Vele zeeën heb je bevaren
Alle werelddelen gezien
Je laatste overtocht besloot je vorige week te maken
In liefde losgelaten…
Onze (schoon)vader & Opa

14-02-1939 – 10-02-2025
Vele zeeën heb je bevaren
Alle werelddelen gezien
Je laatste overtocht besloot je vorige week te maken
In liefde losgelaten…
Onze (schoon)vader & Opa

14-02-1939 – 10-02-2025
Ik sluit het blogjaar 2024 af met een aantal bijzondere momenten om op terug te kijken.
Het meest verdrietigste moment…
Om maar direct hier mee te beginnen, dat was toch wel het afscheid van Poownie. Begin van dit jaar besloot hij dat het genoeg was. Met bijna 30 levensjaren begon hij aan zijn nieuwe reis. Het afscheid was intens maar ik ben blij dat ik hem daarbij mocht begeleiden. Hij is er niet stiekem tussenuit gepiept maar heeft op mij gewacht. Na zijn overlijden was er een gapend gat, een leegte waarbij ik niet goed wist wat ik hier mee moest. Na verloop van tijd werd dit opgevuld met mooie en dankbare herinneringen aan een leven dat ik mocht delen met dit prachtige dier.
Daarna kwam de rust. Rust voor niet meer iedere dag heen en weer rijden naar stal. Rust voor het niet meer hoeven zorgen, letterlijk en figuurlijk. Rust voor het niet steeds maar rekening houden met alles wat er bij het houden van een paard komt kijken. Vergis je niet, hoe leuk en fantastisch het hebben van een eigen paard ook is. Er zit wel degelijk een verplicht karakter aan verbonden. Het overgrote deel heb ik met heel veel liefde en plezier gedaan. Je merkt pas wat het met je doet op het moment dat de noodzaak (na 28 jaar) wegvalt en het niet meer hoeft.
Poownie komt af en toe in mijn dromen voorbij. Altijd in een super mooie en vredige setting waarbij ik hem zie crossen over de eeuwige groene velden. Met zijn staart in de lucht en vergezeld door oude vrienden. Hij komt altijd gedag zeggen als ik daar bij het hek sta. Het hek zal waarschijnlijk symbolisch onze werelden scheiden. Maar zijn zachte neus weet mijn wang altijd te bereiken. Ik geloof graag dat hij mij wil laten weten dat het hem goed gaat daar boven.
Het meest liefste moment …
Zoonlief woont inmiddels meer dan een jaar bij ons. Dat heeft hem in ieder geval veel rust gegeven en ik hoop dat zijn (biologische) moeder er net zo over denkt. Hoewel het niet altijd even makkelijk is om een jong volwassene er extra bij te hebben, zeker als het niet je eigen kind is, moet ik zeggen dat wij heel goed met elkaar overweg kunnen. Dat hebben we altijd al gekund. Toch schuurt het soms wel eens. De vraag is dan hoe je met die situaties omgaat. Dat laatste heeft er voor gezorgd dat we het afgelopen jaar nog meer naar elkaar zijn toegegroeid.
Hij heeft geen blad voor zijn mond en kan honderduit vertellen. Hij schaamt zich ogenschijnlijk nergens voor met als gevolg hilarische momenten. Toch merk ik dat hij over bepaalde gevoelens niet graag praat. Maar ik resoneer met hem en merk het wanneer er iets aan de hand is. We hebben dit jaar elkaars verdrietigste momenten heel bewust meegemaakt. En ook heel veel lol gehad, gelachen en lieve, warme momenten mogen delen.
Hij gaf mij spontaan een compliment, dat hij zoveel respect voor mij heeft en dat we altijd kunnen praten ook als we het niet met elkaar eens zijn. Dat hij dit zo waardeerde. Dat deed mijn hart smelten. Nu nog als ik aan dat moment denk. En uiteraard de bos bloemen die ik van hem kreeg, die bijna 4 weken heeft gebloeid. Ik hoop dat hij ook in 2025 bij ons lekker zichzelf kan en durft te zijn.
Een terugblik op het eerste kwartaal levert mij een mengeling aan emoties. Ik heb de afgelopen maanden een aantal flinke dieptepunten bereikt. Daartegenover staan de hoogte punten. Want die waren er ook. Ze verzachten de tranen en brengen hoop en energie. Zo namen Poownie en ik op de tweede dag van dit jaar na 28 jaar afscheid van elkaar. Heftig. Intens. Om daarna met liefde terug te kijken op zijn leven en onze tijd samen. Wat een mooi dier was het. Af en toe verschijnt hij in mijn dromen. Ik geloof graag dat hij mij laat zien dat het goed met hem gaat.
Het etentje dat gepland stond met stalgenoten later die maand heb ik afgezegd. Ik kon het niet aan de dames onder ogen te komen. Het zou geheid over Poownie gaan. Ik trok het niet. Daarom genoot ik des te meer van de etentjes met familieleden. Te beginnen met de High-tea die we gaven op de verjaardag van mijn zusje. Een uitgebreide lunch met mijn schoonmoeder. De verjaardag van mijn tante en de week daarop een etentje van mijn oom om eveneens zijn verjaardag te vieren. Toasten op het leven omdat dit niet zomaar is gegeven. Een cliché en oh zo waar!! Want ook namen we begin van dit jaar afscheid van weer een familielid.
De wintersportvakantie bracht lucht. Er echt even helemaal uit zijn zorgde er voor dat ik los kwam van de emoties en het gevoel aan huis gekluisterd te zijn. Wat hebben we weer gelachen en een lol gehad. Ondanks de slechte sneeuwcondities heb ik zelfs heerlijk geboard. En bij terugkomst in Nederland kreeg ik de vraag of het mij leuk zou lijken om een van de pony’s op stal te gaan verzorgen. Daar hoefde ik geen twee keer over na te denken. Uiteraard ga ik daar binnenkort uitgebreid over vertellen. Want deze dame verdiend het om officieel aan jullie voorgesteld te worden.
Tussendoor fotografeerde ik een aantal voetbalwedstrijden in mijn eigen dorp. Nog niet eerder zat ik bij deze club langs de lijn. De spelers vonden de foto’s tof genoeg om mij nog een keer te vragen. Hoe leuk is het, als je andere mensen blij kunt maken met je eigen hobby?? Helaas voor de boys waren mijn weekenden gevuld met familiebezoekjes waardoor ik niet alle wedstrijden kon.
Ik had een toffe dag op mijn werk. Waarbij we met een aantal collega’s waren uitgenodigd bij van der Valk om te brainstormen en overleg te voeren voor het jaarplan 24/25. Omdat we met een diversiteit aan mensen bij elkaar zaten bracht dit allemaal andere invalshoeken. Daar zijn weer mooie ideeën uit naar voren gekomen waar we in het nieuwe jaar mee verder kunnen. Het was een leuke en leerzame dag en ik hoop volgend jaar weer van de partij te zijn.
In de laatste weken van maart werd dan eindelijk de schade aangericht door de lekkage uit de badkamer verholpen en de hal werd voorzien van een lik verf. Het ziet er weer keurig fris en schoon uit. In diezelfde week had ik met familie een Indische High tea en stond voor het eerst dit jaar onze BBQ aan.
Het eerste kwartaal zit er bijna op. Nu genieten van de paasdagen en daarna luiden we het tweede kwartaal in met, hoe kan het ook anders, een etentje.
Fijne paasdagen allemaal …
De weken na het overlijden van Poownie voelen raar en leeg. Na zoveel jaar dagelijks naar stal en de laatste twee jaar zelfs iedere avond, naar opeens helemaal geen bezoekjes meer aan Poownie. Dat voelt niet alleen gek maar dat is ook heel gek. Naast dat ik hem heel erg mis, mis ook mijn complete routine. Mijn zenmomenten terwijl Poownie aan het grazen is en de sociale contacten met de dames op en van stal.
Ik sta er zelf een beetje van te kijken hoe “goed” ik de eerste week doorkom. Daarna lijkt het verlies in alle hevigheid tot mij door te dringen. Het besef dat mijn maatje er echt niet meer is laat niet alleen bij mij, maar ook bij vriendlief, een diep emotioneel spoor na. En ja, hij heeft een prachtig volwaardig en voldragen leven gehad. Zijn tijd zat er echt op. Dat zorgt er voor dat ik er vrede mee heb. Maar dat alles neemt het verdriet en gemis niet weg.
Van mijn werk krijg ik direct de tijd en alle ruimte om tot mijzelf te komen. Zodat ik de kans krijg mijzelf te herpakken. Ik mag thuis en onder de radar werken. Wat betekend dat ik zelf de afleiding in mijn werk mag zoeken zonder de verplichtingen van projecten, overleg, telefoon, klant- en collega contact. Dat voelt goed! Want het rouwen kost bergen met energie. Ik ben halverwege de dag zo moe dat ik mijn ogen niet kan open houden. Mijn hoofd barst uit elkaar van de koppijn, mijn spieren zitten vast en ik heb een concentratievermogen van een pantoffeldiertje. Werken en mijn beste beentje voor zetten is nu wel het laatste waar ik behoefte aan heb.
Geregeld loop ik met mijn ziel onder mijn arm te bedenken wat ik met mijn zeeën van tijd moet gaan doen. Dus werk ik in de avond de overvolle strijkmand weg. Ruim mijn lades en kasten op. Sorteer mijn kleding, dat van de heren en sta minutenlang doelloos onder de douche.
Ik heb in de tussentijd wel een aantal bezoekjes aan stal gebracht. Het is raar om te midden van de paarden te staan en er toch 1 te missen. De mooiste, de liefste. Mijn aanwezigheid voelt nutteloos en overbodig om zonder een reden daar te zijn.
Buiten bezig zijn en de wind en regen voelen mis ik zo erg dat ik besluit om ’s avonds na het eten te gaan wandelen. Dus loop ik bijna iedere avond een rondje door de wijk. Soms met vriendlief, soms alleen. Zelfs met vies weer voelt het heerlijk de benen te strekken en de wind over mijn gezicht en door mijn haar te voelen strijken.
We zijn nu bijna 4 weken verder en de emotionele pieken beginnen af te nemen. Ik voel het motortje in mijn binnenste langzaam weer op gang komen. Mijn concentratie neemt toe en ik heb ook weer zin om aan de slag te gaan. Een goed en fijn teken. Heel bewust een stapje terug doen en het verdriet er te laten zijn heeft voor mij geholpen. De scherpe randen zijn wat afgevlakt en alles komt een beetje in balans. Er is nu steeds meer ruimte voor de mooie en liefdevolle herinneringen aan Poownie en aan alle avonturen die we samen beleefd hebben.


Na een nacht waarin ik geen oog heb dichtgedaan, sleep ik mij dodelijk vermoeid en met verkrampt lichaam mijn bed uit. De appjes van de dames van stal stromen binnen. Mijn ogen zijn opgezet van het huilen en ik voel mij hol en leeg. Daarnaast is het heel stil om mij heen. Alsof de onzichtbare draadjes waarmee ik met Poownie in verbinding stond letterlijk zijn doorgeknipt.
Met een aantal dames spreek ik af om al vroeg in de ochtend naar stal te gaan zodat we met elkaar afscheid kunnen nemen van mijn topper. We komen tegelijk aan en alleen al hen zien zorgt ervoor dat ik vol schiet. Het doet mij zo goed dat ze de moeite nemen om een laatste groet te brengen aan Poownie en tegelijk mij tot steun willen zijn. Na een uurtje nemen we afscheid van elkaar en blijf ik alleen met Poownie achter. Ik begraaf mijn gezicht nog eenmaal in zijn wollige vacht. Snuif zijn oh zo bekende geur op en huil nog even de longen uit mijn lijf. Daarna neem ik de tijd om zijn manen te kammen en knip een stuk af als blijvende herinnering.
Niet veel later komen er nog twee dames op stal aan. We besluiten de paddock open te zetten zodat de paarden uit de kudde de mogelijkheid hebben ook een laatste groet aan Poownie te brengen. Al snel komt het eerste paardje naar voren. Met voorzichtige stappen loopt het op mij af. Alsof ik gecondoleerd word met mijn verlies. Daarna loopt ze door naar Poownie. Besnuffeld hem. Duwt haar neus tegen zijn hoofd alsof ze daadwerkelijk een laatste groet komt brengen. Na nog een keer langs mij gelopen te hebben verlaat ze de paddock.
Mijn ogen vullen zich met tranen als ik daarna zie dat de paarden een voor een naar voren komen. Het ene dier snuift wat lucht op. Begroet Poownie en verlaat daarna de ruimte terwijl het andere dier er alle tijd voor neemt. Ook ik word door geen enkel paard overgeslagen. Stuk voor stuk duwen ze hun neus in mijn handen of schuren ze even tegen mij aan. Mijn verdriet is ook hun verdriet. Ik voel en merk in alles dat niet alleen Poownie maar ook ik onderdeel uitmaak van deze kudde. Het hele proces raakt mij. Het is zo bijzonder om te zien hoe ze op hun eigen manier omgaan met dit verlies. Poownie krijgt op deze manier een waardig afscheid van zijn kudde, waarbij de lucht meermaals gesierd wordt door een regenboog.
Iedereen op stal is zo lief voor mij. Ik voel mij door hen gedragen en het rauwe randje van verdriet wordt hierdoor wat verlicht. Ook de avond ervoor, toen Poownie aangaf dat het niet meer ging waren er twee kanjers die Poownie en mij in alles begeleid hebben. Een ware steun op een moment waarop ik niet alleen kon en wilde zijn. Poownie had op geen betere stal kunnen staan en ik had het niet beter kunnen treffen met deze dames als stalgenoten.
Begin van de middag is het zover. De “rouwauto” rijd voor en Poownie wordt opgehaald. Zijn ziel was reeds vertrokken. Zijn lichaam maakt nog eenmaal een laatste reis. De wagen rijd weg met aan de lucht een mooie regenboog.
Met zijn hand in de mijne blijven we zwijgend zitten. Als het tijd is om te gaan kijk ik hem aan. Zijn donkere ogen priemen in die van mij. Ik zeg hem dat ik van de week nog een keer langs kom. Hij knijpt in mijn hand en zegt: “Dat is goed hoor wijfie!”
Maar stiekem weten we alle twee, dit is de laatste keer dat we elkaar zullen zien…
Rust zacht lieve Oom Don.
21-03-1956 – 27-03-2023

Het boek “Lichter dan ik” las ik binnen twee avonden uit. Ik vond het zo’n bijzonder boek dat ik er een blog over schreef. Vervolgens kwam mijn vriendin met twee nieuwe boeken die misschien ook wel wat voor mij zouden zijn.
Beide boeken zijn persoonlijke verslagen van de tijd die zich rond de tweede wereldoorlog in Nederlands Indie heeft afgespeeld. In 1942 kwam Batavia onder controle van de Japanners en een deel van de stad werd als kamp gebruikt voor het interneren van Europese (vaak Nederlandse) vrouwen en kinderen. “De hel van Tjideng, een persoonlijk verslag van een Jappenkamp.” is het boek waarin ik besluit te beginnen.
Toegegeven, de titel nodigt niet echt uit om er eens fijn voor te gaan zitten. De kaft toont een zwart wit foto waarop een rij met buigende vrouwen te zien is. Waarvan ik later begreep dat dit het dagelijkse appèl was van de ruim tienduizend vrouwen die in een paar straten bijeengedreven waren en moesten zien te overleven onder leiding van kampcommandant Sonei.
“We moeten ons opstellen in rijen van tien, met ons gezicht naar Japan, de pink op de naad van de broek. En zwijgen. Ook de kleintjes. Wanneer Sonei er aankomt roept ze “Keirei” (buigt). We moeten dan op commando precies tegelijk buigen onder een hoek van 20 graden. Pas als we “Naore” horen mogen we weer omhoog komen. (soms pas uren later)”
Dit boek verteld de overlevingsstrijd van Beb Lengkeek. Beb reist in 1939 haar verloofde Dick achterna die eerder in de jaren 30 werk vond in Nederlands Indie. Twee jaar later nemen de Japanse troepen Java in. Beb is op dat moment zwanger van hun dochtertje en komt in het kamp Tjideng terecht. Gescheiden van Dick, met wie ze inmiddels is getrouwd, moet ze het alleen, samen met duizenden andere vrouwen, zien te redden.
Over WOII is heel veel geschreven. Een aantal van deze veelal fictieve en soms op waarheid gebaseerde verhalen heb ik gelezen. Ze gingen allemaal over de Duitse concentratiekampen, de Joden of de bombardementen in Rotterdam. Nooit eerder las ik iets over de vreselijke gebeurtenissen aan de andere kant van de wereld. Alle dieptepunten komen in dit boek voorbij. Langzame uithongering, ernstige lichamelijke en geestelijke mishandeling, urenlange appèls, overbevolking in de te kleine huizen en straten, slechte hygiene, zware lichamelijke arbeid en de dood.
“Ik verdeel wat ik heb zorgvuldig onder de mensen die het hardst eten nodig hebben. Daarna is er echt totaal niks meer. Ik ben klaar om te sterven.”
Met de Japanse capitulatie op 15 augustus 1945 kwam er een einde aan deze hel. Maar voor velen was dit te laat.
Tussen de regels door lees ik een aantal bekende plaatsen en ook wordt het Tjikinie ziekenhuis meermaals genoemd. Een bijzonder detail want mijn oma heeft daar gewerkt. Echter pas na de oorlog. De kans is dus heel klein dat ze Beb daar is ooit is tegengekomen.
De hel van Tjideng is niet geromantiseerd en het is ook geen mooi boek. Elise Lengkeek laat je door de ogen van Beb de gruwelen zien van een waargebeurd, rauw en pijnlijk verleden. Waarbij vele vrouwen in deze hel verbleven en ook nog eens gescheiden werden van hun familie, geliefden en vaak ook van hun, nog veel te jonge kinderen. De vraag was niet wanneer, maar of je elkaar ooit nog terug zou zien.

Vanaf je geboorte wandelt hij onzichtbaar met je mee. Hij slaat toe wanneer het hem uitkomt. Hier en daar. Bij jou, bij mij. De dood kent geen genade. De dood kent geen verschil. Vroeg of laat. Jij en ik, we komen er niet onderuit. Ongeacht je achtergrond, geloof of afkomst. De dood maakt voor niemand een uitzondering.
De dood heeft mij altijd gefascineerd maar toch moest ik er niets van hebben. Het stond ver van mij af. Ik kende het alleen van horen zeggen. Nooit had ik er van dichtbij mee te maken. Een bezoek aan een begraafplaats, om een roos op het graf van mijn overgroot oma te leggen, gaf mij maagkramp en alleen al praten over de dood bezorgde mij rillingen. Nee, de dood was iets raars en vooral iets wat op afstand moest blijven.
Met het overlijden van mijn beide ouders veranderde dit. Ik werd in één jaar tijd keihard geconfronteerd met de dood, verlies, verdriet, acceptatie en door gaan zonder… Vanaf dat moment realiseerde ik mij heel goed dat de dood er nu eenmaal is en er altijd zal zijn. De drang om iets te kunnen betekenen voor mensen die ook iemand verloren hadden werd hierna steeds groter. Ik weet hoe het is om door zo’n emotionele achtbaan te gaan. Juist hierdoor besloot ik mij toe te leggen op het maken van afscheidsreportages.

De eerste paar reportages voelden onwennig. Met een overleden persoon in één ruimte zijn was wel een dingetje. Maar ik stapte een onzichtbare drempel over en al snel was ik op mijn plaats waar verdriet en gemis vochten om de boventoon. Ik maakte sfeer- en overzichtsfoto’s zodat er voor de familie een blijvende herinnering ontstond aan deze droevige dag. Ik kreeg de kans om iets te kunnen toevoegen aan een uitvaart, plechtigheid, herdenking of condoleance. Hierdoor leerde ik de dood te accepteren. Het verdriet en grote gemis dat ik zelf nog steeds bij mij droeg, boog ik om in iets creatiefs. De uitvaartfotografie bleek uiteindelijk een onderdeel van mijn eigen rouwproces.
Ik kwam met veel verschillende en uiteenlopende families in aanraking. Geen enkele dienst was het zelfde. Sommige families en diensten waren zo bijzonder dat ze een blijvende indruk op mij hebben achter gelaten. Ook het werk van de uitvaartbegeleiders kreeg ik vanaf een heel andere kant te zien. Al het geregel achter de schermen maar vooral ook heel liefdevol en geduldig naar de families en alles met passie. Stuk voor stuk mooie mensen met ieder een eigen reden om zich in dit vakgebied te begeven.
Hoewel de uitvaartfotografie voor nu een gesloten boek is, koester ik wel alle ontmoetingen en herinneringen. Ze brachten mij zo veel meer dan alleen maar een bijdrage aan… Ik heb onzichtbare drempels genomen. Mijn eigen angst in de ogen moeten kijken en uiteindelijk overwonnen. Ik deelde in het verdriet van een ander, maar gaf ook wat van mijzelf. Ik was aanwezig op momenten waarop de mens zich van een heel kwetsbare kant laat zien. Ik mocht zien, ervaren en vooral voelen en kon hierdoor een stukje zijn van het groter geheel.
***
Als kind denk je vaak niet heel ver vooruit. Je bent al helemaal niet bezig met de dood en wat daar bij komt kijken. Hoevaak heb je niet gedacht dat je het eeuwige leven hebt? Je bent er immers nog steeds na alle gekke fratsen die je hebt uitgehaald. En ook je ouders gaan niet dood. Als (klein) kind kijk je tegen ze op. Ze zijn je helden. Tot je wat ouder wordt. Dan zijn ze irritant en schaam je je kapot bij alles wat ze doen. Maar dan komt er een periode dat je snapt dat je ouders ook maar mensen zijn. Ze zijn niets anders dan pubers met meer (levens)ervaring.
Bovenstaande gaat uiteraard niet voor iedereen op. Wij werden al jong geconfronteerd met alles waar je, ook als volwassene, helemaal niet mee geconfronteerd wil worden. Mijn ma had al heel wat ellende overwonnen. Ze bewees sterker te zijn dan wie dan ook. Maar helaas, sterker dan de dood was ze niet. Op 17 november 2011 overleed ze op 50 jarige leeftijd.
Inmiddels is dit alweer 8 jaar geleden. Heel cliché, de jaren hebben de scherpe randjes er af gesleten. Pijn en verdriet vechten al lang niet meer om de beste plek in mijn hoofd. Er is berusting, mooie herinneringen en liefde voor terug gekomen. En gemis? Ja dat ook. Dat zeker!! Hoe langer ik haar niet gezien heb hoe sterker dat gevoel wordt. Maar ook dat heeft zo zijn momenten. En het mag er zijn. Ik laat het er zijn. Juist heel bewust.
Toch zijn er momenten dat het mij droevig stemt dat we niks meer opnieuw kunnen doen. Dat ze nooit meer trots op mij kan zijn. We nooit meer iets kunnen bespreken, zaken kunnen bijleggen. Dat ik haar nooit meer iets kan vragen. Soms zit het mij dwars dat het mij nooit gelukt is haar over te halen iets van het leven te maken. Ik moet mij daar bij neerleggen. Want, wat kan ik anders? Het leven is geleefd. Dat van haar en van ons samen. Met alles waarvan we op dat moment dachten dat we er goed aan deden.
Het is echt niet zo dat ik enkel op een droevige manier aan haar terug denk. Er is veel ruimte voor herinneringen. Die uit mijn kindertijd koester ik. Des te meer omdat we toen heel close waren. Zo was er bijvoorbeeld geen kijkwijzer, dus voor mijn 12e had ik zo’n beetje alle griezelfilms met haar gekeken die er waren. Gezellig samen op de bank onder een deken met verse popcorn. We stonden samen in de keuken om de Surinaamse of Indische keuken te proberen. Gaven elkaar “spa” behandelingen. Compleet met gezicht-scrub en voetmassage. Zij mij altijd iets meer dan ik haar. Onze verjaardagen werden groots gevierd evenals Sinterklaas, kerst en zelfs pasen. Ze stond er vaak alleen voor maar zorgden wel dat iedereen aan kon schuiven en een fijne avond had.
Toen ze net overleden was voelde het alsof er een lichaamsdeel van mij geamputeerd was. Ik voelde mij leeg en hol. Weken heb ik met dat schrijnende gevoel rondgelopen. Inmiddels is dat hersteld. Op een heel andere manier dan vroeger zijn we nog steeds met elkaar verbonden. Dat merk ik aan veel dingen. Ik denk dat dit de onzichtbare band is tussen een moeder en een dochter.
-💞-
Wanneer ik vanuit mijn werk weg rij, staat er half op de weg een witte bus. Het is niet dat ik er speciaal voor moet stoppen maar echt omheen kan ik nu ook weer niet. De blauwe letters aan de zijkant zijn niet te missen. CHRIS, staat er schreeuwend op. Geen idee waar deze bus van is of waar ze reclame voor maken. Maar mijn gedachte gaan direct naar mijn eigen Chris. Chris die er inmiddels bijna drie maanden niet meer is. Nog steeds heel raar en soms is het ook gewoon niet te bevatten. Hoe kan het dat een, in mijn ogen, sterke man er nu gewoon niet meer is?!
Met Chris in gedachte hervat ik mijn route. Ik denk de laatste tijd zo ie zo al heel veel aan hem. Ik voel een steek van verdriet. Tijdens een van onze laatste telefoongesprekken zei hij nog gekscherend: “tja, je moet toch ergens aan dood gaan?!” Niet wetende dat hij er een paar weken na dat gesprek niet meer zou zijn. Nu vervloek ik hem om die uitspraak. Het heeft lang geduurd voor ik rust vond na het overlijden van mijn ouders. Ik heb maanden over ze gedroomd. Met Chris heb ik dat ook een beetje, gelukkig wel in mindere mate en vaak op een fijnere manier.
Ik rijd de bocht door en tegelijk maak ik oogcontact met een meneer die links op de stoep achter een kinderwagen loopt. Ik sta vol op de rem en het is maar goed dat er niemand achter mij rijd. Mijn hersens weten heus wel dat wat mijn ogen registreren niet echt is. Het kan niet. Maar toch. Zijn houding! zijn uitdrukking! zijn kapsel en zelfs zijn jas! Alles is een evenbeeld van Chris. Heel even denk ik dan ook dat het hem is. Ik verbijt mijn verdriet maar glimlach vriendelijk om mijn stomme gedrag een beetje goed te maken en wederom vervolg ik mijn route. Die beste man zal wel gedacht hebben…
Afgezien van een geschiedenis en onze huisdieren hadden Chris en ik ook een gezamenlijke interesse in het bovennatuurlijke. Of misschien moet ik zeggen: hebben een gezamenlijke interesse. In onze ogen is er meer tussen hemel en aarde. Hij kon er altijd erg enthousiast over praten. Ik was blij een toehoorder in hem gevonden te hebben zonder dat ik scheef aangekeken werd. We hadden het geregeld over telepathie, energie of onzichtbare lijntjes. Maar ook over het uittreden van de ziel al dan niet bij leven of over simpelere zaken als de kracht van een bepaalde edelsteen. De onderwerpen waren divers en soms wat controversieel en daarom ook niet met iedereen in mijn omgeving bespreekbaar.
Wanneer ik voor wat afleiding de radio aanzet, jankt een gitaarsolo mijn oorschelp in en baant zich vervolgens regelrecht een weg naar mijn hart. Tja, hoe kan het ook anders. Ook dit doet mij aan Chris denken. Het was notabene dit soort muziek waar hij Groene Draak gek mee kreeg. Dan drinkt het plots tot mij door. Als een heldere gedachte. Ik laat de tranen, die zich al een paar minuten aan het opdringen zijn, stromen. Ik mis hem!! Maar weet tegelijk ook dat dit zijn manier is om te zeggen: “Ik ben nooit echt ver weg…”
-💞-