Dit jaar maakte mij…

2025… wat een jaar.
Dit keer geen grootse entree, maar fases die stukje bij beetje aan me draaiden, tot ik ineens merkte: ik ben veranderd, in de beste zin van het woord. Het gebeurde niet in één keer. Het was een subtiele verschuiving, maar wel op álle vlakken. Ik voelde het in mijn werk, mijn opleiding tot energetisch coach, mijn (oefen)sessies, mijn eigen groei. Soms ging het soepel, soms stuiterend, alsof een les zich nét iets te graag wilde laten zien. Maar achteraf bleek alles precies in lijn te liggen met wie ik ben en waar ik naartoe beweeg. Met wat ik mocht loslaten en waar ik in mocht groeien.

Dit jaar heeft me verrast, uitgedaagd, wakker geschud, maar vooral: verdiept. In mezelf, in mijn werk, in mijn energetische gevoeligheid, eigenlijk op alle fronten. En als ik terugkijk, zie ik geen lijstje met gebeurtenissen… ik zie lagen. Lagen die zijn losgelaten, geopend, aangeraakt, geheeld.

En nu, aan het einde van dit jaar, voel ik vooral één ding: dankbaarheid. Voor de magie, de onverwachte wendingen, de mensen die op mijn pad kwamen én de stukken die me stevig aan het werk hebben gezet. Ik heb gelachen, gevloekt, gehuild, doorgezet, afgestemd, losgelaten en vooral… gekozen. Voor mezelf. Voor mijn eigen pad. Voor mijn manier van werken, zelfs als die anders is dan hoe het “hoort”.

Als ik terugkijk op dit jaar, zie ik niet alleen wat ik heb gedaan, maar vooral wie ik ben geworden: steviger, zachter, helderder. En ergens voel ik… dit is nog maar het begin. Voor nu las ik een korte blog-winterstop in en ga ik de rest van het jaar heerlijk genieten van dit gevoel en van alles wat nog komt.

Dank aan iedereen die hier meeleest en extra dank aan iedereen die de moeite neemt om een reactie achter te laten. Jullie zijn goud waard!!

Ik wens je een heerlijke, zachte en liefdevolle decembermaand. Tot in 2026…

Op koers in mijn leven...

De kunst van instorten…

20.30 uur. De avondmaaltijd net achter de kiezen en het enige dat ik doe is gapen. Oh en het slaap uit mijn ogen wrijven. Ik ben zo moe dat ik amper uit mijn ogen kan kijken. Ik blijf nog heel even bankhangen, maar wanneer de klok 21.00 uur aantikt verplaats ik mij van de bank naar mijn bed. Ik neem niet eens de moeite om onder de douche te springen of mijn gezicht überhaupt schoon te maken. Met één oog dicht lees ik nog een halve bladzijde maar ga dan toch echt plat. Ik slaap als een blok en wordt pas wakker als de wekker gaat. 

Dit ritueel herhaald zich de komende paar weken. Het lukt mij gaandeweg om de tijd iets te verplaatsen, van 21.00 naar 22.00 uur. Maar echt lekker slapen is er niet meer bij. Ik droom heel veel en heb gebroken nachten. Ik herkauw wat ik de dag ervoor heb gedaan en wat ik de komende dagen moet gaan doen. Ik ben vatbaarder dan ooit voor een verkoudheid of griep en ik voel mij opgebrand. Niet omdat het overal misgaat, maar omdat ik tussen al het “moeten door” vergeten ben adem te halen. Ik weet ook dat dit niet veel langer zo door kan gaan.

Nu ik een nieuwe functie heb vind ik dat ik van alles moet. Het zien, opmerken, horen en daar ook nog eens naar moeten handelen. Wat kan ik wel, wat niet. Wat wordt er nu wel en wat niet van mij verwacht? Ik maak het mijzelf niet echt makkelijk. Daarnaast gaat mijn eigen opleiding gewoon door en tot overmaat van ramp heb ik ja gezegd tegen het volgen van een cursus voor mijn werk. En allebei brengen ze ook nog eens aardig wat huiswerk met zich mee. Ik stop te veel werk in een dag en dat een aantal weken lang. Blijkbaar is deze wijze van werken niet iets waar ik energie van krijg.

Van een van de dames uit mijn intervisiegroep krijg ik een opdracht mee die helemaal aansluit bij deze periode. Niet het moeten, willen, eisen, drammen en alsmaar blijven gaan. Juist nu is het belangrijk om even te vertragen, los te laten, te reflecteren en opnieuw in balans te komen. Keer eens naar binnen en kijk wat je niet (meer) hoeft mee te dragen. Het is de tijd om oude gewoontes en overtuigingen los te laten. Het creëren van een nieuwe bodem die de tijd mag krijgen om stevig in te bedden. En daar mag ik ook echt de tijd voor nemen. 

De kleine maar eenvoudige opdrachten die ik van haar krijg zetten mij aan het denken. Het enige dat ik hoef te doen is daadwerkelijk de tijd hiervoor vrij te maken en in de flow in zachtheid bij mijzelf te blijven. Ze brengen mij weer met beide voeten aan de grond. Alsof er een sluier voor mijn ogen wordt weggehaald. Heel bewust haal ik adem en kijk dan nog een keer. Ik kijk naar waar ik vandaan kom en waar ik nu sta. Het voelt als een kantelpunt. Heel het jaar heb ik gewerkt aan groei, actie en verbinding. En nu mag ik loslaten, reflecteren en in balans komen. Opnieuw verbinden met mijzelf door een pas op de plaats te maken. Een soort kalibreren van het geheel, zodat we daarna weer lekker kunnen knallen.

Zien wat ikzelf nog niet zag…

Soms komt er een moment waarop je even stil mag staan. Voor mij is dat nu. Na 18 jaar bij hetzelfde bedrijf mag ik de stap zetten naar een nieuwe functie als teamleider. Een rol die ik zelf nooit had verwacht, maar waarin anderen al eerder vertrouwen zagen. En dat vieren we samen met mijn familie, lekker uit eten om dit bijzondere moment bewust te beleven.

Ik begon ooit als junior: leergierig en zoekend. Door de jaren heen groeide ik door naar senior, vervolgens coördinator en nu dus teamleider. Het team is niet heel groot en daardoor krijg ik een kans om mijzelf echt in de diepte te gaan ontwikkelen. Ik ben dankbaar dat hier moeite voor wordt gedaan om überhaupt zo’n functie te creëren en dat er vanuit de leiding vertrouwen in mij wordt uitgesproken. Dat voelt bijzonder.

Als ik terugkijk naar mijn beginjaren, moet ik glimlachen. Ik weet nog hoe ik een van onze grootste klanten voor het eerst te woord stond, bijna trillend, aan de telefoon. Nu, jaren later, weet ik precies wat zo’n klant wil, waar ze heen willen en delen we dezelfde visie. In al die jaren zijn we met elkaar meegegroeid. 

Natuurlijk waren er ook blunders. De fout waar ik een hele nacht van wakker heb gelegen? Toen ik, in ons papieren-tijdperk, examens naar een klant opstuurde met per ongeluk ook voor iedere kandidaat een antwoorden set erbij… Dat maakt het doen van een examen wel heel erg makkelijk. Vanaf dat moment werd het vier-ogen-principe ingevoerd. Pijnlijk toen, ik schaamde mij rot, maar ook een les die ons verder heeft gebracht. 

Er zijn van die momenten die je bij blijven. Zoals wanneer een klant ervan overtuigd is dat iets niet kan, maar je samen tóch een oplossing vindt binnen de mogelijkheden die er zijn. De klant, kandidaten en wij blij. De volgende dag werd er een taart bezorgd, of een bos bloemen, gewoon omdat we samen iets voor elkaar kregen. Dat soort momenten geven energie! Dat is toch fantastisch? 

Wat misschien nog wel het meest waardevol is: de persoonlijke momenten die we als collega’s met elkaar delen. Zowel lief als leed. Het maakt dat ons team zoveel meer is dan alleen een werkplek. De reacties op mijn promotie zijn enthousiast en warm. Dat geeft me nóg meer vertrouwen in de stappen die we samen gaan zetten. We zijn al een paar jaar onderweg en soms lijkt het alsof we er nooit komen. Maar als ik achterom kijk zie ik hoeveel we al hebben bereikt, ondanks, of misschien wel juist door alle hobbels.

Het zaadje dat twee jaar geleden (waarschijnlijk heel zorgvuldig) is geplant, is nu uitgegroeid tot dit moment. En ik voel me dankbaar, trots en nieuwsgierig naar wat er nog komt.

Van junior, naar senior, naar coördinator en nu teamleider. Een reis van 18 jaar die ik nooit had zien aankomen, maar die ik vol vertrouwen vervolg. Samen met mijn team, en met een glimlach om alles wat we al bereikt hebben.

De poort naar dankbaarheid…

De vrouw voor in de ruimte, een medecursist, zit er klaar voor. Op de achtergrond klinkt ontspannen muziek. De lichten worden gedimd. Ik beweeg nog even al mijn ledematen om de komende 15 minuten stil te kunnen zitten. Ze start haar meditatie die ze speciaal voor ons geschreven heeft. Een opdracht voor ons allemaal en vandaag is het haar beurt. Ik sluit mijn ogen en laat mij door haar meenemen. Haar stem is zacht, bijna helend en ik ben heel nieuwsgierig waar ze ons mee naar toe neemt. 

“Voor je zie je een pad. Je zet de eerste stap..” Wat grappig, er was eerst geen pad maar opeens is daar het pad. Een prachtig weggetje van schelpen dat ergens in het bos verdwijnt. Het verschijnt zo plots dat ik niet eens de tijd heb om hier over na te denken. “Voel hoe de lucht je longen vult…” en ik voel een bries die voor verkoeling zorgt op deze prachtige lentedag (ja echt, het is lente in mijn meditatie) Ik ruik zelfs de heerlijke boslucht. “Iedere stap maakt je rustiger en rustiger” Ik focus mij op haar stem want ik wil niks missen. Ik ben erg nieuwsgierig waar dit naar toe leid.

“In de verte zie je meerdere poorten” Wauw, ja ik zie ze. Het zijn er drie en staan verscholen tussen de bomen in het bos. Ze zijn van goud, eigenlijk helemaal niet mooi om te zien. Ook een beetje misplaatst. Ik loop er naar toe en plaats mijn hand op de middelste poort. Hij is versierd met felgekleurde steentjes, totaal niet mijn smaak. Toch word ik er naar toe getrokken. Ik open de deur en stap naar binnen. 

“Je bent aangekomen op een plek waar het universum met jou spreekt over signalen en symbolen…” Ik loop door een berg met prachtige witte veertjes. Ik sla de laatste van mij af en dan opeens merk ik dat ik niet alleen ben. Sterker nog het is een drukte van jewelste. Een voor een verschijnen alle familieleden van gene zijde. Mijn vader, moeder, opa’s en oma’s, mijn ooms. Ze zijn er allemaal en druk in de weer met het voorbereiden van een feest. Het zal eens niet… Mijn vader zwaait en wijst naar een andere ruimte. Als ik doorloop sta ik plots midden in een weiland. En daar staat ie, mijn allerliefste Poownie. 

De meditatie gaat verder over wat we mogelijk zien, voelen en wat we mogen ontvangen. Ik loop naar Poownie toe en aai zijn zachte neus. Hij is zo echt dat ik hem kan ruiken. Ik druk mijn neus in zijn vacht en voel zijn grote zware hoofd leunend op mijn schouder. Het volgende moment voel ik zijn dankbaarheid voor alle zorg en toewijding in zijn leven op aarde. Zoveel dankbaarheid dat mijn hart overloopt. Tranen wellen op achter mijn gesloten ogen. Oh Poownie, wat ben je toch een prachtig dier. Het was een eer om voor je te mogen zorgen. 

We nemen afscheid, ik zwaai naar mijn familie en loop terug naar de poort, wetende dat ze daar altijd zullen zijn. Langzaam word ik teruggebracht naar de ruimte waar ik zit, naar mijn eigen lichaam in het hier en nu. Het gevoel van dankbaarheid draag ik de rest van de dag met me mee. Het herinnert me eraan dat verbinding nooit echt verdwijnt. Alles blijft, in een andere vorm, altijd dichtbij.

Wit paard in de wei

De meditatie is speciaal geschreven door Irma. Bedankt voor het delen, het was een hele bijzondere en dankbare reis.

Königssee, waar de tijd trager loopt…

“Als je er dan toch bent, bezoek dan ook de Königssee. Dat is zeker de moeite waard.” Zei mijn collega een van de laatste dagen voor mijn vakantie. Dus plande we een bezoek in. Omdat het wel echt een toeristische trekpleister is, en hoog zomer, zijn we gebonden aan vooraf kaartjes kopen met een tijdsslot. Het maakte voor ons niet uit welke dag het zou worden want op alle dagen van de week is er prachtig weer voorspeld. 

De Königssee ligt in Duitsland en om er te komen moeten we een klein uurtje toeren. Dat is helemaal geen straf. De weg voert ons door de bergen en we hebben de prachtigste uitzichten en doorkijkjes. Voor we het weten staan we op een parkeerplaats a la Efteling. Met rijen en rijen auto’s. Ik schrik er zelfs een beetje van. Gelukkig zijn we vroeg en vinden vooraan nog een plekje. Er is in de omgeving nog heel veel meer te doen, dus eenmaal van de parkeerplaats af verspreid de drukte zich.

De Königssee is een gletsjermeer dat al duizenden jaren bestaat en nog altijd even helder en krachtig is. Het is ontstaan in de laatste ijstijd, zo’n 10.000 jaar geleden. Het water is kraakhelder en ijskoud, gevoed door smeltwater en omringd door steile bergen. Het meer is ruim 7,5 kilometer lang en bijna 200 (!) meter diep. Königssee betekent letterlijk ‘Koningsmeer’. Lange tijd was dit gebied eigendom van de Beierse koninklijke familie, de Wittelsbachs. Zij gebruikten het als jachtgebied en besloten het streng te beschermen. Pas in de 20e eeuw werd de toegang open gezet voor bezoekers.

Een boottocht over de Königssee is een ervaring op zich. Niet alleen vanwege het uitzicht. Halverwege houd de boot stil en de kapitein tovert een trompet te voorschijn. Het deuntje dat hij speelt weerkaatst spectaculair tussen de rotswanden. Ooit was dit een communicatiemiddel voor vissers en jagers, nu een klein cadeautje voor ons.

Wat het verder nog zo bijzonder maakt, is dat er al sinds 1909 alleen elektrische boten varen. Geen lawaai, geen stank, geen olie in het water. Alleen stilte, golven en natuur. Daarmee was dit gebied zijn tijd ver vooruit, een keuze die ervoor heeft gezorgd dat de Königssee nu nog altijd één van de schoonste meren van Europa is. En nog steeds varen de boten elektrisch, of worden ze met pure menskracht voortbewogen.

Midden op het meer ligt St. Bartholomä, het kerkje met de rood-witte torentjes dat al sinds de 12e eeuw bezoekers verwelkomt. Een heilige plek die alleen per boot bereikbaar is. Verderop, bij het eindpunt Salet, ligt het Obersee-meer. In de verte stort de Röthbachwaterval 465 meter naar beneden en is de hoogste van Duitsland. Wij kiezen ervoor om niet helemaal naar de waterval te wandelen, maar gewoon te genieten van de plek zelf. Even zitten, kijken, ademen. Soms is dat genoeg.

Al in de 19e en 20e eeuw trokken schilders en dichters hierheen om het magische licht en de serene stilte vast te leggen. En dat snap ik wel, zodra je van de boot stapt, voelt het alsof je in een schilderij bent beland. De Königssee en Salet zijn plekken die je niet zomaar van je afschudt. Het is niet alleen de natuur, het is de rust, de historie en het gevoel dat de tijd hier op de een of andere manier trager loopt.

Mijn collega had helemaal gelijk. Het was meer dan de moeite waard om daar een dag aan te besteden. 

Grießbachklamm…

Na onze vakantie in 2017 wilde ik deze wandeling graag nog eens maken. Maar ja, we zijn over het algemeen alleen in de winter hier. Dus toen onze zomervakantie dit jaar naar Oostenrijk ging stond hij hoog op mijn lijstje. De Grießbachklamm. Het is volgens Tiroolse begrippen een van de mooiste wandelplekken. Nu is mijn referentiekader wat wandelplekken betreft geen goede graadmeter, maar ik sluit mij wel aan bij deze mening. De Grießbachklamm is een, als je het zo kunt noemen, sfeervolle kloof waar helder bergwater langs de rotsen stroomt.

Voor iedere natuurliefhebber is er een route. Zelfs voor de totaal-niet-wandelaars. De kortste route is 3 km. Terwijl je door de kloof wandelt waarbij hoge rotspartijen je omringen en het water naast je over de rotsen en door de kloof klatert, heb je er geen idee van hoeveel meter je ongemerkt aflegt. De smalle paadjes, ruige rotsen, houten vlonder-delen en de hangbruggen die je passeert maken het helemaal compleet. De 3 km is zo voorbij. Voor de mensen die wat meer aan kunnen is er nog een route van 6 km en de echte “diehard” wandelaars kunnen hun hart op halen met de route van 10+ km. 

Aangezien wij de conditionele gesteldheid hebben van een “telefoon met maar 5% batterij” besluiten we wijselijk om de kleine ronde, van 3 km te lopen. Die start praktisch al op de parkeerplaats. Het pad slingert door een idyllisch decor: kabbelende beekjes en het zachte ruisen van de bomen maakt van de start al een goed begin. We zijn redelijk op tijd en het is nog niet extreem druk. Ook nu ben ik daar wel blij om. Ik heb al het moois nog niet gezien maar geniet nu al met volle teugen. 

De weken ervoor heeft het hier flink geregend. Ik was er vanuit gegaan dat het daarom een flink watergeweld zou zijn. Maar dat is niet het geval. We kunnen zelfs tot aan het water komen en als we zouden willen naar de overkant waden. Het water is mij iets te koud dus ik blijf op veilige afstand. Maar boys will be boys, dus vriendlief springt van rots naar rots en klautert behendig over een stapel stenen. 

Ongeveer veertig jaar geleden werd de kloof voor wandelaars toegankelijk gemaakt. Maar de natuur heeft hier haar eigen wil. Meerdere keren werd de route beschadigd door overstromingen, met 2012 als zwaar dieptepunt. Toch kwam er telkens herstel, met materialen uit de omgeving en met oog voor harmonie. In 2013 werd de Grießbachklamm opnieuw opgebouwd. Wat raadplegen leerde mij dat dat de opbouw volgens Feng Shui-principes is opgebouwd. Als wandelaar zou je het gevoel kunnen krijgen dat elke bocht, brug en rustplek in balans voelt. Ik was misschien iets te verwonderd door alles om dit zo te ervaren. 

Toen hoogwater de klamm bijna een jaar geleden opnieuw trof, gebeurde er iets moois: binnen acht weken waren de hangbruggen, stegen en het barfußpad (blotenvoeten pad) door de bewoners weer hersteld. Omdat wij de kleine ronde gelopen hebben, zijn we jammer genoeg niet langs het barfußpad gekomen. Dat is een breder open stuk met zandbanken waar je heerlijk met je blote voeten door het steenkoude water kunt waden. Een goede reden om nog eens terug te komen en de langere route te wandelen. 

Door de bergen…

Onze wintersportvakantie speelt zich al een aantal jaar in hetzelfde gebied af. Dat is fijn voor de mensen die niet mee de berg op gaan of voor de mensen die eerder willen stoppen. Er is bij ons in het dorp namelijk van alles te doen. Zwembad om de hoek, een sauna in het hotel, gezellig dorpje en een heuse bierbrouwerij. Voor ieder wat wils. De pistes zijn in deze periode voornamelijk wit. Dat is tijdens deze zomervakantie wel anders. De bergen tonen zich in alle tinten groen en de weidebloemetjes staan in al hun pracht en praal te schitteren. 

Wanneer we in Oostenrijk arriveren miezert het en de bergen zijn in nevelen gehuld. Zodra de koffers zijn uitgepakt en we een klein hazenslaapje gedaan hebben, wordt het tijd om het dorp in te trekken. Op de terugweg is het een beetje opgeklaard en we besluiten het weggetje langs een van de pistes op te rijden. Het is dat er een aantal herkenningspunten op de berg staan, zoals sneeuwkanonnen, een restaurant en een of ander afbraakschuurtje. Maar anders zou het voor mij totaal onherkenbaar zijn als skipiste. 

In de winter lijkt de piste vaak heerlijk uitnodigend: witte banen waar je soepel vanaf glijdt. Maar nu staan we voor een groene, toch best wel steile wand. Ik verbaas mij erover dat dit hetzelfde stukje berg is waar ik in de winter zonder moeite vanaf kom. Nu zie ik ineens alle details: de glooiingen, de richels, de schaduwen. Het oogt meteen veel indrukwekkender. Oké, in de winter kijk je vooral naar het stukje voor je, en nu zie ik de hele piste in één keer, van beneden tot boven. De sneeuw vlakt alles een beetje af en geeft het gevoel van een zachte glooiende deken. 

Na dit stukje gezien te hebben, besluiten we vandaag de andere pistes te bezoeken. De zon staat hoog aan de hemel en dat maakt het direct ook een stuk vriendelijker dan de mist op de eerste dag. Met de auto is het even zoeken welke bergweggetjes naar boven leiden. De geasfalteerde weg houdt na enige tijd ook nog eens op. We rijden haarspeldbocht na haarspeldbocht op kiezelpaadjes. We gaan alsmaar hoger en ik ben steeds meer onder de indruk van de vallei onder mij. 

Plots staan er koeien op de weg en rijden we over roosters en door poortjes met stroom. Ik vraag mij af of we wel goed zitten. Maar als ik in de verte een hele stroom fietsers, wandelaars en nog een aantal auto’s zie maak ik mij daar niet langer druk om. Dan doemt plots het hotel op waar we altijd langs skiën. Ik ben heel blij dat we dit deel “overleefd” hebben en dat ik eindelijk iets herken. We worden vriendelijk ontvangen en drinken koffie op het terras met een fantastisch uitzicht. 

Even overwegen we om te blijven zitten. Het uitzicht, de zon op ons gezicht, de koeienbellen die in de verte rinkelen en de berglucht in onze neus geven ons het gevoel klein te zijn in iets oneindig groots. Toch besluiten we nog een stukje hoger de berg op te rijden. Bijna aan de top stuiten we op een wegversperring en moeten we het hele stuk weer naar beneden. Maar eerst nemen we de tijd om te genieten van de vergezichten en van het stukje piste dat nu groen is in plaats van wit.

Kies maar een kamer…

Ons verblijf voor deze zomer hebben we pas laat geboekt. We waren een beetje besluiteloos of en waar we naartoe zouden gaan. Maar het is ergens in april als we de knoop doorhakken. Het hotel in Oostenrijk was tijdens onze wintersportvakantie zo goed bevallen dat we besluiten om daar naar toe te gaan. Even een week helemaal niets hoeven. Lekker in de watten gelegd worden en genieten van groene bergen in plaats van witte. 

Ondanks dat we vertrekken in het weekend met alle beruchte “zwarte” reisdagen hebben we totaal geen last van de drukte onderweg. Het is zelfs bij de tankstations langs de weg erg rustig en zoals gehoopt maar niet verwacht rijden we praktisch in één streep door. Zoals altijd komen we weer veel te vroeg op onze eindbestemming aan. Inchecken is officieel pas na 14.00 uur mogelijk. En als we rond 07.30 uur naar binnen lopen ben ik bang dat dit een hele lange ochtend gaat worden.

We worden heel vriendelijk ontvangen en de vrouw aan de balie doet totaal niet moeilijk. Na het controleren van de gegevens vraagt ze of we misschien trek hebben in een ontbijt? Dan kan ze in de tussentijd kijken of onze kamer al klaar is. Nou dat laten we ons geen twee keer zeggen. In het restaurant is maar een deel van de tafels gedekt en nog minder bezet. Even denk ik dat de rest van de vakantiegangers nog aan moet schuiven. Maar het blijkt gewoon erg rustig te zijn.

Overigens is rustig voor ons totaal geen probleem. Deze vakantie staat in het teken van relaxen en bijtanken, oh en lekker eten natuurlijk. Dus een rustige omgeving is daarbij welkom. Dat het totaal niet druk is blijkt niet alleen aan de weinige bezette tafels. Na het ontbijt krijgen we de sleutel van onze kamer. Niet 1 maar 3, behorende bij kamers op de 2e, 3e en 4e verdieping. Even ben ik in de war. Krijgen we nu elk een eigen kamer? “Zoek maar een mooie kamer uit”, zegt ze. Dit is mij nog nooit overkomen, dat we zelf een kamer mogen uitzoeken en dat in het hoogseizoen.

We kiezen voor een kamer op de 2e verdieping. Lekker dichtbij en prachtig uitzicht op de bergen en de (ski)pistes. Maar we komen daar al snel van terug. Er zit een jong gezin met drie kinderen recht onder ons. Ze breken letterlijk de boel af. Dit komt ons idee van een relaxte en rustige vakantie niet ten goede. Zonder probleem krijgen we een sleutel van een andere kamer. Vier hoog dit keer. Nog mooier uitzicht. Weliswaar het verste weg. Maar wel de rustigste van allemaal, aangezien de andere kamers (nog) niet bezet zijn. 

Tijdens het diner raken we aan de praat met andere vakantiegangers. Het blijkt dat heel veel reserveringen lastminute geannuleerd zijn en dat gezinnen die er al zaten eerder zijn uitgecheckt vanwege het barslechte weer. De afgelopen vier weken heeft het namelijk heel veel en heel hard geregend. Maar later in de week druppelen er weer nieuwe gasten binnen. 

Met het slechte weer heb ik een klein beetje rekening gehouden. Mijn regenpak heb ik voor de zekerheid in mijn koffer gestopt. Ik gok dat we die niet nodig hebben. Volgens het weerbericht zijn de weergoden ons goed gezind, met zonnige dagen en temperaturen rond de 28 graden. Op naar een paar heerlijke dagen in Oostenrijk…

Waar stilte spreekt en golven wiegen…

Ik lig op het achterplecht van ons bootje. De zon schijnt zacht op mijn gezicht. Voor me zie ik beboste oever, vol bomen die lichtjes bewegen in de wind. Het is als een schilderij van groen en leven. In de takken hoor ik vogels fluiten, roepen, kwetteren, allemaal met hun eigen geluid.

Het water klotst rustig tegen de kade en de romp van de boot. Geen haast, geen rumoer. Alleen de natuur om me heen. Alles is goed zoals het is. Ik hoef niets. Er hoeft niets opgelost, geregeld of gepland te worden.

Ik lig.
Ik luister.
Ik kijk.

En ergens tussendoor valt alles stil.
Niet leeg… Maar juist vol.
Vol zon, geluiden, geuren en rust.

Geen rollen, geen moeten, geen denken. Alleen maar voelen hoe het achter mij warm is van de zon, hoe het onder mij zachtjes wiegt, en hoe de wereld blijft bewegen… Zonder dat ik hoef te duwen.

Ik laat me dragen.
Door het water.
Door de stilte.
Door mezelf.

De boot beweegt zachtjes op de golven en ik dein zachtjes mee. Geen bestemming. Geen richting. Gewoon mee met wat er is.

En ik denk…Hoe fijn het is om even nergens naartoe te hoeven. Gewoon zijn waar ik ben. Met mijn snufferd in de zon en het kabbelen van het water samen met het gefluit van de vogels als achtergrondmuziek.

Een simpel moment.
Maar eigenlijk… precies genoeg.

Terug in het zadel…

Zaterdagochtend, 09.15 uur. Ik fiets door de polder onderweg naar stal. Het is lang geleden dat ik door dit stuk polderlandschap heb gefietst, sterker nog, het is überhaupt lang geleden dat ik op de fiets ben gestapt. Het weer is zalig en er is bijna niemand buiten. Er staat nauwelijks wind. Ik hoor alleen het ruisen van de blaadjes aan de bomen en het vrolijke gefluit van vogels. Dit belooft een goede start van de dag te worden. 

Zoals gewoonlijk ben ik veel te vroeg op stal. De ochtenddienst heeft net haar ronde afgerond. Gelukkig kunnen we nog even bijkletsen, want het is alweer een tijd geleden dat we elkaar hebben gezien. Na een kwartier druppelen de andere stalgenoten binnen. Op het programma staat vandaag een buitenrit. Ik ben door een van hen uitgenodigd om mee te gaan. Vorig jaar vroeg ze al eens of ik mee wilde, maar toen schoof ik het steeds voor me uit. Dit voorjaar stelde ze het opnieuw voor en ik besloot erop in te gaan. Ik wilde heel graag weer eens een ritje maken. Het is inmiddels meer dan anderhalf jaar geleden dat ik op een paardenrug heb gezeten. Als zo’n kans zich aandient, zou ik wel gek zijn om hem niet te grijpen. 

Gelukkig had ik nog een cap die me enigszins paste. Met Poownie droeg ik die zelden, eigenlijk alleen tijdens wedstrijden. Maar omdat ik al enige tijd niet meer heb gereden, wat ouder en strammer ben geworden en deze paarden totaal niet ken onder het zadel, wil ik geen risico nemen. De cap had nog wel wat aanpassingen nodig. Of hij is gekrompen, of ik heb een groter hoofd gekregen. Uiteindelijk past hij.

Voor deze rit krijg ik het braafste paard toegewezen. Ik ga lekker aan de poets, het is weer die tijd van het jaar, dus binnen de kortste keren zit alles en iedereen onder de haren. Al snel staan alle drie de paarden gezadeld klaar en kunnen we vertrekken.

Het is even een vreemde gewaarwording als ik in het zadel klim. Ik zit een stuk hoger en haar bewegingen voelen anders. Zelfs de energie hier bovenop voelt anders dan wanneer ik naast haar sta. Toch voelt het op de een of andere manier vertrouwd. Ik kan mijn alertheid al snel loslaten. Ze zet geen stap verkeerd en zal eerder inhouden dan als een raket vooruit schieten. Driekwart van de rit kan ik volbrengen met een losse teugel.

We stappen een flink stuk over bekend terrein en komen daarna in een deel dat ik nog nooit eerder heb gezien. Dit terwijl ik daar regelmatig met Poownie heb gewandeld. We draven af en toe en er zit zelfs een stukje galop in. Pas wanneer ik pijn in mijn kaken voel, realiseer ik me dat ik de hele rit heb zitten lachen. Wanneer ik denk dat we alweer richting huis gaan, buigen we toch de andere kant op. We rijden een stuk langs het water, wat nog eens 45 minuten aan de rit toevoegt. Hoewel mijn spieren er heel anders over denken, juich ik van binnen.

Inmiddels ben ik alweer even terug en lig ik in de tuin bij te komen van een heerlijke, zonovergoten buitenrit, mogelijk gemaakt door mijn lieve stalgenoot. De spierpijn die ik de komende drie dagen zeker zal hebben, is het meer dan waard!