Party time…

Januari een depressieve maand? Niet voor mij. De maand stond in het teken van feestjes. Het is lang geleden dat ik er zoveel heb bijgewoond of heb meegevierd.

Het begon met een gezellige high tea in het tuincentrum een stad verderop. Dit feestje was voor mijn zus die als eerste jarig was deze maand. Het weer was troosteloos. De wind sloeg de regen tegen de kas. Maar omdat wij binnen zaten, waar het warm en gezellig was, klonk het extra knus. Bijna drie uur lang probeerden we diverse soorten verse thee terwijl we de ene na de andere versnapering aten. We begonnen met de hartige broodjes, gevolgd door overheerlijke wraps en we eindigden bij de cakejes, donuts en muffins. Veel te veel natuurlijk. We kletsten gezellig bij en sloten de middag af met een wandeling door het tuincentrum. 

De verjaardag van mijn tante werd thuis gevierd. Met een huiskamer vol visite aten we, ondertussen luidkeels zingend, slagroomtaart. De taart was zo groot dat sommige zelfs wel twee stukken aten. Het was leuk om bij te kletsen met ooms en tantes die ik al even niet meer gezien had. Er werd zelfs een foto album met hele oude foto’s te voorschijn gehaald. Verjaardagen en nostalgie gaan hier altijd hand in hand. 

Het biergarten feest dat mijn neef voor zijn verjaardag organiseerde volgden in het zelfde weekend. Het was droog en windstil, gelukkig maar want alles was buiten. De temperatuur daalde langzaam naar de 0 graden. Dat gaf het complete feest een extra wintersporttintje. Verspreid door de tuin stonden kachels en BBQ’s te branden. Later op de avond werden daar de lekkere snackies in opgewarmd en uitgeserveerd. De avond werd afgewisseld met dansen op apreski muziek om warm te blijven, biertappen om de dorst te lessen en heel veel lachen met elkaar. Een toffe avond die ik niet had willen missen. 

Tussendoor aten we op het werk diverse keren gebak. Want we hadden een jubileum te vieren met collega’s. Er waren er die het al een paar jaar volhouden bij deze baas. (5) En er zijn er die het al heel veel jaren volhouden (35). Hoe gezellig is het om stil te staan bij dit moment en anekdotes van even geleden of van heel lang geleden de revue te laten passeren. Ook daar zei ik geen nee tegen. 

Dan hadden we nog de verjaardagen die we graag hadden willen vieren maar die niet meer gevierd worden. Lieve Opa, Ma en oom Ray. Ik hoop dat ze in café ’t Hemeltje de slingers hebben opgehangen en er uitbundig is getoast.

Mijn nichtje vierde haar 30e verjaardag. Hoewel ze zelf trouwens nog niets afwist van dit feest. Haar vriend organiseerde een surpriseparty. Daar ging de nodige organisatiestress aan vooraf. Maar het moet gezegd: hij had het prima geregeld. De locatie, ergens in Delft, was erg gezellig. De ruimte was compleet versierd met ballonnen, slingers, muziek, bediening met lekkere hapjes en uiteraard drank in overvloed. Mijn nichtje, die dacht dat ze uit eten ging, werd geblinddoekt naar de locatie gebracht en trof daar vrienden en familie. Een geslaagde avond!!

Januari bracht feest en gebak. Ik ben bang dat dit in februari kleinschalig wordt voortgezet. Met hier en daar een feestje en een etentje. Ik denk dat ik maar een extra rondje sporten ga inlassen. 

Graas-retraite…

Het huis is schoon, de boodschappen zijn gehaald. Op het werk loopt een en ander op rolletjes. Kortom alles is aan kant. Wanneer dit letterlijk en figuurlijk zo is dan heb ik rust. Innerlijke rust. Vaak wanneer ik dit gevoel ervaar zijn de dingen die ik daarna doe ware cadeautjes. Ik geniet er dan meer van. Kom nog meer tot rust of beleef alles intenser. Alsof er meer ruimte is om het toe te staan. Zoals deze zaterdagmiddag. 

Oké, toegegeven. Het weer speelt vandaag natuurlijk ook een grote rol. Want na alle barre kou en de vele regen die is gevallen is er eindelijk weer zon. De blauwe lucht en het ontbreken van de wind maken het fijne plaatje compleet. Vriendlief is naar de voetbal maar daar heb ik mijzelf nog steeds een break van gegeven. Soms mis ik het wel. Maar gevoelsmatig is het nog niet de tijd om het weer op te pakken. Wat ik wel doe is mijzelf in mijn paardenkloffie hijsen en ik ga naar stal.

Een smerig paard staat mij op te wachten. Het is dat hij een deken omheeft. Anders hadden we eerst door de “wasstraat” gemoeten. Hij gunt mij geen tijd voor knuffels. Die moet ik maar bewaren voor op locatie. Op de een of andere manier weet hij altijd wanneer we datgene gaan doen waar hij zoveel plezier uithaalt. Ik laat hem los uit de paddock en al lopend naar het hek doe ik hem zijn halster om. Met een borstel in mijn hand lopen we van stal. 

Dit weer trekt mensen naar buiten. Wandelaars, fietsers, ruiters, hardlopers, iedereen neemt het er van. Zelf zoek ik een stuk gras op waar niet veel mensen komen. Dat geeft de rust die ik nu al zo ervaar nog meer de ruimte. Poownie draaft naast mij mee en zodra ik stil sta duikt hij naar de grond opzoek naar verse grassprieten. 

De lekkerste sprieten staan uiteraard het verste weg dus we moeten er wel wat stappen voor zetten. Ondertussen borstel ik zijn teddyberen vacht. Deze begint hier en daar al los te laten en voor ik het weet zit ik ook onder de haren. Als het poetswerk er opzit houdt ik de wacht op aanstormende blaffende “grasmonsters” die gelukkig uitblijven. Ondertussen laat ik mij meevoeren op het graasgeluid van Poownie. Het vermalen van het gras tussen zijn nog resterende kiezen werkt namelijk hypnotiserend. 

De zon verwarmd mijn vermoeide spieren die ik deze ochtend in de sportschool flink aan het werk heb gezet. Heel even sluit ik mijn ogen en ik kan mij helemaal overgeven aan het hier en nu. Lekker ontspannen. Ik laat mij leiden door Poownie. Zijn neus vind de beste grashalmen. Ondertussen hoef ik alleen maar te zijn…. Niet denken. Niet piekeren. Niet sporten of bewegen om warm te blijven. Niet praten. Gewoon alleen maar ademhalen en er zijn.

Samen struinen we het hele grasveld af en na een uur staan we weer voor het hek op stal. Ook hier is het vredig en stil. De zon begint langzaam aan zijn retour. Hij heeft zijn best weer gedaan vandaag. Poownie krijgt een vervroegt avondmaal en staat vervolgens midden in de paddock met zijn ogen dicht op rust. Voldaan, net als ik. Ik denk dat ik dit soort momenten onze “graas-retraite” ga noemen. 

Krijgers van stal…

Op iedere stal waar Poownie en ik gestaan hebben waren ze er, stalkatten. Waar we nu staan hadden we die niet. Ik zeg met nadruk hadden… Want inmiddels hebben we ze wel. Niet één, maar drie. Of eigenlijk maar twee en één die alleen langskomt als ie zin heeft. Juist met die laatste is het allemaal begonnen. 

Op een middag, toen ik klaar was met mijn stalklussen en op het punt stond om naar huis te gaan stond er opeens een witte tijger op het terrein. Uitgemergeld, vuile ogen, happen uit zijn oor en de meest trieste blik die ik ooit bij een kat had gezien. Als ik een stap in zijn richting deed, liep hij bij mij vandaan. Dus besloot ik in het zonnetje te gaan zitten en zijn vertrouwen te winnen. Een halve middag en centimeters schuifwerk verder had ik een kleine overwinning geboekt. 

Heel voorzichtig mocht ik hem achter zijn kapotte oor aaien. Meer liet hij niet toe. Meer durfde ik ook niet aangezien zijn poten groter waren dan die van een gemiddelde huiskat. Vanaf dat moment kwam hij dagelijks bij ons over de vloer en konden we hem steeds makkelijker benaderen. Dat we hem voer gaven speelt ook een rol. Bij ons vond hij een fijne plek om bij te tanken. Met heel veel engelengeduld mochten hem ook verzorgen. Zijn vervilte vacht werd geknipt, de teken verwijderd en ogen schoon gemaakt. Zijn trieste blik bleek alleen voor de show. Hij is letterlijk een pussy. 

Kennismaking met kat twee was in de winter. Toen ik met mijn hoofdlamp aan over het terrein liep en van onder (!) de keet twee oplichtende ogen naar mij zag loeren. We schrokken zo van elkaar dat het dagen duurde voor hij zich weer liet zien. (en ik naar de onderkant van de keet durfde te kijken…) Het dier was zo schuw als de nacht en liet zich alleen maar zien als hij dacht dat wij niet keken. Waar hij vandaan kwam was ons niet bekend. Maar al snel kreeg hij in de gaten dat het op stal een waar walhalla is. Eten, aandacht en een heerlijke slaapplek. Kat één komt en gaat. Terwijl deze kleine krijger een blijvertje is. 

De start van het weideseizoen bracht ons kat nummer drie. En, zo kwamen we later achter, is het zusje van twee. Na wat aarzelende miauwen kwam ze uit het hoge gras tevoorschijn. Een schatje en heel aanhankelijk. Zo erg dat ze met ons mee terug naar stal liep en niet meer is weggegaan. Ze kent de polder op haar duimpje en hobbelt altijd met ons mee. Van stal naar de wei en terug. Voor een wandeling door de polder en zelfs bij een graassessie in het donker op de late avond zit ze als een waakhond naast mij in het gras. Ze is de brutaalste van het stel en bewoont onze “keet” alsof het haar eigen huis is.

Inmiddels is ook duidelijk waar broer en zus eigenlijk thuishoren. De eigenaar is op de hoogte gebracht en besloot, na haar verhuizing met de paarden, de katten bij ons op stal achter te laten. Voor ons een mooie aanwinst. Het zijn drie totaal verschillende katten met bijzondere karakters. Ze zorgen voor veel hilariteit, speelse uren en vele warme knuffelmomenten. Een bijkomend voordeel, ze houden de boel ook nog eens muis-vrij.

Zomaar wat foto’s geschoten door stalgenoten 😻

Biologisch oorlog voeren…

Ik spot hem met mijn rechteroog en vang hem met mijn linkerhand. Donders, dit is niet best! Ik controleer de keuken op rottend fruit. Alles is schoon. Daarna inspecteer ik de planten. Stuk voor stuk. In eerste instantie zie ik niks. Ik tik tegen de bak om voor wat opschudding te zorgen. Bingo, er kruipt iets tegen de stam omhoog. De indringer is heel klein maar zit op een plek waar ik hem liever niet zie. Ik heb hem veel liever in de keuken op een rotte banaan of zo. Mijn planten worden langzaam opgevroten door rouwvliegjes.

Van mijn collega krijg ik de tip om de planten te voorzien van een laag zand. Omdat het er nog maar heel weinig zijn wil ik deze tip wel proberen. Het is immers de minst ingrijpende handeling. Ik duik de schuur in en vind een zak met zand. Voorzie de planten van een laagje en stamp het goed aan. Dit zou verstikkend werken. Voor de larven en de vlieg uiteraard. Vriendlief vind het er zelfs leuk uitzien. “Of we ze ook kunnen versieren met steentjes en schelpen?” Nou dat was ik niet echt van plan. Ik wil gewoon op een eenvoudige manier van die vieze vliegjes af! Daar komt bij dat de planten in huis eindelijk in leven blijven en goed groeien.

Na een paar dagen zie ik geen vliegjes meer. Het zand lijkt te helpen. In ieder geval voor een week of twee. Dan zijn de vliegjes in alle hevigheid terug. Ik moet dit grondiger aanpakken maar zie het niet zitten om al mijn planten van nieuwe aarden te voorzien. Met gif werken zou het snelste zijn maar dat wil ik niet. Ik zoek iets dat vriendelijker is. In het verleden heb ik gebruik gemaakt van aaltjes. Dus ook nu val ik terug op deze harde werkers. Ik bestel mijn eigen biologische leger. 

Binnen twee dagen valt er een doosje op de mat. Ik haal er een zakje gevuld met wit poeder uit, alles niet groter dan de palm van mijn hand. Bizar. Nog gekker vind ik dat dit werkt. Ik los de kleine rakkers op in een liter water. Roer ze flink door elkaar om ze wakker te schudden. Want al die tijd verpakt zitten doet je geen goed. Daarna geef ik mijn planten een slok water en tegelijk loods ik het leger binnen. Het voelt een beetje als het paard van Troje.

De eerste paar minuten is er nog niks te zien. De vliegjes, onwetend als ze zijn, komen en gaan. Ik lach, want ik weet beter! Het zal niet lang meer duren of mijn biologische leger marcheert door de aardlaag opzoek naar hun gastheer (de larve van de rouwvlieg). Of, zo geleerd als ze zijn, gebruiken hinderlaagstragieen om hun gastheer te bereiken. Geen idee hoe maar dat zal hun geheime wapen wel zijn. Gastheer gevonden? Dan dringen ze zich binnen en doden het. Geniaal en fascinerend tegelijk, vind je niet?! Alsof ik naar mijn eigen gearrangeerde horrorfilm kijk. 

Het biologische oorlogvoeren zal een week of twee, drie duren en al die tijd hoef ik ze alleen maar van wat water te voorzien. Goedkoper en onderhoudsvriendelijker kan bijna niet. Als het werk van mijn leger er opzit zullen ze langzaam uitsterven. Sneu, dat wel. Maar ja, het leven van een aaltje gaat nu eenmaal door de aardlaag en niet over rozen.

De beste boeken van 2022…

Mijn boekenkast was het afgelopen jaar goed gevuld. Ik ben, naast lezen, ook begonnen aan luisterboeken. Dat was even wennen. Want voorgelezen worden vergt een andere manier van verbeelding en niet iedere stem is even fijn om naar te luisteren. Maar al snel had ik de smaak te pakken.

Door te lezen en voorgelezen te worden kon ik in totaal 55 boeken van mijn lijst schrappen. Vooral bij saaie klussen zoals staldiensten of strijken kwam ik er achter dat het heerlijk is om voorgelezen te worden. De boeken waar ik totaal geen verwachting bij had bleken echte pareltjes!!

Teun Toebes: Verpleegthuis. Met een broekie op de cover had ik zo mijn bedenkingen maar jeetje, vanaf de eerste bladzijde was ik geboeid. Teun is 21 jaar wanneer hij zijn intrek neemt in een gesloten afdeling van een verpleeghuis. Zijn doel is een betere wereld te creëeren voor mensen met dementie. Hij verteld over zijn ervaringen, vriendschappen en de beperkingen van regelgeving en denkwijzen waar hij tegenaan loopt. Met 1 op 5 is de kans groot dat dit ook jou overkomt. Een eerlijk en hoopvol boek!

Douglas Stuart: Shuggie Bain. Ik moest even inkomen. Maar daarna las het als een trein. De eenzame Shuggie brengt zijn jeugd door in een vervallen sociale huurwoning in Glasgow. Zijn vader, zus en broer verlaten het huis. Hij blijft achter met zijn moeder. Ze is zijn alles en ze hebben alleen elkaar. Maar zijn moeder vind steeds meer heil in de drank. Het boek is ontroerend, verdrietig en tegelijk rauw. Hier en daar herkende ik de pijn en het verdriet van Shuggie. Misschien dat het boek mij daarom zo raakte.

Anya Niewierra & Merel Godelieve: Ook dat nog. Een dagboekroman geschreven vanuit het perspectief van een gescheiden moeder, een millennial in een identiteitscrisis en een hippie oma in een bejaardenoord. De recensies zijn niet allemaal lovend dus met scepsis begon ik aan het voorleesboek. In een woord: geweldig. Meer dan eens lag ik in een deuk! De juiste toon, sarcasme of ontroering op het juiste moment. Geen minuut geïrriteerd, alleen maar vermaakt. 

Nita Prose: Het kamermeisje. Molly, opgevoed door haar oma, is anders en wat ouderwets maar heeft haar hart op de juiste plaats. Ze werkt als kamermeisje in een hotel en is eigenlijk een grijze muis. “Wie ziet nu het kamermeisje?” Tot ze opeens de hoofdverdachte in een moordzaak is. Hoe kan ze daar nog uit ontsnappen? Een ontroerend en hier en daar verdrietig verhaal met oog voor detail.Net als “Ook dat nog” maakte de verhalenvertelster het verhaal beeldend en nog levendiger!!

Delia Owens: Daar waar de rivierkreeften zingen. Wisselende recensies maar ik was toe aan iets nieuws en begon onbevangen en zonder vooroordeel aan dit boek. Ik bleef maar lezen hier en daar een traantje wegpinkend. Prachtig, beeldend boek. Niet te moeilijk, niet te wollig, maar de emoties spatte van de bladzijdes.

Marlies Medema: Papieren paradijs. De cover was voor mij voldoende om te starten met lezen. Anna is uitgehuwelijkt aan dominee Arend van den Brandhof. Het is crisis in Nederland en in 1845 varen ze, geheel tegen de wil van Anna in naar Suriname om daar een plantage te stichten. De reis is afzien en niet iedereen komt heelhuids aan. Bij aankomst wordt al direct duidelijk dat het land een onherbergzame jungle betreft en ziekte overheerst. Het verhaal is gebaseerd op een waargebeurd verhaal en heel fijn uitgewerkt tot een leesbare roman die zeker de moeite waard is.

Bruisend en energievol…

365 dagen liggen achter mij. Het jaar is als een dik boek volgeplakt met mooie belevenissen. Geweldige herinneringen. Spannende momenten. Wat ups hier, wat downs daar. Af en toe een sierlijke droedel in de kantlijn tot compleet doorgehaalde niet te lezen chaos. De titel zou misschien zoiets zijn als: “van alles een beetje”. Klinkt veilig, en dat was het ook. Naast veilig, ook lekker comfortabel. Soms is dat ook goed. Al dobberend in rustig vaarwater de boel observeren. De boog hoeft niet altijd gespannen te staan. 

Nu liggen er 365 dagen als een ongeschreven boek voor mij. De bladzijdes nog helemaal blanco. Hoewel… Hier en daar is al wat geschetst. Een High tea hier een workshop daar. Sommige afspraken heel voorzichtig met potloot, terwijl andere gebeurtenissen met vet fluorescerende stift zijn beschreven. De vakanties zijn namelijk al helemaal rond. De eerste is onze wintersport, deze is met een mooie coole blauwe kleur gemarkeerd. In de hoop op witte bergen met een mooie strakblauwe lucht. En de zomervakantie, op de laatste dag van het jaar geboekt, is geel gemarkeerd. Kijk dat zijn leuke afspraken om het jaar mee af te sluiten en weer mee op te starten.  

Maar dat zijn afspraken voor later in het jaar. Vandaag is de eerste dag van het jaar en dus ook de eerste bladzijde van het nieuwe boek dat ik ga schrijven en beplakken, want ik ben nu eenmaal “old school”. Het voelt schoon, fris en uitdagend. Bijna bruisend zelfs. Alsof ik (al) boven op een besneeuwde bergtop sta. Om mij heen is het het oorverdovend stil en voor mij niks anders dan maagdelijk witte sneeuw. Ik ben de eerste die daar naar beneden mag stuiteren en mijn eigen pad mag trekken.

Uitzicht vanaf een besneeuwde berg met witte boomtoppen.
 

Op naar een bruisend en energievol 2023!! 🥂

In 2022 was …

… het leukste feestje dat van mijn zus en haar werk. Het feest was door Corona al een keer uitgesteld. Het thema was “Happy Together”. Ik had mijn bedenkingen maar Boskalis heeft de verwachtingen overtroffen. De locatie was Ahoy met eetkramen, disco en dansvloeren, entertainment, diverse barretjes, wijnproeverijen en zelfs een heuse kermis werd de vooravond gevuld. Het tweede deel stond in het teken van de voetjes van de vloer met een toffe line up. oa Waylon, Edsilia Rombley, Gerard Jolink, en The Dirty Daddies kwamen voorbij. De hele avond was nogal overweldigend maar super tof.

… mijn boekenkast goed gevuld. Ik las (en luisterde) in totaal 55 boeken. Er zijn zoveel mooie verhalen voorbij gekomen met uiteenlopende genres dat ik besloten heb daar een apart blog over te schrijven. Deze drie sprongen er met kop en schouders boven uit. Waargebeurd en een echte eye opener: “Verpleegthuis” van Teun Toebes. Hilarisch: “Ook dat nog” gevoelig, ingetogen: “Het kamermeisje”. Alle drie een complete verrassing en echte aanraders.

… ons thema verduurzamen. We brachten een aantal aanpassingen aan in huis. Er kwamen zonnepanelen. Gingen voor een deel van het gas en met het starten van de winter testen we hoe koukleumerig we echt waren. Tevens werd het huis van een flinke isoleerlaag voorzien. Er staan nog wat taken op de to-do lijst. Maar die schuiven we naar volgend jaar.

… Poownie tegen alle verwachtingen in zo aangesterkt dat hij een verzorgster kreeg die hem nu wekelijks mee uitrijden neemt.

… het grote afscheid van bed en slaapkamer. Na lang zoeken vonden we een goed matras en nieuw bed. De slaapkamer kreeg een make-over met een hotel chique uitstraling en zo weinig mogelijk prul. De kleuren spierwit & nachtblauw met accenten van goud domineren nu de ruimte en er heerst een serene rust. Er moeten nog wat puntjes op de I gezet worden maar ben er helemaal blij mee.

… de keuken ook aan de beurt. Het bleek dat we eigenlijk heel tevreden zijn met de indeling. Wel moest er iets gedaan worden aan al het loslatende folie op deuren en laden. We besloten de boel te laten schilderen. Nu hebben we een chocolade bruine in plaats van roomwitte keuken. De nieuwe handvatten op deuren en laden en een mooie luxaflex voor het raam maken het helemaal af.

… het druk op mijn werk. Nieuwe directeur, projecten en aanpak. Dat laatste was ook van toepassing op zaken die jarenlang door de vingers werden gezien en wat de groei op meerdere vlakken tegenhield. Het was schokkend en tegelijk bevrijdend toen daar eindelijk iets aan gedaan werd. Het onderzoek kostte een collega (terecht) haar baan. Nu dit achter de rug is kunnen we weer vooruit zonder dat iemand op de rem blijft trappen.

… ik het minst op het water te vinden. Mijn SUP bleef vaker thuis. Mijn fototoestel kwam minder vaak uit de tas en ik plaatste ook maar 41 blogs. Wel heb ik een rondje op natuur ijs geschaatst.

… mijn rug op zijn zwakst. Ik ging er finaal doorheen en heb daar eigenlijk nog steeds last van. Hierdoor maakte ik wel kennis met yoga. Een heerlijke manier van rekken en strekken wat ik nu een paar keer per week met veel plezier doe.

2022 was, met hier en daar een uitschieter, een rustig en mooi jaar. Voor 2023 heb ik energievolle verwachtingen die ik hopelijk ook waar kan maken. Daarover later meer. Bedankt voor alle keren dat jij hier langs kwam en de moeite nam mijn verhalen te lezen. Voor nu wens ik jou een fijn en warm uiteinde van dit jaar en een fantastisch mooi begin van 2023. Tot volgend jaar!

Schaatspret in de polder…

Uiteraard staan er nog een aantal to-do taken op de huishoudelijke lijst voor dit weekend. Maar het weer gooit roet in het eten. Soms moet je gebruik maken van de mogelijkheden die zich voordoen. Zo ook vandaag. Want het is sowieso de laatste dag en het zou zelfs wel eens de laatste keer van het jaar kunnen zijn. Dus duiken we bij het ontwaken direct de vliering op. Snorren onze schaatsen, ijshockeysticks en de puck op uit de wintersporthoek. Met een broodje en koffie in onze mik rijden we naar de polder waar we, hopelijk, onze eerste schaatsstreken van het jaar kunnen maken. 

Onderweg zien we al voldoende mensen schaatsen, glijden en sleeën. Het heeft dan ook flink gevroren afgelopen nacht. Zo erg dat we de auto niet eens open kregen toen we weg wilden rijden. Er zijn er meer die het er nu lekker van nemen. Maar uit voorzorg rijden wij door naar de polder. Want daar is de sloot niet al te diep. Des te meer kans dat het goed dicht gevroren is en mochten we er toch doorheen zakken dan staan we hooguit tot onze knieën in het water. Het is daar leuker en ook niet onbelangrijk, het is er meestal niet druk.

Poownie snapt er niks meer van als we de auto bij stal neerzetten en ik hem vanaf de andere kant van het hek groet. Hij staat mij na te kijken terwijl ik met mijn schaatsen onder mijn arm naar de waterkant loop. Er staan al verschillende mensen op het ijs. Het is zo leuk komt te zien hoe iedereen zich voortbeweegt. De één gracieus en elegant, de ander al stuntelend terwijl hij links en rechts ingehaald wordt door iemand op noren. 

Vriendlief heeft binnen no-time zijn schaatsen onder gebonden. Springt overeind en doet alsof hij nooit anders gedaan heeft. Hij schaatst een stuk, draait om zijn as en gaat in zijn achteruit verder. Maakt wat overstappen links- en rechtsom terwijl hij ondertussen op mij aan het wachten is. Zelf schaats ik al mijn hele leven. Toch voel ik mij de eerste paar minuten altijd een soort Bambi. Maar voor het zover is moet ik eerst van mijn kont af en het ijs op. 

Nou, daar ga ik dan. Ik wankel en wiebel wat. Herstel mijn evenwicht terwijl ik mij al glijdend en schuivend richting vriendlief begeef. We maken een rondje op de plas waar nog twee gezinnen rondjes schaatsen. Na 5 minuten voel ik mijn scheenbeen al. Maar ik klaag niet. Want morgen is het namelijk weer 9 graden. Dus tijd om er lekker een paar dagen voor uit te trekken heb ik niet. De spierpijn die ik morgen ga voelen neem ik voor lief. 

Ik voel mij gaandeweg zekerder worden. Mijn streken worden langer en beheerster. Het lukt mij om over te stappen en achteruit te schaatsen. We kunnen zelfs nog wat “ijshockeyen”. Ooh ik geniet met volle teugen en ben als een kind zo blij. Mijn schenen voel ik niet eens meer. De kramp in mijn kaken des te meer. Ik heb het niet doorgehad maar al die tijd heb ik met een vette glimlach op mijn bakkes op het ijs gestaan. Met vermoeide spieren en heel voldaan trek ik twee uur later mijn schaatsen weer uit. Dit pakken ze ons niet meer af. 

Als herboren…

Het is koud, ik heb mij de afgelopen week de schompes gewerkt en ik ben zijknat geregend op stal. Alles en iedereen inclusief ikzelf, zit mij in de weg. Ik ben op zijn zachtst gezegd licht ontvlambaar. Er lijkt niks te werken om dat gevoel te temperen en dat irriteert mij nog meer. Ik moet echt helemaal ont-prikkelen van alles en iedereen om mij heen en misschien nog wel het meest van mijzelf. Ik duik de sauna in. De ideale locatie om mijzelf terug te trekken en letterlijk te ontdoen van een laag die helemaal niet bij mij pas maar toch al de hele week als een vieze stroop blijft plakken. 

De cabine is nog niet op temperatuur maar ik neem vast plaats. Dit in tegenstelling tot de sauna op onze wintersportlocatie waar ik, wanneer we er zijn, dagelijks een half uurtje lig te “verdampen”. Die cabine is altijd op temperatuur. Zo erg dat je de eerste 5 minuten je neusharen voelt verschroeien als je ademhaalt. Daar heb ik aan moeten wennen. Het is heel tegenstrijdig wanneer je het gevoel hebt te willen ontsnappen aan de extreme hitte en je er tegelijk aan wilt overgeven.

Mijn eerste ingeving was rechtsomkeert te maken. Veel te heet! Maar ik dwong mijzelf te blijven zitten. Mijn ademhaling te verdiepen en er aan over te geven. Het gevoel van de tinteling op mijn huid over mijn hele lichaam verwelkom ik inmiddels. Alsof er duizenden naaldjes op mijn huid prikken. Daarna komt het lome gevoel van niet meer willen bewegen maar voor altijd zo te willen blijven liggen. Direct gevolgd door de zweet uitbraak, soms langzaam, soms snel. Na een minuut of 20 in deze vegetatieve toestand te hebben verkeerd voel ik mij een soort van herboren. 

Naar dat gevoel ben ik nu ook opzoek in mijn eigen huis-tuin-en-zolder-sauna. Deze wordt niet zo heet als die in Oostenrijk. Maar door wat langer te blijven zitten creëer ik het zelfde effect. Ondertussen geniet ik van het schilderachtige uitzicht op de muur tegenover mij. Deze weerspiegelt een vakantietafereel met zicht op de grote oceaan waar schepen voor anker liggen en de havens en dorpjes aan de voet van de berg. 

Ik laat mij meevoeren door de schreeuwende meeuwen boven de vissersbootjes. Ik hoor de golven breken op de rotsen onder aan de berg. Ik zie mensen op het strand heen en weer drentelen naar hun strandbedden en parasollen. Kinderen spelen in het water en gillen wanneer ze door een golf omver worden geblazen. Alsof ik zelf ook met vakantie ben. Meer en meer ontspan ik. De warmte van de cabine doet de rest. 

Dit gevoel komt ergens door en heeft niet alleen te maken met het wisselen van de jaargetijden. Er is heel wat gebeurd op mijn werk. De ongeschreven regel bepaald dat wat op het werk gebeurt ook op het werk blijft. Waar het op neerkomt is dat de “rotte appel” gelicht en met ontslag is. Dat heeft voor, tijdens en na het proces best wat spanningen opgeleverd. Het heeft nog even tijd nodig maar de gemoederen zullen snel zakken en dan kunnen we weer vooruit. 

De vieze strooplaag druipt nu letterlijk en figuurlijk van mij af. Wat overblijft is ruimte om te ademen, rust in mijn hoofd en een bezweet lichaam. Nu eerst lekker douchen om mij daarna weer een beetje als herhoren te voelen. 

Uitzicht vanuit de sauna.

Uit logeren…

Zoonlief werd vriendelijk gevraagd een week bij z’n ma door te brengen. Zodat wij ongegeneerd zijn kamer konden inpikken. “Jullie houden het wel schoon hé!?” Riep hij nog even quasi nonchalant voor hij vertrok. Hihi, schoon?? Het is er al jaar en dag een varkensstal. Dus voor ik mijn spullen verkas ga ik eerst maar eens grondig te werk. Al die tijd geen Corona opgelopen maar zou zomaar een stofallergie kunnen ontwikkelen na één nacht op die kamer. 

De reden van ons verkassen is een kleine verbouwing van onze eigen slaapkamer. Vorige week zijn alle meubels inclusief ons bed opgehaald zodat we dit weekend de boel konden witten en verven. Dankzij het klussen in het huis van zus weet ik dat we dit ook prima zelf kunnen. Volgende week komt ons nieuwe bed en dan is al het kliederwerk alvast achter de rug. 

Nou en daar lig je dan. In je eigen huis maar in een andere kamer en in een ander bed… Het voelt een beetje als een logeerpartij. Ik neem andere geluiden waar, ruik andere geuren. De topnoot is de schoonmaakgeur van zojuist met accenten van wasverzachter en een vleugje parfum van zoonlief.

De kamer is op zolder en heeft een schuin dak. Het regent onophoudelijk. Heerlijk geluid, net als vroeger bij mn moeder. Ik ben het geluid ontwend en het duurt daarom ook even voor ik mij kan laten meevoeren in het hypnotiserende ritme. Wel ben ik blij met het raam dat open staat. Heerlijk die koele lucht langs mijn gezicht terwijl de rest van mijn lichaam warm is ingepakt in mijn schapenwollen dekbed. Op onze kamer hebben we alleen een deur naar het “dakterras” dat wil vriendlief ’s nachts niet open want inbrekers…

Vriendlief komt pas veel later naar boven. Ik ben nog wakker en zie hem laveren tussen alle spullen op de grond en het kleine stukje tussen bed en muur dat ik vrij heb weten te krijgen. We missen 40 cm aan matras. Dat merk ik halverwege de nacht het meest wanneer vriendlief zich omdraait en daarbij eerst het kussen vol in mijn gezicht mept. Gevolgd door armen en benen die mij naar het randje van de afgrond duwen. In tegenstelling tot mij heeft hij er totaal geen moeite mee om te slapen in een ander bed of kamer. Ik duw hem voorzichtig terug en ben blij dat 1 vd 2 in ieder geval een goede nachtrust heeft. 

Inmiddels weet ik ook: haastige spoed is zelden goed. Ook al moet ik nog zo nodig plassen. Midden in de nacht de trap af betekend rustig aan!! Een aantal keer kwam de grond iets te snel te dichtbij. Note to self: gebruik de trapleuning waar deze voor bedoeld is. Niet als reddingslijn om naar te graaien wanneer je per abuis een traptree overslaat. 

Ach, ik klaag hier nu wel, maar je snapt dat het heel fijn is dat we een kamer met bed “over” hebben. Het had uiteraard ook anders gekund. Een week lang in de woonkamer op een luchtbed bivakkeren bijvoorbeeld. Dan was het niet uit logeren maar kamperen. Zonder marshmallows en kampvuur weliswaar. Dus zo slecht heb ik het nu ook weer niet. Wel ben ik heel blij als deze week achter de rug is en de verfspullen opgeruimd kunnen worden. Project “slaapkamer” is bijna af.