Het pand waar ik werkzaam ben, staat iets meer dan 2 km van mijn huis en beslaat vier verdiepingen. Ik heb op iedere verdieping en in elke hoek wel eens mijn bureau mogen neerzetten. Hoewel ik dit niet mijn tweede thuis zou noemen, voelde ik mij hier wel altijd thuis. Toen het nog geheel ons “eigendom” was en we er met 125 man in zaten. Maar ook toen, beetje bij beetje, andere divisies en afdelingen verplaatst werden naar Amsterdam, Maarssen en later naar Hilversum, en wij soms nog maar met twee man in het hele pand aan het werk waren.
Een jaar lang hebben wij als enige het gebouw bezet. We hadden een hele verdieping en de complete begane grond voor onszelf. Inmiddels wordt er niet altijd meer op kantoor gewerkt en hadden we een overschot aan ruimte. We gingen terug naar een kwart van het pand en zijn een bedrijfsverzamelgebouw geworden.
Met vijf bedrijven in één pand voelt niemand zich verantwoordelijk, de pandbeheerder al helemaal niet. Het gebouw is ronduit smerig, het onderhoud is achterstallig, en verloedering ligt op de loer. De klimaatbeheersing is al jaren een drama. Gezondheidsklachten na een dag werken nemen met rasse schreden toe. Geen goede reclame. Tijd om te verhuizen.
Iets dat mij toch wel een beetje aan het hart gaat. Voordat dit pand uit de grond getrokken werd, stond hier het bedrijf waar mijn vader jarenlang met veel plezier heeft gewerkt. Om het nog specialer te maken: mijn eerste werkplek bevond zich op exact dezelfde locatie als de ruimte waar mijn vader vroeger de orders aannam en verwerkte. Als ik naar buiten keek, zag ik dezelfde omgeving die mijn vader ook altijd gezien heeft. Soms, als ik door de krochten van ons pand liep, op zoek naar een doos briefpapier, rook ik een vlaag van de staal- en stoflucht die altijd om mijn vader heen hing als hij gewerkt had. Als ik dan mijn ogen dichtdeed, zag ik hem heel levendig voor me in zijn blauwe overall en veiligheidsschoenen.
Herinneringen zijn om te koesteren, maar wij moeten door. Dus besloot de baas dat we aan de overkant van het water, bij onze zusterorganisatie, konden intrekken. Plek zat, en van alle gemakken voorzien. Het afgelopen jaar is er meermaals geruimd: overbodige spullen werden van de hand gedaan. Hoe dichter we op de verhuisdatum kwamen, hoe leger ons kantoor werd. Uiteindelijk is zo’n beetje de hele inventaris via een opkoper opgehaald, en ons nieuwe kantoor werd van nieuwe meubels voorzien. De baas vond een verhuisservice wat overbodig. Zoveel is het niet meer, en als we allemaal effe de schouders eronder steken…
Nou, verrassing: het was wél veel. En heel vies. Kasten en tafels van hun plek halen die al honderd jaar niet verplaatst of schoongemaakt zijn… bah. We zijn met een groepje twee dagen bezig geweest. Met slepen, sjouwen, weggooien. Inpakken en weer uitpakken. Schoonmaken en poetsen. Ik was kapot. En nog steeds staat niet alles op zijn plek of is even schoon.
Maar eerlijk is eerlijk: de nieuwe werkplek voelt fijn aan. Het is een lichte omgeving, met airco die het doet. We hebben een receptie, kantine, vaatwasser en een binnentuin. Het is een plek waar je ook zonder schaamte klanten kunt ontvangen. Einde van de maand geef ik de sleutels terug. Een klein gebaar, maar met grote betekenis: na bijna 18 jaar sluit ik hiermee een bijzondere tijd af op deze locatie.







