Königssee, waar de tijd trager loopt…

“Als je er dan toch bent, bezoek dan ook de Königssee. Dat is zeker de moeite waard.” Zei mijn collega een van de laatste dagen voor mijn vakantie. Dus plande we een bezoek in. Omdat het wel echt een toeristische trekpleister is, en hoog zomer, zijn we gebonden aan vooraf kaartjes kopen met een tijdsslot. Het maakte voor ons niet uit welke dag het zou worden want op alle dagen van de week is er prachtig weer voorspeld. 

De Königssee ligt in Duitsland en om er te komen moeten we een klein uurtje toeren. Dat is helemaal geen straf. De weg voert ons door de bergen en we hebben de prachtigste uitzichten en doorkijkjes. Voor we het weten staan we op een parkeerplaats a la Efteling. Met rijen en rijen auto’s. Ik schrik er zelfs een beetje van. Gelukkig zijn we vroeg en vinden vooraan nog een plekje. Er is in de omgeving nog heel veel meer te doen, dus eenmaal van de parkeerplaats af verspreid de drukte zich.

De Königssee is een gletsjermeer dat al duizenden jaren bestaat en nog altijd even helder en krachtig is. Het is ontstaan in de laatste ijstijd, zo’n 10.000 jaar geleden. Het water is kraakhelder en ijskoud, gevoed door smeltwater en omringd door steile bergen. Het meer is ruim 7,5 kilometer lang en bijna 200 (!) meter diep. Königssee betekent letterlijk ‘Koningsmeer’. Lange tijd was dit gebied eigendom van de Beierse koninklijke familie, de Wittelsbachs. Zij gebruikten het als jachtgebied en besloten het streng te beschermen. Pas in de 20e eeuw werd de toegang open gezet voor bezoekers.

Een boottocht over de Königssee is een ervaring op zich. Niet alleen vanwege het uitzicht. Halverwege houd de boot stil en de kapitein tovert een trompet te voorschijn. Het deuntje dat hij speelt weerkaatst spectaculair tussen de rotswanden. Ooit was dit een communicatiemiddel voor vissers en jagers, nu een klein cadeautje voor ons.

Wat het verder nog zo bijzonder maakt, is dat er al sinds 1909 alleen elektrische boten varen. Geen lawaai, geen stank, geen olie in het water. Alleen stilte, golven en natuur. Daarmee was dit gebied zijn tijd ver vooruit, een keuze die ervoor heeft gezorgd dat de Königssee nu nog altijd één van de schoonste meren van Europa is. En nog steeds varen de boten elektrisch, of worden ze met pure menskracht voortbewogen.

Midden op het meer ligt St. Bartholomä, het kerkje met de rood-witte torentjes dat al sinds de 12e eeuw bezoekers verwelkomt. Een heilige plek die alleen per boot bereikbaar is. Verderop, bij het eindpunt Salet, ligt het Obersee-meer. In de verte stort de Röthbachwaterval 465 meter naar beneden en is de hoogste van Duitsland. Wij kiezen ervoor om niet helemaal naar de waterval te wandelen, maar gewoon te genieten van de plek zelf. Even zitten, kijken, ademen. Soms is dat genoeg.

Al in de 19e en 20e eeuw trokken schilders en dichters hierheen om het magische licht en de serene stilte vast te leggen. En dat snap ik wel, zodra je van de boot stapt, voelt het alsof je in een schilderij bent beland. De Königssee en Salet zijn plekken die je niet zomaar van je afschudt. Het is niet alleen de natuur, het is de rust, de historie en het gevoel dat de tijd hier op de een of andere manier trager loopt.

Mijn collega had helemaal gelijk. Het was meer dan de moeite waard om daar een dag aan te besteden. 

Herfstige reflecties op 2024…

Het zal niet lang meer duren voor de herfst zich in volle hevigheid gaat laten zien. Stiekem hoop ik natuurlijk dat we getrakteerd worden op niet al te veel regen en wind. Maar dat er een einde is gekomen aan ons vaarseizoen is wel een feit. Als mooi weer mensen doe je ons geen plezier door er met vies weer op uit te trekken. Hoewel ik het wel heerlijk vind om aan boord te zitten als het regent. Dat maakt zo’n gezellig kletterend geluid. Vaarseizoen 2024 gaat helaas niet de boeken in als het jaar met de meest gemaakte vaaruren. 

Het seizoen begon met een dieptepunt. Merlin lag nog geen week in het water toen ze er weer uit mocht. Er bleek een onderdeel stuk te zijn waardoor het koelwater niet correct werd rondgepompt. Een hoop gepiep dat niet wilde stoppen en een oververhitte motor. Een euvel waar we vorig jaar ook al mee kampte maar dat niet correct was gefixt. Uiteindelijk duurde het nog tot juni voor ze terug in haar box lag en we konden varen. 

En zoals we allemaal weten was het begin van het zomerseizoen nogal nat. Toen het eindelijk mooier weer werd waren wij met vakantie. Gelukkig werden we daarna ook nog getrakteerd op fijne dagen. We hebben toen heel wat keren kunnen wakeboarden. Dit deden we in goed gezelschap en hebben er hilarische momenten, toffe foto’s en mooie herinneringen aan overgehouden. 

We deden meer. We gingen geregeld voor de zandbank voor anker om vitamientje D te laden en lekker te chillen. Schoonmoeder en een vriendin werden getrakteerd op een rondvaart met lunch aan boord. We raakten een anker kwijt, die brak spontaan af nadat hij te water ging. Ik besloot hem de week erop te zoeken met mijn SUP maar kansloze missie. En we spraken midden op het water af met vrienden die we al lang niet meer hadden gezien.

Toen vond er op de valreep nog een domper plaats. De accu had het begeven, uiteraard net toen we een chille middag achter de rug hadden en richting haven wilde varen. Gelukkig kon de havenmeester ons helpen. Hij voer naar ons toe met accu en startkabels. Heel verwonderlijk dat ie er mee ophield was het niet. De accu zat er al meer dan 8 jaar in. Dit probleem was sneller gemaakt dan gedacht en zo konden we er nog een paar keer op uit. 

In de laatste week, op de mooiste dag van de maand, is het zelfs gelukt om schoonpa, die vanwege gezondheidsredenen eigenlijk niet meer mee kon, aan boord te krijgen voor een aantal onvergetelijke uren te water. Jammer genoeg is het er niet meer van gekomen om te suppen met vriendinnen in de Biesbosch. Dat doen we volgend seizoen hopelijk beter!

We hebben net onze laatste maaltijd aan boord genuttigd. Overheerlijke frietjes met snacks. want die smaken nergens zo lekker als bij ons in de haven. Met volle buik hebben we het ruim leeg gehaald. Het voor- en achterdek zijn geboend. Alle handdoeken liggen opgevouwen achter in de auto. Al het overgebleven eten en drinken eveneens. De vlag is opgerold. De achtergebleven kledingstukken zijn gesorteerd. Het is altijd weer raar om het seizoen af te sluiten. We zien elkaar nog een keer, wanneer ze uit het water gaat volgende week, maar het gaat het zeker een maand of 6/7 duren voor we het water weer op gaan. 

Hijs het zeil #2…

Dit weekend hebben we de perfecte weercondities voor een aantal zeiluurtjes. Na mijn enthousiaste vaardag met collega’s beloofde vriendlief om mij de beginselen van het zeilen te “leren”. Ik bel de verhuurder van een paar dorpen verder of ie nog een bootje heeft liggen. Gewoon een simpel bootje, zonder al te veel poespas. Zo een die niet stuk te krijgen is… Vriendlief kan dan wel zeilen, ik moet nog leren en doe daarbij dingen die misschien niet helemaal verantwoord zijn. Geen zorgen zegt de beste man. Hij heeft nog wat liggen en we zijn meer dan welkom.

Bij aankomst worden we enthousiast begroet. Hij oogt vriendelijk en daar ben ik blij om. Want tja, geen idee hoe zijn bootje er na een paar uur met Boor aan boord uitziet natuurlijk. Hij verteld hoe we het beste de zeilen kunnen hijsen. Wat we wel en vooral niet moeten doen. Op wat termen na snap ik niet zo veel van zijn uitleg, hij zou net zo goed Grieks kunnen praten. Maar vriendlief knikt bevestigend. De motor wordt gestart en we krijgen de opdracht om naar de overkant te varen en tegen de wind in de zeilen te hijsen. 

Het is aan mij de taak om de boot tegen de wind in te houden tot vriend het zeil gehesen heeft. Daarna krijg ik uitleg. De giek, gaffel, schoten en vallen, het grootzeil, de fok en het roer. De giek kun je op je gaffel krijgen en daarmee kun je vallen!! Zeer belangrijk: Doet zeer! Blijf daarbij uit de buurt! Is dan ook mijn eerste gedachte. Maar zo zit het toch niet helemaal. Wanneer we een stukje het water opgaan trekt de wind aan en kan het feest beginnen. 

Vriendlief laat mij naast zien ook voelen wat er met de boot gebeurd. Ik krijg nu een beeld bij de termen die eerder voorbij kwamen. Het begint te leven en daardoor blijft het beter hangen. Al snel mag ik het roer en de schoot, das dus het touwtje waar mee je het zeil bediend, overnemen. Ik was nu zelf de baas over hoe hard of zacht we gingen. Het is heel leuk om daar mee te spelen en zelf te ervaren wat er allemaal gebeurd.

Na twee uur gieken, gijpen en vaart maken doe ik iets doms. Ik houd geen rekening meer met de wind maar zet wel mijn bocht in. Daar wordt ik direct voor afgestraft. De giek klapt van stuur- naar bakboord en de hele boot helt over. Even ben ik bang dat we overboord slaan en ik hoogst persoonlijk de boot tot zinken breng. Dat laatste schijnt niet zo makkelijk te gaan maar ik ben daar niet zeker van. Onder veel gegil want “PANIEK”, laat ik roer en schoot los. De spanning schiet van de lijnen en het zijl en we dobberen weer op het water. Naast wat water in de boot, een nat pak voor vriendlief en de schrik bij mij, is er niks aan de hand. Ik weet nu uit ervaring dat je geen “klapgijp” wilt meemaken. 

We varen nog wat heen en weer, hebben een eenvoudige lunch aan boord en na nog een uurtje varen gaan terug naar de haven. Ondanks mijn domme fout was het wel een hele toffe dag. Eentje die naar nog meer smaakt. Nu eens kijken waar ik een goede leerschool kan vinden, want die heb ik wel nodig… 

Hijs het zeil…

“Willen jullie om 07.30 uur verzamelen? Ik wil het liefst rond 07.45 uur wegrijden!” Is de reactie van een collega die morgenochtend dienst doet als taxichauffeur. Op de planning staat het jaarlijkse zeiluitje van onze zusterorganisatie en wij mogen mee. Het is in Biddinghuizen, dus de baas regelde een bus, en de accountmanager wilde wel rijden. Rond een uurtje of 09.00 rijden we de parkeerplaats van de haven op. Het enige minpuntje is het weer. Flink wat wind, donkere wolken en later op de dag wordt er nog een spat regen verwacht. Dat zou de pret niet mogen drukken. Met mijn 4 lagen kleding en een tas met korte broek en regenkleding kan ik de vier-seizoenen-op-één-dag wel handelen. 

Wat ooit begon als een uitje met 30 collega’s is uitgegroeid tot een evenement van formaat. Vandaag zijn er 103 collega’s verdeeld over de diverse activiteiten waaruit vooraf gekozen kon worden. Zeilen, sloepje, kanoën, skûtsjesilen en voor de landrotten een tour op de fiets. Mijn keus is gevallen op een dag zeilen. Dit heb ik namelijk nog nooit gedaan. 

Maar eerst koffie met gebak. Het is leuk om de mensen die ik alleen maar per telefoon of mail spreek nu in het echt te zien. De groepjes zijn eerder al samengesteld en in diverse appgroepjes verdeeld. Zo kon er vooraf afgesproken worden wat er met de lunch en tussendoortjes gedaan zou worden en wie wat mee zou nemen. De organisatie regelt veel, maar niet alles.

Zodra ik mijn groepje gevonden heb hoor ik dat mijn “kapitein” zeilinstructeur is. Ik val met mijn neus in de boter en hoor hem uit op alles wat ik wil weten. Zodra de zeilen zijn gehesen mag ik direct het roer overnemen. Ik krijg de opdracht om richting een eiland te varen waar we gaan aanmeren voor de koffie. Maar eerst mag ik voelen wat er gebeurd als de wind in de zeilen komt. Ik ben als de dood dat we omslaan. Maar dat schijnt niet zo makkelijk te gaan. Het duurt even maar dan durf ik mij er aan over te geven.

We meren aan voor koffie met koek en varen daarna door naar Harderwijk voor de lunch. Ondertussen krijgen we les in overstag gaan, oploeven, gijpen, voor de wind en andere zeiltermen. We komen allemaal aan de beurt om wat bijzondere verrichtingen uit te proberen. Ik wordt steeds enthousiaster en kan niet wachten om de snelheid op te voeren. Scheren over het water en gedragen door de wind. Hoe tof zal dat zijn?! Rond een uur of drie meren we nog een laatste keer aan voor een snack en wat drinken. 

We hebben nog een uur voor we terug moeten, maar dan begint het te regenen. Ik trek snel mijn regenpak aan zodat we daarna met alle wind in de zeilen nog wat kunnen knallen. Helaas, de wind gaat liggen en blijft liggen. Om op tijd terug te zijn besluiten we de motor aan te zetten en koersen aan op de haven. We zijn de laatste groep die binnen komen en mogen direct aansluiten bij de BBQ. 

Volgens mij ben ik de meest enthousiaste collega van allemaal. Ik heb een super toffe dag gehad. Er is een zaadje gepland dat misschien wel uitgroeit tot een nieuwe hobby. Binnenkort gaan we zelf een zeilbootje huren. Eens zien wat er van deze dag is blijven hangen… 

Nee, ik ga niet mee…

Zodra ik de koelbox tevoorschijn zie komen, weet ik al hoe laat het is. Nog heel even heb ik de hoop dat ze mij vergeten maar zodra ik hun kant op kijk en hun blikken vang weet ik wat mij te doen staat. Ik laat al mijn werkzaamheden per direct vallen, de doos die ik aan het slopen ben, de colafles die ik normaal gesproken door de kamer smijt of de bol sokken waar ik mijn snavel zo graag in zet, gewoon omdat het zo lekker voelt om iets kapot te knagen wat vooral niet van mij is, en haast mij met gezwinde spoed terug naar mijn kooi. Ik klauter als een razende Roeland naar binnen en trek in één streep door naar de verste uithoek van mijn kooi. Nee, ik ga mooi niet mee!! 

Terwijl ik op mijn stok en vooral buiten bereik van hun handen aan het kniezen ben, zie ik op de eettafel allemaal lekkere hapjes verschijnen. Ik hoor ze gezellig babbelen over de planning van deze dag. Ze werpen steelse blikken mijn kant op. Ik doe of ik het niet zie en draai mijn kop opzij. Maar dan begint ze tegen mij te praten. Of ik mee ga? Of ik ook wat lekkers wil? Of ik …. Vertwijfeld steek ik mijn poot al uit om terug te klimmen. Nee, de koppigheid neemt het over. Ik ga niet mee!! Ze ziet mijn twijfel en moedigt mij nu aan door het te proberen met lieve woordjes. Maar ik ben onverbiddelijk. Mijn antwoord is nee. 

“Wil je misschien dit stukje?” Vraagt ze even later aan mij terwijl ze aan komt lopen met wat lekkers op een bordje. Mijn kraaloogjes worden groter en groter. Zie ik daar nu een stukje kaas??? Voor ik het weet klim en klauter ik mijn kooi uit. Als beloning eet ik de voor mij eigenlijk verboden lekkernij. Achter mij scharniert het deurtje van mijn kooi dicht en terug is geen optie. “Ooh bugger….” Ik ben er weer ingetrapt. Zo omkoopbaar als de pest! Er zit niks anders op dan in mijn reistas te stappen en mee te gaan varen. 

Ik doe alsof ik overal een hekel aan heb. Kenners van Amazone papegaaien weten dat wij de grootste toneelspelers van alle papegaaien zijn. Althans, wat drama betreft. De kaketoe spant natuurlijk de kroon als het om de clown uithangen gaat. Eenmaal aan boord heb ik het stiekem wel naar mijn zin. We starten met “koffie en koek” voor mij water met een noot. Daarna varen we door de Biesbosch opzoek naar een rustige plek waar we voor anker gaan voor de lunch en wat zonovergoten uren. 

Eenmaal voor anker krijg ik een prominente plek op het voordek waar ik alles prima in de gaten kan houden. Het is een komen en gaan met kleine sloepjes en kano’s. En het leukste van alles zijn de rondvaartboten. Om de zoveel tijd komt er één voorbij, afgeladen met mensen die naar mij zwaaien. Als ik dan enthousiast “Halloooo” terug roep is iedereen door het dolle. Maakt hun rondvaart helemaal af.  

Dit is wel wat spannender dan mijn eigen kooi, die niet zo schommelt overigens. Maar zeg nu zelf: welke huisgaai kan nu zeggen dat ie zo’n uitzicht heeft als ik deze middag!?!

Een zandbank…

De ankerketting maakt een ratelend geluid als hij uit zijn “huis” getrokken wordt. Normaal hoor je een plons als het anker te water gaat. Met een kleine ruk trekt de boot zichzelf vast en klaar. Nu waad er iemand door het water gevolgd door de woorden: “Zal ik hem hier maar neerleggen?” Ik zie vriendlief met het anker in zijn handen door het water lopen. Dit is echt de meest lachwekkende manier om je boot voor anker te laten. Hij zoekt een kuil op en graaft het anker een soort van in. Wanneer deze vast ligt kan de motor uit. Een serene rust daalt over ons neer. 

Normaal zoeken we de zandbanken niet op. Die vermijden we liever dan dat we er op vastlopen. Ingegeven door een schipper die vorige week het zelfde deed, liggen we nu zo’n beetje op diens plek. Er is een verschil, zijn bootje was iets hanteerbaarder dan Merlin. Voor we een goede spot gevonden hebben moeten we een paar keer verplaatsen en wat steken. Maar nu liggen we goed. Het anker ligt uit en vriendlief kan eindelijk, aangemoedigd door Groene Draak die ook mee is, doen wat ie wil doen. De boot rondom poetsen. 

Hij staat tot aan zijn middel in het water maar als hij naar voren loopt komt het water niet hoger dan zijn knieën. Ik besluit aan boord te blijven en installeer mij op het voordek. Een tapijt van kroos en alg heeft een deel van wat normaal een bewaadbare plek is omgetoverd tot een moerasachtig gezicht. Het heeft wel wat met de vogels die er zijn neergestreken. Er zitten aalscholvers, eenden, heel veel zwanen en wat reigers. De meeuw hoor je uiteraard boven alles uit. Maar het water rondom de boot is zo helder dat we de wissen kunnen zien zwemmen. 

Ik word loom van de gestaag oplopende temperatuur. Mijn geest is overigens zo geconditioneerd dat ik al loom wordt op het moment dat ik de boot in het oog krijg. Dit is zo’n dag dat ik het laat gebeuren. Ik vecht niet tegen de moeheid. Eigenlijk wil ik maar één ding en dat is liggen en mijn ogen sluiten. Dat is dan ook wat ik doe. Daarna laat ik mij meevoeren door de geluiden om mij heen. De wind streelt mijn door de zon opgewarmde huid en ik laat mij dragen door het gekabbel van het water tegen de romp. 

“Waar is die spuitbus?!” Lang geniet ik niet van mijn doezel moment. Als ik mij omdraai staat vriendlief aan de zijkant van de boot met een borstel en een poetsdoek in zijn hand naar mij te kijken. “Spuitbus?” Herhaal ik. “Om spinnenpoep te verwijderen!” Vult hij aan. Als je denkt dat pubers af en toe een rommel kunnen maken, neem dan eens wat spinnen in huis. Of in ons geval, aan boord. Spinnenrag hecht zich als lijm en de uitwerpselen bijten in het materiaal. Na enige tijd is dit niet meer normaal te verwijderen met alleen wat water en zeep. 

Na een uur klimt vriendlief weer aan boord. Moe maar voldaan. Merlin is helemaal rondom gepoetst en dat was nodig ook. Dat we nooit eerder op dit idee gekomen zijn vragen we ons beide af. De rest van de middag gaan we in de relaxmodus en genieten we vooral van het zonnetje en de rust op het water. 

Een dag voor in de boeken…

Het was er dit jaar gewoon nog niet echt van gekomen. De dagen dat het lekker weer was en er niet veel wind stond moest ik werken. De dagen dat ik vrij was en dus tijd had was het pisweer of stond er te veel wind. En, nou ja, ik ben nu eenmaal een mooi weer mens wat mijn buitenhobby’s betreft. Vandaag komt alles mooi samen. Een vrije dag, bijna windstil, blauwe lucht, zon aan de hemel en een graad of 26. Al met al prima weer voor een toerke op de SUP. 

Voor de verandering besluiten we eens vroeg naar het water te gaan. De parkeerplaats is nagenoeg leeg. Een enkele roeier is aanwezig maar verder niemand. Ik vind waterpret over het algemeen wel leuker als er een gezellige bedrijvigheid om mij heen te vinden is. Maar een keer het water voor ons alleen is ook wel erg fijn. 

Het bootje van vriendlief heeft vandaag zijn vuurdoop. Die ziet voor het eerst sinds maanden pas weer het water. Maar wonder boven wonder start het ding direct en werkt naar behoren. Ik heb mijn SUP ook binnen no-time opgepompt. Ik trek nog vlug wat flesjes water mee voor onderweg. Dat gaan we met dit mooie weer wel nodig hebben. 

Jammer genoeg steekt er een windje op en uitgerekend heb ik hem tegen. Dat is voor vriendlief niet zo’n ramp. Maar voor mij, op mijn met eigen spierkracht voortgedreven vaartuig, wat minder tof. Ik peddel stug door. Vooralsnog zijn wij de enige twee op het water en daar maak ik dankbaar gebruik van. Ik ga van links naar rechts en zoek de ideale lijn door wind en stroming. 

Dat ik al even niks meer gedaan heb merk ik na een kleine 2,5 km. Gelukkig krijg ik een klein sleepje. En dat dames en heren is nog eens extra genieten. Ik hoef even niks te doen dan alleen maar genieten van de zon op mijn bakkes en zorgen dat ik niet van mijn plank af lazer. Dat gaat mij beide redelijk goed af. 

Door mijn sleepje zijn we iets sneller op onze lunchlocatie. Nog voor we goed en wel aangemeerd zijn raken we in gesprek met de eigenaar van de toko. Ik loop nog te klooien met de leash van mijn SUP terwijl hij honderduit verteld over de boten die te huur zijn, het terras en een grappig voorval met een aantal klanten die niet wensten te betalen en hoe creatief dit was opgelost. Geweldig. 

Het heeft overigens wel wat om op deze manier bij een “restaurant” aan te komen in plaats van met de fiets of de auto. Gelukkig is er nog plek op het terras want inmiddels rammel ik van de honger. Zonder moeite wordt er een parasol voor ons uitgeschoven en krijgen we kussens voor op de stoelen aangeboden. Na de lunch keren we terug naar de steiger. Dit keer hebben we de wind “in de zeilen”.

Het is zo zalig dat we besluiten ons gewoon mee te laten drijven. Lekker uitbuiken in de zon met de voeten in het water terwijl de stroming ons meevoert naar ons startpunt. Iets later dan gepland zijn we terug bij de steiger. Waar overigens nog steeds niemand te vinden is. De watermensen weten niet wat ze missen. Maar voor ons is dit een dag voor in de boeken. 

Te water…

De start van het vaarseizoen is over het algemeen rond 1 april. En dit jaar waren we maar een week of twee later. Dus met het paasweekend lag Merlin weer als een vis in het water. Dat had nog wel wat voeten in aarde. De monteur die dit in eerste instantie zou doen bleek met de noorderzon vertrokken. Niemand weet waar die gast gebleven is. Gelukkig konden we met kennissen en kennissen van kennissen, het een en ander regelen waardoor wij niet veel hinder hebben ondervonden van zijn fratsen. Maar voor sommige van zijn klanten bleek het begin van dit vaarseizoen jammer genoeg iets minder tof te beginnen. 

De kennissen hadden Merlin al mooi rondom schoon gespoten. Maar de binnenkant kon na een winterseizoen op de kant wel een poetsbeurt gebruiken. Terwijl Zoonlief het hele paasweekend volgepropt had met feestjes, uit eten gaan, eieren zoeken en nog meer feestjes konden wij eerste paasdag mooi gebruiken om de boot schoon te maken. Vriendlief begon met het schrobben van het voordek en ik nam het binnenwerk voor mijn rekening. Na een broodje en een bak koffie ging vriendlief verder met de bekleding en ritste ik alle “ramen” los zodat ook die eens grondig schoon gemaakt konden worden. 

Het is echt bizar hoe smerig alles kan worden. Toch staat ze in het winterseizoen binnen en is alles zo goed als dicht. Maar na een dag ons flink uit de naad te hebben gewerkt glimt en blinkt Merlin weer. Nou, bijna dan. We doen nog een kop koffie met een koek en houden het voor gezien. De poetsspullen kunnen weer mee terug naar huis en wat we dit seizoen op het water nodig hebben blijft aan boord. 

2e paasdag is het wederom zalig weer. We besluiten er lekker op uit te gaan. Net voor we weg gaan komt Zoonlief binnen gestormd: “Oh gelukkig jullie zijn nog niet weg. Ik wil graag mee!” Ik kijk hem wat meewarig aan. Stukje varen en voor anker is niet bepaald zijn ding, want te gezapig. En het water is echt nog veel te koud om te gaan wakeboarden zonder suit. Maar nee dat was allemaal geen probleem. Na al het feesten was ie ff toe aan bijtanken en zonnen op een rustige plek. Nou dat begreep ik helemaal!

Dus rijden we met een volle auto naar de haven om onze eerste vaart te maken en tegelijk wat vitamientje D op te doen. Het water is als een spiegel. “Echt perfect wakeboard weer.” Zegt Zoonlief nog even quasi nonchalant. Ik kijk hem met een schuin oog aan. Ik zeg hem dat ie het echt wel mag proberen maar dat ik hem niet wil horen klagen over de kramp in zijn lichaam en half afgestorven ledematen! Want dat is wat water van amper 13 graden met je doet. Gelukkig is hij zo wijs om het voordek te verkiezen boven het ruime sop. 

Zelf blazen we de kano op voor een stukje sportief toeristisch geklungel in de Biesbosch. We maken een tourtje langs het schiereiland waar we voor anker liggen. Worden belaagd door de ganzen een stukje verder. Lopen vast aan de bodem, want eb en genieten van de roofvogels die boven ons vliegen. Niet verkeerd om al dobberend wat bij te kleuren.

Rond etenstijd komen we weer aan in de haven en laten ons aan boord verwennen door de plaatselijke friettent. We hebben het wel eens slechter getroffen tijdens de paasdagen…

De laatste vaart…

Begin oktober
De eerste 10 dagen van de maand oktober vlogen om. De overgang van zomer naar winter geeft een fijner gevoel wanneer dit vriendelijk gebeurd. Op zo’n manier dat de herfst bijna een cadeautje lijkt. Begin oktober was het regenachtig en vies weer maar gelukkig waren er ook een paar hele mooie nazomerdagen. Dagen waarop je bijna zou vergeten dat het al oktober was. Voor ons betekende dit naast werken ook veel buiten zijn en afscheid nemen van Merlin. Het boot- en vaarseizoen zit er voor dit jaar weer op.

Terugkijkend is het echt een belabberd watersport seizoen geweest. Door omstandigheden lag de boot pas een maand later dan gepland in het water en hadden we de hele maand mei zo’n beetje regen. Echt lange vaartrips hebben we niet gemaakt en ook is er maar een enkele keer iemand mee geweest. Nee, dit jaar was niet bepaald een watersport jaar dat de boeken in gaat als top jaar. Maar ach zo valt hopelijk volgend jaar des te meer op. Want daar hebben we nu onze zinnen op gezet. Een eerste afspraak op het water met familie staat nl gepland voor in het voorjaar.

Aan al het goede en iets minder goede komt dus een einde. Gelukkig is het weer ons nog even goed gezind. En ik denk zomaar eens dat dit een van de laatste mooie weekenden is die is aangebroken. Met wat extra lege tassen reizen we af naar Merlin want ze zal voor een groot deel leeggehaald en opgeruimd moeten worden. 

Maar eerst nemen we het er nog even van. Het is rustig in de haven. Een hoop boten liggen nog in het water maar het zal niet lang meer duren voor een groot deel op de kant staat. We varen uit op weg naar een van onze vaste ankerplaatsen. Het water is spiegeltje glad. Heerlijk wakeboardweer maar daar is het (voor mijn gevoel) nu iets te laat voor. Ook op het water is het heel rustig. Hier en daar ligt een boot voor anker. De rondvaartboot doet nog wel zijn ding en ook het voet- en fietsveertje is nog van de partij. 

Als we op onze plek liggen genieten we nog even extra van het zonlicht, de rust en het kabbelende geluid van het water tegen de romp van de boot. Na een paar uur dobberen wordt het tijd om terug te gaan. Eenmaal weer in de haven moeten we nog even flink aan de slag. De koelkast moet leeggehaald worden. De vriezer, haha ja die zit er ook in, moet ontdooit worden. Verder moeten alle waardevolle spullen mee naar huis. Alle handdoeken, kledingstukken, slippers en andere schoenen die in de loop van het jaar achter gebleven zijn verzamel ik en gaan ook mee. 

Na een tijdje staan we met een aantal flink gevulde tassen op de steiger. Vriendlief loopt Merlin nog eenmaal na om te zien of we echt niks vergeten zijn. Of voor nu, alle lijnen en trossen goed vastliggen en de raampjes open, dan wel dicht zijn. 

De monteur is reeds gebeld. Hij komt Merlin een dezer dagen uit het water vissen. Ze wordt dan schoongemaakt, nagelopen en winterklaar gemaakt voor ze voor een paar maanden naar de binnenloods verdwijnt. Nu duimen dat het volgend jaar in alle opzichten een beter watersport seizoen mag worden. 

Biesbosch Cruise…

Recensie door Groene Draak.

Geen 1,5 meter, mondkapje en vooralsnog geen code paars, blauw of roze meer. Tijd om eindelijk de vleugels te strekken. Figuurlijk gezien, want letterlijk zou ik de weg kwijtraken. Mijn ingebouwde (s)tom-(s)tom werkt niet altijd even goed zoals bv die van de postduif. Dus boekte ik voor mijzelf een heuse Biesbosch cruise, inclusief overnachting. (Lees; ik moest mee omdat zij zo nodig moesten overnachten aan boord en ik niet alleen thuis mocht blijven. Maar dat leest een stuk minder prettig, vindt u niet!?)

Natuurlijk wilde ik op deze cruise wel een beetje comfort en luxe dus koos ik voor een hut met balkon. Wanneer ik niet over het dek zou flaneren kan ik mij altijd terugtrekken in mijn eigen hut en uitzicht houden op al het moois dat wij onderweg zouden passeren, was mijn gedachte. Nog leuker is de reactie van andere “cruisende” mensen die, eveneens op hun bootje, een tocht door de Biesbosch maken. Bij het zien van een hond hoor ik ze niet. Maar bij het zien van een papegaai worden ze Foxwild! Om maar even in Brabantse termen te blijven. Daar kan ik smakelijk om lachen. 

De avond begint met een captains diner. Dat is heel speciaal en stamt nog uit het VOC-tijdperk. Lang geleden dus. Ik heb mijn beste verenpak gestreken en schuif aan bij een luxe gedekte tafel samen met de kapitein. Er worden onder ander overheerlijke gebakken “pommetjes” en “soufflé au fromage” geserveerd. Na het verorberen van de toetjes varen we uit. De avond valt al snel, maar de kapitein weet wat ie doet.

Rond 20.00 uur gaan we voor anker op onze overnachtingsplaats. Het animatieteam doet nog een rondedansje met hier en daar een kunstje op de SUP maar al snel houd ze dat voor gezien want het wordt te donker en er zijn te veel muggen buiten de boot. De ramen worden vakkundig van horren voorzien zodat het gespuis buiten blijft. 

Volgens mij hebben de waterkippen zich al flink volgegoten met drank want ze gaan los op drie meter van mijn hut vandaan. Wat een herrie. Ik hoor het zoemen van de beestjes en het kraken van de touwen. Ik ben niet helemaal op mijn gemak want de geluiden zijn hier anders dan thuis. En daar schommelt mijn stok ook niet zo. Ik probeer nog een vallende ster te spotten voor ik in slaap val. Want de hemel is heel helder deze nacht.

De natuur heeft zijn eigen wekker en daarom zijn we extreem vroeg wakker. Niet lang daarna staat het ontbijt op mij te wachten. Dat gaat er wel in na zo’n onrustige nacht. “brock-benedict” met vers fruit. Dat smaakt in de natuur wel heel erg lekker. 

Als de ober de tafel heeft afgeruimd en de koffie geserveerd is start de eerste excursie. Het voeren van de wilde ganzen. Daarna wordt er een show opgevoerd van baltsende futen en als laatste komen de koning en koningin van het water ons gedag zeggen.

De zon klimt naar zijn plek en wint aan warmte. Na de lunch is het tijd om via een omweg terug te varen naar de haven. Jeetje wat een ervaring was dit. De cruise, het eten en de omgeving verdienen een dikke 10. Maar de overnachting was heel wat minder. Volgende keer mijn eigen stok mee.