De poort naar dankbaarheid…

De vrouw voor in de ruimte, een medecursist, zit er klaar voor. Op de achtergrond klinkt ontspannen muziek. De lichten worden gedimd. Ik beweeg nog even al mijn ledematen om de komende 15 minuten stil te kunnen zitten. Ze start haar meditatie die ze speciaal voor ons geschreven heeft. Een opdracht voor ons allemaal en vandaag is het haar beurt. Ik sluit mijn ogen en laat mij door haar meenemen. Haar stem is zacht, bijna helend en ik ben heel nieuwsgierig waar ze ons mee naar toe neemt. 

“Voor je zie je een pad. Je zet de eerste stap..” Wat grappig, er was eerst geen pad maar opeens is daar het pad. Een prachtig weggetje van schelpen dat ergens in het bos verdwijnt. Het verschijnt zo plots dat ik niet eens de tijd heb om hier over na te denken. “Voel hoe de lucht je longen vult…” en ik voel een bries die voor verkoeling zorgt op deze prachtige lentedag (ja echt, het is lente in mijn meditatie) Ik ruik zelfs de heerlijke boslucht. “Iedere stap maakt je rustiger en rustiger” Ik focus mij op haar stem want ik wil niks missen. Ik ben erg nieuwsgierig waar dit naar toe leid.

“In de verte zie je meerdere poorten” Wauw, ja ik zie ze. Het zijn er drie en staan verscholen tussen de bomen in het bos. Ze zijn van goud, eigenlijk helemaal niet mooi om te zien. Ook een beetje misplaatst. Ik loop er naar toe en plaats mijn hand op de middelste poort. Hij is versierd met felgekleurde steentjes, totaal niet mijn smaak. Toch word ik er naar toe getrokken. Ik open de deur en stap naar binnen. 

“Je bent aangekomen op een plek waar het universum met jou spreekt over signalen en symbolen…” Ik loop door een berg met prachtige witte veertjes. Ik sla de laatste van mij af en dan opeens merk ik dat ik niet alleen ben. Sterker nog het is een drukte van jewelste. Een voor een verschijnen alle familieleden van gene zijde. Mijn vader, moeder, opa’s en oma’s, mijn ooms. Ze zijn er allemaal en druk in de weer met het voorbereiden van een feest. Het zal eens niet… Mijn vader zwaait en wijst naar een andere ruimte. Als ik doorloop sta ik plots midden in een weiland. En daar staat ie, mijn allerliefste Poownie. 

De meditatie gaat verder over wat we mogelijk zien, voelen en wat we mogen ontvangen. Ik loop naar Poownie toe en aai zijn zachte neus. Hij is zo echt dat ik hem kan ruiken. Ik druk mijn neus in zijn vacht en voel zijn grote zware hoofd leunend op mijn schouder. Het volgende moment voel ik zijn dankbaarheid voor alle zorg en toewijding in zijn leven op aarde. Zoveel dankbaarheid dat mijn hart overloopt. Tranen wellen op achter mijn gesloten ogen. Oh Poownie, wat ben je toch een prachtig dier. Het was een eer om voor je te mogen zorgen. 

We nemen afscheid, ik zwaai naar mijn familie en loop terug naar de poort, wetende dat ze daar altijd zullen zijn. Langzaam word ik teruggebracht naar de ruimte waar ik zit, naar mijn eigen lichaam in het hier en nu. Het gevoel van dankbaarheid draag ik de rest van de dag met me mee. Het herinnert me eraan dat verbinding nooit echt verdwijnt. Alles blijft, in een andere vorm, altijd dichtbij.

Wit paard in de wei

De meditatie is speciaal geschreven door Irma. Bedankt voor het delen, het was een hele bijzondere en dankbare reis.

Een ode aan tante…

Ze is al bijna 44 jaar mijn tante. En ook nog eens mijn oudste tante. Dit weekend mocht ze 75 kaarsjes uitblazen. Dat heeft ze gevierd met haar familie. 

Zo’n beetje mijn hele jeugd woonden we in dezelfde flat, op dezelfde verdieping en maar 4 deuren bij elkaar vandaan. Letterlijk op een steenworp afstand. Ze paste wel eens op mij en toen ik zelfstandig de galarij over mocht steken, speelde ik daar geregeld. Want mijn grote neef had namelijk een spelcomputer. Ze hadden daar Lu koekjes. Er stond altijd een grote pot drop en de glazen werden tot de rand gevuld met 3es. Mijn oom en tante stopte mij van alles toe. Alles wat ik thuis niet mocht kreeg ik daar wel. 

Mijn oom kwam spijtig genoeg op jonge leeftijd te overlijden. Mijn tante werd weduwe op ongeveer de leeftijd die ik nu heb. Pijnlijk en intens verdrietig. Beetje voor beetje klauterde ze omhoog uit het diepe gat dat het overlijden van haar man geslagen had. En juist in die periode groeide ik meer en meer naar mijn tante toe. Alsof mijn oom van bovenop zijn wolk mij een figuurlijk zetje had gegeven. 

Ons eerste uitje was een dagtocht naar de Orchideeën Hoeve. Het idee kwam via een folder de brievenbus binnen en ik kon niet wachten om haar mee te vragen. Heb geen idee of dit soort reisjes überhaupt nog georganiseerd worden. Mijn tante had mij er al voor gewaarschuwd, de bus zat vol bejaarde en met mijn 16 jaar was ik duidelijk de jongste. Toch was het een hele leuke rit. De mensen in de bus waren aardig en de buschauffeur vertelde leuke anekdotes over de plaatsen waar we doorheen reden. Onderweg was er een roadshow, lekker eten, een bingo en aansluitend bezochten we de Orchideeën Hoeve. 

Dit zette de toon voor meerdere uitstapjes samen. Mijn eerste echte vakantie volgde al snel, ook met tante. Met een bus, op de boot, naar Londen. We hadden wederom een leuke gids die heel veel over de geschiedenis en de stad wist. We waren er tijdens “Trooping de Colour” en zagen zonder het gepland te hebben wat leden van het Koningshuis. Bezochten alle toeristische trekpleisters en maakten een heel album vol met foto’s en mooie herinneringen. Het jaar erop nam tante mij mee naar Turkije. Voor mij de eerste keer vliegen en ik vond het super spannend. Maar tante loodste mij overal doorheen. Ze had zelfs haar angst opzij gezet en ging mee naar Poownie, die toen nog op een eiland stond waar je alleen met een roeiboot kon komen.

Ik bleef bij tante slapen zodat we samen live naar de opening van de Olympische Spelen konden kijken, die ’s nachts uitgezonden werd. Ik bleef iedere woensdag eten zodat we daarna in één streep door konden naar mijn andere tante. Daar kon ik oppassen op mijn nichtje terwijl de twee dames gingen sporten. We bezochten pretparken, dierentuinen en gingen samen shoppen. We maakten een citytrip naar Rome en we gingen samen op countrydansen. Ik haakte na een paar jaar af maar Tante bleef en danst nog steeds.

Inmiddels zijn we heel veel uitstapjes en jaren verder. Het lichaam is wat strammer. Het zicht wil ook niet meer zo. Toch hoop ik dat tante nog heel veel jaren mee mag gaan. En dat we in 2025 weer een paar mooie uitstapjes mogen maken.

Samen, door de jaren heen ❤️

Terugblik 2024, verdriet en liefde…

Ik sluit het blogjaar 2024 af met een aantal bijzondere momenten om op terug te kijken. 

Het meest verdrietigste moment…
Om maar direct hier mee te beginnen, dat was toch wel het afscheid van Poownie. Begin van dit jaar besloot hij dat het genoeg was. Met bijna 30 levensjaren begon hij aan zijn nieuwe reis. Het afscheid was intens maar ik ben blij dat ik hem daarbij mocht begeleiden. Hij is er niet stiekem tussenuit gepiept maar heeft op mij gewacht. Na zijn overlijden was er een gapend gat, een leegte waarbij ik niet goed wist wat ik hier mee moest. Na verloop van tijd werd dit opgevuld met mooie en dankbare herinneringen aan een leven dat ik mocht delen met dit prachtige dier. 

Daarna kwam de rust. Rust voor niet meer iedere dag heen en weer rijden naar stal. Rust voor het niet meer hoeven zorgen, letterlijk en figuurlijk. Rust voor het niet steeds maar rekening houden met alles wat er bij het houden van een paard komt kijken. Vergis je niet, hoe leuk en fantastisch het hebben van een eigen paard ook is. Er zit wel degelijk een verplicht karakter aan verbonden. Het overgrote deel heb ik met heel veel liefde en plezier gedaan. Je merkt pas wat het met je doet op het moment dat de noodzaak (na 28 jaar) wegvalt en het niet meer hoeft.

Poownie komt af en toe in mijn dromen voorbij. Altijd in een super mooie en vredige setting waarbij ik hem zie crossen over de eeuwige groene velden. Met zijn staart in de lucht en vergezeld door oude vrienden. Hij komt altijd gedag zeggen als ik daar bij het hek sta. Het hek zal waarschijnlijk symbolisch onze werelden scheiden. Maar zijn zachte neus weet mijn wang altijd te bereiken. Ik geloof graag dat hij mij wil laten weten dat het hem goed gaat daar boven.

Het meest liefste moment …
Zoonlief woont inmiddels meer dan een jaar bij ons. Dat heeft hem in ieder geval veel rust gegeven en ik hoop dat zijn (biologische) moeder er net zo over denkt. Hoewel het niet altijd even makkelijk is om een jong volwassene er extra bij te hebben, zeker als het niet je eigen kind is, moet ik zeggen dat wij heel goed met elkaar overweg kunnen. Dat hebben we altijd al gekund. Toch schuurt het soms wel eens. De vraag is dan hoe je met die situaties omgaat. Dat laatste heeft er voor gezorgd dat we het afgelopen jaar nog meer naar elkaar zijn toegegroeid. 

Hij heeft geen blad voor zijn mond en kan honderduit vertellen. Hij schaamt zich ogenschijnlijk nergens voor met als gevolg hilarische momenten. Toch merk ik dat hij over bepaalde gevoelens niet graag praat. Maar ik resoneer met hem en merk het wanneer er iets aan de hand is. We hebben dit jaar elkaars verdrietigste momenten heel bewust meegemaakt. En ook heel veel lol gehad, gelachen en lieve, warme momenten mogen delen. 

Hij gaf mij spontaan een compliment, dat hij zoveel respect voor mij heeft en dat we altijd kunnen praten ook als we het niet met elkaar eens zijn. Dat hij dit zo waardeerde. Dat deed mijn hart smelten. Nu nog als ik aan dat moment denk. En uiteraard de bos bloemen die ik van hem kreeg, die bijna 4 weken heeft gebloeid. Ik hoop dat hij ook in 2025 bij ons lekker zichzelf kan en durft te zijn.

Scherpe randjes…

De weken na het overlijden van Poownie voelen raar en leeg. Na zoveel jaar dagelijks naar stal en de laatste twee jaar zelfs iedere avond, naar opeens helemaal geen bezoekjes meer aan Poownie. Dat voelt niet alleen gek maar dat is ook heel gek. Naast dat ik hem heel erg mis, mis ook mijn complete routine. Mijn zenmomenten terwijl Poownie aan het grazen is en de sociale contacten met de dames op en van stal.

Ik sta er zelf een beetje van te kijken hoe “goed” ik de eerste week doorkom. Daarna lijkt het verlies in alle hevigheid tot mij door te dringen. Het besef dat mijn maatje er echt niet meer is laat niet alleen bij mij, maar ook bij vriendlief, een diep emotioneel spoor na. En ja, hij heeft een prachtig volwaardig en voldragen leven gehad. Zijn tijd zat er echt op. Dat zorgt er voor dat ik er vrede mee heb. Maar dat alles neemt het verdriet en gemis niet weg.

Van mijn werk krijg ik direct de tijd en alle ruimte om tot mijzelf te komen. Zodat ik de kans krijg mijzelf te herpakken. Ik mag thuis en onder de radar werken. Wat betekend dat ik zelf de afleiding in mijn werk mag zoeken zonder de verplichtingen van projecten, overleg, telefoon, klant- en collega contact. Dat voelt goed! Want het rouwen kost bergen met energie. Ik ben halverwege de dag zo moe dat ik mijn ogen niet kan open houden. Mijn hoofd barst uit elkaar van de koppijn, mijn spieren zitten vast en ik heb een concentratievermogen van een pantoffeldiertje. Werken en mijn beste beentje voor zetten is nu wel het laatste waar ik behoefte aan heb. 

Geregeld loop ik met mijn ziel onder mijn arm te bedenken wat ik met mijn zeeën van tijd moet gaan doen. Dus werk ik in de avond de overvolle strijkmand weg. Ruim mijn lades en kasten op. Sorteer mijn kleding, dat van de heren en sta minutenlang doelloos onder de douche.

Ik heb in de tussentijd wel een aantal bezoekjes aan stal gebracht. Het is raar om te midden van de paarden te staan en er toch 1 te missen. De mooiste, de liefste. Mijn aanwezigheid voelt nutteloos en overbodig om zonder een reden daar te zijn. 

Buiten bezig zijn en de wind en regen voelen mis ik zo erg dat ik besluit om ’s avonds na het eten te gaan wandelen. Dus loop ik bijna iedere avond een rondje door de wijk. Soms met vriendlief, soms alleen. Zelfs met vies weer voelt het heerlijk de benen te strekken en de wind over mijn gezicht en door mijn haar te voelen strijken. 

We zijn nu bijna 4 weken verder en de emotionele pieken beginnen af te nemen. Ik voel het motortje in mijn binnenste langzaam weer op gang komen. Mijn concentratie neemt toe en ik heb ook weer zin om aan de slag te gaan. Een goed en fijn teken. Heel bewust een stapje terug doen en het verdriet er te laten zijn heeft voor mij geholpen. De scherpe randen zijn wat afgevlakt en alles komt een beetje in balans. Er is nu steeds meer ruimte voor de mooie en liefdevolle herinneringen aan Poownie en aan alle avonturen die we samen beleefd hebben. 

Poownie…

Het is goed zo. Genoeg. Hij laat het zo duidelijk merken dat ik niet anders kan dan daar in meegaan. En terwijl ik naast zijn grote, ooit zo sterke lichaam op de grond zit met zijn hoofd in mijn armen, blaast mijn trouwe vriend zijn laatste adem uit.

Dankbaar ben ik dat we 28 jaar samen hebben mogen doorbrengen. Waarvan de laatste 5 jaar ook nog eens in bonustijd. Het waren intense maar liefdevolle jaren die ik niet had willen missen. 

Mijn lieve maatje, mijn altijd vrolijke Poownie, mijn Maris. Het was zoals het moest zijn en zoveel meer.
Ik ga je vreselijk missen. 

07-05-1994 ~ 02-01-2024 💫

❤️

Tranquilo…

Langzaam kom ik weer bij mijn positieven. Wat mij als eerste opvalt is de kramp in mijn nek. Daarna mijn slapende arm. Niet alleen mijn arm slaapt. Ik ben zelf ook gewoon in slaap gevallen. In één van de bedjes langs de rand van het zwembad. Maar dan wel in een hele rare houding. Voor ik in slaap ben gevallen had ik nog wel de tijd van geest om mijn zonnebril veilig te stellen. Mijn boek ligt half onder mij en heeft een fantastische afdruk in mijn buik achter gelaten. Ik draai mij op mijn rug en geniet van de verkoelende bries die over zee wordt aangevoerd. Het lukt mij nog niet om mij volledig onder het land der levenden te begeven. Ik lig zo lekker dat ik nog even mijn ogen sluit.

Met gesloten ogen hoor ik mijn twee tantes ergens bij de bar. “Wat was het nummer nu?? Joehoe niet zo snel!! Ik verstond je niet. Wat? 81?? He wat jammer die staat niet op mijn kaartje.” Het entertainment team, dat bestaat uit studenten uit Holland die stage lopen, is bezig een aantal vakantiegangers aan t-shirts en wijn te helpen. Maar daarvoor moeten er eerst wat activiteiten ondernomen worden. Vandaag staat bingo op het programma. Mijn tantes worden al na drie dagen gekscherend the Dutchies genoemd. Een bijnaam die ze de rest van de vakantie en waarschijnlijk ver erna zullen moeten aanhoren.  

Met één oog scan ik de omgeving. Vriendlief zit aan de bar een overheerlijke cappuccino met een berg slagroom weg te werken. Oom is het water in gedoken voor wat afkoeling en de ander ligt ook op één oor.  Deze vakantie wordt gekenmerkt door lange dagen van luiheid. Onbekommerd lummelen bij het zwembad of op het strand. Zelfs tijdens het eten doen we het rustig aan. We nemen letterlijk de tijd voor alles en doen alles op ons gemak. Daar is het natuurlijk niet voor niets vakantie voor. 

Omdat iedereen om mij heen zich in deze relaxte modus bevind lukt het mij ook om er aan toe te geven. En dat is nieuw. Meestal heb ik te veel energie om zo lang niks te kunnen doen. Ik wil dingen zien en ondernemen. Maar nu heb ik er gewoonweg de puf niet voor. Ik word ouder of ik ben er gewoon echt aan toe, aan het even niks doen en niks hoeven. Ik vind het heerlijk om mij aan de warmte van de zon te laven. Zodra ik opwarm voel ik mij helemaal senang. Iedere vezel in mijn lijf kan zich ontspannen en ik probeer dit gevoel zo lang mogelijk vast te houden. 

Het klimaat is nu overigens ook niet heel uitnodigend om actief iets te ondernemen. Hoewel… We zijn naar de markt geweest. Zijn meerdere keren wezen shoppen. We hebben ons rot gesmeerd met zonnebrand en aftersun. Hebben gezwommen. Veel rond gelopen in het restaurant om al het lekkers te proeven. En daarna nog een keer bij het ijs en toetjes buffet. Wandelingen naar het strand gemaakt en weer terug uiteraard. Gejankt van het lachen. Naar de bar gelopen voor overheerlijke Pina Colada’s en Ronmiels. Heel veel gelezen, gelachen en gepraat. We hebben dus best wel iets gedaan. 

Dit was een heerlijke zonovergoten vakantie in goed gezelschap met lekker eten en drinken! Ik heb mij fantastisch vermaakt, ben bijgetankt en weer helemaal opgeladen voor de komende maanden.

💞

De dagen erna…

De zon schijnt en het valt mij op hoe prachtig het buiten is. De eerste mooie lentedag is aangebroken. Of althans voor mij. Want er zijn best een aantal prima dagen geweest maar deze zijn compleet langs mij heen gegaan. Twee sterfgevallen in één week tijd. Met de daaropvolgende week uiteraard twee uitvaarten. Hoewel ik bij alle twee niet direct iets heb hoeven regelen hakt het er wel behoorlijk in. Dan ben je even met wat anders bezig dan lente en zon. 

Mijn oom besloot als eerste aan zijn laatste reis te gaan beginnen. Hij was ziek en we wisten allemaal dat het einde nabij zou zijn. Hij besloot zelf te stoppen met de behandeling en te dealen met de tijd die hem restte. Dat het uiteindelijk zo snel zou gaan had niemand kunnen bedenken. 

Zijn uitvaart heeft veel emoties losgemaakt en oude wonden opengereten. Verdriet dat plots weer naar de oppervlakte terug keerde. Ik liet het allemaal maar over mij heenkomen. Gelukkig kijk ik wel terug op een hele mooie en warme uitvaartdienst. Een dienst die een diepe indruk op mij heeft achtergelaten. Evenals de gesprekken na de dienst. Want ik droom er zeer geregeld over. 

Mijn schoonvader besloot zijn voorbeeld te volgen en drie dagen later begon hij aan zijn laatste reis. Ook hij was ziek, maar was niet van plan het op te geven. Na anderhalf jaar tobben kreeg hij een nieuwe hartklep en het leek zowaar beter met hem te gaan. Als het aan hem zou liggen zat hij nu lekker met zijn vrouw op de bank met een heerlijke bak koffie en een stuk taart. Maar zo mocht het voor hem niet zijn. Hij werd getroffen door een bacterie en is hier uiteindelijk aan overleden. Hoe oneerlijk!!

Zijn uitvaart was compleet anders als eerder in de week. Maar helemaal zoals hij was. Er werd met liefde over hem gesproken, door zijn kinderen, kleinkinderen en aanverwanten. Er was muziek en er waren foto’s. Zijn leven van jong tot nu kwam in korte tijd voorbij. Er waren heel wat mensen die hem een laatste eer kwamen bewijzen. En er waren rozen, heel veel rozen.

Dus toen de zon begon te schijnen op deze, voor mijn gevoel eerste echte lente dag, twijfelde ik geen minuut langer. Ik trok mijn paardenkloffie aan en reed naar stal. Want er is bijna geen andere plek te verzinnen om even op adem te komen na zo’n emotioneel beladen en verdrietige periode. 

Terwijl ik samen met Poownie sta te grasmaaieren op ons wel bekende stukje valt het mij des te meer op dat het zo rustig is in de polder. Het zonnetje staat hoog aan de hemel en er is nagenoeg geen wind. Hier en daar komen sporters en wandelaars voorbij. Maar er zit een sloot en zeker een meter of 30 gras tussen ons in. We hebben geen last van elkaar. Ik hoor de vogels fluiten en laat mij meedrijven op hun lied. Het werkt rustgevend. De zon verwarmd mijn verkrampte spieren en beetje voor beetje kan ik loslaten. 

Na een uur is Poownie klaar met grazen. Zelf weet ik nog niet zo goed hoe ik mij voel. Moe, dat wel. Leeg, dat ook. Maar toch is daar het begin van berusting. De zon zet, zoals altijd, alles in een ander perspectief. 

Final goodbye …

Met zijn hand in de mijne blijven we zwijgend zitten. Als het tijd is om te gaan kijk ik hem aan. Zijn donkere ogen priemen in die van mij. Ik zeg hem dat ik van de week nog een keer langs kom. Hij knijpt in mijn hand en zegt: “Dat is goed hoor wijfie!”
Maar stiekem weten we alle twee, dit is de laatste keer dat we elkaar zullen zien…  

Rust zacht lieve Oom Don. 
21-03-1956 – 27-03-2023

Groot gemis…

Het was een korte maar krachtige reis en ik had het niet willen missen. Er zijn deuren geopend en ik mocht ervaren hoe krachtig de geest kan zijn. Ze is een van de weinige paarden die mij tot in mijn ziel geraakt heeft. 

Ergens vorig jaar toen ze flink kreupel stond: Verloren kijkt ze langs mij heen alsof ik er niet ben. Het raakt mij dat zo’n groot en krachtig paard er zo bij kan staan. Tot dan wist ik niet zo veel van haar. Oké ze is groot maar heeft ook geregeld haar nukken naar de andere paarden. Haar oren kunnen zo plat in haar nek dat ik er van onder de indruk ben. Als ze met zo’n simpel gebaar al hier toe in staat is, wat kan 600 kg paard dan nog meer!?

Ik heb met haar te doen en zoek (lichamelijk en op energetisch niveau) contact. Ik leg mijn handen op haar rug, bedoeld om troost te bieden. Maar dit is voor haar veel te dichtbij, te benauwend, te bedreigend. Ze stampt weg en blijft argwanend naar mij kijken. Ik doe een stap naar achteren en met mijn handen voor mij uit tast ik naar een spoor van haar energie. Uiteindelijk laat ze mij toe en langzaam kan ik haar benaderen. We schrikken beide van de werking ervan. Het is zo heftig dat ze mij in tranen achter laat. Daarna kijkt ze mij zeker vier dagen niet aan. Elke vorm van communicatie vermijd ze. 

De dagen erop laat ik haar weten dat het goed is, maar zoek verder geen toenadering. Tot het moment daar is en ze zelf contact zoekt. Ze duwt haar neus in mijn rug en als ik mij omdraai staat ze met gebogen hoofd voor me. Ik mag haar aaien.

Op een avond ga ik er eens goed voor staan en maak wederom (energetisch) contact. Ze lijkt mij inmiddels voldoende te vertrouwen want ze overlaad mij met beelden, gevoelens en emoties. De stroom lijkt maar niet te stoppen. Dit paard heeft veel te vertellen. Haar verdriet raakt mij en in mijn hart huil ik stille tranen. 

Wanneer de eigenaar het verhaal dat ik door kreeg bevestigd ben ik er ondersteboven van. Wat ben ik blij dat deze lieve vrouw, waar ze zo’n enorme band mee heeft, in haar leven is gekomen. Ik duim voor een voortzetting van dit nieuw hoofdstuk in haar leven waarin ze op haar manier mag stralen en in de spotlights mag staan zoals ze zelf wilt. Iets dat in haar verleden op de een of andere manier nooit goed tot uiting is gekomen. 

Na dit bijzondere contact zoekt ze mij geregeld op als ik bezig ben met stalklusjes. Hinnikt ze net als Poownie zodra ik met een emmer voorbij loop en mag ik ongegeneerd haar hals en schoft kriebelen. Ik voel zoveel genegenheid voor dit dier dat ik haar het liefst in mijn jaszak zou willen stoppen om haar overal met mij mee te kunnen nemen. 

Helaas blijkt ze inmiddels zieker dan verwacht. Na een half jaar tobben waarin haar baasje alles heeft gedaan wat in haar macht ligt en meer, om dit paard een leven te geven dat ze verdient, blijkt daar nu een einde aan te zijn gekomen. De pijn is te heftig en haar lichaam is op. Ze kan niet meer. 

Eindeloos verdrietig dat dit zo voor haar moest eindigen, huil ik. Geen stille tranen, maar tranen van een groot gemis. 

💫