Zien wat ikzelf nog niet zag…

Soms komt er een moment waarop je even stil mag staan. Voor mij is dat nu. Na 18 jaar bij hetzelfde bedrijf mag ik de stap zetten naar een nieuwe functie als teamleider. Een rol die ik zelf nooit had verwacht, maar waarin anderen al eerder vertrouwen zagen. En dat vieren we samen met mijn familie, lekker uit eten om dit bijzondere moment bewust te beleven.

Ik begon ooit als junior: leergierig en zoekend. Door de jaren heen groeide ik door naar senior, vervolgens coördinator en nu dus teamleider. Het team is niet heel groot en daardoor krijg ik een kans om mijzelf echt in de diepte te gaan ontwikkelen. Ik ben dankbaar dat hier moeite voor wordt gedaan om überhaupt zo’n functie te creëren en dat er vanuit de leiding vertrouwen in mij wordt uitgesproken. Dat voelt bijzonder.

Als ik terugkijk naar mijn beginjaren, moet ik glimlachen. Ik weet nog hoe ik een van onze grootste klanten voor het eerst te woord stond, bijna trillend, aan de telefoon. Nu, jaren later, weet ik precies wat zo’n klant wil, waar ze heen willen en delen we dezelfde visie. In al die jaren zijn we met elkaar meegegroeid. 

Natuurlijk waren er ook blunders. De fout waar ik een hele nacht van wakker heb gelegen? Toen ik, in ons papieren-tijdperk, examens naar een klant opstuurde met per ongeluk ook voor iedere kandidaat een antwoorden set erbij… Dat maakt het doen van een examen wel heel erg makkelijk. Vanaf dat moment werd het vier-ogen-principe ingevoerd. Pijnlijk toen, ik schaamde mij rot, maar ook een les die ons verder heeft gebracht. 

Er zijn van die momenten die je bij blijven. Zoals wanneer een klant ervan overtuigd is dat iets niet kan, maar je samen tóch een oplossing vindt binnen de mogelijkheden die er zijn. De klant, kandidaten en wij blij. De volgende dag werd er een taart bezorgd, of een bos bloemen, gewoon omdat we samen iets voor elkaar kregen. Dat soort momenten geven energie! Dat is toch fantastisch? 

Wat misschien nog wel het meest waardevol is: de persoonlijke momenten die we als collega’s met elkaar delen. Zowel lief als leed. Het maakt dat ons team zoveel meer is dan alleen een werkplek. De reacties op mijn promotie zijn enthousiast en warm. Dat geeft me nóg meer vertrouwen in de stappen die we samen gaan zetten. We zijn al een paar jaar onderweg en soms lijkt het alsof we er nooit komen. Maar als ik achterom kijk zie ik hoeveel we al hebben bereikt, ondanks, of misschien wel juist door alle hobbels.

Het zaadje dat twee jaar geleden (waarschijnlijk heel zorgvuldig) is geplant, is nu uitgegroeid tot dit moment. En ik voel me dankbaar, trots en nieuwsgierig naar wat er nog komt.

Van junior, naar senior, naar coördinator en nu teamleider. Een reis van 18 jaar die ik nooit had zien aankomen, maar die ik vol vertrouwen vervolg. Samen met mijn team, en met een glimlach om alles wat we al bereikt hebben.

Het einde van een tijdperk…

Het pand waar ik werkzaam ben, staat iets meer dan 2 km van mijn huis en beslaat vier verdiepingen. Ik heb op iedere verdieping en in elke hoek wel eens mijn bureau mogen neerzetten. Hoewel ik dit niet mijn tweede thuis zou noemen, voelde ik mij hier wel altijd thuis. Toen het nog geheel ons “eigendom” was en we er met 125 man in zaten. Maar ook toen, beetje bij beetje, andere divisies en afdelingen verplaatst werden naar Amsterdam, Maarssen en later naar Hilversum, en wij soms nog maar met twee man in het hele pand aan het werk waren.

Een jaar lang hebben wij als enige het gebouw bezet. We hadden een hele verdieping en de complete begane grond voor onszelf. Inmiddels wordt er niet altijd meer op kantoor gewerkt en hadden we een overschot aan ruimte. We gingen terug naar een kwart van het pand en zijn een bedrijfsverzamelgebouw geworden.

Met vijf bedrijven in één pand voelt niemand zich verantwoordelijk, de pandbeheerder al helemaal niet. Het gebouw is ronduit smerig, het onderhoud is achterstallig, en verloedering ligt op de loer. De klimaatbeheersing is al jaren een drama. Gezondheidsklachten na een dag werken nemen met rasse schreden toe. Geen goede reclame. Tijd om te verhuizen.

Iets dat mij toch wel een beetje aan het hart gaat. Voordat dit pand uit de grond getrokken werd, stond hier het bedrijf waar mijn vader jarenlang met veel plezier heeft gewerkt. Om het nog specialer te maken: mijn eerste werkplek bevond zich op exact dezelfde locatie als de ruimte waar mijn vader vroeger de orders aannam en verwerkte. Als ik naar buiten keek, zag ik dezelfde omgeving die mijn vader ook altijd gezien heeft. Soms, als ik door de krochten van ons pand liep, op zoek naar een doos briefpapier, rook ik een vlaag van de staal- en stoflucht die altijd om mijn vader heen hing als hij gewerkt had. Als ik dan mijn ogen dichtdeed, zag ik hem heel levendig voor me in zijn blauwe overall en veiligheidsschoenen.

Herinneringen zijn om te koesteren, maar wij moeten door. Dus besloot de baas dat we aan de overkant van het water, bij onze zusterorganisatie, konden intrekken. Plek zat, en van alle gemakken voorzien. Het afgelopen jaar is er meermaals geruimd: overbodige spullen werden van de hand gedaan. Hoe dichter we op de verhuisdatum kwamen, hoe leger ons kantoor werd. Uiteindelijk is zo’n beetje de hele inventaris via een opkoper opgehaald, en ons nieuwe kantoor werd van nieuwe meubels voorzien. De baas vond een verhuisservice wat overbodig. Zoveel is het niet meer, en als we allemaal effe de schouders eronder steken…

Nou, verrassing: het was wél veel. En heel vies. Kasten en tafels van hun plek halen die al honderd jaar niet verplaatst of schoongemaakt zijn… bah. We zijn met een groepje twee dagen bezig geweest. Met slepen, sjouwen, weggooien. Inpakken en weer uitpakken. Schoonmaken en poetsen. Ik was kapot. En nog steeds staat niet alles op zijn plek of is even schoon.

Maar eerlijk is eerlijk: de nieuwe werkplek voelt fijn aan. Het is een lichte omgeving, met airco die het doet. We hebben een receptie, kantine, vaatwasser en een binnentuin. Het is een plek waar je ook zonder schaamte klanten kunt ontvangen. Einde van de maand geef ik de sleutels terug. Een klein gebaar, maar met grote betekenis: na bijna 18 jaar sluit ik hiermee een bijzondere tijd af op deze locatie.

De vragenlijst…

Ik ben nog geen 24 uur ziek wanneer ik op mijn privé mail een bericht ontvang. Het is van de arbodienstverlening. Of ik een account aan wil maken en een vragenlijst van 10 minuten wil invullen. Hoezo? En wat? 10 minuten??? Ik snap best dat de baas/ instantie/ de persoon die mijn salaris betaald recht heeft om een en ander te weten wanneer ik niet in staat ben om te doen waar ik voor betaald krijg. Maar serieus ik heb de griep, ik onderga geen open hart operatie of iets dergelijks!

Dat je direct bij ziekmelding al zo’n lijst in moet vullen. Kom op zeg, is dit nu al de vierde keer van het jaar dat ik mij ziek meld dan snap ik dat. Maar ik moest zelfs nog een account aan maken bij de instantie die zich bezighoud met het hele “poortwachter” gebeuren. Zegt dat niet genoeg? 

Met mijn wollige hoofd en dikke ogen klik ik op de link. Nadat ik een account heb aangemaakt probeer ik de vragen te beantwoorden. Vraag 1: Ben je in staat om te werken. Nou, als dat het geval was, had ik mij niet ziek hoeven te melden. Wat is de reden? Wat zijn de klachten? Wat zijn je beperkingen. (mijn beperkingen?! hahaha heb je even?! Nee, grapje!) Sinds wanneer ben je ziek? Heeft het met privé of werk te maken? Waardoor kun je niet werken? Sjeeees, ze zijn wel erg nieuwsgierig zeg!! Maar goed, ook deze vragen beantwoord ik.

Wanneer denk je weer aan het werk te kunnen? Nee echt kom op!? Ik heb geen glazenbol mensen!! Welk gevoel geeft je dit en wat vind je er zelf van? Nee sorry, die laatste twee vragen stellen ze niet, maar ik kan het niet laten deze toe te voegen aan de reeks met in mijn ogen onzinnige vragen (op mijn situatie)… 

Ik heb zo goed en zo kwaad als ik uit mijn ogen kan kijken de lijst ingevuld. Ik klik op versturen en dan ontstaat er een error op het scherm: “U bent “iets” vergeten aan te klikken. Uw antwoorden zijn niet opgeslagen. Begin opnieuw…” Daarna volgt er een error in mijn hoofd.

Krijg de tieverietus met je lijstjes. Ik klap met een woest gebaar, nou ja bijna want geen kracht, mijn laptop dicht. Smijt hem in de hoek en duik mijn bed weer in. Maar ja. Dan gaat het na enige tijd toch knagen. Want zo zit ik namelijk niet in elkaar. Als de baas iets aan je vraagt dan doe je dat. Of je het nu leuk vind of niet. Of je nu kunt of niet…

Dus een uur later sleur ik mijzelf mijn bed uit. Gehuld met 2 dekens om mij heen neem ik als een blaffende zeehond verpakt in een teddy fleecevoering jas plaats achter mijn laptop en start de hele drommelse procedure opnieuw. 

Dit keer vergeet ik niet het kleine lullige vakje aan te vinken dat ergens onderin het scherm staat. Ik eindig de vragenlijst met een sarcastische noot. “Wat heb je nodig om weer aan het werk te kunnen” Een fruitmand en RUST. Later vernam ik van de baas dat hij dit antwoord wel kon waarderen. Dat dan wel weer!

Anekdotes van thuiswerken #2…

Het voelt als lang geleden dat ik al rennend en springend over diverse technische hindernissen mijn werk probeerde af te krijgen. Niet omdat ik op een sintelbaan hordelopend rondjes aan het rennen ben met mijn laptop in de hand, maar omdat het zo godsgruwelijk druk was. We een aantal collega’s moesten missen in verband met ziekte en er een of andere update van een of ander systeem in de planning stond. Nu ik thuis achter mijn bureau zit verlang ik bijna naar dit soort momenten. De chaos op de werkvloer. De rinkelende telefoons en de printers die maar papier blijven uitspugen. 

Maar de reden is niet corona. Het is, bedenk ik mij nu opeens vakantietijd. Heel veel scholen en instellingen zijn nu een week of twee dicht. Dat betekent voor ons altijd een iets rustigere periode. Maar met alle digitalisering van het afgelopen jaar zijn we dan opeens een heel stuk sneller door ons werk heen. Dus besluit ik eens een kijkje beneden te nemen. 

Vriendlief heeft niks aan de vakantieperiode. Bij hem is het druk. Terwijl hij van het ene overleg naar het andere hopt zet ik koffie. Nestel mij voor een korte pauze op de bank en begin een gesprek met Draak. 

Als er iemand is die helemaal blij is met het thuiswerken dan is het Draak. Hij is overigens altijd aan het werk. Het slopen van dozen, takken, kranten is zijn doorsnee werk. Nu wij thuis ook aan het werk zijn is het voor hem dubbel zo gezellig. Hij heeft zowaar wat collega’s om zich heen. Ik gooi wat van zijn speeltjes in het rond zodat hij daarna weer wat te “werken” heeft. 

Draak wil ook aandacht en doet op zijn papegaai’s mee aan het gesprek. We brabbelen heel wat af. Dan begint hij met zingen en ik doe mee. Maat houden is voor hem toch wel een dingetje, dus fluit ik er er maar bij. Dat pikt hij op en doet lekker vals met mij mee. We oefenen nog even het ABC en daarna springen en krijsen we wat in het rond. Je snapt, lieve lezer, dat het hek nu van de dam is. Draak heeft al zijn vocabulaire kunsten letterlijk uit de kast getrokken.

Ik hoor een zacht geïrriteerd schrapend keelgeluid achter mij. Ik ging zo op in het entertainen van (en het geëntertaind worden door) mijn vogel dat ik niet meer in de gaten had dat vriendlief er ook nog is en aan het werk is. “Of het misschien wat zachter kan, want hij moet nog een telefoontje plegen…” Oeps….

Vervolgens sluip ik naar boven. Hopende Vriendlief en Draak in alle rust achter te laten. Maar dat is uiteraard ijdele hoop. Heel even is het stil. Maar zodra vriendlief zijn gesprek begint vat Draak dit op als het startsein voor ronde twee. Ik hoor Draak zijn complete zangrepertoire nog eens ten gehore brengen. Hij gaat helemaal los, dwars door het telefoongesprek van vriendlief heen. En dat is mijn schuld. Nogmaals oeps…

Ik kom niet meer bij van het lachen. Hoewel het heel irritant kan zijn als je er tussenzit is het hilarisch om het van een afstand aan te horen. Tranen biggelen na een kwartier gieren over mijn wangen. 

Straks moet ik mijn excuus maar even aanbieden. Ook thuiswerken is niet helemaal meer wat het geweest is… 

Anekdotes van thuiswerken…

Samen thuiswerken kan ook heel gezellig zijn. Zo eten we geregeld samen een broodje of drinken we ff een bak koffie. In plaats van met je directe collega’s te roddelen, roddel je nu met je vent over je collega’s (nee grapje, jongens, mochten jullie meelezen!) Samen in de woonkamer aan het werk kan echter niet. Mijn telefoon gaat de hele dag door en Draak vind het heerlijk om gesprekken over te nemen. Met als gevolg het bijkomende kabaal van vogelgefluit, gekrijs, of zang (want dat kan hij heul goed) Om mijn klanten en mijzelf verstaanbaar te houden werk ik vanuit mijn eigen “kantoor”, in een van de kamers boven. 

Voor de verandering is het druk op mijn werk. De hele ochtend staat mijn telefoon roodgloeiend en de mailboxen puilen uit. Voor ik het weet dient de middag zich aan terwijl ik nog moet ontbijten. Met mijn lege kop koffie dender ik de trap af. Ik ben er nog niet over uit of ik voor een brunch of voor een verlaat ontbijt ga. Eenmaal binnen tref ik vriendlief midden in een overleg. Ik zie verschillende hoofden op het scherm. Mij zien ze gelukkig nog niet. 

Het is echt niet zo dat niemand mij mag zien… Maar op een dag als vandaag, waarbij ik iets te laat mijn bed uit ben gerold en het rete druk heb ben ik gewoon niet heel erg uitgedost om gezien te worden. Mijn haar zit in dezelfde knot als waarmee ik wakker werd. En mijn kleding zit heerlijk maar daar ga ik de straat niet mee op. Dus nee, ik hoef niet zichtbaar in beeld.

Vanaf de deur loop ik naar de keuken. Hier vandaan kunnen ze mij nog net niet zien, schat ik in. Daarna neem ik een snoekduik naar beneden. Kruip op handen en voeten verder de keuken in. Vriendlief zit zo in zijn overleg dat hij mijn hele getijger over de grond niet eens opmerkt. Draak daarentegen wel. Zijn eerste kreten als: werken en LALALALA komen al uit zijn snavel. 

Het gedeelte waar ik moet zijn bevind zich precies achter vriendlief. Vol in beeld dus. Op mijn knieën tijger ik door naar de kastdeur. Zijn collega’s zien waarschijnlijk nu, uit het niets, een kastdeur opengaan. Ergens van onderen een hand verschijnen die een bord pakt en de kastdeur weer dichtgaan.

Het moment is zo hilarisch dat ik er om moet lachen. Dat word uiteraard opgemerkt door Draak die dus ook begint te lachen. Zijn reactie werkt aanstekelijk. Voor ik het weet lig ik op de keukenvloer te gieren van het lachen. Met in de woonkamer een echo geproduceerd door Draak. Ik mag echt hopen dat vriendlief zijn microfoon heeft uitstaan want anders denken ze nog dat er iemand vermoord wordt met dat gekke gehinnik van mij.

Vanuit een andere hoek, waarbij ik vooral niet zichtbaar ben, smeer ik mijn brood. Samen met een verse bak koffie sluip ik terug naar boven. Draak’s volume is teruggebracht naar acceptabel gebrabbel en vriendlief zit nog steeds midden in zijn vergadering. 

Als we ’s middags aan de koffie zitten vraag ik terloops of hij nog iets gemerkt heeft van mijn actie eerder op de dag. Nee, daar had hij niks van gemerkt. Alleen de vogel was wel wat aan de drukke kant. Of er dan iets moest zijn?? Nee hoor, antwoord ik. Helemaal niks. Opgelucht haal ik adem. 

De verwonderingen van januari…

De eerste maand van het jaar is dit weekend afgesloten. Mijn eerste salaris van het jaar is alweer op. En de eerste kilo’s van het jaar zitten er ook weer aan. Dat bedoel ik trouwens letterlijk. Gewoon kneiter hard erbij, realiseer ik zodra ik sinds maanden weer eens op de weegschaal sta. Ik ging vorige zomer zo goed met al mijn sportieve uitspattingen binnen, buiten en op het water. Als ik een gokje zou moeten wagen dan denk ik dat ik vanaf de herfst iets meer ben gaan eten en iets minder ben gaan bewegen.

Aan de andere kant is het ook dit jaar dat mijn lichaam een upgrade krijgt naar de 4.0. Dus misschien heeft het “meer Boor om de botten” daar ook wel iets mee te maken. Voor nu moet ik in ieder geval een en ander gaan uitsluiten en zal daarom proberen iets minder te eten en iets meer te bewegen. De afgelopen week ging in ieder geval goed. Nu de rest van het jaar nog. 

Januari was ook de maand waarop ik bijna alleen maar vanuit huis heb gewerkt. Het is op de zaak iets rustiger en er gaat heel veel digitaal. Daarom is het niet nodig om met alle collega’s op kantoor te zijn. Het heeft heel lang geduurd voor ik mijn draai kon vinden. Nu ik eenmaal in het ritme zit en een goede scheiding tussen werk en privé heb aangebracht lukt het mij redelijk. Natuurlijk is het op kantoor een stuk fijner werken en ook nog eens gezelliger. Draak vind het in ieder geval super tof dat we zo veel thuis zijn en neemt ieder telefoontje net zo enthousiast aan. 

Dit was ook de maand waarin we normaal gesproken vooruitkijken naar de naderende wintersportvakantie. Maar corona, lock-down en dus geannuleerd. Dat was, na het annuleren van onze zomervakantie vorig jaar, wel een domper. Ieder van ons had er erg naar uitgekeken. Wie van jullie mijn vorige log gelezen heeft snapt waar ik het over heb. Uiteraard is dit een luxe probleem maar toch behoort het tot een van de verwonderingen van de maand. 

En met een wintersport die niet door gaat hoopte ik stilletjes op wat witte dagen hier. Toen code “paniek” werd afgekondigd kon ik niet wachten. Ik had gehoopt op een sneeuwballen gevecht. Maar met het beetje sneeuw dat viel kon er nog net een sneeuwpop voor draak gemaakt worden. Dus het gevecht met een aantal buren, die overigens niet op de hoogte waren van dit plan maar heus wel mee zouden doen als ik zou aanbellen, ging ook niet door. Dit weekend hoorde ik dat ze in Friesland al aan het schaatsen waren. Nu gaat mijn hoop uit naar bevroren sloten in het park zodat ik nog iets aan wintersport kan doen.

Begin van de maand zijn we begonnen met het leeghalen van een van de zolderkamers. Ik verwonderde mij over de ruimte die onze rommel in beslag nam. Zakken vol hebben we weg gedaan. De kasten zijn afgebroken. De muren zijn opnieuw gestuukt en geverfd. De nieuwe vloer ligt er zelfs al in. Nog even geduld, dan is onze sauna kamer klaar. 

Met hier een piek en daar een dal was dit zo’n beetje mijn maand.
Wat waren jullie verwonderingen van de maand? 

Mijn eerste baantje…

Meer dan 20 jaar geleden werd het tijd om zelf voor wat zakgeld te zorgen. Tante F. wist dat ze bij haar op de zaak nog een vakantiekracht zochten. Ze hielp mee met de sollicitatiebrief, want internet was toen nog een schaarste (haha, dat was alleen mogelijk met een inbelverbinding via de huistelefoon, als je geluk had!) Diezelfde week mocht ik al op gesprek. Waarbij het onderwerp salaris overigens niet eens ter sprake is gekomen. Ik kreeg een rondleiding en werd aangenomen. Vanaf dat moment was ik queen of de vaatwasser. Mijn aller eerste baantje in de keuken van een verpleegtehuis in Dordrecht.

De hele zomervakantie stond in het teken van werken. Ik wilde een goede indruk maken en vooral mijn tante niet teleurstellen. Dus deed ik mijn stinkende best. In rap tempo werd ik ingewerkt. Want een lopende band vaatwasser is niet zo makkelijk als men denkt. Daar kwam bij dat elke afdelingen zijn eigen kar met serviesgoed had. Alles was ook nog eens voorzien van een eigen kleur. Enige systematiek was dus vereist. Voor de lunch moesten de karren schoon en klaar staan om gevuld te worden met de maaltijden voor de bewoners. Na onze eigen lunch kwamen de karren ranziger terug. ’s Middags had ik als taak om naast alle karren, ook het keukengerei van de koks weer schoon te krijgen.

Ik zat iedere dag tot aan mijn oksels in de etensresten en had toch de tijd van mijn leven. De koks vonden het een beetje sneu dat ik alleen maar heen en weer aan het rennen was tussen vuil- en schoon serviesgoed. Dus werd ik ook ingedeeld om andere klusjes te doen. ’s Morgens het eten bereiden en ’s middags de mise-en-plas. Zelf vond ik dat allemaal iets minder. Een koksmes hanteren om 10 kg ui te versnipperen is niet mijn ding. Evenals het afwegen van voedingsmiddelen. Gaat altijd verkeerd! Het maken van toetjes en uitlepelen van de bakken slagroom was dan wel echt mijn ding. Ik leerde wat HACCP inhield en hoe ik correct en hygiënisch schoon moest maken. Ik leerde ook wat een terug-koeler was en dat de steamer echt heel heet is. *au*

Het beviel zo goed dat ik besloot te blijven. Vanaf dat moment werkte ik naast alle vakanties ook twee weekenden in de maand. Ik zat in het tofste weekend, met de leukste collega’s. Maar moest mijn tante missen. Die zat helaas in een ander weekend. De radio stond vaak op standje kneiter hard. Soms kwamen ze van de kerk vragen of het misschien iets zachter kon. Wij kwamen boven het orgel uit.

Op warme zomerdagen zorgden de Technische Dienst voor de nodige hilariteit. Er stonden geregeld emmers water op het dak, om iedereen tijdens de koffiepauze (wanneer deze buiten gehouden werd) van een verfrissende douche te voorzien. Wie de dans ontsprong werd in de middag achterna gezeten met de brandslang. Met alle protocollen van tegenwoordig is dit nu ondenkbaar…

Na drie jaar afwashulp werd het tijd om op te stappen en opzoek te gaan naar een vaste job. Het afscheid viel mij zwaarder dan ik had verwacht. Ik heb nog heel vaak gedroomd over dit werk. Dan rende ik rond met serviesgoed of waren mijn karren opeens weg. Die karren hebben nogal indruk gemaakt. Ik denk dat ik geen leukere eerste werkervaring op had kunnen doen dan daar.

Was jullie eerste baantje ook zo leuk als dat van mij?

Het went, maar toch…

Eind maart: Het zat er natuurlijk aan te komen, toch heb ik de stille hoop dat alles gewoon door gaat zoals normaal. Dat het mee valt en overwaait. Aangezien de hele wereld plat ligt is dit een gedachte die uiteraard nergens over gaat. Maar toch. Toch hoop ik als een malle dat het allemaal wel mee zal vallen, het zo’n vaart niet zou lopen. Ergens in de wereld is een hick-up maar dat geldt niet voor ons. Ik wil gewoon mijn normale dagelijks leven behouden. En vooral geen gekke fratsen hier.

Dat was zoals gezegd ijdele hoop. Corona begint zich steeds meer aan ons op te dringen. Een tsunami die er in één klap is en waartegen je niets kunt uithalen. De hele wereld is in rep en roer. Opeens is iedereen viroloog, bioloog of een geleerde. Iedereen heeft een mening en moet dit vooral bekendmaken. En dan de paniekzaaiers! Die staan op iedere (virtuele) hoek van de straat. Maar bij ons is vooralsnog niets aan de hand. Behalve dan dat de grote baas, net als een overgroot deel van Nederland, voorzorgsmaatregelen aan het treffen is.  

Nu een hoop locaties verplicht gesloten zijn kunnen onze examens daar ook niet doorgaan. Er moet aardig wat geannuleerd en afgezegd worden. Beetje voor beetje komt ons werk stil te liggen. Het is ook niet langer nodig om met een volledige bezetting op kantoor aanwezig te zijn. We stemmen bepaalde procedures op elkaar af. Er komen andere werkroosters. ICT wordt opgetrommeld en voor we het weten hebben we allemaal een laptop en telefoon van de zaak.

Binnen een paar dagen is alles geregeld en werken we met het complete team vanuit huis. Voor zover dat nodig is. Want het werk is zover opgedroogd dat er niet voor iedereen iets te doen is. Kantoor is maar een paar dagen per week voor een paar uur bemand door hooguit twee collega’s.

Dat, lieve mensen, is toch best wel even wennen. Opeens ben ik mijn complete regelmaat en ritme kwijt. Begin april sta ik met Poownie te grazen onder werktijd, ondertussen mij af te vragen wat de andere collega’s nu aan het doen zijn. Zelf heb ik die week “vrij” en ben alleen nodig als de andere collega ergens niet uitkomt. Het voelt gek om “vrij” te zijn en onder werktijd met hele andere dingen bezig te zijn dan met de mailbox, rinkelende telefoons, klanten en collega’s.

Inmiddels zijn we ruim 1.5 maand verder en heb ik redelijk mijn weg hierin kunnen vinden. Maar dat ging echt niet zomaar. Ik kwam er achter dat ik het beste gedij bij een zo normaal mogelijk werkritme. Normale tijd naar bed en ook gewoon vroeg weer op. Ik ruimde mijn oude werkkamer op en heb het zo ingericht dat ik daar in alle rust ’s morgens mijn dag kan beginnen. Hoewel mijn hersens geregeld doen alsof het semi-vakantietijd is begin ik redelijk te wennen aan mijn kleine beeldscherm en de videocalls via teams of zoom.

Toch hoop ik met heel mijn hart dat dit “tijdelijke abnormaal” snel over is en we terug kunnen naar ons “oude normaal”. Het normaal waarbij we omkomen van het werk. Elkaar “pesten” rond de koffietafel en kunnen klagen dat het zo druk is. Want ik mis mijn chaotische bureau, het geregel, de drukte en het werk. Maar bovenal mis ik het samenwerken met mijn collega’s!!

 

In de tussentijd: ff relaxen

Tja ook bij ons op de zaak werd er vanaf begin maart zoveel mogelijk thuis gewerkt. Toen scholen verplicht gesloten werden, groepen van bepaalde grootte niet meer mochten en daarmee het aanbod van werk minder werd, besloten we zelfs om bepaalde taken niet meer uit te voeren. Omdat er simpelweg geen aanbod voor was. In een rooster werd vastgesteld wie er op bepaalde dagen dienst had, om toch de klant te woord te staan en de post weg te werken voorzover dit er was, en de mailboxen bij te werken. De rest was oproepbaar of vrij. 

Dit rooster draait nu nog steeds en dat is best vreemd. Want hoewel het idee om met pensioen te gaan mij al vanaf mijn 30e aanspreekt ben ik er achter dat ik daar eigenlijk nog helemaal niet aan toe ben. Ik wil bezig zijn. Zaken oppakken en oplossingen bedenken. Ik wil de gestructureerde chaos op mijn bureau terug. Waarbij collega’s denken dat er een bom ontploft is maar ik zelf nog prima weet hoe ik het georganiseerd heb. Ik wil rinkelende telefoons en mailboxen die vol blijven stromen. Ik wil klanten die a la minuut iets geregeld willen hebben. Ik wil… Ik wil… 

Wat ik wil is op dit moment ondergeschikt aan het algemeen belang. Yeah, I know, I know. Om dit tijdelijke pensioenmoment toch enigszins door te komen heb ik mijn werkrooster aangehouden. Oké, de wekker gaat iets later dan op echte werkdagen. Maar verder probeer ik zoveel mogelijk een ritme aan te houden. Want ik gedij nu eenmaal beter bij regelmaat en ritme. Dus op tijd naar bed en er op tijd weer uit. Normaal blijven eten, veel water drinken. In beweging blijven en daarom op vaste tijden sporten. Verder probeer ik mijn dag zoveel mogelijk in te vullen met, voor mijn gevoel, nuttige bezigheden. 

Inmiddels zijn daar ook een aantal nutteloze bezigheden bijgekomen. Want nu is daar wel de tijd om dit soort dingen te doen. Maar, daar zal ik in een ander blog misschien nog verder over uitweiden. Nu in ieder geval  door met wat nuttige tijdsbesteding, shoppen.

Nu ze de winkel gesloten hebben wip ik gewoon even digitaal bij ze langs en flikker mijn mand vol met mijn favoriete spullen. Flesje van dit, smeersel van dat. Geurkaars hier en stokjes daar. Nog een shampoo en wat spray… De digitale kassiere kijkt mij al verrukt aan. Maar ik bedenk mij. Ik ben iets te enthousiast, dus klik mijn met zorg uitgezochte artikelen weer uit mijn mandje. Ik wik en weeg. De shampoo heb ik eigenlijk niet nodig maar is wel heel erg verdient!!!!

De volgende dag wordt mijn pakket al geleverd!! Halleluja, postbezorger I love you!! 

Nu ga ik mijzelf eerst eens lekker in het zweet werken in de “sportschool”, voor ik mij in mijn eigen spabubbel mag terugtrekken. Naast dat ik nu van mijn overload aan energie af kom, geeft dit ook nog eens de meeste voldoening.

Wanneer de douche op temperatuur is spring ik er onder. Douchegel, badolie en shampoo, ik gebruik het allemaal. De ellendige Corona-crisis glijdt als een deken van mij af. De geurende stoom blijft als een dichte mist in de badkamer hangen. De kou omsluit mijn lichaam zodra ik de deur op een kier zet. Het is heerlijk verfrissend en ik voel mij, voor even, weer als herboren…

 

Een handige oplossing…

Al een aantal weken stamp ik in versnelling zes mijn werkweek door. Het is druk. Veel werk voor net te weinig mensen. De werkdruk is daardoor wat aan de hoge kant. Maar het is soms ook best lekker om met een klein team zoveel werk te verzetten. Geeft voldoening. Omdat nog niet duidelijk is wanneer het einde in zicht is probeer ik zoveel mogelijk een balans te vinden en grenzen te bewaken. Daarom ben ik maar wat blij met de weekenden. Waarbij alles een versnelling lager kan. Even niet met deadlines bezig zijn of de druk op wat voor manier dan ook voelen.

De zalige nazomer die ik in gedachte had laat zich voorlopig niet zien. Alles om mij heen is vies, modderig en nat. Je zou er bijna chagrijnig van worden. Hoewel ik het door de weeks te druk heb om mij met het weer bezig te houden. Maar in het weekend zou het toch wel fijn zijn om er niet steeds mee geconfronteerd te worden. Zeker niet als je een buitenhobby hebt. Nou vette pech voor mij dus! 

Ik wilde hoe dan ook naar de voetbal om foto’s te maken. Terwijl de spelers hun longen uit hun lijf rennen kom ik geestelijk helemaal bij van een drukke week. Fotograferen is zoiets als mediteren. Even helemaal op gaan in het moment. Voor mij in ieder geval. Al eerder ben ik als een verzopen kat en tot op het bot verkleumd thuis gekomen. Van diverse mensen kreeg ik de tip een tent te kopen. “Zit je lekker droog”. Ja, dat wel. Maar echt praktisch is het niet. 

Opzoek naar mijn regenkleding dan maar. Ik kon alleen nog maar een jas vinden, mijn broek was foetsie. Eigenlijk ben ik allergisch voor regenkleding. Je wordt er zo smerig plakkerig van. Ik snapte dus wel dat ik mijn broek al eerder aan de wilgen had gehangen. Wanneer het zo nu en dan eens zou miezeren was mijn regenjas meer dan voldoende geweest. Maar met het zeikweer van nu echt niet. Ik spreek uit ervaring!!

Ik besloot een poncho te kopen. Zo’n lang vormeloos model die je in een seconde over je hoofd schuift. En die, wanneer je op je krukje zit, tot de grond reikt. Helemaal bedekt  zonder  dat claustrofobische gevoel dat ik krijg bij een regenpak. Heb ik toch een soort van tent. Dat dan wel weer. Dit weekend mocht ik hem uitproberen want het heeft heel de middag geregend. 

Toegegeven, het verdiend geen modeprijs. Man man ik moet er niet uit gezien hebben. Als ik de leeftijd had van de pubers op het veld had ik mij mooi nat laten regenen. Gelukkig zijn we nu wat wijzer. Dan maar als een kabouter langs de zijlijn. Ik heb er voldoende bewegingsvrijheid in, blijf droog en zit zelfs nog redelijk warm ook. Conclusie: een prima ding zo’n poncho en dat voor maar een paar euro. Het enige nadeel is de te kleine capuchon. Daar moet ik nog iets op vinden. 

Hoewel ik nog steeds hoop op wat mooie zonnige dagen, houd de regen mij nu in ieder geval niet meer tegen. Mijn camera heeft zijn eigen regenset en ik nu dus ook.

 

Deborah in regenponcho

 

 

***