Rondje Maas…

Ik sta te dubben of ik er op ga of er naast blijf lopen. Ik werp een blik naar Poownie en zie zijn tong al letterlijk uit zijn mond hangen. Tja, het is met 28 graden ook best wel aan de warme kant. We gaan wel een stukje wandelen. Normaal neemt zijn verzorgster hem mee voor een leuke rit door de polder. Maar verzorgsters hebben ook wel eens vakantie. Dus de komende 3 weken heb ik wat extra Poownie-tijd ingelast zodat hij toch het gevoel heeft niks te kort te komen. 

Vanwege het warme weer besluit ik voor een rondje langs het water door het recreatiegebied. Lekker verkoeling onder de bomen en een briesje meepakken langs het water. Heerlijk. We zijn nog geen 100 meter het gebied in gewandeld of een lading kinderen komt ons tegemoet… Gelukkig aan de hand van een ouder/verzorger. Nee, geen paardje aaien vandaag maar links af richting speeltuin. Dag kindjes en veel plezier! 

Op dat moment realiseer ik mij nog iets. Er rijden in de zomer van die kleine treintjes. Super leuk om als kind (en stiekem ook als je wat ouder bent) in mee te rijden. Het stationnetje is midden in de speeltuin en je tuft een klein traject langs het water, over bruggetjes en zelfs door een echte tunnel. Maar of Poownie hier zo blij van wordt? Deze zomer rijden er maar liefst 2 van dit soort treintjes, afgeladen met gillend gespuis, want tunnel en precies er naast een paard!

Poownie staat even gek te kijken wanneer de ieniemienie spoorbomen links van hem dicht gaan en het belletje afgaat. Vervolgens “dendert” er een afgeladen treintje langs. Hij knort wat maar dat is dan ook alles. Hij heeft meer oog voor de mals ogende graspollen waar hij al de hele tijd verlekkerd naar aan het kijken is. Ik merk ook dat de wilskracht om niet met zijn neus naar de grond te gaan uit zijn tenen moet komen. Ik laat hem als afleiding dan maar wat grazen. De spoorbomen gaan weer open en snel lopen we naar de overkant om niet tussen twee heen en weer rijdende treintjes te zitten. 

De treinen en kinderen laten we achter ons als we het “bos” weer inlopen. Heel even zijn we alleen op de wereld. Zo stil en zalig. Maar lang duurt dit niet. We worden ingehaald door twee groepen wielrenners. Als we nog op onze benen staan te tollen van de snelheid waarmee we ingehaald worden komt daar ook de bejaardensoos om de hoek. “Goedemiddag! Goedemiddag!” Dit gaat weliswaar wat gezapiger maar het duurt ook wel ff voor alle 25 mummies voorbij zijn. Poownie neemt het er van en zoekt ondertussen de lekkerste grasjes. Ik was even vergeten dat het hier zo mega druk kan zijn. 

Als we bijna het bos uit zijn staat er een politiebus voor mijn neus. Stiekem weet ik dat we hier niet mogen komen. Maar ruiters worden hier al 100 jaar getolereerd. Ik glimlach vriendelijk in de hoop dat ze niet uitstappen. Ze laten ons zonder pardon passeren. Direct daarna rijd staatsbosbeheer voorbij. Die zijn erger dan de politie. Maar hij kijkt onze kant niet op en lijkt ons niet eens te zien. Gelukkig.

Zonder kleerscheuren komen we na een uur weer aan op de wei. Poownie neemt vol dankbaarheid zijn partjes appel in ontvangst en loopt voldaan terug naar zijn maten in de wei.

Nee, ik ga niet mee…

Zodra ik de koelbox tevoorschijn zie komen, weet ik al hoe laat het is. Nog heel even heb ik de hoop dat ze mij vergeten maar zodra ik hun kant op kijk en hun blikken vang weet ik wat mij te doen staat. Ik laat al mijn werkzaamheden per direct vallen, de doos die ik aan het slopen ben, de colafles die ik normaal gesproken door de kamer smijt of de bol sokken waar ik mijn snavel zo graag in zet, gewoon omdat het zo lekker voelt om iets kapot te knagen wat vooral niet van mij is, en haast mij met gezwinde spoed terug naar mijn kooi. Ik klauter als een razende Roeland naar binnen en trek in één streep door naar de verste uithoek van mijn kooi. Nee, ik ga mooi niet mee!! 

Terwijl ik op mijn stok en vooral buiten bereik van hun handen aan het kniezen ben, zie ik op de eettafel allemaal lekkere hapjes verschijnen. Ik hoor ze gezellig babbelen over de planning van deze dag. Ze werpen steelse blikken mijn kant op. Ik doe of ik het niet zie en draai mijn kop opzij. Maar dan begint ze tegen mij te praten. Of ik mee ga? Of ik ook wat lekkers wil? Of ik …. Vertwijfeld steek ik mijn poot al uit om terug te klimmen. Nee, de koppigheid neemt het over. Ik ga niet mee!! Ze ziet mijn twijfel en moedigt mij nu aan door het te proberen met lieve woordjes. Maar ik ben onverbiddelijk. Mijn antwoord is nee. 

“Wil je misschien dit stukje?” Vraagt ze even later aan mij terwijl ze aan komt lopen met wat lekkers op een bordje. Mijn kraaloogjes worden groter en groter. Zie ik daar nu een stukje kaas??? Voor ik het weet klim en klauter ik mijn kooi uit. Als beloning eet ik de voor mij eigenlijk verboden lekkernij. Achter mij scharniert het deurtje van mijn kooi dicht en terug is geen optie. “Ooh bugger….” Ik ben er weer ingetrapt. Zo omkoopbaar als de pest! Er zit niks anders op dan in mijn reistas te stappen en mee te gaan varen. 

Ik doe alsof ik overal een hekel aan heb. Kenners van Amazone papegaaien weten dat wij de grootste toneelspelers van alle papegaaien zijn. Althans, wat drama betreft. De kaketoe spant natuurlijk de kroon als het om de clown uithangen gaat. Eenmaal aan boord heb ik het stiekem wel naar mijn zin. We starten met “koffie en koek” voor mij water met een noot. Daarna varen we door de Biesbosch opzoek naar een rustige plek waar we voor anker gaan voor de lunch en wat zonovergoten uren. 

Eenmaal voor anker krijg ik een prominente plek op het voordek waar ik alles prima in de gaten kan houden. Het is een komen en gaan met kleine sloepjes en kano’s. En het leukste van alles zijn de rondvaartboten. Om de zoveel tijd komt er één voorbij, afgeladen met mensen die naar mij zwaaien. Als ik dan enthousiast “Halloooo” terug roep is iedereen door het dolle. Maakt hun rondvaart helemaal af.  

Dit is wel wat spannender dan mijn eigen kooi, die niet zo schommelt overigens. Maar zeg nu zelf: welke huisgaai kan nu zeggen dat ie zo’n uitzicht heeft als ik deze middag!?!

Obstacle run…

In mijn ene hand heb ik een zak hooi van rond de 12 kg en in mijn andere een verrekte splinter. Die er ingeboord werd toen ik de laatste pluk hooi in de zak propte. De hooibaal, die om logistieke reden heel onlogisch is geplaatst, is alleen via een kleine hindernisbaan te bereiken. Om er bij te kunnen heb ik mij tussen twee andere balen in laten zakken. Hoe ik weer naar boven moet komen vraag ik mij nu dus af. Met wiebelige benen probeer ik mijn evenwicht te hervinden. 

Deze hooibalen zijn normaal zo stevig als een huis. Maar wanneer de touwtjes allemaal doorgesneden zijn en het ook nog eens die baal is waar ik overheen moet om aan het begin te komen dan kan dat best een uitdaging zijn. Na wat klim- en klauterwerk, een vloek links en een uitglijder rechts, lukt het mij om één zak, gevuld en al, mee het hok uit te slepen. Met het zweet op mijn voorhoofd duik ik het hok weer in. Er moeten nog twee zakken gevuld. Vanuit de paddock klinkt er gehinnik. Volgens sommige duurt het te lang….

Ken je die puinruim zakken, van die bigbags? Dat zijn onze hooizakken. Oké ze zijn iets kleiner, maar nog steeds flink aan de maat. Ik sleep zo’n zak achter mij aan en ga vol goede moed de hindernisbaan weer over. Onder het zeil door, op het krukje via de kleine baal, over een grote baal naar de achterkant van het hok. Ik laat mij vakkundig tussen de balen naar beneden glijden en vul opnieuw een zak. Ik zet mijn hand boven op de baal. Wanneer ik afzet zak ik met diezelfde hand tot aan mijn oksel tussen de inmiddels losliggende plakken hooi van diezelfde baal. Mijn goed gevulde hooizak, die ik al bovenop de baal had gekregen, raakt uit balans en dondert over mij heen het “ravijn” in. De hele zakken-vul-exercitie begin van vooraf aan. Uiteindelijk kom ik al hijgend, proestend en met het zweet tot in mijn bilnaad uit dat vervloekte hooihok. Aan iedere hand sleep ik een gevulde zak mee. En die verrekte splinter! 

Ik gooi een zak in de kruiwagen en sjok door de paddock naar achteren. Halverwege wordt mijn pad geblokkeerd door een skippybal van de paarden. Wat the f*ck? Het lijkt hier wel een obstacle run. Achter mij hoor ik hoefgetrappel en als ik mij omdraai staan er 5 pony’s vragend te kijken waarom het wederom zo lang moet duren… Hoewel ik niet met een stopwatch heb staan klokken heb ik er wel beduidend langer over gedaan. Ik slalom mijn kruiwagen om de bal, de mesthopen er achter en de kuil die een van de knollen uitgerekend hier heeft staan graven. Nog voor ik de kans krijg de zak te legen in de daarvoor bestemde ruif wordt er al aangevallen alsof ze dagen niks gevroten hebben. De hongerlappen. 

Echt kei-verrot, neusgaten vol met stof en compleet bezweet neem ik afscheid van mijn veelvraten en keer huiswaarts. Als er nog mensen moeten trainen voor één of andere hardloop, obstacle run of mudmasters gedoe?? Kom dan alsjeblieft mijn voerdienst overnemen. Wedden dat je in no-time een topconditie hebt?! De stoflongen en broekzakken gevuld met hooi en stro krijg je dan van mij. Geheel gratis!!

Goede service…

“Nee echt!? Gaat ie dan gewoon onder de douche?” Dit is de meest gehoorde reactie van mensen zodra ze vernemen dat ik ook onder de douche ga. Echt, wat is dat nu voor antwoord?! Ik kijk ze maar een beetje “gaai-achtig” aan en roep iets als: “Echt waar? Echt waar!” Als ik ze ga vragen of zij ook wel eens onder de douche gaan is het hek natuurlijk helemaal van de dam. “Shit hij praat terug!!” Douchen en badderen hoort er gewoon bij. Ja mensen ook voor mij, als papegaai. Sterker nog het is een van onze basisbehoeften. 

Mijn oorsprong ligt in het Amazone gebied. Het klimaat is daar heel anders dan hier in Nederland. Hoewel sommige zomerse dagen mij wel doen denken aan het tropisch regenwoud, komt het niet eens in de buurt. Verder krijgen vogels die buiten leven geregeld een flinke regenbui over zich heen. Ik leef voornamelijk binnen en krijg dat dus niet!

Helaas is de luchtvochtigheid in de meeste woningen aan de lage kant. En die hogere luchtvochtigheid, die wel in de Amazone terug te vinden is, is juist voor ons zo belangrijk. Om mij te helpen kreeg ik een bad in mijn kooi, zodat ik zelf kon bepalen wanneer ik ging badderen. Op de zijkant stond: Gaai-proof. Een mooie uitdaging en na wat hak- en snavelwerk was ie dat niet meer! Binnen een week, zo lek als een mandje. Ik kreeg geen nieuwe en moest vanaf dat moment onder de douche.

Papegaaien zijn net als pluche knuffels, lief, schattig maar stoffig. Douchen is dus belangrijk om het stof en vuil tussen mijn veren weg te krijgen. Maar ook om mijn huid soepel te houden en zoals gezegd, de luchtvochtigheid, voor mijn slijmvliezen. Na een douch volgt steevast een flinke poetsbeurt waarbij ik ieder veertje onder “snavel” neem. Tevens voorzie ik mijn verenpak van een nieuw laagje talg zodat de boel mooi waterdicht blijft. Voor het geval ik toch eens in die stortbui terecht mocht komen. Er gaat heel wat tijd in mijn verzorging zitten. Douchen is dus niet alleen om mij schoon te houden.

Het hele jaar door ga ik onder de douche en gebruiken dan zo’n mooie Gardena plantenspuit. Want waarom zou je die alleen gebruiken om de planten te besproeien als je mij er ook mee kunt douchen? Hij is echt ideaal. Er gaat wel 5 liter in. Je pompt hem op en ik sta de hele tijd onder een prachtige neveldouche. Ondertussen zing en fluit ik er lekker op los. Maat houden is overigens niet mijn sterkste kant (sorry buurtjes!!) 

Deze zondag sta ik mij zoals gebruikelijk in te zepen onder een heerlijke nevelstraal. Ik wil net aanzetten voor die fantastische hoge noot, als ik een keiharde klap hoor. Van schrik vlieg ik onder de douche vandaag. Alles (en Deb) zeiknat. Blijkt de Gardena pomp van boven tot onder uit elkaar te zijn geklapt.

Ietwat ontdaan poets ik mij droog om daarna een mail te wagen aan Gardena. Dit mag toch niet zomaar gebeuren? Hun reactie laat niet lang op zich wachten. Ze zijn het stellig met mij eens en vinden het heel vervelend dat mijn douchebeurt zo bruut is onderbroken. Binnen drie dagen wordt er een pakket bezorgd met daarin een gloednieuwe Gardena plantenspuit zodat ik weer lekker kan badderen! Dank je wel Gardena, dat is nog eens service!!

Graas-retraite…

Het huis is schoon, de boodschappen zijn gehaald. Op het werk loopt een en ander op rolletjes. Kortom alles is aan kant. Wanneer dit letterlijk en figuurlijk zo is dan heb ik rust. Innerlijke rust. Vaak wanneer ik dit gevoel ervaar zijn de dingen die ik daarna doe ware cadeautjes. Ik geniet er dan meer van. Kom nog meer tot rust of beleef alles intenser. Alsof er meer ruimte is om het toe te staan. Zoals deze zaterdagmiddag. 

Oké, toegegeven. Het weer speelt vandaag natuurlijk ook een grote rol. Want na alle barre kou en de vele regen die is gevallen is er eindelijk weer zon. De blauwe lucht en het ontbreken van de wind maken het fijne plaatje compleet. Vriendlief is naar de voetbal maar daar heb ik mijzelf nog steeds een break van gegeven. Soms mis ik het wel. Maar gevoelsmatig is het nog niet de tijd om het weer op te pakken. Wat ik wel doe is mijzelf in mijn paardenkloffie hijsen en ik ga naar stal.

Een smerig paard staat mij op te wachten. Het is dat hij een deken omheeft. Anders hadden we eerst door de “wasstraat” gemoeten. Hij gunt mij geen tijd voor knuffels. Die moet ik maar bewaren voor op locatie. Op de een of andere manier weet hij altijd wanneer we datgene gaan doen waar hij zoveel plezier uithaalt. Ik laat hem los uit de paddock en al lopend naar het hek doe ik hem zijn halster om. Met een borstel in mijn hand lopen we van stal. 

Dit weer trekt mensen naar buiten. Wandelaars, fietsers, ruiters, hardlopers, iedereen neemt het er van. Zelf zoek ik een stuk gras op waar niet veel mensen komen. Dat geeft de rust die ik nu al zo ervaar nog meer de ruimte. Poownie draaft naast mij mee en zodra ik stil sta duikt hij naar de grond opzoek naar verse grassprieten. 

De lekkerste sprieten staan uiteraard het verste weg dus we moeten er wel wat stappen voor zetten. Ondertussen borstel ik zijn teddyberen vacht. Deze begint hier en daar al los te laten en voor ik het weet zit ik ook onder de haren. Als het poetswerk er opzit houdt ik de wacht op aanstormende blaffende “grasmonsters” die gelukkig uitblijven. Ondertussen laat ik mij meevoeren op het graasgeluid van Poownie. Het vermalen van het gras tussen zijn nog resterende kiezen werkt namelijk hypnotiserend. 

De zon verwarmd mijn vermoeide spieren die ik deze ochtend in de sportschool flink aan het werk heb gezet. Heel even sluit ik mijn ogen en ik kan mij helemaal overgeven aan het hier en nu. Lekker ontspannen. Ik laat mij leiden door Poownie. Zijn neus vind de beste grashalmen. Ondertussen hoef ik alleen maar te zijn…. Niet denken. Niet piekeren. Niet sporten of bewegen om warm te blijven. Niet praten. Gewoon alleen maar ademhalen en er zijn.

Samen struinen we het hele grasveld af en na een uur staan we weer voor het hek op stal. Ook hier is het vredig en stil. De zon begint langzaam aan zijn retour. Hij heeft zijn best weer gedaan vandaag. Poownie krijgt een vervroegt avondmaal en staat vervolgens midden in de paddock met zijn ogen dicht op rust. Voldaan, net als ik. Ik denk dat ik dit soort momenten onze “graas-retraite” ga noemen. 

Krijgers van stal…

Op iedere stal waar Poownie en ik gestaan hebben waren ze er, stalkatten. Waar we nu staan hadden we die niet. Ik zeg met nadruk hadden… Want inmiddels hebben we ze wel. Niet één, maar drie. Of eigenlijk maar twee en één die alleen langskomt als ie zin heeft. Juist met die laatste is het allemaal begonnen. 

Op een middag, toen ik klaar was met mijn stalklussen en op het punt stond om naar huis te gaan stond er opeens een witte tijger op het terrein. Uitgemergeld, vuile ogen, happen uit zijn oor en de meest trieste blik die ik ooit bij een kat had gezien. Als ik een stap in zijn richting deed, liep hij bij mij vandaan. Dus besloot ik in het zonnetje te gaan zitten en zijn vertrouwen te winnen. Een halve middag en centimeters schuifwerk verder had ik een kleine overwinning geboekt. 

Heel voorzichtig mocht ik hem achter zijn kapotte oor aaien. Meer liet hij niet toe. Meer durfde ik ook niet aangezien zijn poten groter waren dan die van een gemiddelde huiskat. Vanaf dat moment kwam hij dagelijks bij ons over de vloer en konden we hem steeds makkelijker benaderen. Dat we hem voer gaven speelt ook een rol. Bij ons vond hij een fijne plek om bij te tanken. Met heel veel engelengeduld mochten hem ook verzorgen. Zijn vervilte vacht werd geknipt, de teken verwijderd en ogen schoon gemaakt. Zijn trieste blik bleek alleen voor de show. Hij is letterlijk een pussy. 

Kennismaking met kat twee was in de winter. Toen ik met mijn hoofdlamp aan over het terrein liep en van onder (!) de keet twee oplichtende ogen naar mij zag loeren. We schrokken zo van elkaar dat het dagen duurde voor hij zich weer liet zien. (en ik naar de onderkant van de keet durfde te kijken…) Het dier was zo schuw als de nacht en liet zich alleen maar zien als hij dacht dat wij niet keken. Waar hij vandaan kwam was ons niet bekend. Maar al snel kreeg hij in de gaten dat het op stal een waar walhalla is. Eten, aandacht en een heerlijke slaapplek. Kat één komt en gaat. Terwijl deze kleine krijger een blijvertje is. 

De start van het weideseizoen bracht ons kat nummer drie. En, zo kwamen we later achter, is het zusje van twee. Na wat aarzelende miauwen kwam ze uit het hoge gras tevoorschijn. Een schatje en heel aanhankelijk. Zo erg dat ze met ons mee terug naar stal liep en niet meer is weggegaan. Ze kent de polder op haar duimpje en hobbelt altijd met ons mee. Van stal naar de wei en terug. Voor een wandeling door de polder en zelfs bij een graassessie in het donker op de late avond zit ze als een waakhond naast mij in het gras. Ze is de brutaalste van het stel en bewoont onze “keet” alsof het haar eigen huis is.

Inmiddels is ook duidelijk waar broer en zus eigenlijk thuishoren. De eigenaar is op de hoogte gebracht en besloot, na haar verhuizing met de paarden, de katten bij ons op stal achter te laten. Voor ons een mooie aanwinst. Het zijn drie totaal verschillende katten met bijzondere karakters. Ze zorgen voor veel hilariteit, speelse uren en vele warme knuffelmomenten. Een bijkomend voordeel, ze houden de boel ook nog eens muis-vrij.

Zomaar wat foto’s geschoten door stalgenoten 😻

Verzorgster gezocht…

Kunnen jullie je dit blog  nog herinneren? Waarin ik vertelde dat Poownie, na een lastige periode, het weer zo goed deed. Dit ging zelfs nog beter toen eerder dit jaar het weideseizoen aanbrak. Poownie mocht van mij zoveel eten als ie op kon. Met zijn 28 jaar mag hij van mij van alles genieten. Een distel? Een rietstengel? Klaver? Gras? Eet alles maar lekker op! Maar het bleef niet bij eten. Deze opa kreeg een opleving en wilde iedere dag naar buiten. Wilde de boel verkennen en zijn benen strekken. Een stukje rennen zelfs. 

Hier had ik stiekem op gehoopt maar ik had het nooit meer verwacht. Blij ben ik er wel mee. Het betekend dat het goed met hem gaat. Zo goed zelfs dat ik hem persoonlijk niet meer kan geven wat hij zo graag zou willen. Vaker op buitenrit.

Poownie heeft tot een paar jaar terug altijd een verzorgster gehad. Dit werkte prima. Het was immers een win-win. De verzorgster had aan Poownie een gouden paardje waar ze, als dank voor haar toewijding en liefde aan mijn paardenkind, alles mee kon en mocht doen. Ze hadden als het ware een eigen paard zonder bijkomende kosten. En ik had wat extra tijd. Maar Poownie was toen jong. Waardoor springen, dressuur, wedstrijd rijden, strand- of bosritten maken allemaal gewoon kon. Hij is nu 28 en, hoewel hij denkt alles nog te kunnen, toch al richting bejaard aan het gaan. Wie zit er nu nog te wachten op zo’n “oude” pony? 

Nadat ik alle voors en tegens had afgewogen stapte ik toch op haar af. Een dame die lange tijd bij ons op stal verzorgd heeft. Nu inmiddels geen paardje meer tot haar beschikking heeft maar nog steeds trouw haar diensten en die van andere vervult. Dat noem ik toewijding! Ik wist alleen niet zo goed hoe ik dit moest gaan vragen dus viel maar direct met de deur in huis… “Ik zoek een verzorgster voor Poownie en vroeg mij af…” “…Ik wil je wel helpen hoor, lijkt mij super leuk!” Was haar reactie. Ze hoefde er niet eens over na de denken. Die zelfde week spraken we af om het een en ander door te nemen.

Uren achtereen rijden zit er niet meer in. Flinke stukken crossen ook niet. Wanneer de ritten met Opa met beleid worden gemaakt zou hij nog wel even mee kunnen. Toen zelfs dit alles geen belemmering voor haar was besloten we de stap te nemen. Letterlijk. De eerste paar ritten maakten we samen. Zij in het zadel en ik op mijn stalen ros ernaast. Zo kon ik haar van alles vertellen over zijn “penny-pony-streken” want hij mag dan wel 28 jaar zijn, hij is en blijft een pony!! Terwijl zij hem beter kon leren kennen. 

Het is zo leuk om ze samen te zien. Zijn oren staan al die tijd naar voren en om haar mond zie ik de hele rit een glimlach. Stap, draf en zelfs een stukje galop. Mijn hart maakt een sprongetje als ik ze zie genieten. Ja, ik denk dat dit een goed besluit is geweest.

Terwijl ik uren sta te grazen en wandelingen maak om hem in die behoefte te voorzien neem zij hem mee op buitenrit. Ze maakt zijn wereld groter en interessanter. Het leven is zoveel leuker als je hem deelt. En ik hoop echt dat ze samen nog heel veel ritten mogen maken. 

💞

Niet meer verwacht…

Binnen een paar dagen was ie opeens een paar kilo kwijt. Het waren er zoveel dat het opviel. Dat was nog niet alles. Rondom de ruif lag het bezaaid met proppen hooi. Of te wel hooi dat niet goed gekauwd, en in plaats van door te slikken uitgespuugd was. Dat kon er maar van 1 zijn. Poownie. Iets ging er niet goed. De tandarts onderzocht hem en vond het probleem. Naast al zijn voortanden mist hij nu dus ook 2,5 kies. 2 zaten er los en een was zover afgebroken dat ie er uit moest. Zijn gebit is eigenlijk gewoon op. De kiezen die hij nog heeft zijn te vergelijken met “sliks” Helemaal glad en niet goed meer om hooi en stro te vermalen. 

We gingen opzoek naar een hooivervanger. Want tja, poownie moet wel iets binnen krijgen. Gelukkig is er veel op de markt. Zeker ook voor oudere paarden met een slecht gebit. Nu krijgt hij drie keer per dag een flinke emmer met diverse soorten geweekte brokken en vitamines. Geloof mij mensen, het afvallen bij een ouder paard is zo gepiept. Maar het op gewicht komen is wel echt een ding. 

Iedere dag sta ik nu zijn ontbijt, lunch en diner klaar te maken. Her en der staan emmers met voer te weken. De dames van stal zijn zo lief om Poownie en mij hierbij te helpen. Hij weet precies wanneer zijn emmer klaar staat en meld zich al bij het hek om die met liefde (en een hoop kwijl) in ontvangst te nemen. In de tussentijd staat hij tussen zijn maten mee te knagen aan de ruif. Het is meer bezigheidstherapie dan dat het zijn maag vult. Samen knagen aan/uit de ruif is nu eenmaal gezelliger.  

Na een week of drie begon het zichtbaar te worden. Beetje voor beetje kwam hij wat meer op gewicht. Vanaf dat moment kwam er iedere week iets meer paard bij. Hij werd voller en ronder en begon zelfs weer wat “vetjes” te kweken op zijn borst. Het ging zo goed dat ik besloot om hem heel voorzichtig ook weer aan het werk te zetten. Dus twee tot drie keer in de week aan de longe in de rijbak om conditie te kweken en zijn oudere en stramme spieren in beweging te zetten.

Het idee dat ik ooit weer eens een ritje op zijn rug zou maken had ik eigenlijk al aan de kant geschoven. Maar nu voelde het voor ons beide zo goed, dat ik toch begon te twijfelen… Ik appte mijn stalgenoot of ze zin had om die avond een ritje te maken. Gelukkig wilde ze ons vergezellen met haar paard. Vanaf dat moment keek ik heel de dag reikhalzend uit naar de avond. Ik voelde mij net een penny meisje dat eindelijk haar eerste lesdag op de manege had.

Poownie had er net zo veel zin in als ik en was de hele rit super braaf. We genoten met volle teugen. Dit uurtje pakt niemand ons meer af. De week erop gingen we met z’n drietjes op pad. Ook nu hadden we een geweldige avond die mij energie gaf voor de rest van de week. 

Poownie was met pensioen. Maar ik denk dat ik die tijdelijk even opschort. Aan zijn enthousiasme te merken zal hij dat ook niet zo heel erg vinden.

Verfrissende middag…

Het is weer eens zo’n weekend waarbij de weergoden ons eindeloos aan het testen zijn. Kijken wie er breekt, buigt of zich zeiknat laat regenen. Ik moet toch echt naar Poownie. Omdat hij al heel de week het terrein niet af is geweest heb ik hem een graassessie in de polder beloofd. Als ik wegrij van huis begint het direct een tandje harder te regenen. En dit is nog niet opgehouden als ik mijn auto op mijn eindbestemming geparkeerd heb.

Normaal staat hij mij bij het hek al op te wachten. Maar nu staat ie voor de verandering lekker te dutten onder de nieuwe overkapping. Met het invallen van de winter heb ik besloten om hem lekker onder dek te zetten in de hoop hem op zijn oude dag een handje te helpen met warm en droog blijven. En wanneer het 24/7 aan het regenen is ben ik blij dat ik mijn irritatie over paardendekens opzij geschoven heb. 

Ik hijs eerst mijzelf in mijn regenpak en kaplaarzen voor ik kenbaar maak dat ik er ben. Als ik mijn hoofd buiten de keet steek staat mijn in dek gewikkelde opa al bij het hek. Ik wordt vrolijk begroet, ondanks zijn verregende hoofd. Poownie heeft rollen in de blubber tot een ware kunst verheven. Dus hoofd, hals en manen zijn zwart en zitten onder het zand. Hij heeft allang door wat wij gaan doen maar het maakt hem niet uit hoe hij er bij loopt. Nadat ik mijn capuchon heb vastgebonden grijp ik nog snel een stel handschoenen uit de kast. 

De polder heeft een desolate uitstraling. Het is grauw en nat. Met dit pisweer is er letterlijk geen hond te bekennen. Des te fijner voor ons. Gelukkig staat er niet veel wind en wordt de kou tot een minimum beperkt. Hoewel het in mijn Siberische kledij misschien ook niet helemaal eerlijk is om over kou te spreken…

Terwijl de regen eindeloos traag uit de hemel valt staat Poownie naast mij met heel veel smaak zijn grasjes uit te zoeken. Het gras groeit nagenoeg niet in deze tijd van het jaar, dus hij moet er nu wat meer moeite voor doen. Niets geeft zoveel voldoening om die ene lekkere overgebleven groene grasspriet tussen al dat dorre gras te vinden. Dat ie mij daar in mee moet slepen door plassen en modderige vlaktes maakt hem niets uit. 

Opeens hoor ik achter mij een zacht gegrom. Als ik mij omdraai staat er, aan de overkant van de sloot dus een meter of 8 bij ons vandaan, een teckel. De vraagtekens boven zijn hoofd zijn zo fel als neonverlichting. Ik snap hem wel. Een blubberige verschijning met vier witte benen in een even blubberig dek gehuld en een in regenkleding gemummificeerde gestalte ernaast is ook niet iets wat je dagelijks tegenkomt op je rondje wandelen in de polder. 

Het beest komt pas in beweging als ik naar hem zwaai en Poownie zijn hoofd op tilt. Dat is denk ik te veel van het goede. Hij spurt terug naar zijn baas, die over de dijk is doorgelopen. De rust keert terug en we zijn weer alleen met de regen als ons gezelschap.

Na een uur vind ik het welletjes. We slenteren terug naar stal waar ik Poownie nog trakteer op een emmer met slobber voor ik zelf ook, niet moe maar wel voldaan, huiswaarts keer. 

Verandering van spijs…

Onze groene draak is van het type: wat de boer niet kent eet ie niet! Bij alles wat nieuw is denkt hij op zijn minst dat ik hem wil vergiftigen. Om hem iets nieuws te laten eten moet ik vaak eerst bewijzen dat het echt reuze lekker is, er geen gif inzit en dat je er ook echt niet bij hoort als je dit niet gegeten hebt. Dus eet ik eerst zelf alles met smaak en veel vertoon (yummie yummie wat is DIT toch lekker) voor zijn snavel op. Af en toe zijn papegaaien net kinderen. 

Net als bij een mens is gevarieerd eten heel belangrijk. Niet alleen doet verandering van spijs eten (zou je denken…) maar zo krijg je ook een diversiteit aan vitamines en mineralen binnen. In de natuur eten papegaaien alles wat voorhanden is. Diverse soorten fruit, noten, grasjes, plantjes, groentes maar ook insecten, larfjes en hier en daar misschien wel een worm. Sterker nog, een wilde papegaai heeft een veel uitgebreider menu dan de huiskamervogel. Veel vogels moeten het nog steeds doen met zaadvoer en noten. Dit is dodelijk voor een vogel. 

Gelukkig is er de laatste jaren veel veranderd. Er is een hoop onderzoek gedaan en mensen (een hoop) snappen dat een vogel in een kooitje met enkel doppinda’s echt niet meer kan. Papegaaien zijn intelligente dieren die net zo oud kunnen worden als jij en ik. Onze huiskamer vogel is afhankelijk van wat wij ze aanbieden. Daarom zorgen wij voor voldoende afwisseling. We verruimen zijn leven door hem mee te nemen tijdens wandelingen, bezoek aan Poownie en fiets- en vaartochten. Maar ook door hem gevarieerde maaltijden aan te bieden. 

De samenstelling van Draak’s menu is in de loop der jaren al aardig verbeterd. Sinds een jaar of 15 krijgt ie dagelijks zijn portie “Gorden Ramsey” brokken (Harrisons pallets) Nutrieberries en zaadvoer verdeeld in diverse foerageerspeeltjes. Daarnaast allerhande groenten en fruit. 

En dat laatste, dat is het hem nu juist. In de doorsnee winkel kan ik alleen maar grootverpakkingen, diepvries of blikvoer kopen. Vroeger kon je bij de AH alles los kopen. Bij toeval heb ik een fijne groenteboer gevonden die zoveel keus heeft EN waarbij je zelf alles mag pakken. 

Nu kan ik bijvoorbeeld zomaar 4 losse radijsjes kopen. Elders alleen per tros of zak. Of wat dacht je van 3 spruiten, 1 zoete aardappel, een handje bladgroente, 4 snacktomaten en 2 mini paprikaatjes? Iedere week koop ik iets anders om zo flink te kunnen variëren. Ze denken daar ook: Die is ook geen grote eter?! Inmiddels weten dat het voor de vogel is. Ik mik van alles, zowel groente, fruit als kruiden, in mijn mandje. Dit is voor ons ideaal en veel milieuvriendelijker. Op deze manier kan ik dagelijks een gevarieerd menu voor Draak samenstellen (en voor ons) zonder dat hij dagen achter elkaar hetzelfde moet eten.

Draak is (nog) niet van alles gecharmeerd. Daarom snijd ik het klein en meng er eten door wat hij wel graag eet. Nu ik dagelijks kleine porties aanbied gaat hij steeds meer uitproberen en blijft er steeds minder liggen. Zeg nu zelf dit ziet er toch veel lekkerder uit dan simpel zaadvoer: diverse chops van gele paprika, zoete aardappel, spruitjes, mais, bladspinazie, komkommer, op een bedje van tomaat, boontjes, broccoli, radijs, gewelde kiemzaadjes, courgette en wortel afgewerkt met krokante pallets. 

Diverse soorten chips voor papegaai
Aan zijn snavel te zien heeft het gesmaakt…