opnieuw een zak. Ik zet mijn hand boven op de baal. Wanneer ik afzet zak ik met diezelfde hand tot aan mijn oksel tussen de inmiddels losliggende plakken hooi van diezelfde baal. Mijn goed gevulde hooizak, die ik al bovenop de baal had gekregen, raakt uit balans en dondert over mij heen het “ravijn” in. De hele zakken-vul-exercitie begin van vooraf aan. Uiteindelijk kom ik al hijgend, proestend en badend in het zweet uit het vervloekte hooihok. Aan iedere hand sleep ik een gevulde zak mee. En die verrekte splinter! 

Ik gooi een zak in de kruiwagen en sjok door de paddock naar achteren. Halverwege wordt mijn pad geblokkeerd door een skippybal van de paarden. Wat the f*ck? Het lijkt hier wel een obstacle run. Achter mij hoor ik hoefgetrappel en als ik mij omdraai staan er 5 pony’s vragend te kijken waarom het wederom zo lang moet duren… Hoewel ik niet met een stopwatch heb staan klokken heb ik er wel beduidend langer over gedaan. Ik slalom mijn kruiwagen om de bal, de mesthopen er achter en de kuil die een van de knollen uitgerekend hier heeft staan graven. Nog voor ik de kans krijg de zak te legen in de daarvoor bestemde ruif wordt er al aangevallen alsof ze dagen niks gevroten hebben. De hongerlappen. 

Echt kei-verrot, neusgaten vol met stof en compleet bezweet neem ik afscheid van mijn veelvraten en keer huiswaarts. Als er nog mensen moeten trainen voor één of andere hardloop, obstacle run of mudmasters gedoe?? Kom dan alsjeblieft mijn voerdienst overnemen. Wedden dat je in no-time een topconditie hebt?! De stoflongen en broekzakken gevuld met hooi en stro krijg je dan van mij, geheel gratis!!

Ondertussen, in de sportschool #2

Ik voel een zweetdruppel van mijn hoofd glijden in de richting van mijn oog. Het lukt mij niet om hem weg te vegen en zoals verwacht maar niet gehoopt drupt hij zo in mijn oog. Aaaah prik prik. Ik knijp mijn ogen stijf dicht. Een voordeel is dat ik daardoor ook de seconden op mijn stopwatch niet in slowmotion weg zie tikken. Ik lig in standje plank op de grond, terwijl de muziek uit mijn AirPods knijterhard mijn oorschelp in schalt. Mijn afleiding! Inmiddels is dit de laatste ronde van de drie waar de oefening uit bestaat. Gelukkig maar, want ik kan echt niet meer. Ik voel een lichte verplaatsing van lucht en met mijn andere oog op een kier zie ik dat er twee voeten naast mijn arm staan. 

Vriendlief. Vaag in de verte hoor ik dat ie tegen mij praat. Maar ja, te harde muziek en ik ben niet bepaald in staat om nu het geluid zacht te draaien of mijn oortjes uit te doen. “He?” Roep ik dan maar. “Of je nog moet douchen??” Als ik hem verstaan had, dan had ik iets geroepen van: “Wat denk je nu zelf?!” Maar nog steeds krijg ik er niet veel van mee. “D.O.U.C.H.E.N.??” Gilt ie vervolgens. Net op het moment dat de muziek is afgelopen en ik niet alleen, maar ook de buren, de vraag hebben mee gekregen. Voor ik antwoord spiek ik snel op mijn stopwatch. Nog 3, 2, 1 en ik plof neer op mijn matje. Trillend van de inspanning draai ik mij om, trek de Airpods uit mijn oren en veeg eindelijk het zout uit mijn oog. “Ja” is mijn antwoord. “Mooi, dan duik ik er eerst ff onder!” en weg zijn de voeten, mij zwetend op mijn matje achterlatend. 

De afgelopen periode heb ik een poging gedaan om wat structuur in mijn sporten aan te brengen. De neuroot in mij neemt het soms over en dan sta ik als een kip zonder kop mijzelf in het zweet te werken. En dat dan 3x in de week. Wat natuurlijk niet echt handig is. Ik besloot een voorbeeld te nemen aan zoon die voor iedere dag in de week een onderdeel van zijn lichaam traint. Ik moet zeggen dat mij dit ook wel bevalt. Het was even zoeken maar nu denk ik wel dat ik een redelijk evenwichtig programma heb dat mooi in elkaar overloopt gedurende de rest van de week. Het geeft structuur en daarmee rust. Waarmee ik de rust in mijn hoofd bedoel, mijn spieren denken hier namelijk anders over. Hier en daar kan ik bepaalde onderdelen wat intensiveren of juist wat afvlakken. 

Ik hoor het water in de douche al spetteren. Ik doe de muziek weer aan en de harde beat maakt nu plaats voor een rustige meditatieve flow waarop ik een poging doe om mijn buikspieren te rekken. De combo die ik vandaag heb uitgeprobeerd was best heftig. Ik neem een yogapose aan die voor de verandering hemels aanvoelt, maar mijn trillende armspieren en de opkomende kramp in mijn teen doen mij besluiten snel te gaan staan. Ik rek de rest van mijn lichaam en blijf daarna nog even een minuutje op mijn yoga mat liggen. Gewoon even helemaal niks en alleen maar (gesloopt) totale ontspanning, voor ik zelf ook onder de douche spring. 

Onvermoeibaar…

Zoals bij zoveel kleuters zit er ook op deze (bijna) 4 jarige geen rem. Dat gaat maar door en is niet moe te krijgen. Zelfs nu de temperatuur gestaag oploopt blijft ze rennen. Uiteraard wel omdat ik dat van haar vraag. Als het aan haar zou liggen zou ze liever achter een van haar vriendjes aan denderen, dwars door de paddock, inplaats van om mij heen. Of haar buik vol eten bij een van de hooiruiven. Niet alleen zij rent haar rondjes, want er moet wel iets gebeuren voor ze zover is en daarom doe ik met haar mee. 

Ze mag dan wel een kleine pony zijn, ze heeft een grote eigen wil. Als ze niet onder de lijntjes van de bak door zou rennen had ik haar los gelaten zodat ze lekker haar “ei” kwijt kon. Maar dat gaat nu niet, dus ploeter ik ook door de zandbak. Waar Stinkerbel als een gracieuze dame door de bak huppelt, breek ik bij iedere kuil zowat mijn nek. Maar na vijf minuten rennen en springen aan een touwtje zijn bij haar de dolle vijf minuten eindelijk voorbij. Moe is ze allerminst maar ze heeft steeds meer oog voor mij, “oh ben jij er ook?!” en de andere paarden zijn iets minder interessant. Met andere woorden, we kunnen denk ik wel aan het werk.

Na haar laatste gekke bokkensprong lukt het mij om haar terug te krijgen naar de stap. We wandelen samen een rondje door de bak om op adem te komen, ik ook. En daarna gaat het echte werk beginnen. Ik laat haar aanspringen in draf. Iets wat ze erg letterlijk neemt, met vier benen tegelijk. Ze heeft gelukkig al snel het goede tempo te pakken en draaft keurig op de volte om mij heen. Het commando “hoooo” voor een langzamer tempo snapt ze, evenals het daarop volgende commando “halt.” Ze staat keurig stil en blijft net zo lang staan tot ik zeg dat ze weer “voorwaarts” mag. In een wandel tempo loopt ze door. 

Af en toe geeft ze mij heimelijke blikken in de hoop dat ik haar een snoepje toewerp voor haar goede gedrag. Maar als we daar aan gaan beginnen is het einde zoek. Ze moet het doen met een beloning van mijn stem en een aai over haar hals. Het is de bedoeling dat ze later dit jaar beleerd gaat worden voor de kar. Het is daarom handig om op voorhand alvast een aantal dingen aan te leren. Zoals de commando’s die vanaf de bok gegeven gaan worden. En uiteraard ook het kweken van conditie. Overigens vraag ik mij af wie er hierdoor een betere conditie aan het kweken is… 

In een half uur tijd gaan we zowel links- als rechtsom en passeren stap, draf en galop de revue. Ik laat haar in alle gangen versnellen en weer terugkomen. Dat is soms wat zoeken omdat we beide nog aan het leren zijn. Maar iedere keer sta ik verteld van haar leercurve. Ik hoef maar aan iets te denken of ze pikt het op. Zo ontzettend knap!!

Als we aan het einde van deze training zijn gekomen zie ik niet een geringste spoor van zweet. Ik ontdek een opgezette ader over haar schouder en thats it. Terwijl mij bij het zweet op mijn voorhoofd staat. Nou, met haar conditie zit het alvast goed!  

Ondertussen, in de sportschool…

Ik ga zo op in mijn eigen wereld, de beat in mijn oren, het trappen op de pedalen en het zwiepen van mijn armen, dat ik de deur achter mij niet open heb horen gaan. Wanneer vriendlief heel enthousiast zijn telefoon voor mijn neus houd sla ik die in een reflex van mij af en stomp hem bijna op zijn neus. Iets met fight or flight. Door deze actie vliegt zijn telefoon uit zijn handen en buitelt door de lucht. In een split second trek ik mijn hand terug om hem geen blauw oog te slaan terwijl hij al het mogelijke doet om zijn telefoon van een wisse dood te redden. Tegelijk houd hij met zijn andere hand mijn lichaam in evenwicht. Iets wat ik niet verwacht waardoor ik alsnog uit balans raak en bijna van de crosstrainer lazer. 

“Jezus, what the f*ck doe je!?” Is het enige dat ik uit kan brengen. Vriendlief, totaal niet van zijn stuk gebracht brengt zijn telefoon weer naar mijn gezicht. Dit keer sla ik hem niet uit zijn handen maar kijk naar wat blijkbaar niet een uurtje had kunnen wachten. Oké, toegegeven, ik ben wel blij met de foto die ik zie. Iets met een verbetering aan ons bootje. Die binnen afzienbare tijd weer in het water ligt. Mijn hartje is overigens nog steeds bezig met het maken van salto’s in mijn borstkas. Dus ik neem direct maar een korte break. 

Als ik weer alleen ben en mij verzekerd heb dat de deur dicht is start ik mijn training opnieuw. Ik train ongeveer 3 keer in de week en inmiddels ben ik enkele weken onderweg. Mijn doel is om naast mijn zinnen te verzetten, mij ook lekker in het zweet te werken, mijn algehele conditie te verhogen en mijn spieren te versterken. Al met al wil ik gewoon beter in mijn vel komen te zitten. Nog iets weerbaarder worden dan ik al ben. En het is gewoon een fijn tijdverdrijf na een dag zittend op kantoor te hebben doorgebracht. 

Overigens train ik, in tegenstelling tot zoonlief, lekker thuis. Hij heeft heel even geprobeerd mij over te halen met hem mee naar de sportschool te gaan. Gelukkig zag hij daar, in zijn eigen voordeel, al snel vanaf. Want met mij kan het natuurlijk nooit normaal, zie eerste alinea van dit blog. Daar zit je als jong volwassene met het kweken van spierbundels gewoon echt niet op te wachten. Dus zeggen we elkaar vaak tegelijk gedag. Hij vertrekt via de voordeur naar de sportschool en ik ga de trap op naar boven, waar ik een kamer heb omgetoverd tot “private gym” 

Toen ik net begon met sporten, nu dus alweer enkele weken geleden, moest ik mij heel erg inhouden om mij niet overal blind in te storen. Doseren is het sleutelwoord. Iets dat ik, nu ik ouder aan het worden ben, door schade en schande heb moeten leren. Ik wil niet na een paar weken alweer met een blessure op de bank zitten. Zoals vorig jaar waardoor ik heel de zomer niet heb kunnen SUPpen of wakeboarden. Ik ben rustig begonnen en voeg iedere week iets toe aan mijn workout. Dat maakt dat ik wekelijks trainingen kan afwisselen en daardoor nog enthousiaster bezig ben. Inmiddels weet ik ook dat het niet het einddoel is dat telt, maar de reis er naar toe.

Obstacle run…

In mijn ene hand heb ik een zak hooi van rond de 12 kg en in mijn andere een verrekte splinter. Die er ingeboord werd toen ik de laatste pluk hooi in de zak propte. De hooibaal, die om logistieke reden heel onlogisch is geplaatst, is alleen via een kleine hindernisbaan te bereiken. Om er bij te kunnen heb ik mij tussen twee andere balen in laten zakken. Hoe ik weer naar boven moet komen vraag ik mij nu dus af. Met wiebelige benen probeer ik mijn evenwicht te hervinden. 

Deze hooibalen zijn normaal zo stevig als een huis. Maar wanneer de touwtjes allemaal doorgesneden zijn en het ook nog eens die baal is waar ik overheen moet om aan het begin te komen dan kan dat best een uitdaging zijn. Na wat klim- en klauterwerk, een vloek links en een uitglijder rechts, lukt het mij om één zak, gevuld en al, mee het hok uit te slepen. Met het zweet op mijn voorhoofd duik ik het hok weer in. Er moeten nog twee zakken gevuld. Vanuit de paddock klinkt er gehinnik. Volgens sommige duurt het te lang….

Ken je die puinruim zakken, van die bigbags? Dat zijn onze hooizakken. Oké ze zijn iets kleiner, maar nog steeds flink aan de maat. Ik sleep zo’n zak achter mij aan en ga vol goede moed de hindernisbaan weer over. Onder het zeil door, op het krukje via de kleine baal, over een grote baal naar de achterkant van het hok. Ik laat mij vakkundig tussen de balen naar beneden glijden en vul opnieuw een zak. Ik zet mijn hand boven op de baal. Wanneer ik afzet zak ik met diezelfde hand tot aan mijn oksel tussen de inmiddels losliggende plakken hooi van diezelfde baal. Mijn goed gevulde hooizak, die ik al bovenop de baal had gekregen, raakt uit balans en dondert over mij heen het “ravijn” in. De hele zakken-vul-exercitie begin van vooraf aan. Uiteindelijk kom ik al hijgend, proestend en met het zweet tot in mijn bilnaad uit dat vervloekte hooihok. Aan iedere hand sleep ik een gevulde zak mee. En die verrekte splinter! 

Ik gooi een zak in de kruiwagen en sjok door de paddock naar achteren. Halverwege wordt mijn pad geblokkeerd door een skippybal van de paarden. Wat the f*ck? Het lijkt hier wel een obstacle run. Achter mij hoor ik hoefgetrappel en als ik mij omdraai staan er 5 pony’s vragend te kijken waarom het wederom zo lang moet duren… Hoewel ik niet met een stopwatch heb staan klokken heb ik er wel beduidend langer over gedaan. Ik slalom mijn kruiwagen om de bal, de mesthopen er achter en de kuil die een van de knollen uitgerekend hier heeft staan graven. Nog voor ik de kans krijg de zak te legen in de daarvoor bestemde ruif wordt er al aangevallen alsof ze dagen niks gevroten hebben. De hongerlappen. 

Echt kei-verrot, neusgaten vol met stof en compleet bezweet neem ik afscheid van mijn veelvraten en keer huiswaarts. Als er nog mensen moeten trainen voor één of andere hardloop, obstacle run of mudmasters gedoe?? Kom dan alsjeblieft mijn voerdienst overnemen. Wedden dat je in no-time een topconditie hebt?! De stoflongen en broekzakken gevuld met hooi en stro krijg je dan van mij. Geheel gratis!!

Wintersport in eigen land…

Nou, volgens mij kan ie wel hoor!! Roept vriendlief vanuit de deuropening. Als een stuiterbal dender ik de trap op om mij om te kleden. Mijn schaatsen had ik een paar dagen ervoor al klaar gelegd in de gang. Schoenen aan, jas van de kapstok. Nog net op tijd denk ik aan mijn handschoenen en graai deze ook nog even uit de la voor ik de deur achter mij dichttrek. Alle kinderen zitten op dit moment nog op school. Lekker rustig dus. 

Terwijl Vriend zijn schaatsen al aan het aantrekken is loop ik heel bedenkelijk een ronde om de sloot. Hij riep wel dat het kon, maar toch vertrouw ik het nog niet helemaal. “Kom je nog?” Roept vriend vanaf het ijs. Ik durf er eigenlijk niet eens met mijn schoenen op. Het ijs kraakt aan alle kanten terwijl hij zijn eerste rondjes maakt. Krakend ijs breekt niet is net zoiets als blaffende honden bijten niet, toch?? Ik blijf wel aan de kant kijken hoe hij straks een wak in schaatst… Na een paar minuten stapt ook hij bedenkelijk van het ijs. Het kraakt toch wel heel erg. 

Ik heb een beter idee. We rijden naar de polder. Daar is een fantastisch natuurgebied dat geen hinder heeft van bebouwing en dus prima is dicht gevroren. Een bijkomend voordeel, de plas is niet zo heel diep. Mocht het mis gaan… Het ijs ligt er redelijk bij. Ook nu kraakt het maar ik voel mij hier veiliger dan bij de sloot achter ons huis. We hebben het hele stuk voor ons alleen. Dat maakt het ook direct een beetje tricky, want waar kun je wel en niet precies schaatsen. Ik blijf veilig aan de kanten. Het is ruim 9 jaar geleden dat ik op het ijs gestaan heb en ik voel mij net Bambi. 

We worden aangemoedigd door een aantal wandelaars. “Wat leuk dat er al geschaatst kan worden!” Roepen ze vanaf de kant. Met gevaar voor eigen leven, dat dan weer wel. Het is dat ik niet kan wachten!! Na nog geen uur houden we het hier voor gezien. De voeten, de onderrug, mijn schenen. Vroeger stond ik hele dagen op het ijs. Nu ben ik na een uur al versleten. Maar wel voldaan!!

We knallen wat foto’s in de groeps-app met de vraag wie er zin heeft om de volgende dag met ons mee het ijs op te gaan. Niet iedereen schaatst of heeft schaatsen maar vanuit iedere familie (die mee zou gaan op wintersport) komt er wel een “afgevaardigde” die kant op. Wanneer de meeste jeugd nog op school zit, staan wij met zijn allen op het ijs. Met of zonder schaatsen. Hoe leuk is dat!! Er stond een straffe wind, er was sneeuw en ijs, we hadden kramp in de pootjes, deden lompe praat en hebben flink gelachen. Yep onze wintersportweek samengevat in 2 uur ijspret. Alleen de koek en zopie (apfelstrudel und schnaps) miste nog. 

Ik stap deze zaterdag zonder spierpijn uit bed. Toen ook de wind nog achterwege bleef stuurde ik weer een berichtje rond. “Wie gaat er mee?” Dit keer waren er ook andere familieleden die zowel op de schaats of met de wandelschoenen aan, mee deden. 

Dit weekend was een ware traktatie, met de mooie blauwe lucht boven ons en het krakende ijs onder de voeten, toch een beetje wintersport tijdens onze wintersportloze week…

 

Voor het eerst op het ijs

What Sup, in de Biesbosch …

Het is midden in de week en we zijn beide een dag vrij. Het vaarseizoen loopt bijna op zijn eind. Dus nu het weer nog goed is besluiten we om er nog even met de boot op uit te gaan. Mijn SUP gaat ook mee. Het is lang geleden dat ik alleen een tour gemaakt heb. Ik ga liever met iemand anders het water op. Zoals de laatste keren. Maar heel af en toe is het fijn om alleen op pad te gaan. Een met mijn gedachte tijdens een work-out in de natuur. 

Onderweg passeren we een paar boten maar eenmaal op onze “eindbestemming” is het ernstig rustig. Op een enkele boot die voor anker ligt en een verdwaalde kanoër na is het er eigenlijk helemaal stil. Het contrast met afgelopen zomer had niet groter kunnen zijn. Toen lagen de strandjes hier vol met alle denkbare boten en was de jeugd uit alle omliggende plaatsen hier te vinden. Overal waar je keek voeren boten en alle steigers waren bezet. Nu dus niemand. 

Vriendlief zwaait mij uit terwijl mijn soloreis begint. De aller eerste ontmoeting is met een schildpad. Hij ligt op zijn gemakt te zonnen op een stronk tegenover de boot. Niet gehinderd door toeristen en waterrecreanten. In totaal kom ik er vier tegen. Waarvan er drie voor mij op de vlucht gaan en in het water springen. Aan de waterkant bloeien de laatste zomerbloemen en overal vliegen de waterjuffers met mij mee. 

Ik heb het nog nooit zo helder gezien in dit deel van de Biesbosch. Op sommige plaatsen is het zeker drie meter diep en nog zie ik de bodem. Zolang ik niet beweeg ben ik geen gevaar voor de vissen. Al snel zie ik ze onder mijn sup door zwemmen. Zodra ik mijn paddel in het water steek schieten ze er pijlsnel vandoor. Wanneer ik hier in de avond zou suppen zou ik waarschijnlijk ook bevers kunnen spotten. Eerder al zag ik hier een ree tussen het riet. 

Dan kom ik op een stuk met heel veel waterplanten. Het zijn er zoveel dat ontwijken geen optie is. De strengen strekken zich als lange tentakels naar mij uit. Als gehypnotiseerd blijf ik er naar kijken terwijl ik er overheen paddel. Ik kan ze bijna horen roepen: kom hier, hier is het mooier!! Ik moet oppassen dat mijn vin er niet in blijft hangen anders lig ik er zeker weten tussen. 

Opeens vraag ik mij af of het beeld er vanuit de hemel ook zo uitziet? Als je naar beneden kijkt zie je een compleet andere wereld. Maar je kunt nooit onderdeel worden van het geheel dat onder je zichtbaar is. Een bijzondere gedachte die nog even bij mij blijft. De familie zwaan haalt mij uit mijn mijmeringen. Ze zijn niet blij met mij, ondanks dat ik nog een flink eind bij ze vandaan ben. Ik kies eieren voor mijn geld en keer om. De ganzen zijn mij liever gezind. Ik krijg van hun een vrije passage naar de overkant van het water. 

Op de terugweg passeer ik lege stranden en nog meer lege aanlegsteigers. Ik zie het helderste water dat ik ooit gezien heb. Wauw, ik realiseer mij opeens dat dit natuurgebied helemaal tot leven is gekomen nu het er uitgestorven is… 

Change of plans… 

Terwijl ik voor de kast sta en mij afvraag wat ik vandaag aan zal gaan trekken hoor ik de wind door de bomen jagen. Ik trek de jaloezieën even snel uit elkaar. Net was er nog een zonnetje en oke, er stond wat wind maar niet zo veel als nu. Even heb ik spijt dat ik mijn geplande middag vol met huishoudelijke klusjes heb ingeruild voor een middag Stand Up Paddelen (SUPpen) met mijn nichtje. Dat wordt afzien ben ik bang. 

Deze middag reizen we af naar de Bergse Plassen in Hillegersberg. Zelf ben ik er nog nooit geweest. Maar op Google Maps ziet het er alvast leuk uit. Het water bestaat uit twee delen. De voor- en de achterplas. Er zitten een aantal watersportvereniging, havens en wat restaurants rond en aan de plas. En het leukste zijn nog wel de eilandjes met vakantiehuisjes op het achterste deel. 

Als we aankomen vinden we zowaar een plekje direct aan het water. Waar we onze boards kunnen oppompen en direct te water kunnen. Het weer is 180 graden gedraaid. Het is zo mogelijk nog iets harder gaan waaien en er vallen zelfs wat druppels. Gelukkig zijn we beide gekleed op wat frisser weer. We laten ons niet kennen en springen op ons board, nadat we eerst onze bidon met drinken vergeten en als we deze eenmaal hebben, weer in het water laten vallen haha. Op aanwijzen van mijn nichtje paddel ik de plas over. Op weg naar rustig vaarwater. Want de achterplas ligt namelijk wat meer beschut. 

We zijn nog geen 500 meter verder of het zweet breekt ons al uit. Ze had niet gelogen. Hoewel er toch nog flink wat stukken water open liggen is het er aangenaam vertoeven. De donkere wolken moeten zelfs plek maken voor de zon die echt zijn best doet om aanwezig te zijn. We doen een rondje om de fontein maar zorgen er wel voor niet al te dicht bij te komen. Met 30 graden een prima verkoeling. Maar nu iets te fris. Daarna gaan we door naar de eerste eilandjes. Omdat we steeds vanuit de wind de luwte weer in paddelen valt het dus reuze mee met de tegenwind.

Ik laat mij verbazen door alle leuke en bijzondere bouwwerken die aan het water staan. Van kneuterig knus naar bouwval met hier en daar een hippie lodge. Sommige mensen hebben er echt een fantastische plek van gemaakt. Compleet met buitensauna, zwembad en tuinkeuken. De enige manier om er te komen is per boot. Aan iedere tuin is dan ook een steiger te vinden met een grote diversiteit aan water-vervoersmiddelen.

Ondanks het weer had ik op een dag als vandaag wat meer volk op het water verwacht. Gelukkig voor ons, want zo hebben we geen last van de golfslag van voorbij varende boten. Alleen op de voorplas is het een drukte van jewelste met zeilbootjes van de zeeverkenners. We doen erg ons best om een gevarieerde route op de kaart achter te laten. Maar wanneer ik bij terugkomst de kaart bekijk zie ik dat we gewoon een heel gedeelte vergeten zijn mee te nemen. Maar ach met 1.5 uur onderweg en 5.5 km op de teller zijn we niet slecht bezig geweest. En toegegeven, dit was uiteindelijk een beter tijdverdrijf dan het huishouden… 

Suppen op de Bergse Plassen

Whats SUP III, Kinderdijk …

Op facebook vond ik een groep met heel veel gelijkgestemden die enthousiast, zo niet enthousiaster, spraken over hun sup-hobby dan ik ooit zou kunnen. Ik las verhalen van diverse mensen die, net als ik, het leuk vinden om te recreëren op het water en tegelijk iets aan hun conditie willen doen. Maar er zijn ook wedstrijdsuppers, clean-up suppers, yoga suppers, suppers met de hond, toersuppers. De lijst is eindeloos. Dagelijks stromen er verhalen en vragen binnen. De geplaatste foto’s zijn erg leuk om te zien, net als de locaties en afgelegde routes die gedeeld worden. 

Via facebook werd ik lid van de afspraken-app voor sup-tochten door heel Nederland. Hoe leuk is dat?! Het duurde dan ook niet lang of de eerste afspraak was een feit. Suppen langs de molens van Kinderdijk. Aangezien Kinderdijk vanaf 2 juni weer open zou gaan voor publiek (Althans, dat was de bedoeling…) besloten we voor die datum nog snel even te gaan. 

Het is zondagochtend en nog geen 09.00 uur als ik de nagenoeg lege parkeerplaats bij Kinderdijk op rij. Voor nu is er in ieder geval plek zat. Ik maak eerst maar eens een verkenningsronde om te zien waar we straks te water kunnen. Er staat redelijk wat wind en ik ben blij dat ik een jasje aan heb. In totaal hebben er zes personen op de uitnodiging gereageerd. Afgezien van wat facebook contact zijn het allemaal onbekenden voor mij. Uiteindeljk blijven we met vier man over. Een persoon bleek zich gisteren al afgemeld te hebben en de ander ging het niet meer redden, want verslapen. Dat mocht de pret niet drukken. Na een korte kennismaking kan het oppompen van de sups beginnen.

Mijn warming-up heb ik er alvast opzitten en mijn jas kan uit. Direct naast onze auto’s is een soort kano aanlegsteiger, dus we kunnen gelukkig makkelijk te water. De heren nemen het voortouw en paddelden direct weg. Terwijl de twee dames eerst nog wat plaatjes willen schieten. Want zeg nu zelf, een mooie blauwe hemel met de molens als decor terwijl je er op enkele meters afstand langs paddelt is niet iets wat je dagelijks mee maakt.

De heren vragen zich af waar we blijven dus zetten we er de vaart in. Ik kom voorop te liggen en vanaf daar paddel ik met een van de heren verder. We raken in gesprek over lessen en techniek. Ik krijg wat handige tips die ik direct kan toepassen. We zetten even flink aan voor een sprint, maar hij is veel te snel voor mij. Na een honderd tal meters moet ik hem laten winnen. Als we de bocht door zijn komen we een aantal andere suppers tegen. Helaas hebben we flinke wind tegen. Zoveel zelfs dat we besluiten om halverwege te keren. Dat maakt de terugweg een stuk aangenamer. Er wordt nog een keer van paddels gewisseld om te testen of carbon echt lichter is en verder kletsen we heel wat af. 

Als we eenmaal bij het beginpunt zijn aangekomen (waar het inmiddels rete druk is!!) hebben we iets meer dan 6 km afgelegd in een kleine 1.5 uur tijd. Ik heb een geweldige tocht achter de rug, nieuwe mensen leren kennen en wat handige tips meegekregen. We wonen redelijk bij elkaar in de buurt, dus we zullen vast nog eens vaker met elkaar op sup-date gaan. 

 

Suppen langs de molens van Kinderdijk