De kracht van kou…

Een stukje verder dan waar wij vakantie vieren ligt Erpfendorf. Drie huizen, een kerk en een mesthoop. Meer is het niet. Wanneer je de hoofdstraat binnen rijd is het alsof je terug gaat in de tijd. Eenvoud en rust. Wat ze daar ook hebben is een Kneippanlage. Dat is een natuurlijke wellnessplek in de buitenlucht, gebaseerd op de inzichten van Sebastian Kneipp, een 19e-eeuwse priester en natuurgenezer. Hij ontdekte dat koud water een helende werking heeft en ontwikkelde een methode waarbij water, beweging, kruiden en balans in het dagelijks leven centraal staan. Wat ooit begon als een manier om zijn eigen gezondheid te herstellen, groeide uit tot een levensfilosofie die vandaag nog steeds miljoenen mensen inspireert.

De Kneippanlage ligt verstopt achter de charmante kerk St. Barbara. Zodra we daar het pad aflopen, stappen we in een kleine oase van rust. Er is een voetenbad gevuld met ijskoud bronwater, een blotevoetenpad vol verschillende structuren en geuren, en bankjes die uitnodigen om even stil te worden. De kruidentuin met munt, salie en tijm prikkelt mijn zintuigen terwijl ik stap voor stap verder ga. Alles om me heen ademt eenvoud en natuur: de bergen, de frisse lucht en het heldere water nodigen me uit om even helemaal te relaxen en los te laten.

We lopen om het bad heen en maken het ons gemakkelijk. In het park is verder helemaal niemand. En dat terwijl het hoogzomer is met een strakblauwe lucht en een graadje of 28. Dit is de ideale locatie om te relaxen en af te koelen te gelijk. Veel beter dan het overdrukke en volle zwembad met gillende en krijsende kinderen in het dorp. Hoewel je niet moet denken dat je even heerlijk kunt plonzen in het kneippbad. Want dat is nu juist net niet de bedoeling en wil je ook helemaal niet want te koud.

De bedoeling van kneippen is verrassend eenvoudig, maar juist daarin zit de kracht. Je stapt met blote voeten in koud bergwater en tilt je knieën hoog op, alsof je een ooievaar nadoet. Door de kou trekken je bloedvaten even samen en daarna verwijden ze zich weer. Dit stimuleert de doorbloeding, geeft je immuunsysteem een boost en laat spanning uit je lijf wegstromen. Zodra je het water uitstapt, voel je warmte en energie door je benen stromen. Het contrast van koud water en de (pijnlijke) prikkels van het blotevoetenpad maakt dat je lichaam wakker schud en je pijngrens wordt opgezocht, zich herpakt, alsof je een natuurlijke reset krijgt. (Maar eerst drie keer een error want &☠️*$☠️%$ koud!!)

We liggen nog geen 5 minuten of het park stroomt vol met wielrenners. Ze houden een korte pauze en een enkeling waagt zich in het koude water. Na een kwartier verdwijnen ze weer en laten ons in rust achter. Er blijft een oudere vrouw achter die rondje na rondje loopt. Dit heeft ze vaker gedaan. Ik kom in eerste instantie niet verder dan de eerste twee treden van het trappetje. 

Waarom het zo verfrissend is? Omdat het niet alleen lichamelijk werkt, maar ook mentaal. Het koude water maakt je direct wakker, haalt je uit je gedachten en brengt je helemaal in het moment. Je voelt (niks meer), je ademt, je ervaart (vreselijke kou). Het is alsof je lichaam en geest samen besluiten: we beginnen opnieuw. In de eenvoud van een paar stappen door het water ontdek ik telkens weer hoe de natuur de beste therapeut kan zijn. Had ik al gezegd dat het water koud was? 

Königssee, waar de tijd trager loopt…

“Als je er dan toch bent, bezoek dan ook de Königssee. Dat is zeker de moeite waard.” Zei mijn collega een van de laatste dagen voor mijn vakantie. Dus plande we een bezoek in. Omdat het wel echt een toeristische trekpleister is, en hoog zomer, zijn we gebonden aan vooraf kaartjes kopen met een tijdsslot. Het maakte voor ons niet uit welke dag het zou worden want op alle dagen van de week is er prachtig weer voorspeld. 

De Königssee ligt in Duitsland en om er te komen moeten we een klein uurtje toeren. Dat is helemaal geen straf. De weg voert ons door de bergen en we hebben de prachtigste uitzichten en doorkijkjes. Voor we het weten staan we op een parkeerplaats a la Efteling. Met rijen en rijen auto’s. Ik schrik er zelfs een beetje van. Gelukkig zijn we vroeg en vinden vooraan nog een plekje. Er is in de omgeving nog heel veel meer te doen, dus eenmaal van de parkeerplaats af verspreid de drukte zich.

De Königssee is een gletsjermeer dat al duizenden jaren bestaat en nog altijd even helder en krachtig is. Het is ontstaan in de laatste ijstijd, zo’n 10.000 jaar geleden. Het water is kraakhelder en ijskoud, gevoed door smeltwater en omringd door steile bergen. Het meer is ruim 7,5 kilometer lang en bijna 200 (!) meter diep. Königssee betekent letterlijk ‘Koningsmeer’. Lange tijd was dit gebied eigendom van de Beierse koninklijke familie, de Wittelsbachs. Zij gebruikten het als jachtgebied en besloten het streng te beschermen. Pas in de 20e eeuw werd de toegang open gezet voor bezoekers.

Een boottocht over de Königssee is een ervaring op zich. Niet alleen vanwege het uitzicht. Halverwege houd de boot stil en de kapitein tovert een trompet te voorschijn. Het deuntje dat hij speelt weerkaatst spectaculair tussen de rotswanden. Ooit was dit een communicatiemiddel voor vissers en jagers, nu een klein cadeautje voor ons.

Wat het verder nog zo bijzonder maakt, is dat er al sinds 1909 alleen elektrische boten varen. Geen lawaai, geen stank, geen olie in het water. Alleen stilte, golven en natuur. Daarmee was dit gebied zijn tijd ver vooruit, een keuze die ervoor heeft gezorgd dat de Königssee nu nog altijd één van de schoonste meren van Europa is. En nog steeds varen de boten elektrisch, of worden ze met pure menskracht voortbewogen.

Midden op het meer ligt St. Bartholomä, het kerkje met de rood-witte torentjes dat al sinds de 12e eeuw bezoekers verwelkomt. Een heilige plek die alleen per boot bereikbaar is. Verderop, bij het eindpunt Salet, ligt het Obersee-meer. In de verte stort de Röthbachwaterval 465 meter naar beneden en is de hoogste van Duitsland. Wij kiezen ervoor om niet helemaal naar de waterval te wandelen, maar gewoon te genieten van de plek zelf. Even zitten, kijken, ademen. Soms is dat genoeg.

Al in de 19e en 20e eeuw trokken schilders en dichters hierheen om het magische licht en de serene stilte vast te leggen. En dat snap ik wel, zodra je van de boot stapt, voelt het alsof je in een schilderij bent beland. De Königssee en Salet zijn plekken die je niet zomaar van je afschudt. Het is niet alleen de natuur, het is de rust, de historie en het gevoel dat de tijd hier op de een of andere manier trager loopt.

Mijn collega had helemaal gelijk. Het was meer dan de moeite waard om daar een dag aan te besteden. 

Grießbachklamm…

Na onze vakantie in 2017 wilde ik deze wandeling graag nog eens maken. Maar ja, we zijn over het algemeen alleen in de winter hier. Dus toen onze zomervakantie dit jaar naar Oostenrijk ging stond hij hoog op mijn lijstje. De Grießbachklamm. Het is volgens Tiroolse begrippen een van de mooiste wandelplekken. Nu is mijn referentiekader wat wandelplekken betreft geen goede graadmeter, maar ik sluit mij wel aan bij deze mening. De Grießbachklamm is een, als je het zo kunt noemen, sfeervolle kloof waar helder bergwater langs de rotsen stroomt.

Voor iedere natuurliefhebber is er een route. Zelfs voor de totaal-niet-wandelaars. De kortste route is 3 km. Terwijl je door de kloof wandelt waarbij hoge rotspartijen je omringen en het water naast je over de rotsen en door de kloof klatert, heb je er geen idee van hoeveel meter je ongemerkt aflegt. De smalle paadjes, ruige rotsen, houten vlonder-delen en de hangbruggen die je passeert maken het helemaal compleet. De 3 km is zo voorbij. Voor de mensen die wat meer aan kunnen is er nog een route van 6 km en de echte “diehard” wandelaars kunnen hun hart op halen met de route van 10+ km. 

Aangezien wij de conditionele gesteldheid hebben van een “telefoon met maar 5% batterij” besluiten we wijselijk om de kleine ronde, van 3 km te lopen. Die start praktisch al op de parkeerplaats. Het pad slingert door een idyllisch decor: kabbelende beekjes en het zachte ruisen van de bomen maakt van de start al een goed begin. We zijn redelijk op tijd en het is nog niet extreem druk. Ook nu ben ik daar wel blij om. Ik heb al het moois nog niet gezien maar geniet nu al met volle teugen. 

De weken ervoor heeft het hier flink geregend. Ik was er vanuit gegaan dat het daarom een flink watergeweld zou zijn. Maar dat is niet het geval. We kunnen zelfs tot aan het water komen en als we zouden willen naar de overkant waden. Het water is mij iets te koud dus ik blijf op veilige afstand. Maar boys will be boys, dus vriendlief springt van rots naar rots en klautert behendig over een stapel stenen. 

Ongeveer veertig jaar geleden werd de kloof voor wandelaars toegankelijk gemaakt. Maar de natuur heeft hier haar eigen wil. Meerdere keren werd de route beschadigd door overstromingen, met 2012 als zwaar dieptepunt. Toch kwam er telkens herstel, met materialen uit de omgeving en met oog voor harmonie. In 2013 werd de Grießbachklamm opnieuw opgebouwd. Wat raadplegen leerde mij dat dat de opbouw volgens Feng Shui-principes is opgebouwd. Als wandelaar zou je het gevoel kunnen krijgen dat elke bocht, brug en rustplek in balans voelt. Ik was misschien iets te verwonderd door alles om dit zo te ervaren. 

Toen hoogwater de klamm bijna een jaar geleden opnieuw trof, gebeurde er iets moois: binnen acht weken waren de hangbruggen, stegen en het barfußpad (blotenvoeten pad) door de bewoners weer hersteld. Omdat wij de kleine ronde gelopen hebben, zijn we jammer genoeg niet langs het barfußpad gekomen. Dat is een breder open stuk met zandbanken waar je heerlijk met je blote voeten door het steenkoude water kunt waden. Een goede reden om nog eens terug te komen en de langere route te wandelen. 

Door de bergen…

Onze wintersportvakantie speelt zich al een aantal jaar in hetzelfde gebied af. Dat is fijn voor de mensen die niet mee de berg op gaan of voor de mensen die eerder willen stoppen. Er is bij ons in het dorp namelijk van alles te doen. Zwembad om de hoek, een sauna in het hotel, gezellig dorpje en een heuse bierbrouwerij. Voor ieder wat wils. De pistes zijn in deze periode voornamelijk wit. Dat is tijdens deze zomervakantie wel anders. De bergen tonen zich in alle tinten groen en de weidebloemetjes staan in al hun pracht en praal te schitteren. 

Wanneer we in Oostenrijk arriveren miezert het en de bergen zijn in nevelen gehuld. Zodra de koffers zijn uitgepakt en we een klein hazenslaapje gedaan hebben, wordt het tijd om het dorp in te trekken. Op de terugweg is het een beetje opgeklaard en we besluiten het weggetje langs een van de pistes op te rijden. Het is dat er een aantal herkenningspunten op de berg staan, zoals sneeuwkanonnen, een restaurant en een of ander afbraakschuurtje. Maar anders zou het voor mij totaal onherkenbaar zijn als skipiste. 

In de winter lijkt de piste vaak heerlijk uitnodigend: witte banen waar je soepel vanaf glijdt. Maar nu staan we voor een groene, toch best wel steile wand. Ik verbaas mij erover dat dit hetzelfde stukje berg is waar ik in de winter zonder moeite vanaf kom. Nu zie ik ineens alle details: de glooiingen, de richels, de schaduwen. Het oogt meteen veel indrukwekkender. Oké, in de winter kijk je vooral naar het stukje voor je, en nu zie ik de hele piste in één keer, van beneden tot boven. De sneeuw vlakt alles een beetje af en geeft het gevoel van een zachte glooiende deken. 

Na dit stukje gezien te hebben, besluiten we vandaag de andere pistes te bezoeken. De zon staat hoog aan de hemel en dat maakt het direct ook een stuk vriendelijker dan de mist op de eerste dag. Met de auto is het even zoeken welke bergweggetjes naar boven leiden. De geasfalteerde weg houdt na enige tijd ook nog eens op. We rijden haarspeldbocht na haarspeldbocht op kiezelpaadjes. We gaan alsmaar hoger en ik ben steeds meer onder de indruk van de vallei onder mij. 

Plots staan er koeien op de weg en rijden we over roosters en door poortjes met stroom. Ik vraag mij af of we wel goed zitten. Maar als ik in de verte een hele stroom fietsers, wandelaars en nog een aantal auto’s zie maak ik mij daar niet langer druk om. Dan doemt plots het hotel op waar we altijd langs skiën. Ik ben heel blij dat we dit deel “overleefd” hebben en dat ik eindelijk iets herken. We worden vriendelijk ontvangen en drinken koffie op het terras met een fantastisch uitzicht. 

Even overwegen we om te blijven zitten. Het uitzicht, de zon op ons gezicht, de koeienbellen die in de verte rinkelen en de berglucht in onze neus geven ons het gevoel klein te zijn in iets oneindig groots. Toch besluiten we nog een stukje hoger de berg op te rijden. Bijna aan de top stuiten we op een wegversperring en moeten we het hele stuk weer naar beneden. Maar eerst nemen we de tijd om te genieten van de vergezichten en van het stukje piste dat nu groen is in plaats van wit.

Castrum Caofstein…

We rijden er ieder jaar minstens één keer doorheen. Maar daar blijft het dan ook bij. Er valt op dat vroege tijdstip nog niet veel te zien en na een reis van ongeveer negen uur zijn we blij om op onze plek aan te komen. Voor mij was Kufstein niet meer dan een stip op de kaart, een plaats waar we de grens overgaan naar Oostenrijk. Maar meer ook niet. Tot nu!! 

Kufstein is een fascinerende stad in Tirol, Oostenrijk en vlak bij de Duitse grens. Ik dacht altijd dat dit een soort minidorpje was maar het blijkt met 19.223 inwoners gewoon een compacte stad te zijn. Voorzien van een rijke geschiedenis en dat is precies waar ik dol op ben. Dus toen we na een dagje acclimatiseren uitgerust waren besloten we terug te rijden en het stadje met zijn burcht te gaan verkennen. 

In het hart van de stad, hoog op een rots boven de rivier de Inn, torent de burcht uit als een stille getuige van eeuwen strijd, macht en verhalen. Ooit, in 1205, stond hier het ‘Castrum Caofstein’, in handen van zowel bisschoppen als hertogen. De muren zagen hoe politieke intriges en huwelijken hun stempel drukten op het lot van het kasteel. In 1342 werd de burcht zelfs een huwelijksgeschenk aan Margarethe “Maultasch”, de eigenzinnige hertogin van Tirol. Haar bezit was echter van korte duur, want in 1504 verscheen keizer Maximiliaan I voor de poorten, gewapend met reusachtige kanonnen, waarvan er nog steeds een hoop te bezichtigen zijn. 

De muren hielden niet stand en de burcht werd versterkt tot een onneembaar bolwerk. Met muren die tot wel zeven meter dik waren. Door de eeuwen heen wisselde Kufstein regelmatig van eigenaar. Beierse troepen, Oostenrijkse soldaten en zelfs Napoleons invloed maakten dat de vlag op de torens meer dan eens werd vervangen. Pas in 1814 werd het fort definitief Oostenrijks grondgebied. Binnen de muren speelde zich niet alleen militaire geschiedenis af. In de negentiende eeuw veranderde de burcht in een beruchte gevangenis voor politieke gevangenen, waaronder Hongaarse vrijheidsstrijders en dichters. Hun verhalen blijven als een fluistering hangen in de koude stenen gangen. 

Tegenwoordig herbergt de burcht een ander soort erfgoed. In 1931 werd in de Bürgerturm het Heldenorgel geïnstalleerd, het grootste openluchtorgel ter wereld, met bijna vijfduizend pijpen. Elke middag klinken de tonen over de stad, soms gedragen door de wind tot ver voorbij de stadsmuren. De oude rotsgangen, de diepe bron en de robuuste muren vertellen hun eigen verhaal aan wie de tijd neemt om te luisteren.

Nadat we waren uitgeluisterd, wandelden we door het prachtige Römerhofgasse. Alsof je in een sprookje bent gestapt. Een steegje met gevelschilderingen, kleurrijke erkers en de historische herberg Auracher Löchl, welke al meer dan 600 jaar oud is. Ik, gek op oudheid, vond dit wel een bezoekje waard. Sterker nog, het leek mij een fantastische plek om te lunchen. Al hoopte ik wel dat het eten niet zo oud zou zijn. Helaas bleek de herberg (het oude gedeelde) niet open en werden we doorgestuurd naar de overkant van de straat, een pand met uitzicht op de Inn. Daar besloten we enkel een bak koffie te drinken.

Nadat we elders een heerlijke lunch naar binnen hadden gewerkt, maakten we nog een ronde door de stad om daarna moe en voldaan onze eerste vakantiedag af te sluiten. 

Kies maar een kamer…

Ons verblijf voor deze zomer hebben we pas laat geboekt. We waren een beetje besluiteloos of en waar we naartoe zouden gaan. Maar het is ergens in april als we de knoop doorhakken. Het hotel in Oostenrijk was tijdens onze wintersportvakantie zo goed bevallen dat we besluiten om daar naar toe te gaan. Even een week helemaal niets hoeven. Lekker in de watten gelegd worden en genieten van groene bergen in plaats van witte. 

Ondanks dat we vertrekken in het weekend met alle beruchte “zwarte” reisdagen hebben we totaal geen last van de drukte onderweg. Het is zelfs bij de tankstations langs de weg erg rustig en zoals gehoopt maar niet verwacht rijden we praktisch in één streep door. Zoals altijd komen we weer veel te vroeg op onze eindbestemming aan. Inchecken is officieel pas na 14.00 uur mogelijk. En als we rond 07.30 uur naar binnen lopen ben ik bang dat dit een hele lange ochtend gaat worden.

We worden heel vriendelijk ontvangen en de vrouw aan de balie doet totaal niet moeilijk. Na het controleren van de gegevens vraagt ze of we misschien trek hebben in een ontbijt? Dan kan ze in de tussentijd kijken of onze kamer al klaar is. Nou dat laten we ons geen twee keer zeggen. In het restaurant is maar een deel van de tafels gedekt en nog minder bezet. Even denk ik dat de rest van de vakantiegangers nog aan moet schuiven. Maar het blijkt gewoon erg rustig te zijn.

Overigens is rustig voor ons totaal geen probleem. Deze vakantie staat in het teken van relaxen en bijtanken, oh en lekker eten natuurlijk. Dus een rustige omgeving is daarbij welkom. Dat het totaal niet druk is blijkt niet alleen aan de weinige bezette tafels. Na het ontbijt krijgen we de sleutel van onze kamer. Niet 1 maar 3, behorende bij kamers op de 2e, 3e en 4e verdieping. Even ben ik in de war. Krijgen we nu elk een eigen kamer? “Zoek maar een mooie kamer uit”, zegt ze. Dit is mij nog nooit overkomen, dat we zelf een kamer mogen uitzoeken en dat in het hoogseizoen.

We kiezen voor een kamer op de 2e verdieping. Lekker dichtbij en prachtig uitzicht op de bergen en de (ski)pistes. Maar we komen daar al snel van terug. Er zit een jong gezin met drie kinderen recht onder ons. Ze breken letterlijk de boel af. Dit komt ons idee van een relaxte en rustige vakantie niet ten goede. Zonder probleem krijgen we een sleutel van een andere kamer. Vier hoog dit keer. Nog mooier uitzicht. Weliswaar het verste weg. Maar wel de rustigste van allemaal, aangezien de andere kamers (nog) niet bezet zijn. 

Tijdens het diner raken we aan de praat met andere vakantiegangers. Het blijkt dat heel veel reserveringen lastminute geannuleerd zijn en dat gezinnen die er al zaten eerder zijn uitgecheckt vanwege het barslechte weer. De afgelopen vier weken heeft het namelijk heel veel en heel hard geregend. Maar later in de week druppelen er weer nieuwe gasten binnen. 

Met het slechte weer heb ik een klein beetje rekening gehouden. Mijn regenpak heb ik voor de zekerheid in mijn koffer gestopt. Ik gok dat we die niet nodig hebben. Volgens het weerbericht zijn de weergoden ons goed gezind, met zonnige dagen en temperaturen rond de 28 graden. Op naar een paar heerlijke dagen in Oostenrijk…

Een dubbele reis…

De start van de wintersportvakantie valt in dezelfde week als de uitvaart van mijn schoonvader. De afleiding komt als een geschenk uit de hemel. Tegelijk voelt het raar om plezier te maken terwijl we even daarvoor nog in zo’n verdrietige achtbaan verkeerden. We slepen het dubbele gevoel als extra bagage met ons mee naar Oostenrijk, terwijl de auto, samen met zoonlief en zijn vriendin, al afgeladen vol is. We besluiten er met elkaar het beste van te maken. Want hoe mooi is het als je je mag omringen met lieve familieleden die stuk voor stuk ook nog eens begrijpen hoe het voelt.

Na een redelijke reis arriveren we op onze nieuwe vakantiestek. Nou ja, het dorp is nog wel hetzelfde alleen onze accommodatie is anders. Het hotel waar we jarenlang vertoefd hebben, besloot om hun concept aan te passen naar een B&B. Iets wat niet aan ons besteed is. We hoopten een goede vervanger te vinden in een hotel direct aan de piste. Het restaurant was ons overigens niet onbekend. Meermaals hebben we hier tijdens voorgaande vakanties met de complete groep geluncht. Voor de tantes die niet skiën is deze locatie vanuit het dorp namelijk ook prima aan te lopen.

We worden niet teleurgesteld. Het hotel overstijgt mijn verwachtingen. Hoewel de kamer iets kleiner blijkt dan wij gewend zijn, komen we er al snel achter dat het restaurant, de bediening, sauna’s en de algehele entourage meer dan goed zijn. Ja, wij komen de week wel door hoor. Na het ontbijt duurt het echter nog even voor we de kamersleutel krijgen. De kids bedenken zich geen moment en toveren de snowboardgear uit de auto. Nog voor de lunch zijn er al een aantal afdalingen gemaakt. De “oudjes”, nog te moe van de reis, zitten de tijd uit op het terras in de zon. Ook niet verkeerd. 

De volgende dag ervaren we hoe zalig het is om na 10 passen al op de piste te staan. Ik klik mijn voeten in mijn nieuwe snowboardbindingen en maak mijn eerste meters naar de gondel. Daar aangekomen blijkt er niemand te staan. “Waar is de rij?” is een van de uitspraken die we vaker uiten deze week. Het is zelfs zo rustig dat we hele pistes voor ons alleen hebben. Sterker nog, de langste rij is tijdens het toiletbezoek na een lunch ergens op de berg. Bizar hoe rustig het is. 

De weergoden zijn ons goedgezind. We boffen: Mooie blauwe luchten en witte pistes. We boarden soms dwars door de wolken. Voor het fijne is het net iets te warm, maar het mag de pret niet drukken. Het duurt een paar dagen voor het mij lukt om al staande en glijdend mijn voet in mijn binding te klikken. Toch ben ik heel blij met mijn nieuwe aanwinst. Ik heb geen een keer kramp of slapende voeten. Mijn schoenen zitten als pantoffels en het boarden gaat erg fijn. Neef leert mij een nieuwe techniek waardoor het mij lukt om een tandje op te schroeven. De heren lachen mij nog net niet uit als ik, uiteraard, als laatste bij de lift aankom. Maar de lach op mijn gezicht neemt niemand mij af. 

We hebben weer genoten van een week vol sneeuwpret, lekker eten en goed gezelschap. Maar ook van de fijne en soms diepgaande gesprekken. De spullen liggen inmiddels weer opgeruimd op zolder. Klaar voor volgend jaar. 

overzicht van onze wintersportweek
🥰

Mooie tijd met elkaar …

Ik had mij voorgenomen om tijdens mijn vakantie wat concept ideeën uit te werken voor mijn blog. Het is fijn werken met een voorraadje en altijd handig. Er is namelijk iedere dag wel zo’n loos lummelmomentje waar ik dan mooi de tijd heb om dit te doen. Maar op de laatste dag van mijn vakantie kom ik er achter dat ik niet één moment aan mijn blog heb gedacht. Schande!! Goed voornemen, dus… Niet dat er niet voldoende lummelmomentjes waren, die waren er namelijk in overvloed. Sterker nog, de hele vakantie bestond uit luieren en niks doen. 

11 dagen lang gewoon even niks hoeven, geen verplichtingen, niet hoeven koken, geen huishouden of boodschappen, geen PC, vergaderingen of telefoon. En dat alles in goed gezelschap wat dus ook voor de nodige hilariteit heeft gezorgd. Naast lummelen en niks doen hebben we uiteraard ook wel wat ondernomen. Het is niet zo dat we alleen maar op ons luie achterwerk hebben gezeten. Zo hebben we veel gelopen van en naar het restaurant en de barretjes. We hebben wat geshopt want winkeltjes genoeg. Maakten diverse wandelingen naar het strand, maar brachten ook wat daagjes bij het zwembad van het hotel door. En ik las 2 boeken uit. Niet dat dit ook maar iets met bewegen te maken heeft. 

Terwijl de rest van de familie met een boottochtje naar de markt ging besloten wij met een auto het eiland rond te rijden. Tenminste dat trachten we te doen. We waren al over de helft toen de weg afgezet bleek te zijn. Ze waren de boel aan het asfalteren maar nergens werd dit aangegeven. Dus moesten we na de vele haarspeldbochten inclusief enge hellingshoeken noodgedwongen terug. Gelukkig was er halverwege de terugweg nog een afslag naar een ander dorpje. Via die route konden we toch driekwart van het eiland zien. Voor motorrijders een toffe rit voor mensen met wagenziekte of hoogtevrees een iets minder leuke sightseeing.

Tussen alles door heb ik mij rot gesmeerd met zonnebrand en op het strand hamsterde ik parasols want de UV index was geregeld rond de 12. In het zonnetje roosteren was er deze keer echt niet bij en als je dit wel wilde dan heel bewust. Inclusief UV-werend shirt. Verband ben ik in ieder geval niet. 

Aan alles komt een eind. Zo ook aan onze vakantie. Het was een heerlijke tijd die uiteraard weer veel te snel ging… En om af te sluiten hier nog wat steekwoorden van onze 11 dagen samen. Toegegeven, je had er bij moeten zijn om ze leuk te vinden…

Rabajas, Rabaja’s, Rabaja’s/ Zonnebrandcreme factor 50 / Aloë vera / Neem mee! / Omelet / UV index 12 / Handtasjes / Kip / Cake of the day / Sex on the beach / Hallo vriendje, het is 10.00 uur / Ron Miel / Gratis? / Citroen mouse / Coco’s mouse / Eigenlijk alle soorten mouse / Dat gat is open, past heus wel! / Donut / Entertainment / Orinoco, maar dan zonder broers / Pina Colada / Zeesterretje / Boottocht / Markt / Lange gang / Plassen? / Gamba’s al ajillo / Sangria / Perrito caliente / Bekenden tegen komen op de roltrap / Waar is Marcel? / Bij die rots / Papas y mojo / Enge lift / Dobberen / Bommetje / Ik ga lopen / Waaiers / Dit is ZO lekker! / Boek uit / Smeer Veer / Aankomen (niet leuk)/ Franse frites / Oranje shirtjes / Harde muziek / softijs / Vervelende handdoekleggers / nog 10 minuutjes / Extra parasols / Zwemmen / Petje / Auto / Granola / Drankje doen / Cappuccino’s met slagroom / Tijd te kort / Uitzicht / Zonsondergangen / Pico del Teide / Horloges / Nog meer Rabajas / Mooie tijd met elkaar ♥️

De eerste dag…

“Nee joh, ik breng jullie wel naar het vliegveld!” Zegt Zoonlief. “Jij brengt mij iedere keer als ik met vakantie ga” zegt hij tegen pa. “En jij ruimt zo vaak mijn rommel op.” Zegt hij met een knipoog tegen mij… “Dus geen probleem, ik breng jullie!” Mooi, onze taxi voor de eerstvolgende vakantie is bij deze geregeld. Daarna bladert zoonlief door zijn denkbeeldige agenda en vraagt dan: “Wanneer gaan jullie eigenlijk?” Als ik hem de datum doorgeeft blikt hij nogmaals in zijn agenda. “Op zaterdag?? Wat is dat nu voor een rare dag om met vakantie te gaan? Maar gelukkig, dan hoef ik geen vrij te nemen.” Zucht hij. 

De volgende dag komt vraag twee. “Hoe laat vliegen jullie?” “Om 06:00 uur moeten we hier weg en dan bedoel ik in de ochtend.” Zeg ik glimlachend. Dit antwoord heeft wat tijd nodig om te landen want het blijft even stil. “0600 uur?? Jeetje, kon het niet nog vroeger? Roept hij. “Maar geen probleem. Ik zet mijn wekker wel … Op mijn vrije dag…” Super fijn en erg lief van jou zeg ik terwijl ik hem een schouderklopje geef. “Maar ik slaap die avond er voor niet thuis hoor, ik heb nog een feestje…” Roept hij onderweg naar zijn kamer. Oh god oh god oh god denk ik hardop…. Als dat maar goed gaat komen. 

De wekker gaat voor mij om 04.30 uur. Heel even weet ik niet waarom hij zo absurd vroeg afgaat. Ik ben een vroege vogel en de club van 5 am zou geen probleem moeten zijn. Alleen had ik de avond ervoor naar een voetbalwedstrijd gekeken en daarna nog een extra koffercheck gedaan. Veel te laat naar bed dus. Even heb ik medelij met zoonlief. Die totaal geen vroege vogel is maar voor ons de wekker op dit belachelijke tijdstip heeft gezet. Uit voorzorg hadden we nog wel een plan “B” achter de hand. Mocht zoonlief het te bond gemaakt hebben op het feest. Maar dat blijkt niet nodig. Even voor 0600 uur rijd hij de straat in. Gelukkig ruim op tijd dus. We laden de koffers in en gaan op weg. 

Wat een verschil met een doordeweekse dag. De A16 is bijna leeg. De rest van de familie is al gearriveerd als wij aankomen. En na een korte begroeting laten we allemaal onze “taxi” achter om in te checken. Ook op het vliegveld is het rustig. Maar dat komt omdat we vermoedelijk de laatste vlucht van deze ochtend hebben. Inchecken, tassen controle, koffie drinken en boarden… Het is nog nooit zo snel gegaan. 

Ik denk dat we windje mee hebben want ook de vlucht gaat voorspoedig. Er wordt wat gelezen, gegeten en geslapen. Voor we het weten gaat het landingsgestel uit en landen we op Gran Canaria. Wat een verschil met het weer in Nederland. Voor we de koffers van de band gaan halen kleed ik mij eerst snel om. Klaar met lange broek en trui. Tijd voor korte broek en topjes. 

Omdat we zo vroeg gevlogen hebben en alles lekker vlot verlopen is, zijn we ook bijtijds in het hotel. De koffers worden uitgepakt en daarna schuiven we aan voor onze eerste vakantielunch. Vervolgens doen we niet heel veel meer dan chillen, lezen, drankje doen en wat zwemmen. De start van onze vakantie is alvast goed begonnen.

Geweldige week…

Ze zijn nog geen twee minuten open of ik sta al binnen. Terwijl mijn neusharen bij iedere ademhaling lijken te verschroeien, ontspand mijn lichaam zich meer en meer. Wat een zaligheid om op deze manier de dag af te sluiten. Hoewel afsluiten niet het goede woord is. Want we moeten nog eten en daarna hebben we nog een hele avond. Ik heb dus nog even. Er is verder niemand in de sauna aanwezig. Ik heb het hele zweterig houten hok voor mij alleen. Ongestoord laat ik mij door de warmte meenemen naar de afgelopen dagen.  

Wat een zalige week was het. We hebben alle weer type’s voorbij zien komen. Regen, mist, sneeuw en gelukkig ook blauwe lucht en zon. Uiteraard was ik weer veel te warm gekleed. Het woordje winter in onze wintersportweek doet geen eer aan waar wintersport normaal voor staat. Het woordje sport daarentegen wel. Want hoe later op de dag we kwamen hoe meer we moesten werken om überhaupt beneden te komen. Hele delen van de piste waren in korte tijd veranderd in een heuvelachtig landschap. Geregeld had ik het gevoel aan het wakeboarden te zijn in plaats van aan het snowboarden. 

En toch he, ik val in herhaling als ik zeg dat ik deze vakantie weer wat grenzen verlegd heb! Ondanks de niet zulke goede sneeuw- en weercondities is het ook dit jaar weer gelukt. Dit was by far de beste snowboard week voor mij ooit!! De twijfel die ik aan de start van mijn aller eerste afdaling van deze week had, want totaal geen voorbereidingen getroffen, was zo vet ongegrond dat ik er nu eigenlijk een beetje om moet lachen. 

Oké mijn leercurve staat, vergeleken bij zoonlief, in standje slak. Ik leer wel, maar niet zo snel. Snowboarden doe ik maar 1 keer per jaar een weekje. En toch gaat ie ieder jaar ietsjes omhoog. Dat, en alles er omheen uiteraard, maakt het snowboarden nog leuker. Want ieder jaar leer ik iets, verleg ik grenzen of lukt iets wat voorgaande keren niet ging. Daar teer ik de hele vakantie op en zelfs de eerste paar maanden na de vakantie. 

Dus toen ik deze week mn board onder bond en als een razende Roeland de berg af sjeesde zonder de controle te verliezen was niet alleen ikzelf verbaasd. Ook de rest stond er van te kijken. Het leek wel of een jaartje “rust” mijn lichaam had goed gedaan. Ondanks de slechte condities van de piste heb ik heel de week zalig geboard. Kun je nagaan hoe het zou gaan als we de perfecte condities hebben…

Het was weer een week vol pret. Waarin we te veel hebben gegeten en gedronken, te weinig hebben geslapen en dubbel zoveel lol hebben gehad. Een week met niet alleen spierpijn in mijn benen maar ook in mijn buik van al het lachen. We hebben samen geboard, geskied, geshopt, gewandeld, gegeten, herinneringen opgehaald en herinneringen gemaakt, een sauna en een drankje gepakt en spelletjes gespeeld. Een week van onbezorgd plezier maken met elkaar. 

Na 25 minuten is er een einde gekomen aan mijn sauna sessie. Het is tijd om te gaan douchen en de koffers te gaan pakken. Morgen begint de reis naar huis. Ik kijk nu al uit naar volgend jaar.