Een goede bodem…

… Want zelfs chaos moet ergens op liggen.

Begin van dit jaar was ik vastbesloten om mijn kook- en bakskills te gaan uitbreiden. Niet in de vorm van het bakken van taarten of koekjes. Eerder in het uitproberen van nieuwe recepten. Er is zoveel lekkers en er zijn zoveel heerlijke combinaties. Maar op de een of andere manier komen we steeds weer op hetzelfde uit. Het is makkelijk om op terug te vallen, eten dat bekend is. Dat snel klaar gemaakt is en dat smaakt. Ik was vorig jaar al op zoek gegaan naar een aantal niet al te moeilijke en ingewikkelde recepten waarbij de kruiden niet uit alle windrichtingen aangevlogen hoefden te worden. Iets wat helemaal Deb-proof is.

Dat is dus wel de basis. Het moet laagdrempelig zijn. Leuk en niet te lastig. Want daarna wil ik het ook nog met plezier meerdere keren uittesten. Mijn moeder stond gerust een halve dag in de keuken om nieuwe recepten te testen. Dat gen ik heb ik duidelijk niet van haar geërfd.

Ik begon dit jaar met een overheerlijke sticky bloemkool. Dat was best nog een werk om te maken. Een geroutineerde keukenprinses schut dit zo uit haar mouw. Ik dus niet. Het was erg lekker en hoewel ik zei dat ik deze nog eens zou maken is het er daarna nooit meer van gekomen. 

Na de wintersport besloten we de Flammkuchen, die we daar wel eens eten, in onze eigen keuken te introduceren. In Oostenrijk smaakt dit gerecht prima. Inmiddels weten we dat het vanuit onze eigen keuken nog veel lekkerder kon. We begonnen met dezelfde basis als op vakantie. Hoewel de bodem waarschijnlijk heel eenvoudig zelf te maken is haalden we die kant en klaar uit de winkel. We smeerden deze in met crème fraiche, bestrooiden hem met uitjes en spekblokjes en zo de oven in. 

De smaak was helemaal oké was. Toch vonden we beide dat het wel wat spannender mocht. Niet veel later besloten we hem nog een keer te maken. Ook dit keer kwam de bodem uit de winkel. We maakten de crème fraiche aan met sweet chilisaus, zodat het net even wat minder saai werd. De topping kon ook een upgrade gebruiken. Naast de uitjes, en de kleine spekblokjes kwamen er ook stukjes champignons bij. En uiteraard wat Provençaalse kruiden. Want dat misten we alle twee. 

Ook nu smaakte hij weer zalig. Stiekem denk ik dat hij op de BBQ nog beter tot zijn recht zou komen. Maar we hebben geen pizzasteen en de bodem is te slap om zo op het rooster te schuiven. 

De volgende maand besloten we hem helemaal te finetunen. De crème fraiche kreeg nog een grotere update. Meer saus en kruiden en we gingen helemaal los op de topping. Vriendlief wilde er nog wat stukjes vis op. Maar daar wilde ik niks van weten en ging voor meer kleur. Naast de uitjes en champignons kwam er ook tomaat en mais aan te pas en na het bakken bestrooide ik hem met rucola en extra kruiden. Mijn flammkuchen werd een waar kunstwerk. Ik zou hem “Complete Chaos” genoemd hebben als deze ooit te koop mocht zijn. De smaak was wederom zalig en is inmiddels een blijvertje. 

Iedere maand iets nieuws uitproberen is officieel niet helemaal gelukt. Maar ik keur hem toch goed!! Op naar het volgende recept. 

Durf jij de flammkuchen-challenge aan? Deel je variatie met mij

Boven alles, sedum…

Jarenlang heb ik erover gezeurd. Niet één keer, niet twee keer, maar ontelbare keren. Ik wilde een sedumdak. Waarom? Omdat het mooi is. Omdat het slim is. Omdat ik er gewoon heel blij van word. Vriendlief? Die vond het maar niks. Wat moet je daar nu mee? Maar na al die tijd was hij blijkbaar klaar met mijn enthousiaste pleidooien. Dus… hier zitten we dan. Met ons eigen sedumdak.

Oorspronkelijk was het plan om dit groene wonder op de schuur te plaatsen. Tot we ons realiseerden dat we eigenlijk geen idee hadden of de schuur dat überhaupt zou overleven. En een schuurdak dat instort onder het gewicht van mijn duurzame project leek mij nou niet bepaald de bedoelde vorm van ecologische vooruitgang. Dus toen de aanbouw een nieuwe dakbedekking nodig had, greep ik mijn kans: dát werd de plek voor mijn groene oase.

We hebben het laten aanleggen door een bedrijf. Niet per se omdat we het zelf niet konden, maar meer omdat het idee van een vakman ons een gerust gevoel gaf. Achteraf? Hadden we het prima zelf kunnen doen. Maar goed, sommige dingen wil je gewoon graag goed geregeld hebben, en nu ligt het er strak bij. Nou ja strak? Het kan een paar maanden duren voor het helemaal is opgevuld en je de naden en randen niet meer zo duidelijk ziet. 

Het begin is er en het groeit ook nog eens iedere dag een beetje meer. We bekijken het regelmatig, bijna alsof we de groei kunnen versnellen door er met bewondering naar te staren. Ik bedoel, wie had ooit gedacht dat ik zoveel liefde kon opbrengen voor mosachtige vetplantjes op een dak? Maar eerlijk is eerlijk: het is prachtig om te zien hoe het zich verspreidt en alles steeds groener wordt.

Wat het nog mooier maakt, is dat een sedumdak niet alleen mij blij maakt, maar ook tal van praktische voordelen biedt. Zo helpt het bij isolatie, waardoor ons huis in de winter warmer en in de zomer koeler blijft. We denken dat we dit bij de afgelopen eerste warme periode al gemerkt hebben. Het was gewoon fris binnen. En vooruitlopend op de energierekening, laten we eerlijk zijn: alles wat helpt tegen torenhoge energierekeningen is een winnaar. Daarnaast is het een natuurlijke waterbuffer. Wanneer het regent, zuigen de plantjes het water op en laten ze het langzaam weer los. Geen plassen, geen overtollige afvoerproblemen. Gewoon een slim systeem dat de natuur op haar eigen tempo laat werken. In een woonwijk waar wateroverlast soms een issue is, voelt dat als een kleine overwinning.

Niet te vergeten: het brengt meer biodiversiteit! Oké, het moet nog wel even groeien en bloeien voor het zover is. Maar uiteindelijk vinden bijen, vlinders en andere nuttige insecten hier hun plek, wat goed is voor de natuur én stiekem gewoon gezellig oogt. En misschien wel het leukste voordeel: het maakt ons uitzicht een stuk aangenamer. Een groen dak geeft een levendige uitstraling. Veel beter dan de grijze saai tegels die er eerst lagen. 

En, tot slot, het moment waar ik zo lang op gewacht had: vriendlief heeft toegegeven dat het eigenlijk best mooi is. Misschien zelfs een béétje handig. Misschien. Maar daar hoor je mij verder niet over opscheppen. Ik geniet gewoon van mijn stukje groen boven ons hoofd.

Toch maar wel…

Al twee jaar roep ik dat ik een andere skibril wil, want het vizier op mijn skihelm is niet voldoende. Niet om te gebruiken bij kou en wind, maar ook niet als filter bij mist, sneeuwval of zonnig weer. Eigenlijk is het een nutteloos ding. Twee jaar terug is het begonnen. Plots had ik last van de zon en een vorm van sneeuwblindheid. Iets waar ik tot dan toe nog niet eerder mee geconfronteerd werd, begon nu een last te worden. Met het prachtige weer moest ik de halve dag met mijn ogen dicht van de berg af zien te komen want, tja het vizier op mijn helm deed niet veel. 

Dat jaar erop, vorig jaar dus, nam ik uit voorzorg mijn eigen zonnebril mee. Dat was geen overbodige luxe. De zon scheen namelijk onophoudelijk en ook nu kon ik mijn ogen niet openhouden. Dankzij mijn zonnebril heb ik er geen minuut last van gehad. Het enige nadeel is dat de bril en helm niet heel fijn op elkaar zijn afgestemd, met als gevolg dat mijn zonnebril scheef op mijn hoofd stond en een complete afdruk in mijn gezicht achterliet. Dat moet een volgende keer anders. Ik wil een skihelm waar deze zonnebril fijn op aansluit, of een skibril die netjes op mijn helm past. 

Eenmaal in de winkel besluit ik een compleet nieuwe set aan te schaffen, aangezien mijn oude helm ook al een aantal jaar meegaat. Veiligheid gaat immers boven alles. De nieuwe skibril past zich aan alle weersomstandigheden aan. En mocht dit nog niet voldoende zijn, dan past mijn eigen zonnebril, die speciaal voor op het water of in de sneeuw is, prima onder de helm en op mijn neus. Helemaal blij met mijn nieuwe aankopen loop ik naar de kassa, alwaar ik een medewerker tegen het lijf loop die zich bezighoud met speciale snowboardbindingen. Je klikt als het ware je schoen op de binding in plaats van je voet in te snoeren, en je bent ready to go. Hij heeft mijn volledige aandacht.

De beste man steekt van wal met zijn spreekbeurt. “Niet steeds meer hoeven zitten om je bindingen vast te gespen. Vanuit de lift direct door kunnen. Niet iedereen die op jou hoeft te wachten. En het mooiste, het directe contact met je board en de sneeuw… Ik werd steeds enthousiaster. Maar ja, ik heb bindingen en schoenen, en ik had net al een bril en helm gekocht…. Dus ik bedank de verkoper voor alle info en loop naar de uitgang. 

Vriendlief spreekt, nog voor we de winkel uit zijn, de magische woorden: ik betaal!! Nee grapje. Hij haalde aan dat mijn oude schoenen al een soort van stuk zijn. En ook mijn bindingen, meer dan 10 jaar oud, aan vervanging toe zijn. Dat die “plastic dingen” nog niet kapot gesprongen zijn is een godswonder. Oké, vriendlief heeft een goed punt en omdat ik zo heel stevig in mijn (kapotte snowboard)schoenen sta *not* draai ik op mijn schrede om en ga opzoek naar de spreekbeurtmeneer… 

Hij lacht als hij mij weer ziet aankomen. “Je bedenken is het beste dat je kon doen vandaag” is zijn eerste reactie. Hij beantwoordt al mijn vragen en daarna helpt hij mij vakkundig aan nieuwe schoenen en bindingen. Ik ben echt super goed geholpen en kan niet wachten om mijn nieuwe set uit te gaan proberen in de sneeuw. 

De kennismaking…

“Als je het prettig vindt, kunnen we eerst nog een kennismakingsgesprek plannen bij ons op het opleidingsinstituut. Laat maar weten of je dit wilt.” Zo eindigde de bevestigingsmail die ik ontving na mijn inschrijving voor een nieuwe opleiding. Hoewel mijn keus om de opleiding bij hen te volgen na grondig onderzoek is gemaakt, besloot ik op haar uitnodiging in te gaan. Want ja, ik was wel benieuwd waar ik het komende jaar terecht zou komen en wie deze twee docenten in het echt zijn. In oktober had ik mij al ingeschreven, maar de daadwerkelijke kennismaking kon pas eind december plaatsvinden.

Mijn wekker gaat al vroeg af en dat op de eerste dag van mijn minivakantie zo vlak voor de kerstdagen. We hebben om 10.00 uur afgesproken bij hen op de locatie. Ik heb er zin in. Google maps zegt dat ik er wel even over doe met de drukte op de weg. Druk is het inderdaad. Toch ben ik sneller op de plaats van bestemming dan ik verwacht had. Het is koud en guur buiten maar zodra ik daar binnenstap word ik letterlijk en figuurlijk onthaald door warmte. Dat begint in ieder geval alvast goed. 

Voor mij staan twee enthousiaste mensen, tevens de eigenaren van het opleidingscentrum. Ze hebben niet alleen de tijd uitgetrokken voor een kennismakingsgesprek maar ook voor een rondleiding. Als we de handen geschud hebben en ik mijn jas heb opgehangen word ik meegevoerd door het pand. Ik krijg uitleg over de praktijk en welke ruimtes het pand allemaal heeft. Verder wordt er verteld over de verschillende cursussen en opleidingstrajecten die ze geven en beknopt krijg ik te horen waar ik tijdens mijn opleiding onder andere mee te maken ga krijgen.

Daarnaast word ik uitgenodigd om iets over mezelf te vertellen. Waar kom ik vandaan en waar wil ik naar toe? Wat wil ik bereiken met dit traject? Onder het genot van een kop thee vertel ik wat ik al zo lang wil en hoe het beeld zich beetje bij beetje in mijn hoofd heeft gevormd. Ik vertel ze over mijn voorgaande cursussen en wat ik denk nodig te hebben. Ik krijg de lesstof onder ogen en schrik even van de hoeveelheid. Gelukkig is het niet alleen tekst en heb ik een jaar de tijd om alles eigen te maken. 

De groepen zijn niet extreem groot, wat ik erg fijn vind. Zo komt iedereen aan bod en is er veel persoonlijke begeleiding. Naast de theorie is er ook ruimte voor de praktijk, want alleen door ermee bezig te zijn ga je het ervaren en voelen. Oefenen, oefenen en nog eens oefenen dus.   

Na anderhalf uur nemen we afscheid van elkaar. Dit gesprek voelde als een openbaring. Iets wat al lang in mijn binnenste borrelde maar waar ik eigenlijk nooit echt met iemand in mijn omgeving zo open over heb kunnen praten. Dit zijn mensen die het werk al jaren doen en heel normaal vinden terwijl mijn omgeving soms wat schaapachtig kijkt als ik het heb over energetisch werk. Nog enthousiaster dan toen ik binnen kwam ga ik weg. Ik heb zoveel zin om deze nieuwe reis te starten dat ik niet kan wachten om te beginnen. 

Wat zou je doen als …

“… je de keus krijgt je huis te verbouwen of totaal iets anders te kopen?”

Dat is een vraag waar ik uren over kan fantaseren. Nou oké, dat is misschien wat overdreven. Maar ik kan er wel een hele tijd zoet mee zijn. Aan ons huis mankeert niks. Toch zijn er zoveel, vooral kleine, dingen die we tussen de bedrijven door (hebben) laten aanpassen. De kamers zou ik hier en daar ook wel van een metamorfose willen voorzien. Anders inrichten met nieuwe meubels en kleuren. Sommige grotere projecten zijn al opgepakt en toch laten we ook het een en ander aan ons voorbij gaan. “Voor een volgende keer” of “voor ooit!” 

Maar wat als geld nu ook geen rol speelt? Dan zou ik niet hoeven twijfelen. Ik zou ons huis aan zoonlief verkopen zodat hij, zoals ie dat zelf zegt, eindelijk iets voor zichzelf heeft. Zelf zouden we dan iets nieuws kopen. Nee, niet kopen, ik zou het zelf creëren. Het lijkt mij heerlijk om een vrijstaand huisje te hebben, aan de rand van het bos. Geen directe mensen om je heen. Niet te dicht bij de grote stad, snelwegen of het spoor. Rust en ruimte. Ik wil de natuur horen “adem halen”. Meegaan in die flow in plaats van de drukte en hectiek. Een plek waar je jezelf terug kunt trekken, op adem kunt komen, bij kunt tanken. Uiteraard wel van alle gemakken voorzien.

Ons eigen stukje paradijs op aarde. Het huis hoeft echt niet mega groot te zijn. Het moet comfortabel zijn en we moeten ons er thuis voelen. Naast de “gewone ruimtes” zoals keuken, badkamer, woon- en slaapkamer, zou ik er ook een spa maken. Waarschijnlijk een aparte ruimte in de tuin met een Finse sauna, een dompelbad of buitendouche. Daarop aansluitend een aparte ruimte voor de “sportschool” met een schuifwand of deuren die helemaal open kunnen zodat je buiten binnen haalt. Ooh hoe mooi, ik zie het al helemaal voor me. 

En omdat ik nu wat verder weg van kantoor woon zou ik waarschijnlijk vaker thuis werken. Dat is echt niet erg want mijn kantoor is geen hoekje in de “sportschool”, zoals nu. Maar een mooie eigen ruimte, waarbij het fijne gefilterde licht door de bomen naar binnen kan stromen. En ook hier kunnen de deuren weer helemaal open. Zodat bij mooi weer ik het gevoel zou hebben in de tuin te werken. Bij de tijd dat dit huis af is ben ik misschien wel voor mijzelf begonnen voor het één of ander. Hoe mooi is het dan, dat je mensen kunt ontvangen met een bos als “werkruimte”? 

De rest van de tuin is, net als het huis een weerspiegeling van rust en ruimte. Een heerlijke plek om te zitten, vrienden en familie uit te nodigen of heerlijk te chillen in de hangmat in de zon. Er is een kleine buitenkeuken waar we de groentes vanuit onze moestuin kunnen verwerken voor op de BBQ. En een plek voor een eigen fotohutje met een mooie setting voor het fotograferen van vogels, eekhoorns en vossen.

Ik vind het heerlijk om zo af en toe te fantaseren over hoe het zou kunnen zijn… Maar voor nu weer even terug naar real-life, met onze kleine projecten thuis. Het dak van de aanbouw wordt binnenkort vervangen en dan kan ik eindelijk mijn eigen sedum dakje gaan aanleggen. 

Bruisend en energievol…

365 dagen liggen achter mij. Het jaar is als een dik boek volgeplakt met mooie belevenissen. Geweldige herinneringen. Spannende momenten. Wat ups hier, wat downs daar. Af en toe een sierlijke droedel in de kantlijn tot compleet doorgehaalde niet te lezen chaos. De titel zou misschien zoiets zijn als: “van alles een beetje”. Klinkt veilig, en dat was het ook. Naast veilig, ook lekker comfortabel. Soms is dat ook goed. Al dobberend in rustig vaarwater de boel observeren. De boog hoeft niet altijd gespannen te staan. 

Nu liggen er 365 dagen als een ongeschreven boek voor mij. De bladzijdes nog helemaal blanco. Hoewel… Hier en daar is al wat geschetst. Een High tea hier een workshop daar. Sommige afspraken heel voorzichtig met potloot, terwijl andere gebeurtenissen met vet fluorescerende stift zijn beschreven. De vakanties zijn namelijk al helemaal rond. De eerste is onze wintersport, deze is met een mooie coole blauwe kleur gemarkeerd. In de hoop op witte bergen met een mooie strakblauwe lucht. En de zomervakantie, op de laatste dag van het jaar geboekt, is geel gemarkeerd. Kijk dat zijn leuke afspraken om het jaar mee af te sluiten en weer mee op te starten.  

Maar dat zijn afspraken voor later in het jaar. Vandaag is de eerste dag van het jaar en dus ook de eerste bladzijde van het nieuwe boek dat ik ga schrijven en beplakken, want ik ben nu eenmaal “old school”. Het voelt schoon, fris en uitdagend. Bijna bruisend zelfs. Alsof ik (al) boven op een besneeuwde bergtop sta. Om mij heen is het het oorverdovend stil en voor mij niks anders dan maagdelijk witte sneeuw. Ik ben de eerste die daar naar beneden mag stuiteren en mijn eigen pad mag trekken.

Uitzicht vanaf een besneeuwde berg met witte boomtoppen.
 

Op naar een bruisend en energievol 2023!! 🥂

Macaroni Goreng…

Aangestoken door de kookkunsten van mijn nichtje begon ik aan het bereiden van een minirijsttafel. Een paar gerechtjes geïnspireerd op onze gezellig avond met een vleug van nostalgie. Tot onze eigen tevredenheid smaakte het prima. Zo prima dat er geregeld een vervolg kwam. Om hier en daar toch wat bij te schaven of net even anders aan te pakken. Al doende leert men. 

Deze week stond er pasta op het menu. Maar eigenlijk was ik daar wel een beetje op uitgekeken. Ik vroeg mij af of ze hier misschien ook een Indische variant op hebben. En welja, ik kwam uit bij de Macaroni Goreng. Of te wel, gebakken macaroni.Totaal niet lastig om te maken. Anders, dat dan wel weer. Vriendlief keek mij bedenkelijk aan. Moeten we dit niet gewoon bij het oude vertrouwde laten, met tomaten en saus enzo?? 

Ik besloot van niet. Dus ging ik aan de slag. Ik kookte elleboogjes, goot ze af en spoelde na met koud water. Besprenkelde alles daarna met wat olie. Volgens het recept had dit sesamolie moeten zijn. Maar bij gebrek aan werd het olijfolie. Ondertussen maakte ik een boemboe van een ui, 2 (grote)tenen knoflook en een rode peper. Voegde daar een theelepel trassi (je hele huis stinkt maar zonder kan echt niet!) laos, ketoembar en sambal aan toe. Omdat ik gekozen had voor een (mini) nasi/bami groentepakket hoefde ik niks meer te snijden. Wil je liever verse groente? Dan zou je een kool, wortel, prei en taugé kunnen gebruiken.

Nu de voorbereiding klaar was kon de wok op het vuur. Ik fruitte de boemboe tot het zacht en de uitjes glazig waren. Het gehakt rulde ik gaar. Een rare gewaarwording. Want gehakt maak ik meestal in een andere pan klaar. Ik voegde nog een half bouillonblokje toe en toen kon de groente er bij. Gevolgd door een flinke scheut ketjap. De boel werd ondertussen goed geproefd. Hier en daar werd nog wat sambal en extra ketjap toegevoegd en toen kon de macaroni erbij. 

Terwijl ik de eieren bakte kon de macaroni een worden met alle andere ingrediënten in de wok. Eigenlijk had ik het al een dag van te voren klaar moeten maken. Dan smaakt het nog lekkerder. Vriendlief, die tot dan toe nog steeds een beetje sceptisch tegenover dit gerecht stond kwam op de geur af. Die was meer dan de moeite waard om van de bank af te komen. Toen het hele gerecht goed op temperatuur was konden we aan tafel. 

In plaats van geraspte kaas en tomatenketchup kreeg dit gerecht een komkommer in zuur met een spiegel ei als garnering. De eerste paar happen waren we stil. Aller eerst omdat we beide onze mond verbranden en daarna om het eens goed te kunnen proeven. De smaak was anders maar zeker niet verkeerd. Sterker nog, ik ben veel meer gecharmeerd van deze variant, dan de Hollandse pasta gemengd met een vleug Italië. Ik zeg een blijvertje op het menu!! 

“Zou je de macaroni ook in coco’s melk kunnen koken?” Vroeg vriendlief nadat zijn bord schoon op was. Nu was het mijn beurt om bedenkelijk te kijken. Ik wil best van de gebaande paden af, maar macaroni met bounty smaakt gaat mij iets te ver. Wel kwam ik een gerecht tegen waarbij sereh gebruikt wordt. Dit is een goed idee om bij een eerst volgende pastamaaltijd eens te proberen. 

Zo goed als nieuw…

“Ooh shit” roep ik als ik een pot met groenten “op zuur” uit mijn handen laat vallen in het midden van de keuken. Het glas splintert in 101 stukjes uiteen. De vlek breid zich op zijn gemak uit met hier en daar een extra spetter achterlatend. Zo goed en zo kwaad als ik kan schraap ik het glaswerk en de groenten bij elkaar. Daarna dep ik het vocht op en dweil de keukenvloer verder af. Om vervolgens te constateren dat ik of niet snel genoeg gewerkt heb of het spul zo chemisch, alkalisch whatever is dat het direct is ingetrokken. 

“Oooh shit…” roep ik nog een keer. Gevolgd door nog een aantal flinke krachtthermen. De doffe vlek siert onze vloer in het midden van de keuken. Dit is inmiddels niet de eerste oog ontsierende vlek of kras meer. Maar toch baal ik er vreselijk van. We moesten maar eens opzoek naar een mannetje voor de vloer. 

Toen wij hier net kwamen wonen hebben we door een bedrijf, gespecialiseerd in natuurstenen vloeren, onze vloer helemaal laten oppoetsen. Hij kwam met zo’n grote machine waarbij hij de hele vloer “dweilde”. Nadien zag het er spiegeltje glad en glanzend uit. Prachtig mooi. Nu, 14 jaar verder, mag het dus wel weer een keer. 

Na wat zoekwerk kwamen we uit bij een bedrijf die deze klus wel op zich wilde nemen. Tijdens de vakantieperiode was ik even bang dat we achter het net zouden vissen. Maar we hadden geluk. Binnen afzienbare tijd kon hij al bij ons aan de slag. Wel had hij een verzoek om de hele kamer leeg te halen. Want hij had niet 1 maar 2 grote boenmachines waarmee hij de vloer zou behandelen. 

Dat was nog wel even een dingetje. Een hoop spullen zouden we naar boven kunnen brengen. Maar de grotere meubels zouden toch wel voor een probleem zorgen. Een dag mooi weer was onze hoop, de tuin onze redding! En zo geschiedde. De complete inboedel stond vanaf ’s morgens vroeg in de tuin. Inclusief Groene draak met al zijn toebehoren. Het was een grote bende en tegelijk zag het er zo grappig uit om alles daar te zien staan. 

De beste man had er een dag voor nodig. Nou toegegeven, als hij niet zo praatgraag was en ik niet zo veel wilde weten, (Waarom?? En hoe dan? En waarmee??) was hij waarschijnlijk drie uur eerder klaar geweest. Ik kreeg een complete workshop over vloeren boenen en polijsten. Hij liet mij zien waarmee hij de bovenste laag van te tegels afhaalde en met wat voor soort materiaal hij de boel weer ging oppoetsen. Gevolgd door hoe ik het beste kon dweilen en welke zeep ik wel en vooral niet moet gaan gebruiken. Groene zeep jongens!! Gewoon ouderwetse groene zeep!!

Draak, die naast de openslaande deuren in de tuin stond, kon de boel goed in de gaten houden. Hij vond het dan ook nodig om af en toe iets te roepen. Waarschijnlijk zoiets als: schiet eens op, ik wil terug naar binnen. 

Aan het einde van de middag lag onze vloer er weer helemaal spik en span bij. Het leek wel een ijsbaan die net gedweild was. Voorzichtig, want krassen zijn not done de eerste paar weken, zetten we de meubels weer op hun plek. Wij kunnen er weer een jaartje of tien tegenaan. 

Project twee…

Vorig jaar besloten we net als drie kwart van Nederland, de tuin op te knappen. Nog voor Corona ons leven beheerste waren we al door onze tuinset gezakt en daarmee was de eerste stap gezet. De set, die inmiddels al meer dan 10 jaar stond was drastisch aan vervanging toe. We waren het er over eens dat we weer zo’n zelfde set wilden maar die was gek genoeg nergens meer te verkrijgen. Daarmee was project één geboren. Maar omdat een aantal zaken langer op zich liet wachten door corona werd project één vanzelf project twee. 

Het begon dus met een zoektocht naar een fijne loungeset. Zo eentje waar je ook daadwerkelijk comfortabel een paar uur in kunt vertoeven. Toen we deze eenmaal gevonden hadden konden we de vuurtafel, die eigenlijk bij een andere tuinset hoorde niet laten staan. Met een rib minder maar met een vriend zo happy togen we terug naar huis. Hij blij met zijn vuur en ik kan marshmallows roosteren zonder de BBQ aan te steken. Ik zeg: win-win!!

Als het alleen hierbij zou blijven dan was het project geslaagd. Het komt door de bamboe schuttingen die we perse wilden hebben. Deze zou namelijk mooi staan achter de palmboom die we inmiddels ook al hadden aangeschaft. Maar juist dit onderdeel gooide roet in het eten. Normaal zouden ze bij elk gerespecteerd tuincentrum leverbaar zijn en nu lieten ze een kleine acht maanden op zich wachten. We hadden een tussenoplossing bedacht en daarmee kwam project tuin op een lager pitje te staan. 

Eigenlijk was ik de bamboe schutting alweer helemaal vergeten toen we plots een belletje van de leverancier kregen. “Deze week kunnen we ze dan eindelijk leveren…”

Het formaat zoals wij het wilden was natuurlijk niet leverbaar dus de heren gingen aan de klus. Hier en daar moesten ze wat zagen en inkorten. De omlijsting kreeg nog een lik vernis. Het geheel zag er nu al super leuk uit. De verdere aankleding volgden in de weken er op. Om het af te maken wilde ik er een plantenbak voor hebben. Vind er maar eens een die aan mijn eis voldoet, dat lukte niet. Daarop besloten we hem zelf in elkaar te knutselen. 

Dat had ook weer wat voeten in aarden, of liever gezegd wat splinters in de hand. Samen stonden we bamboestengels af te meten, door te zagen en te schroeven. Je snapt natuurlijk wel dat als wij iets willen we direct maar voor origineel gaan. Uiteindelijk heeft vriendlief een dag op zijn knieën gezeten. Niet om mij ten huwelijk te vragen maar om alle stukjes bamboe op onze eigen in elkaar gezette plantenbak te schroeven. 

In april waren we bijna wekelijks bij het plaatselijke tuincentrum te vinden. Maar einde van de maand was dan toch echt de laatste rit waarbij de grasjes, stenen en andere plantjes werden ingeslagen om de boel echt af te kunnen maken. 

Inmiddels zijn we een aantal weken verder en er zijn gelukkig al wat mooie dagen geweest waarbij we heerlijk van onze “nieuwe” tuin hebben kunnen genieten. Om de boel helemaal af te maken heeft vriendlief project drie bedacht. Nieuwe lampen voor binnen en buiten. Nu worden de planten en onze eigen “kunstwerken” verlicht in alle mogelijke kleuren die denkbaar zijn. 

Project 1, het vervolg…

Eind vorig jaar maakten we een begin met het opschonen van de kasten en bergruimtes, tot het compleet leeghalen van de zolderkamer. Zelfs het behang moest er aan geloven. De kamer leek prompt een stuk ruimer dan ie was. En met de mooie wit gestucte muren zag het er al veelbelovend uit. Maar er moest nog wel eea gebeuren. De eerste weken van het nieuwe jaar waren alle winkels ook nog eens dicht.

Langsrijden bij de vloerenwinkel was er niet bij. Alles moest dus online gebeuren. En hoewel ik redelijk goed online kan shoppen is online een vloer uitzoeken best raar. 

Wat vloer betreft konden we het niet eens worden. Van uitbundig hoogpolig tapijt tot houten vlonders aan toe. Het stond allemaal leuk of was even afgrijselijk. Uiteindelijk vond Vriendlief een vloer die werd goedgekeurd. En nu de vloer eenmaal ligt ziet het er sjiek uit.

Maar wat moesten we nu toch met die smetteloos witte muren? Een kant van de kamer was niet zo’n probleem. De sauna zou al een groot gedeelte wegnemen. Maar de muur er recht tegenover is de muur die je als eerste ziet wanneer je de trap op loopt en waar je tegenaan kijkt vanuit de sauna. Een aantal mogelijkheden passeerden ook nu weer de revue. Mooie planken met accessoires. Fotobehang, iets met steenstrips of hout of beide? De mogelijkheden waren eindeloos.

Uiteindelijk kozen we voor een muurschildering. Dat zou pas origineel zijn en ook nog eens helemaal naar onze eigen wens ingevuld kunnen worden. Toen we een foto vonden met het uitzicht op berg en zee vanaf “ons” balkon waren we om. Net alsof we op vakantie zijn in een zonnig oord. Via via kwam ik in contact met Annemarie Zoutewelle. Ze tovert complete muren om tot waren kunstwerken. Binnen of buiten, groot of klein het maakt haar niet uit. We maakten een afspraak om te kijken of, wat wij in gedachten hadden, kon worden uitgewerkt.

Een week of twee later begon ze met schilderen. Ze begon met een opzet van maar een paar lijnen waarmee ik de muur al zag veranderen. Aan het einde van de dag lag de kamer bezaaid met kwasten, penselen, doeken, potjes en heel veel verschillende kleuren verf. Iedere keer als ik kwam kijken stond er iets nieuws bij. De muur kwam beetje voor beetje meer tot leven.

Na dag twee was ik al lyrisch over het resultaat. Maar Annemarie vertelde dat ze nog helemaal niet klaar was. Er moesten nog diverse details een toegevoegd worden. Meer bladeren links van het balkon en er verschenen zelfs baaien en dorpjes aan de voet van de berg. Het doel was diepte in het schilderij zodat de kleine kamer ruimtelijker oogt. Je zou het gevoel moeten krijgen dat je vanuit de sauna het balkon op kan stappen. Alsof de kleine kamer helemaal niet zou bestaan. 

Aan het einde van dag drie werd de laatste penseelstreek gezet. Op de foto’s hieronder is niet eens goed te zien hoe fantastisch het eindresultaat is geworden. Soms, met invallend licht, lijkt het zelfs wel 3D. En met het bezorgen van de sauna, diezelfde dag, kwam er een einde aan dit project. De kamer moet nog wat aankleding krijgen maar we zijn er nu al heel erg blij mee.