Grießbachklamm…

Na onze vakantie in 2017 wilde ik deze wandeling graag nog eens maken. Maar ja, we zijn over het algemeen alleen in de winter hier. Dus toen onze zomervakantie dit jaar naar Oostenrijk ging stond hij hoog op mijn lijstje. De Grießbachklamm. Het is volgens Tiroolse begrippen een van de mooiste wandelplekken. Nu is mijn referentiekader wat wandelplekken betreft geen goede graadmeter, maar ik sluit mij wel aan bij deze mening. De Grießbachklamm is een, als je het zo kunt noemen, sfeervolle kloof waar helder bergwater langs de rotsen stroomt.

Voor iedere natuurliefhebber is er een route. Zelfs voor de totaal-niet-wandelaars. De kortste route is 3 km. Terwijl je door de kloof wandelt waarbij hoge rotspartijen je omringen en het water naast je over de rotsen en door de kloof klatert, heb je er geen idee van hoeveel meter je ongemerkt aflegt. De smalle paadjes, ruige rotsen, houten vlonder-delen en de hangbruggen die je passeert maken het helemaal compleet. De 3 km is zo voorbij. Voor de mensen die wat meer aan kunnen is er nog een route van 6 km en de echte “diehard” wandelaars kunnen hun hart op halen met de route van 10+ km. 

Aangezien wij de conditionele gesteldheid hebben van een “telefoon met maar 5% batterij” besluiten we wijselijk om de kleine ronde, van 3 km te lopen. Die start praktisch al op de parkeerplaats. Het pad slingert door een idyllisch decor: kabbelende beekjes en het zachte ruisen van de bomen maakt van de start al een goed begin. We zijn redelijk op tijd en het is nog niet extreem druk. Ook nu ben ik daar wel blij om. Ik heb al het moois nog niet gezien maar geniet nu al met volle teugen. 

De weken ervoor heeft het hier flink geregend. Ik was er vanuit gegaan dat het daarom een flink watergeweld zou zijn. Maar dat is niet het geval. We kunnen zelfs tot aan het water komen en als we zouden willen naar de overkant waden. Het water is mij iets te koud dus ik blijf op veilige afstand. Maar boys will be boys, dus vriendlief springt van rots naar rots en klautert behendig over een stapel stenen. 

Ongeveer veertig jaar geleden werd de kloof voor wandelaars toegankelijk gemaakt. Maar de natuur heeft hier haar eigen wil. Meerdere keren werd de route beschadigd door overstromingen, met 2012 als zwaar dieptepunt. Toch kwam er telkens herstel, met materialen uit de omgeving en met oog voor harmonie. In 2013 werd de Grießbachklamm opnieuw opgebouwd. Wat raadplegen leerde mij dat dat de opbouw volgens Feng Shui-principes is opgebouwd. Als wandelaar zou je het gevoel kunnen krijgen dat elke bocht, brug en rustplek in balans voelt. Ik was misschien iets te verwonderd door alles om dit zo te ervaren. 

Toen hoogwater de klamm bijna een jaar geleden opnieuw trof, gebeurde er iets moois: binnen acht weken waren de hangbruggen, stegen en het barfußpad (blotenvoeten pad) door de bewoners weer hersteld. Omdat wij de kleine ronde gelopen hebben, zijn we jammer genoeg niet langs het barfußpad gekomen. Dat is een breder open stuk met zandbanken waar je heerlijk met je blote voeten door het steenkoude water kunt waden. Een goede reden om nog eens terug te komen en de langere route te wandelen. 

Waar stilte spreekt en golven wiegen…

Ik lig op het achterplecht van ons bootje. De zon schijnt zacht op mijn gezicht. Voor me zie ik beboste oever, vol bomen die lichtjes bewegen in de wind. Het is als een schilderij van groen en leven. In de takken hoor ik vogels fluiten, roepen, kwetteren, allemaal met hun eigen geluid.

Het water klotst rustig tegen de kade en de romp van de boot. Geen haast, geen rumoer. Alleen de natuur om me heen. Alles is goed zoals het is. Ik hoef niets. Er hoeft niets opgelost, geregeld of gepland te worden.

Ik lig.
Ik luister.
Ik kijk.

En ergens tussendoor valt alles stil.
Niet leeg… Maar juist vol.
Vol zon, geluiden, geuren en rust.

Geen rollen, geen moeten, geen denken. Alleen maar voelen hoe het achter mij warm is van de zon, hoe het onder mij zachtjes wiegt, en hoe de wereld blijft bewegen… Zonder dat ik hoef te duwen.

Ik laat me dragen.
Door het water.
Door de stilte.
Door mezelf.

De boot beweegt zachtjes op de golven en ik dein zachtjes mee. Geen bestemming. Geen richting. Gewoon mee met wat er is.

En ik denk…Hoe fijn het is om even nergens naartoe te hoeven. Gewoon zijn waar ik ben. Met mijn snufferd in de zon en het kabbelen van het water samen met het gefluit van de vogels als achtergrondmuziek.

Een simpel moment.
Maar eigenlijk… precies genoeg.

Een ochtendgloren vol ontdekkingen …

In huis ben ik de meest vroege vogel. Ik win het zelfs van Draak. Maar vandaag spant de kroon als om 04.00 uur mijn wekker gaat. Mijn spullen liggen gelukkig al klaar. Een thermoshirt en broek, daarover mijn skibroek, wollen sokken, buff en niet te vergeten mijn handschoenen. In plaats van mijn snowboard, pak ik nu mijn camera mee. Om iets voor vijven ’s morgens rijd mijn nichtje de auto voor. Samen crossen we langs het huis van oom om hem op te pikken en we kunnen door.

Op de planning staat een drie uur durende rondvaart door de Brabantse Biesbosch. Op een heus vlot gaan we genieten van de zonsopkomst, de prachtige omgeving en ondertussen hopen we op een ontmoeting met de otter, bever, een zwik vogels, misschien wat flarden mist en een paar mooie plaatjes. Om stipt 06:00 uur vertrekt de gids en het is nog een stukje toeren door de polder. Er gloort al wat licht aan de horizon, wat overigens niet voldoende is om het donkere kronkelpad voor ons te verlichten. 

Bij aankomst staan er al wat mensen te wachten. De gids blijkt achter ons te rijden. Het is een jonge gozer die heel toevallig uit hetzelfde dorp komt als wij. In totaal zijn we met 13 man. Na een kort voorstelrondje volgen we onze gids naar het water. Daar ligt een vlot voorzien van tafels met zitjes en een schipper. Hij verteld ons dat we net te laat zijn voor de bever, die kwam even ervoor nog langs gezwommen. Jammer genoeg zien we niks meer dobberen in het water.

We zijn nog niet weg of we worden al gewezen op twee zeearend “jongen” die hoog in de boom zitten. Ik zie alleen maar dode takken, veel te ver weg voor mijn ogen. Na dat moment kom ik er achter dat het meebrengen van een verrekijker geen overbodige luxe was geweest. Ik ben wel erg blij met mijn kledingkeuze. Het gaat een stralende dag worden, maar nu komt de temperatuur niet boven de 4 graden. We zijn op het water en we zitten stil. Als je dan niet goed gekleed bent, dan zouden het wel eens drie hele lange uren kunnen worden. 

Iedereen is geduldig en het vlot wordt meermaals stilgelegd zodat we de kans krijgen om het vogeltje te spotten en/of te foto­graferen. We moeten nog even halsbrekende toeren uithalen om onder een bruggetje door te kunnen. Als we allemaal gaan liggen dan lukt het net. We varen langs een beverburcht maar de familie zelf is jammergenoeg (weer) niet thuis. Wel krijgen we uitleg over recente knaagsporen en de samenstelling van de burcht. 

De gids kent zo’n beetje alle vogelgeluiden uit zijn hoofd en kan hiermee al op voorhand aangeven waar de wintertaling, tjiftjaf, blauwborst, baardmannetje, kiekendief, cetti’s zanger en al het andere gevleugeld gespuis zich bevind. Hoewel ik het gros niet op de foto heb kunnen zetten, te veel riet of te ver weg kan ik er nu wel een paar van mijn “nog-niet-in-het-echt-gezien-lijst” afvinken.

Op het water is het een kakofonie aan vogelgeluiden. Maar verder is het helemaal stil. Zalig dit! Hoewel het een koude start van de dag was, had ik dit niet willen missen. Ik zou zeker nog eens gaan en dan neem ik in ieder geval mijn verrekijker mee. 

Mooie tijd met elkaar …

Ik had mij voorgenomen om tijdens mijn vakantie wat concept ideeën uit te werken voor mijn blog. Het is fijn werken met een voorraadje en altijd handig. Er is namelijk iedere dag wel zo’n loos lummelmomentje waar ik dan mooi de tijd heb om dit te doen. Maar op de laatste dag van mijn vakantie kom ik er achter dat ik niet één moment aan mijn blog heb gedacht. Schande!! Goed voornemen, dus… Niet dat er niet voldoende lummelmomentjes waren, die waren er namelijk in overvloed. Sterker nog, de hele vakantie bestond uit luieren en niks doen. 

11 dagen lang gewoon even niks hoeven, geen verplichtingen, niet hoeven koken, geen huishouden of boodschappen, geen PC, vergaderingen of telefoon. En dat alles in goed gezelschap wat dus ook voor de nodige hilariteit heeft gezorgd. Naast lummelen en niks doen hebben we uiteraard ook wel wat ondernomen. Het is niet zo dat we alleen maar op ons luie achterwerk hebben gezeten. Zo hebben we veel gelopen van en naar het restaurant en de barretjes. We hebben wat geshopt want winkeltjes genoeg. Maakten diverse wandelingen naar het strand, maar brachten ook wat daagjes bij het zwembad van het hotel door. En ik las 2 boeken uit. Niet dat dit ook maar iets met bewegen te maken heeft. 

Terwijl de rest van de familie met een boottochtje naar de markt ging besloten wij met een auto het eiland rond te rijden. Tenminste dat trachten we te doen. We waren al over de helft toen de weg afgezet bleek te zijn. Ze waren de boel aan het asfalteren maar nergens werd dit aangegeven. Dus moesten we na de vele haarspeldbochten inclusief enge hellingshoeken noodgedwongen terug. Gelukkig was er halverwege de terugweg nog een afslag naar een ander dorpje. Via die route konden we toch driekwart van het eiland zien. Voor motorrijders een toffe rit voor mensen met wagenziekte of hoogtevrees een iets minder leuke sightseeing.

Tussen alles door heb ik mij rot gesmeerd met zonnebrand en op het strand hamsterde ik parasols want de UV index was geregeld rond de 12. In het zonnetje roosteren was er deze keer echt niet bij en als je dit wel wilde dan heel bewust. Inclusief UV-werend shirt. Verband ben ik in ieder geval niet. 

Aan alles komt een eind. Zo ook aan onze vakantie. Het was een heerlijke tijd die uiteraard weer veel te snel ging… En om af te sluiten hier nog wat steekwoorden van onze 11 dagen samen. Toegegeven, je had er bij moeten zijn om ze leuk te vinden…

Rabajas, Rabaja’s, Rabaja’s/ Zonnebrandcreme factor 50 / Aloë vera / Neem mee! / Omelet / UV index 12 / Handtasjes / Kip / Cake of the day / Sex on the beach / Hallo vriendje, het is 10.00 uur / Ron Miel / Gratis? / Citroen mouse / Coco’s mouse / Eigenlijk alle soorten mouse / Dat gat is open, past heus wel! / Donut / Entertainment / Orinoco, maar dan zonder broers / Pina Colada / Zeesterretje / Boottocht / Markt / Lange gang / Plassen? / Gamba’s al ajillo / Sangria / Perrito caliente / Bekenden tegen komen op de roltrap / Waar is Marcel? / Bij die rots / Papas y mojo / Enge lift / Dobberen / Bommetje / Ik ga lopen / Waaiers / Dit is ZO lekker! / Boek uit / Smeer Veer / Aankomen (niet leuk)/ Franse frites / Oranje shirtjes / Harde muziek / softijs / Vervelende handdoekleggers / nog 10 minuutjes / Extra parasols / Zwemmen / Petje / Auto / Granola / Drankje doen / Cappuccino’s met slagroom / Tijd te kort / Uitzicht / Zonsondergangen / Pico del Teide / Horloges / Nog meer Rabajas / Mooie tijd met elkaar ♥️

De eerste dag…

“Nee joh, ik breng jullie wel naar het vliegveld!” Zegt Zoonlief. “Jij brengt mij iedere keer als ik met vakantie ga” zegt hij tegen pa. “En jij ruimt zo vaak mijn rommel op.” Zegt hij met een knipoog tegen mij… “Dus geen probleem, ik breng jullie!” Mooi, onze taxi voor de eerstvolgende vakantie is bij deze geregeld. Daarna bladert zoonlief door zijn denkbeeldige agenda en vraagt dan: “Wanneer gaan jullie eigenlijk?” Als ik hem de datum doorgeeft blikt hij nogmaals in zijn agenda. “Op zaterdag?? Wat is dat nu voor een rare dag om met vakantie te gaan? Maar gelukkig, dan hoef ik geen vrij te nemen.” Zucht hij. 

De volgende dag komt vraag twee. “Hoe laat vliegen jullie?” “Om 06:00 uur moeten we hier weg en dan bedoel ik in de ochtend.” Zeg ik glimlachend. Dit antwoord heeft wat tijd nodig om te landen want het blijft even stil. “0600 uur?? Jeetje, kon het niet nog vroeger? Roept hij. “Maar geen probleem. Ik zet mijn wekker wel … Op mijn vrije dag…” Super fijn en erg lief van jou zeg ik terwijl ik hem een schouderklopje geef. “Maar ik slaap die avond er voor niet thuis hoor, ik heb nog een feestje…” Roept hij onderweg naar zijn kamer. Oh god oh god oh god denk ik hardop…. Als dat maar goed gaat komen. 

De wekker gaat voor mij om 04.30 uur. Heel even weet ik niet waarom hij zo absurd vroeg afgaat. Ik ben een vroege vogel en de club van 5 am zou geen probleem moeten zijn. Alleen had ik de avond ervoor naar een voetbalwedstrijd gekeken en daarna nog een extra koffercheck gedaan. Veel te laat naar bed dus. Even heb ik medelij met zoonlief. Die totaal geen vroege vogel is maar voor ons de wekker op dit belachelijke tijdstip heeft gezet. Uit voorzorg hadden we nog wel een plan “B” achter de hand. Mocht zoonlief het te bond gemaakt hebben op het feest. Maar dat blijkt niet nodig. Even voor 0600 uur rijd hij de straat in. Gelukkig ruim op tijd dus. We laden de koffers in en gaan op weg. 

Wat een verschil met een doordeweekse dag. De A16 is bijna leeg. De rest van de familie is al gearriveerd als wij aankomen. En na een korte begroeting laten we allemaal onze “taxi” achter om in te checken. Ook op het vliegveld is het rustig. Maar dat komt omdat we vermoedelijk de laatste vlucht van deze ochtend hebben. Inchecken, tassen controle, koffie drinken en boarden… Het is nog nooit zo snel gegaan. 

Ik denk dat we windje mee hebben want ook de vlucht gaat voorspoedig. Er wordt wat gelezen, gegeten en geslapen. Voor we het weten gaat het landingsgestel uit en landen we op Gran Canaria. Wat een verschil met het weer in Nederland. Voor we de koffers van de band gaan halen kleed ik mij eerst snel om. Klaar met lange broek en trui. Tijd voor korte broek en topjes. 

Omdat we zo vroeg gevlogen hebben en alles lekker vlot verlopen is, zijn we ook bijtijds in het hotel. De koffers worden uitgepakt en daarna schuiven we aan voor onze eerste vakantielunch. Vervolgens doen we niet heel veel meer dan chillen, lezen, drankje doen en wat zwemmen. De start van onze vakantie is alvast goed begonnen.

Early bird(s)….

Het is 0400 uur in de ochtend en ik ben klaar wakker. Mijn wekkers, want uit voorzorg heb ik er drie gezet, zouden pas een half uur later af gaan. Ik heb een belangrijke afspraak op de planning staan en blijkbaar ben ik bang dat ik door al mijn wekkers heen slaap. Nog voor ze afgaan sluip ik de kamer uit om mijn spullen te pakken, broodjes te smeren en een thermoskan koffie te vullen. Dit keer ben ik de eerste van ons huishouden die wakker is. Zelfs voor onze eigen vroege vogel, Groene Draak, is het te vroeg om goedemorgen te zeggen. Hij duikt nog even in zijn veren terwijl ik mijn tas verder inpak.

Rond 0600 uur rijd mijn oom de straat in. We gaan vandaag samen op pad en hebben hopelijk een date met wat bijzondere vogels. Gelukkig weet hij de weg in dit boerenlandschap en navigeert ons in rap tempo naar onze parkeerplaats. Vanaf daar is het even zoeken hoe we verder moeten. Het eerste bruggetje over. Door het hek naar rechts. Een tweede bruggetje over en dan de rechter sloot aan de linker kant volgen. Vooral niet verkeerd lopen anders moet je het hele eind weer terug. 

Ik ben blij dat ik kaplaarzen aan heb. Met de regenval van afgelopen nacht is de wei drassig. Ondertussen gloort er licht aan de horizon. Ik ben de sompige wandeling opslag vergeten als ik de deur van de fotohut open. We mogen niet met onze baggerlaarzen naar binnen dus ik verruil mijn vieze stampers voor schone schoenen. Maar eerst doe ik nog een rondje “om de plas” om wat meelwormpjes uit te delen. Ik laat graag zien dat we met goede bedoelingen komen.

Al snel worden we begroet door een van de vaste bewoners van dit perceel. Wij zijn alvast blij hem te zien. De torenvalk vliegt heen en weer tussen hekje, paaltje en boomstronk. Hij weet heus wel dat wij hier zitten, maar trekt zich er allerminst iets van aan. Op zijn gemak peuzelt hij de meelwormpjes op. Begint daarna uitgebreid aan een poetsbeurt en fladdert vervolgens weg. Dit nemen ze ons in ieder geval niet meer af.

Er is een kakofonie aan vogelgeluiden om ons heen. Niet alleen zitten er heel veel vogels in deze wei maar ook in de aangrenzende percelen. Na enige tijd verschijnt er niemand minder dan de Grutto. Onze reden voor het bezoek aan deze hut. Zo sierlijk als hij is wandelt hij op de waterplas af. Wat een mooie vogel. Na wat poses aangenomen te hebben vliegt hij weg. We zien hem verderop in de wei foerageren. Jammer genoeg net te ver bij ons vandaan.

De torenvalk steelt niet veel later wederom de show door met een eigen gevangen prooi, eerst een muis en daarna een kuiken voor onze neus te gaan lunchen. “Jij met je meelworm!” Zowel het mannetje als het vrouwtje verschijnen voor onze lens. We krijgen nog een voorstelling van hun paringsritueel, deze zat blijkbaar bij de prijs inbegrepen… Maar daarna wordt het stil. Tijdens het wachten genieten we volop van de vogelgeluiden om ons heen en de duikvluchten van de kieviten die als ware acrobaten achter elkaar aan vliegen. 

Ondanks de wat mindere water en -weidevogels voor de hut heb ik toch weer intens genoten van deze fotodag.

© Foto Hamar

Bijna op…

Poownie is gezegend met een goed hart en lichaam. Helaas niet met een stel gezonden tanden en kiezen. Een paar jaar terug moesten al zijn voortanden getrokken worden. Die ingreep heeft er mede toe bijgedragen dat hij nu nog steeds onder ons is en geniet van een riant pensioen. Want genieten doet hij. Er zijn maar weinig senioren die zo optimaal genieten van hun pensioen als Poownie. Hij heeft personeel voor het maken van ritjes of wandelingen. Iedere avond komt zijn “kok” hem zijn maaltje brengen waarvoor hij enthousiast uit de wei naar voren komt lopen. Liefde gaat nu eenmaal door de maag. En dagelijks is ie op stap voor een “dinner-walk” om ook de malse grassprieten uit de polder uit te proberen. Het gras bij de buren is nu eenmaal groener. 

Dat is het op dit moment letterlijk. Het gras op de wei begint aardig op te raken en wat er staat is niet super voedzaam meer. Sterker nog, ik zie hem afvallen. De ene emmer die ik hem geef en een uurtje extra grazen naast de wei, waar het gras dus nog wel mals en groen is, is niet meer voldoende. Er moet nog een 2e emmer voer aan te pas komen. Ik kan jullie zeggen dat er best wat tijd in het heen en weer rijden zit om nog maar niet te spreken over de tijd die Poownie neemt om zijn maaltijd te nuttigen. Ik besluit te overleggen met mijn stalgenoot die haar paardje ’s nachts op de paddock heeft staan. 

Want overdag op de wei en ’s nachts op de paddock, lijkt mij voor hem ook wel wat. Dat betekend dat we de lasten kunnen delen. Haar paard niet alleen staat. Poownie 2 keer per dag een emmer met voer kan eten en ook nog eens ’s nachts wat hooi kan knagen. Ik denk een win win. We besluiten het direct maar toe te passen. 

Poownie ziet er eerst niet zoveel voordeel in. Weggehaald worden bij je maten voor een emmer voer of een grasspriet is 1 ding. Maar een nacht op de paddock doorbrengen met maar 1 kudde-genoot is een heel ander verhaal. 

Als ik op mijn vrije dag om half 8 ’s ochtends op stal aankom staat ie mij bij het hek al hinnikend op te wachten. Of ik wel goed bij mijn hoofd ben om hem heel de nacht daar te laten staan!? Aan zijn houding zie ik dat hij het er totaal niet mee eens is. Maar dan ziet ie zijn emmer met geweekte senioren brokken en is alles weer vergeven en vergeten. Wanneer zijn maatje is vertrokken voor een ochtendrit en hij zijn ontbijt achter zijn nog resterende kiezen heeft besluiten wij terug naar de wei te gaan. 

De nachtelijke dauw maakt plaats voor de zon die langzaam naar zijn plekje klimt. Het is super rustig in de polder. Te vroeg voor recreanten, te laat voor schoolgangers. Ik kies voor een omweg naar de wei. Ik wil zo lang mogelijk buiten door brengen en van dit moment, waarop de tijd lijkt stil te staan, genieten. Voor de verandering is Poownie het met mij eens. Hij geniet hier net zo van als ik. Maar… Bijna bij de wei neemt hij het er toch even van. Hij hapt nog snel een paar sprieten klaver weg. Die staan er in de wei namelijk niet meer.

Tranquilo…

Langzaam kom ik weer bij mijn positieven. Wat mij als eerste opvalt is de kramp in mijn nek. Daarna mijn slapende arm. Niet alleen mijn arm slaapt. Ik ben zelf ook gewoon in slaap gevallen. In één van de bedjes langs de rand van het zwembad. Maar dan wel in een hele rare houding. Voor ik in slaap ben gevallen had ik nog wel de tijd van geest om mijn zonnebril veilig te stellen. Mijn boek ligt half onder mij en heeft een fantastische afdruk in mijn buik achter gelaten. Ik draai mij op mijn rug en geniet van de verkoelende bries die over zee wordt aangevoerd. Het lukt mij nog niet om mij volledig onder het land der levenden te begeven. Ik lig zo lekker dat ik nog even mijn ogen sluit.

Met gesloten ogen hoor ik mijn twee tantes ergens bij de bar. “Wat was het nummer nu?? Joehoe niet zo snel!! Ik verstond je niet. Wat? 81?? He wat jammer die staat niet op mijn kaartje.” Het entertainment team, dat bestaat uit studenten uit Holland die stage lopen, is bezig een aantal vakantiegangers aan t-shirts en wijn te helpen. Maar daarvoor moeten er eerst wat activiteiten ondernomen worden. Vandaag staat bingo op het programma. Mijn tantes worden al na drie dagen gekscherend the Dutchies genoemd. Een bijnaam die ze de rest van de vakantie en waarschijnlijk ver erna zullen moeten aanhoren.  

Met één oog scan ik de omgeving. Vriendlief zit aan de bar een overheerlijke cappuccino met een berg slagroom weg te werken. Oom is het water in gedoken voor wat afkoeling en de ander ligt ook op één oor.  Deze vakantie wordt gekenmerkt door lange dagen van luiheid. Onbekommerd lummelen bij het zwembad of op het strand. Zelfs tijdens het eten doen we het rustig aan. We nemen letterlijk de tijd voor alles en doen alles op ons gemak. Daar is het natuurlijk niet voor niets vakantie voor. 

Omdat iedereen om mij heen zich in deze relaxte modus bevind lukt het mij ook om er aan toe te geven. En dat is nieuw. Meestal heb ik te veel energie om zo lang niks te kunnen doen. Ik wil dingen zien en ondernemen. Maar nu heb ik er gewoonweg de puf niet voor. Ik word ouder of ik ben er gewoon echt aan toe, aan het even niks doen en niks hoeven. Ik vind het heerlijk om mij aan de warmte van de zon te laven. Zodra ik opwarm voel ik mij helemaal senang. Iedere vezel in mijn lijf kan zich ontspannen en ik probeer dit gevoel zo lang mogelijk vast te houden. 

Het klimaat is nu overigens ook niet heel uitnodigend om actief iets te ondernemen. Hoewel… We zijn naar de markt geweest. Zijn meerdere keren wezen shoppen. We hebben ons rot gesmeerd met zonnebrand en aftersun. Hebben gezwommen. Veel rond gelopen in het restaurant om al het lekkers te proeven. En daarna nog een keer bij het ijs en toetjes buffet. Wandelingen naar het strand gemaakt en weer terug uiteraard. Gejankt van het lachen. Naar de bar gelopen voor overheerlijke Pina Colada’s en Ronmiels. Heel veel gelezen, gelachen en gepraat. We hebben dus best wel iets gedaan. 

Dit was een heerlijke zonovergoten vakantie in goed gezelschap met lekker eten en drinken! Ik heb mij fantastisch vermaakt, ben bijgetankt en weer helemaal opgeladen voor de komende maanden.

💞

Verzorgster gezocht…

Kunnen jullie je dit blog  nog herinneren? Waarin ik vertelde dat Poownie, na een lastige periode, het weer zo goed deed. Dit ging zelfs nog beter toen eerder dit jaar het weideseizoen aanbrak. Poownie mocht van mij zoveel eten als ie op kon. Met zijn 28 jaar mag hij van mij van alles genieten. Een distel? Een rietstengel? Klaver? Gras? Eet alles maar lekker op! Maar het bleef niet bij eten. Deze opa kreeg een opleving en wilde iedere dag naar buiten. Wilde de boel verkennen en zijn benen strekken. Een stukje rennen zelfs. 

Hier had ik stiekem op gehoopt maar ik had het nooit meer verwacht. Blij ben ik er wel mee. Het betekend dat het goed met hem gaat. Zo goed zelfs dat ik hem persoonlijk niet meer kan geven wat hij zo graag zou willen. Vaker op buitenrit.

Poownie heeft tot een paar jaar terug altijd een verzorgster gehad. Dit werkte prima. Het was immers een win-win. De verzorgster had aan Poownie een gouden paardje waar ze, als dank voor haar toewijding en liefde aan mijn paardenkind, alles mee kon en mocht doen. Ze hadden als het ware een eigen paard zonder bijkomende kosten. En ik had wat extra tijd. Maar Poownie was toen jong. Waardoor springen, dressuur, wedstrijd rijden, strand- of bosritten maken allemaal gewoon kon. Hij is nu 28 en, hoewel hij denkt alles nog te kunnen, toch al richting bejaard aan het gaan. Wie zit er nu nog te wachten op zo’n “oude” pony? 

Nadat ik alle voors en tegens had afgewogen stapte ik toch op haar af. Een dame die lange tijd bij ons op stal verzorgd heeft. Nu inmiddels geen paardje meer tot haar beschikking heeft maar nog steeds trouw haar diensten en die van andere vervult. Dat noem ik toewijding! Ik wist alleen niet zo goed hoe ik dit moest gaan vragen dus viel maar direct met de deur in huis… “Ik zoek een verzorgster voor Poownie en vroeg mij af…” “…Ik wil je wel helpen hoor, lijkt mij super leuk!” Was haar reactie. Ze hoefde er niet eens over na de denken. Die zelfde week spraken we af om het een en ander door te nemen.

Uren achtereen rijden zit er niet meer in. Flinke stukken crossen ook niet. Wanneer de ritten met Opa met beleid worden gemaakt zou hij nog wel even mee kunnen. Toen zelfs dit alles geen belemmering voor haar was besloten we de stap te nemen. Letterlijk. De eerste paar ritten maakten we samen. Zij in het zadel en ik op mijn stalen ros ernaast. Zo kon ik haar van alles vertellen over zijn “penny-pony-streken” want hij mag dan wel 28 jaar zijn, hij is en blijft een pony!! Terwijl zij hem beter kon leren kennen. 

Het is zo leuk om ze samen te zien. Zijn oren staan al die tijd naar voren en om haar mond zie ik de hele rit een glimlach. Stap, draf en zelfs een stukje galop. Mijn hart maakt een sprongetje als ik ze zie genieten. Ja, ik denk dat dit een goed besluit is geweest.

Terwijl ik uren sta te grazen en wandelingen maak om hem in die behoefte te voorzien neem zij hem mee op buitenrit. Ze maakt zijn wereld groter en interessanter. Het leven is zoveel leuker als je hem deelt. En ik hoop echt dat ze samen nog heel veel ritten mogen maken. 

💞

Een zandbank…

De ankerketting maakt een ratelend geluid als hij uit zijn “huis” getrokken wordt. Normaal hoor je een plons als het anker te water gaat. Met een kleine ruk trekt de boot zichzelf vast en klaar. Nu waad er iemand door het water gevolgd door de woorden: “Zal ik hem hier maar neerleggen?” Ik zie vriendlief met het anker in zijn handen door het water lopen. Dit is echt de meest lachwekkende manier om je boot voor anker te laten. Hij zoekt een kuil op en graaft het anker een soort van in. Wanneer deze vast ligt kan de motor uit. Een serene rust daalt over ons neer. 

Normaal zoeken we de zandbanken niet op. Die vermijden we liever dan dat we er op vastlopen. Ingegeven door een schipper die vorige week het zelfde deed, liggen we nu zo’n beetje op diens plek. Er is een verschil, zijn bootje was iets hanteerbaarder dan Merlin. Voor we een goede spot gevonden hebben moeten we een paar keer verplaatsen en wat steken. Maar nu liggen we goed. Het anker ligt uit en vriendlief kan eindelijk, aangemoedigd door Groene Draak die ook mee is, doen wat ie wil doen. De boot rondom poetsen. 

Hij staat tot aan zijn middel in het water maar als hij naar voren loopt komt het water niet hoger dan zijn knieën. Ik besluit aan boord te blijven en installeer mij op het voordek. Een tapijt van kroos en alg heeft een deel van wat normaal een bewaadbare plek is omgetoverd tot een moerasachtig gezicht. Het heeft wel wat met de vogels die er zijn neergestreken. Er zitten aalscholvers, eenden, heel veel zwanen en wat reigers. De meeuw hoor je uiteraard boven alles uit. Maar het water rondom de boot is zo helder dat we de wissen kunnen zien zwemmen. 

Ik word loom van de gestaag oplopende temperatuur. Mijn geest is overigens zo geconditioneerd dat ik al loom wordt op het moment dat ik de boot in het oog krijg. Dit is zo’n dag dat ik het laat gebeuren. Ik vecht niet tegen de moeheid. Eigenlijk wil ik maar één ding en dat is liggen en mijn ogen sluiten. Dat is dan ook wat ik doe. Daarna laat ik mij meevoeren door de geluiden om mij heen. De wind streelt mijn door de zon opgewarmde huid en ik laat mij dragen door het gekabbel van het water tegen de romp. 

“Waar is die spuitbus?!” Lang geniet ik niet van mijn doezel moment. Als ik mij omdraai staat vriendlief aan de zijkant van de boot met een borstel en een poetsdoek in zijn hand naar mij te kijken. “Spuitbus?” Herhaal ik. “Om spinnenpoep te verwijderen!” Vult hij aan. Als je denkt dat pubers af en toe een rommel kunnen maken, neem dan eens wat spinnen in huis. Of in ons geval, aan boord. Spinnenrag hecht zich als lijm en de uitwerpselen bijten in het materiaal. Na enige tijd is dit niet meer normaal te verwijderen met alleen wat water en zeep. 

Na een uur klimt vriendlief weer aan boord. Moe maar voldaan. Merlin is helemaal rondom gepoetst en dat was nodig ook. Dat we nooit eerder op dit idee gekomen zijn vragen we ons beide af. De rest van de middag gaan we in de relaxmodus en genieten we vooral van het zonnetje en de rust op het water.