Na een nacht waarin ik geen oog heb dichtgedaan, sleep ik mij dodelijk vermoeid en met verkrampt lichaam mijn bed uit. De appjes van de dames van stal stromen binnen. Mijn ogen zijn opgezet van het huilen en ik voel mij hol en leeg. Daarnaast is het heel stil om mij heen. Alsof de onzichtbare draadjes waarmee ik met Poownie in verbinding stond letterlijk zijn doorgeknipt.
Met een aantal dames spreek ik af om al vroeg in de ochtend naar stal te gaan zodat we met elkaar afscheid kunnen nemen van mijn topper. We komen tegelijk aan en alleen al hen zien zorgt ervoor dat ik vol schiet. Het doet mij zo goed dat ze de moeite nemen om een laatste groet te brengen aan Poownie en tegelijk mij tot steun willen zijn. Na een uurtje nemen we afscheid van elkaar en blijf ik alleen met Poownie achter. Ik begraaf mijn gezicht nog eenmaal in zijn wollige vacht. Snuif zijn oh zo bekende geur op en huil nog even de longen uit mijn lijf. Daarna neem ik de tijd om zijn manen te kammen en knip een stuk af als blijvende herinnering.
Niet veel later komen er nog twee dames op stal aan. We besluiten de paddock open te zetten zodat de paarden uit de kudde de mogelijkheid hebben ook een laatste groet aan Poownie te brengen. Al snel komt het eerste paardje naar voren. Met voorzichtige stappen loopt het op mij af. Alsof ik gecondoleerd word met mijn verlies. Daarna loopt ze door naar Poownie. Besnuffeld hem. Duwt haar neus tegen zijn hoofd alsof ze daadwerkelijk een laatste groet komt brengen. Na nog een keer langs mij gelopen te hebben verlaat ze de paddock.
Mijn ogen vullen zich met tranen als ik daarna zie dat de paarden een voor een naar voren komen. Het ene dier snuift wat lucht op. Begroet Poownie en verlaat daarna de ruimte terwijl het andere dier er alle tijd voor neemt. Ook ik word door geen enkel paard overgeslagen. Stuk voor stuk duwen ze hun neus in mijn handen of schuren ze even tegen mij aan. Mijn verdriet is ook hun verdriet. Ik voel en merk in alles dat niet alleen Poownie maar ook ik onderdeel uitmaak van deze kudde. Het hele proces raakt mij. Het is zo bijzonder om te zien hoe ze op hun eigen manier omgaan met dit verlies. Poownie krijgt op deze manier een waardig afscheid van zijn kudde, waarbij de lucht meermaals gesierd wordt door een regenboog.
Iedereen op stal is zo lief voor mij. Ik voel mij door hen gedragen en het rauwe randje van verdriet wordt hierdoor wat verlicht. Ook de avond ervoor, toen Poownie aangaf dat het niet meer ging waren er twee kanjers die Poownie en mij in alles begeleid hebben. Een ware steun op een moment waarop ik niet alleen kon en wilde zijn. Poownie had op geen betere stal kunnen staan en ik had het niet beter kunnen treffen met deze dames als stalgenoten.
Begin van de middag is het zover. De “rouwauto” rijd voor en Poownie wordt opgehaald. Zijn ziel was reeds vertrokken. Zijn lichaam maakt nog eenmaal een laatste reis. De wagen rijd weg met aan de lucht een mooie regenboog.






