Hoe gaat het nu met…

Inmiddels is het ruim 1.5 jaar geleden dat Poownie een zware operatie heeft ondergaan. Er was bij hem EOTRH geconstateerd. De vaste lezers zullen het zich vast nog wel kunnen herinneren. Hier vind je alle delen: deel I, deel II, deel III. EOTRH is een ziekte die het gebit, en met name de snijtanden aantast. Het komt er op neer dat de tanden van binnenuit worden afgebroken en dus brozer worden en/of er vormt zich een cementachtige laag rondom de wortels. Bij het eerste breekt de tand spontaan af. Bij het tweede ontstaat botwoekering wat zorgt voor het verdrukken en ontwrichten van de kaak.

Het is ongemakkelijk en pijnlijk. Een simpele remedie is er nog niet. Om er vanaf te komen zullen de aangedane tanden getrokken moeten worden. Voor Poownie betekende dit het trekken van al zijn 12 snijtanden. Zijn kiezen waren gelukkig nog in orde en mochten blijven zitten. Maar toch was dit niet zomaar een ingreep. Eenmaal uitgevoerd zouden we ook niet meer terug kunnen.

Het ging steeds slechter met Poownie. Hij at genoeg maar toch zagen we hem afvallen. Zijn vacht was dof en vies. Zijn blik vertelde mij dat het voor hem niet meer zo nodig hoefde. Hem zo verder laten lijden was geen optie, die tanden moesten er uit. We zouden daarna wel zien waar het schip zou stranden.

Onze dierenarts bracht mij in contact met haar collega’s in Benschop, die met hun “operatiekamer” onze kant op kwamen voor de ingreep. Gewoon bij ons op stal in zijn eigen omgeving. Na ruim 3.5 uur en heel wat snij- en bikwerk verder lagen al zijn 12 snijtanden netjes op een tafel. Zijn kaak was veranderd in een grote gatenkaas dat uit zichzelf moest helen. Hij zag er niet uit. Gesteund door een van zijn maatjes, die buiten in de paddock de wacht hield mocht hij, al strompelend van de narcose, naar zijn eigen paddock terug.

Ik weet nog dat ik de volgende dag in alle vroegte naar stal ben gegaan. Vanaf een afstandje bleef ik kijken. Het bloed had zijn lippen roze gekleurd maar verder was er niets aan hem te zien. Sterker nog, al het hooi dat ik hem de dag ervoor gegeven had was op. Blijkbaar was de pijn die hij voelde een verademing met de pijn die hij al die tijd gehad moest hebben. Vanaf dat moment klaarde hij zienderogen op.

Een paar dagen na de ingreep stond hij alweer heel voorzichtig aan het gras te knagen. Het lukte hem nog niet zo goed, maar hij zou vanzelf een manier gaan vinden. Het eerste weideseizoen was dan ook erg wennen en moest ik hem geregeld bijvoeren. Deze zomer had hij genoeg eelt gekweekt. Het maakte niet uit of het gras lang, kort, stekelig of zacht was. Hij at zich net zo vol en rond als zijn maten dat ik mij af en toe een beetje zorgen begon te maken. Zoveel vet om de botten had hij in tijden niet gehad.

Poownie is op dit moment met 26 jaar de oudste van de kudde maar gedraagt zich soms als een puber. Hij hinnikt zodra hij mij ziet (of als het te lang duurt voor ik hem zijn partjes appel geef) en komt naar mij toe als ik hem roep. Ook onze band is duidelijk verbeterd. Zolang hij zijn tong binnenboord houdt is er verder niks aan hem te zien. Uiteraard maakt hij voor “tongueouttuesday” graag een uitzondering…

Maar normaal poseren kan hij gelukkig ook nog

Teek away…

Natuurlijk had ik er van gehoord. Maar ik had ze nog nooit in het echt en van zo dichtbij gezien. Een teek. Om de een of andere reden vonden ze ons gewoon niet interessant. Maar deze zomer is duidelijk anders. Of Poownie is in een “tekenburgt” gaan rollebollen of ze vinden hem gewoon aantrekkelijker dan anders. Hoe dan ook, begin van het weideseizoen zat hij er helemaal onder. Een teek bijt zich vast in de huid van zijn gastheer en vreet zich dan een weg naar binnen. Gatver en gatver… Ze blijven daar zitten tot hun buikje goed en wel (gratis)gevuld is. De schoften! Daarna laten ze zich vallen om uit te buiken en te doen wat een teek allemaal wel niet doet. 

Ik wilde niet wachten tot deze etters zich helemaal volgevroten hadden. Ze moesten van Poownie af en wel zo snel mogelijk. Maar een teek met je vingers verwijderen is geen slim idee. Ze moeten het liefst met “huid en haar” verwijderd worden. De volgende dag ging ik langs de dierenspeciaalzaak om een tekenpen aan te schaffen. Die hadden ze niet. Ze hadden wel een koevoet. Ik ben een leek op het gebied van de teek, maar een koevoet leek mij wat overdreven. Maar ja, ik moest iets. Dus gaf aan dat ik die dan wel wilde. Ze overhandigde mij een pietepeuterig klein zakje met daarin twee miniatuur harkjes van playmobile. De een iets kleiner dan de ander. Appeltjes groen, dat dan weer wel. 

“Dit is het?” Vroeg ik de medewerkster achter de balie met een frons in mijn voorhoofd. Waarop ik een bevestigend gehum als antwoord kreeg. “De beschrijving zit in het zakje.” Zei ze nog. Dit was wel iets anders dan het ijzeren breekvoorwerp dat ik in gedachte had. Voor die prijs had ik er minstens een Playmobil-poppetje bij verwacht. Maar dat kon ik vergeten. In de auto bekeek ik direct de gebruiksaanwijzing, die net als de koevoetjes in miniatuur formaat was. Ik las de paar zinnetjes op het papier: Maak de teek niet boos! Schuif de koevoet om de teek. Draai een keer links om. Trek de teek er uit. Hoe moeilijk kan het zijn? 

Terwijl Poownie rustig stond te grazen probeerde ik de eerste teek te verwijderen. Stap 1 van de instructie vond ik toch wat lastig uit te voeren. Moest ik eerst vriendelijk vragen of ie uitgevroten was? Of het gesmaakt had en ie nog een bakkie koffie na zou willen? Hoe dan? Vergeet het maar! Ik haakte de grote koevoet achter de teek. Maar hoe ik ook probeerde, de teek gleed er steeds uit. De kleine koevoet was daarentegen weer te klein. Uiteindelijk harkte ik maar een eind weg tot ie bleef zitten. Schroefde een paar keer linksom en gebruikte “al mijn kracht” om hem los te wrikken. Niet bepaald de meest vriendelijkste benadering. Hopelijk heeft ie niet zijn hele maaginhoud leeg staan kotsen! Dat schijnen ze te doen wanneer ze boos zijn… Y.U.K

Hoe meer ik er verwijderde hoe smeriger ik ze begon te vinden. Ik kreeg er wel handigheid in! De teken werden verzameld in een potje om later aan de arts te geven voor mogelijk onderzoek. Inmiddels ben ik expert op het gebied van werken met een appeltjes groene Playmobil koevoet en het verwijderen van teken. Maar mijn hobby zal het niet worden. Gatver en nog eens gatver!!

Een groene uitdaging…

Omdat ik nog thuis woonde moest ik mijn moeder zover zien te krijgen akkoord te gaan met de aanschaf van een nieuw huisdier. Mijn moeder had dit afgezworen. Er komt niks nieuws meer bij. Maar ze stond niet zo heel sterk in haar schoenen. Iets waar ik stiekem een beetje misbruik van heb gemaakt. Ik nam haar 18 jaar geleden mee naar de winkel en liet haar kennismaken met Groene Draak. Een week later stond hij bij ons in de kamer. Groene Draak moest zijn mooie volière inclusief vliegende vrienden, inruilen voor een kooi bij mensen die, tot dan, totaal geen verstand hadden van papegaaien. Een heel domme zet. I know. Ik zou ook niemand aanraden om een papegaai, of welk dier dan ook, zomaar aan te schaffen. (Ik heb er van geleerd!)

Draak discrimineerde niet. Hij was tegen iedereen chagrijnig en beet iedereen even hard. Uren heb ik bij zijn kooi gezeten. Ik vond dat hij ook buiten zijn kooi een leven moest gaan krijgen. Hoe ik dit moest gaan aanpakken was mij nog niet geheel duidelijk. Draak was niet te vergelijk met een parkietje. Ook niet in bijtkracht. Eenmaal uit zijn kooi kwam de grootste uitdaging: hoe kreeg ik hem, met al mijn vingers nog heel, weer terug?

Met heel veel geduld (en pleisters) leerden wij elkaar beter kennen. Dat gebeurde pas echt, toen ik op mijzelf ging wonen. Draak veranderde van een schreeuwerige en chagrijnige gaai, in een rustigere, blijere variant. Het bijten en zijn schuwe gedrag bleef. Nadat ik de hulp had ingeroepen op een forum over papegaaien ging het roer om. Ik leerde wat ik fout deed en vooral hoe ik mijn eigen houding en daarmee zijn gedrag kon ombuigen naar iets positiefs. Met al deze nieuw verworven kennis ging ik aan de slag.

Ons geduld werd heel vaak op de proef gesteld. Maar ik hield vol en werd beloond. Ook hoefde ik steeds minder pleisters te plakken. Sterker nog, de afgelopen jaren zijn ze niet meer gebruikt. Met vallen en opstaan zijn we gekomen tot waar we nu zijn. En dat is echt iets waar ik heel trots op ben. Van een gaai die praktisch zijn kooi niet uitkwam naar een gaai die bijna niet meer in zijn kooi zit. Hij is nu een rustige, vriendelijke vogel. Die in ieder geval mij vertrouwd maar ook zijn vertrouwen aan mij terug geeft.

Onze Draak is gek op nieuwe dingen leren. Nadat de basis erin zat, het op- en afstappen op commando en vertrouwd raken met iets nieuws, zijn we begonnen met wandelingen door het huis, de tuin en het park. Educatieve spelletjes vind hij geweldig. Hij kan inmiddels diverse kleuren onderscheiden. Geld in spaarpotjes stoppen. Ringetjes over stangetjes schuiven (op kleur) en voetballen. Dit is nog maar een deel van wat hij inmiddels kan. We kunnen zelfs zonder problemen naar de vogelarts. (onderzocht worden is nog wel een dingetje…) En hij gaat wel eens mee op stap naar Poownie of hij steelt de show aan boort tijdens een tochtje over het water.

Het is heel leuk om samen aan de slag te gaan en nieuwe dingen te leren. Want ook ik leer nog steeds bij. Er zijn dan ook nog heel wat leuke uitdagingen die we aan zullen gaan. Ik had in ieder geval nooit kunnen denken dat een van mijn grootste vrienden een kleine gevederde groene draak zou zijn.

Voor de liefhebbers, Groene Draak heeft ook een eigen instagram account.

 

 

Nieuw verworven lef…

Mijn werkkamer heb ik met de tuin verruild. Even geen telefoon en beeldscherm maar een half uur pauze. Ik moet wat schuiven met de stoel om uit de wind maar in de zon te kunnen zitten. Als ik dan ook nog eens onderuitgezakt blijf zitten is het prima te doen. 

De zon brand op mijn gezicht. Hierdoor is de wind die ik voel als een zachte fluistering op mijn huid. Terwijl het even verderop de bladeren van de bomen flink doet ruisen. Met mijn ogen dicht is het net of ik op het strand lig terwijl de zee aan- en afrolt. De krijsende meeuwen boven mijn hoofd maken het plaatje compleet. 

Ik beeld mij in dat ik op een tropisch eiland lig met een azuur blauwe zee en een parelwit strand. Nee wacht, ik maak het plaatje mooier. Dat kan he, het is immers mijn eigen fantasie. Het ruisen van de bomen zijn de palmbladeren boven mijn hoofd die voor schaduw moeten zorgen. Ik lig in mijn hangmat tussen de bomen. Met één voet aan de grond duw ik mij af terwijl mijn tenen met het warme zand spelen. Zachtjes wieg ik heen en weer. Op de achtergrond hoor ik subtropische vogels fluiten en klinkt er vrolijke muziek. 

Ik val al bijna in slaap als ik naast de vogels en de muziek ook vaag een belletje hoor rinkelen. Het klinkt heel bekend maar past niet echt in mijn verzonnen decor. Het belletje klinkt steeds luider. Als ik mijn ogen open verdwijnen mijn palmbomen, hangmat, witte strand en subtropische vogels. Ik ben weer terug in mijn eigen achtertuin. Van achter het hek klinkt wederom het belletje. Het hangt om de nek van een kat die nu onder de poort doorkruipt. 

Alsof het de normaalste zaak van de wereld is, loopt hij de tuin in. Dit is wel eens anders geweest. Maar blijkbaar is hij nu wat zekerder van zijn zaak. De eerste paar keren dat onze blikken elkaar kruisten was hij met drie grote sprongen de tuin door om over het hek van de buren te verdwijnen. Misschien begint hij er aan te wennen dat wij hier nu ook eenmaal wonen. 

Hij is zo zeker van zijn zaak dat hij rakelings langs mij heen loopt op weg naar de achterdeur. Ik volg hem met mijn blik. Ik ben heel benieuwd wat ie gaat doen. Hij snuft wat aan de deur en voelt zich dan toch bekeken. Iet wat verontwaardigt kijkt hij mij aan maar loopt daarna zonder pardon naar binnen. 

Waarschijnlijk is hij niet bekend met een convectorput, of had hem zo snel na de deur nog niet verwacht. Met twee voorpoten verdwijnt ie in een van de gaten. Ik wil al op staan om te helpen maar hij hersteld zich. Eenmaal binnen krijg ik nog eenmaal een blik van hem. Dan loopt hij door. Verder dan onze tafel komt hij niet. Draak heeft hem namelijk in het vizier. 

Die vervolgens luidt begint te fluiten en te miauwen. Een miauwende vogel. Daar had hij niet op gerekend. Met twee sprongen is hij buiten, stuift langs mij heen en sprint onder het hek door. Tot zover zijn nieuw verworven lef. Het rinkelende belletje verdwijnt in de verte. De rust keert terug. Ik sluit opnieuw mijn ogen en laat mij de komende 20 minuten terugvoeren naar mijn eiland. Dat kan nog snel, voor het werk mij weer roept…

In de tussentijd: Uurtje grasmaaieren…

Daar sta ik dan weer te grasmaaieren met Poownie. Want dankzij Corona zeeën van tijd. En toegegeven, Poownie vind het ook gewoon heerlijk om dagelijks met zijn favoriete hobby bezig te zijn. Hij vind het dan ook totaal geen probleem dat ik vaker en langer om hem heen hang dan gebruikelijk is. Sinds hij een flinke koliekaanval heeft gehad, vorig jaar zomer, en een paar dagen in het “ziekenhuis” heeft moeten verblijven, is grazen een vast onderdeel van onze dagbesteding geworden. Gras is gewoon beter voor hem. Lucky him!

Ik kijk graag toe hoe hij heel secuur de lekkerste grasjes tussen de andere honderdduizenden sprieten uitzoekt. Hij heeft er een speciale neus voor. Als ik hem een mals ogende graspol laat zien, kiest hij steevast voor de droge spriet ernaast. Om mij niet voor mijn hoofd te stoten, iets met een paard en in de bek kijken, knaagt ie daarna nog wat aan het gras dat ik sta aan te wijzen. Voor mij is het een simpel grasveld, voor hem het walhalla.

Op drukke en chaotische dagen zijn dit echt de uurtjes waar ik naar uitkijk. Waarin ik niks hoef te doen dan enkel toe te kijken hoe Poownie staat te grazen. Ik laat mijn telefoon meestal even links liggen, of zet hem uit om niet in de verleiding te komen, en kijk wat meer om mij heen. Weet je hoeveel verschillende soorten vogels er in dit gebied vliegen? Zo kwam ik een zwerm staartmeesjes tegen. Een vogelsoort die ik nooit eerder in het echt heb gezien maar wel heel graag nog eens op de foto wil zetten. Niks geen fotohut, ze zitten gewoon bij stal! Het staartmeesje is zo’n leuk, grappig en schattig vogeltje dat ie ontworpen zou kunnen zijn door Dhr. Walt Disney himself.

Omdat ik tijdens dit uurtje meer om mij heen kijk dan anders, zag ik ook dat een reiger het opnam tegen twee roofvogels. Heb je dat ooit gezien? Deze soorten hebben volgens mij niks met elkaar van doen. Maar kwamen iets te dicht in elkaars “vaarwater”. Volgens mij wisten de roofvogels ook niet helemaal wat ze hier mee aanmoesten. Ze vlogen elkaar een tijdje achterna over de waterplas om uiteindelijk ieder hun eigen kant weer op te gaan. Of de actie nu bedoeld of onbedoeld was, het was in ieder geval een gaaf gezicht.

Poownie staat altijd met zoveel smaak te grazen dat ik soms spontaan zin krijg om mee te doen. Zeker wanneer het gras begin van het seizoen zo diep groen en mals is. Nu is de keus helaas nog iets minder. Hoewel het land langzaam begint te ontwaken en er echt wel stukken mals en sappig gras staan, moet hij het grotendeels doen met de leftovers van vorig jaar. Op sommige plekken is het gras zo kaalgevroten dat er alleen nog wat “stoppeltjes” staan.

Naast dit “meditatie moment” want dat is het inmiddels geworden, kom ik veel meer in contact met de mensen die hier ook in het gebied recreëren. Vaak genoeg maak ik een praatje met hondeneigenaren. Nu uiteraard op gepaste afstand. Of wandelaars en fietsers die een praatje aanknopen, wederom op gepaste afstand. Sommige mensen vinden het blijkbaar een gek gezicht dat ik naast Poownie sta in plaats van erop zit. Poownie is tijdens deze momenten onverstoorbaar. Leuk hoor al die gezelligheid, moet hij denken, maar laat mij maar lekker grazen.

 

-🐴-

 

 

van ruilen komt huilen…

Van ruilen komt huilen nietwaar? Nou bijna wel toen vanmorgen mijn wekker in alle vroegte afging. Na een veel te korte nacht zat ik daar eigenlijk helemaal niet op te wachten. Maar ja, ik had zelf mijn zondagse voerdienst geruild met een stalgenoot zodat ik daar tijdens de aanstaande vakantie niet mee in de knoei zou komen. Dus slik ik de opkomende “tranen” weg en besluit nog heel even te blijven liggen. Dat even wordt een paar minuten langer maar dan moet ik er toch echt uit.

Eerst begroet ik Draak die ook nog slaapdronken op zijn stok zit. Zich afvragend waar al die drukte op de zondagochtend goed voor is. Ik geef hem vast zijn ontbijt en drink zelf nog een bak koffie. Nog geen knaag in mijn maag, maar ik weet dat mijn honger uit het niets kan komen opzetten. Dus ik neem mijn ontbijt gewoon mee naar stal, en vertrek ik toch met enige haast van huis.

Als ik aankom word ik begroet door een stel uitgehongerde paarden. Alsof ze dagen niks te eten hebben gehad. Ja, je leest het goed DAGEN!! Ik begroet het paardenvolk dan ook maar even snel en controleer intussen de hooi ruiven. Stuk voor stuk zijn ze tot op de bodem leeg gevroten. Drie paarden kijken mij aan met een blik van: “Ik zei het toch!?” Ze hebben het zo slecht bij ons…

De hooibaal die ik moet hebben ligt uiterst rechts en helemaal bovenop in het hooihok. Ik klauter met gevaar voor eigen leven naar boven om aan mijn oh zo dankbare taak te beginnen. Het stof en de losse hooistengels dwarrelen om mij heen als ik alle hooinetten vul. Op de achtergrond is het beieren van de kerkklokken te horen. Verder is het heerlijk stil. Wanneer het zoveelste net gevuld is klauter ik het hok weer uit, met het stof in mijn neus en mijn kapsel voorzien van hooi. Rechts staan paarden te hinniken en links komt een hele groep bejaarde wandelaars voorbij die mij ietwat meewarig aankijken. “Arm schepsel” lees ik boven hun hoofd. Ik zwaai vriendelijk om een gesprek te voorkomen en sleep daarna de flink gevulde netten naar hun eindbestemming.

Ik maak het mijzelf weer veel te moeilijk door er te veel tegelijk mee te willen slepen. Om mij heen zwermen de paarden in de hoop alvast een hap te kunnen nemen voor ik het in de ruiven heb kunnen verdelen. De brutalen hebben de halve wereld en dat is in het dierenrijk niet anders. Er zijn er twee die niet alleen een hap willen maar eigenlijk gewoon het hele net willen toe-eigenen. Ik moet alle zeilen bijzetten om deze brutalen “honden” op hun plek te zetten, de boel niet los te laten en ook niet over mijn of hun benen te struikelen.

Het duurt even maar dan is iedereen van een plek aan één van de ruiven voorzien. Mijn werk zit er al voor de helft op. Maar eerst is het tijd om zelf ook even te ontbijten. Met mijn brood en bak koffie zit in heerlijk in het zonnetje. Om mij heen is op dit moment niets anders te horen dan het geluid van knagende paarden en het gefluit van vogeltjes. Ach, vroeg op stal zijn is niet altijd zo erg …

 

etende paarden aan hooi ruif

 

*🐴*

Boffen wij toch weer…

Vanaf de plek aan de tuintafel kijk ik naar Poownie, hoe hij op zijn gemak zijn late lunch naar binnen werkt. De andere paarden kijken vanaf een afstandje verlekkerd toe. Dat geluk heeft Poownie, zonder voortanden en met zijn 25 jaar de oudste van de kudde dagelijks een extra portie voer voorgeschoteld krijgen. Zelf laat ik mij in die tussentijd verwarmen door de najaarszon. Ik ben zo moe dat ik hier, ter plekke, in slaap zou kunnen vallen. Ik loop altijd een beetje op mijn tenen op de vrijdagmiddag. Moe van de hele week door stampen. Maar de laatste weken is het erger dan anders. Door een aantal zieken op de zaak is het druk en loop ik niet meer op mijn tenen maar op mijn tandvlees. Het is dat de zon schijnt maar eigenlijk ben ik zo moe dat ik er chagrijnig van word.

Om op de vrijdag tijd te sparen rijd ik tegenwoordig vanuit mijn werk naar stal. Ik geef hem zijn eten en wat aandacht voor ik weer huiswaarts keer. Geregeld spookt het door mijn hoofd om een verzorgster voor hem te zoeken. Zoals “vroeger”. Toen hij nog in de bloei van zijn leven was. Ze namen mij werk uit handen. Poownie kreeg liefde en aandacht en zelf hadden ze een paard met een gouden hart. Hij sprong, croste door de bossen. Liep wedstrijden en ging zelfs met ze mee op vakantie. Dat is inmiddels alweer een aantal jaar geleden. Maar wat heeft een verzorgster nu aan een bejaard paard?!

Met zijn 25 jaar doet ie het nog prima hoor. Maar ik wil niet dat er nog met hem gejakkerd wordt. Of ondoordachte acties uitgehaald worden. De rek begint langzaam uit mijn “opaatje” te raken. Iets waar ik toch rekening mee moet houden. De stalbaas bood aan om Poownie op de vrijdag van zijn middagsnack te voorzien. Zoveel werk is het nu ook weer niet. Eerst wilde ik niet ingaan op haar aanbod. Liever wanneer het echt nodig mocht zijn. 

Nadat ze het twee keer aangeboden had bedacht ik mij. Ze “kookte” een keertje toen ik echt niet kon en vanaf dat moment is ze op de vrijdag zijn maaltijden blijven geven. Bovenstaande is inmiddels alweer een paar weken geleden. De eerste keer voelde ik mij wat onwennig en zelfs bezwaard. Na 1.5 jaar een soort mantelzorger te zijn voor je eigen paard met periodes dat ik soms twee keer per dag langs ging, naar één dag echt heel bewust overslaan.

Tot nu toe voelt iedere vrijdagmiddag, einde van de werkdag, als een cadeautje. Ik hou super veel van Poownie maar een vrijdagavond niet weg te hoeven, gewoon op de bak kunnen ploffen en bijkomen van een week buffelen voelt echt heerlijk. En toen ik van de week een appje kreeg dat ze hem zelfs mee uit grazen had genomen realiseerde ik voor de zoveelste keer dat we het echt getroffen hebben op deze stal! 

 

 

 

-❤️-

 

A Pirate’s Life for Me…

Er zijn momenten dat ik mij afvraag waar ik nu weer in beland ben. Zo dacht ik vorige zomer een gezellig autoritje te maken. Mee blèren met de radio op standje tien en zwaaien naar andere voorbijgangers. Maar na dat ritje belande ik opeens in een ander vervoersmiddel. Ze noemen het een boot. Nog nooit van zoiets gehoord laat staan dat ik wist wat het was. Nou, nu weet ik het hoor. Het is niks anders dan een grote schommel met zitplek voor meerdere mensen. En sinds ik mee ga dus ook voor vogels. 

Mijn hobby is zonnebloempitten eten, walnoten open breken en de boel slopen. Schommelen kan ik thuis ook. Dus zoals een echte Amazone betaamd maakte ik er een flinke scene van. Vond alles eng en zorgde dat ik overal mijn nagels inzette. Het liefst in haar arm. Ik verloor haar geen moment uit het oog. Ze vertelde mij dat het toch veel gezelliger is als ik mee ga!? Anders zit ik alleen thuis. Op dat moment kon het mij niks schelen. Dan maar alleen thuis. Nog altijd beter dan die zeebenen. Ik zag letterlijk groen en geel na zo’n middag.

Maar… Ik kwam daar toch wat knarsensnavelend op terug. Ik ben nu eenmaal een gezelligheidsdier en vind het leuk om de aandacht te krijgen. Wanneer de mensen niet thuis zijn, is er dus ook geen aandacht. Ze beloofde mij een eigen plek. Niet meer los op de arm. Dus de keren erna besloot ik mij minder paniekerig op te stellen. Mijn eigen plek is een reiskooi met zitstok, speeltjes en voerbak. Ik sta prominent op de tafel en heb zo zicht op alles. Toegegeven, dat is soms wat overweldigend. Maar met tralies om mij heen hoef ik niet bang te zijn dat ik zomaar wordt opgevroten door een stel luidruchtige agressieve zeemeeuwen of per ongelijk in het water val. Zwemmen is nu eenmaal niet mijn ding.

Vroeger, in de tijd van zeerovers en piraten, was een papegaai op een boot heel normaal. Nu heb ik veel bekijks. Daar zal je mij niet over horen klagen hoor. De menselijke beleefdheidsvormen heb ik tot een ware kunst verheven. Zodra we andere boten passeren en dat doen we geregeld, roep ik netjes “hallo” en daarna gil ik nog even: “dag hoor! Tot strakjes!” Als ze geluk hebben zwaai ik ze na. Je moet hun reacties eens zien. Ze vinden het fantastisch.

Ik ben zelfs een aantal keer mee geweest wanneer ze ging wakeboarden. Hoe moest ik nu weten wat ze ging doen?! Nu dus wel. Opeens lag ze in het water. Ik gillen: “straks word je opgevroten door meeuwen, of erger, haaien!” Maar ze had de grootste lol. En opeens stond ze achter de boot op een plank naar mijn te gillen en te zwaaien. Dus ik maar terug gillen en zwaaien, geen idee waarom. Maar ik mis wel vaker het hoe en waarom bij menselijke communicatie. Gekke hobby’s heeft ze hoor!

Dat snelle varen is niet echt mijn ding. Maar dat dobberen in gezelschap van de mens is toch best gezellig. En wanneer we voor anker gaan is dat vaak in een beschutte baai, waar ik de andere vogels kan horen fluiten. Op een veilige manier kan genieten van het buiten zijn en dan alle aandacht die ik krijg als ik op het voordek zit. Yo Ho a Pirate’s life for me ….

 

Papegaai mee op de boot.

 

Voor de liefhebbers: Groene Draak heeft zijn eigen Insta account.

 

 

***

Keep the faith…

De operatie was nog geen uur geleden en hij stond alweer hooi naar binnen te schuiven. Lees *hier* het vorige deel.

Die avond, toen iedereen weg was en ik alleen met Poownie achterbleef, kei verrot en aangedaan door alles wat ik gezien en gehoord had, kwamen de tranen. Van alle opgebouwde spanning, wanhoop en ellende maar vooral ook van opluchting. Een weg terug was er niet meer. Misschien zou ik hem nog een gebit aan kunnen meten, één met een gouden tand of zo. Staat wel hip, toch? Voorzichtig liet ik mijn angst los en leunde, net als Poownie nog iet wat onbeholpen, op de woorden van Vivianne: “alles komt goed!” 

Je zou zeggen dat je na zo’n inspannende dag als een blok in slaap zou vallen. Niets is minder waar. De indrukken van de vorige dag zorgden voor een onrustige nacht. In alle vroegte haastte ik mij naar stal. Ik trof Poownie etend aan, totaal niet gehinderd door het missen van zijn voortanden. Vanaf een afstandje bleef ik kijken. Het bloed had zijn lippen roze gekleurd maar verder was er niets aan hem te zien. Blijkbaar was de pijn die hij nu voelde een verademing met de pijn die hij al die tijd gehad moest hebben. 

Wat mij vooral verdrietig stemde was de beredenering van de arts uit Ridderkerk, die Poownie als eerste onderzocht heeft. Ik moest vooral zelf blijven voelen aan zijn tanden. Wanneer ze los zaten, zou hij ze komen trekken. De tanden van Poownie zouden nooit uit zichzelf los komen te zitten! De wortels waren helemaal vergroeid en misvormd! Hij zou dus al die tijd met helse pijnen blijven rondlopen. Hierdoor niet meer goed kunnen eten en alsmaar verder achteruit gegaan zijn. Zo zou hij volgend jaar waarschijnlijk niet eens halen. Of je een paard van 25 zo’n operatie aan moet doen? Ja, dat moet je! Het is een verbouwing van zijn kaak, ook dat! Vraag jezelf eens af: Zou jij zelf niet geholpen willen worden als je (vreselijke) kiespijn hebt? De arts had ons op zijn minst door kunnen verwijzen naar een andere kliniek, wanneer hij zelf deze klus niet zou willen klaren…

Inmiddels zijn we ruim vijf weken verder en Josje en Vivianne hebben (gelukkig) gelijk gehad. Zijn kaak ziet er heel wat rustiger uit. De wonden zijn voor een groot deel al dicht gegroeid. Je zou hem nu eens moeten zien!! Een compleet ander paard met dito uitstraling. Geen idee of hij de 30 gaat halen, maar hij is in ieder geval pijn vrij, aangekomen en conditioneel ziet hij er ook een stuk beter uit. Het is wonderbaarlijk hoe snel hij na de operatie alweer stond te eten en te grazen!! Want zelfs dat kan een paard zonder voortanden!

Ik ben Josje heel erg dankbaar voor haar geduld, doortastendheid en bemiddeling. Maar ook Dierenkliniek Benschop Oudewater, Vivianne en Xandra. Twee toppers die op locatie ruim 3.5 uur bezig zijn geweest. Niet snel onder de indruk waren van de smerige klus die hen te wachten stond. Ons heel goed begeleid hebben. Tijdens de operatie heel veel verteld, laten zien en laten voelen hebben. Vooral ook het waarom hebben uitgelegd! Deze dames hebben mij het vertrouwen terug gegeven dat ik eerder bij (vee)artsen ben kwijt geraakt. Poownie is er nog niet. Maar we zijn een heel eind op de goede weg. Binnenkort lekker het weiland op, zodat we allemaal even bij kunnen tanken…

 

 

***

Alles komt goed…

Even voelde ik mij terug bij af… Lees hier: deel I.

Maak je geen zorgen, zei Frank. Mijn vrouw gaat contact met je opnemen en als zij niet kan, dan kom ik zelf! Alleen al bij het horen van die woorden viel er een last van mijn schouders. Binnen een half uur werd ik al teruggebeld door Vivianne van Leeuwen, werkzaam bij Dierenkliniek Benschop & Oudewater.
De ingreep: heftig, bloederig maar zeer zeker nodig!
Geschatte tijd: zeker drie tot vier uur?! Als het mee zit!
De afstand naar ons? Tja, we lagen niet geheel op de route in hun werkgebied, maar een uitzondering maken kon natuurlijk altijd. Er werd een afspraak ingepland en ik werd voorzien van de nodige informatie. 

Hij moest nog twee weken uitzingen voor de operatie plaats zou vinden en ik verwende hem waar ik kon. Gelukkig ging het grazen bewonderenswaardig goed. Dat deden we dan ook vaak en heel veel. 20 mei om 10.00 uur was het zover. Zelf had ik de hele nacht naar het plafon liggen staren en besloot om 8.00 uur maar naar stal te gaan. Kon ik Poownie nog een “galgenmaal” voorschotelen. Klokslag 10.00 uur stonden er twee “kaakchirurgen” op de stoep. Vlotte dames die van aanpakken wisten. De stal was in no-time omgebouwd tot OK. Niet geheel steriel maar voldoende om te opereren. 

Poownie voelde nattigheid maar liet zich toch verleiden om naar binnen te lopen. Hij kreeg een flinke roes die hem nog maar net op de been hield en zijn kaak werd plaatselijk verdoofd. Ik hoefde er niet langer bij te blijven maar besloot dit wel te doen. Het is toch je kind he! Ook de staleigenaar was zo lief om er heel de tijd bij te blijven voor fysieke hulp en mentale steun! Toen de verdoving eenmaal zijn werk deed kon het “feest” beginnen. De artsen vertelde tot in detail wat ze deden en waarom. Na een grondige inspectie moest er flink in het tandvlees worden gesneden. Een beitel werd met een hamer tussen de tanden en het tandvlees gejast. Geloof mij, geen pretje om te zien. Zijn tanden bleken muurvast te zitten. Er moest dus nog meer gesneden en gebeiteld worden om er beweging in te krijgen. 

Langzaam werd mijn witte mooie Poown rood van kleur. Om nog maar niet te spreken over de armen en het gezicht van de arts. Nog steeds werden wij van commentaar voorzien. Het leek op een live uitzending van National Geographic. Stuk voor stuk trokken ze er verwrongen en vergroeide tanden uit. Zo erg dat ik mij af vroeg hoe dit in hemelsnaam in zijn kaak heeft kunnen zitten. Na ruim drie uur was de klus geklaard. Alles onder het bloed en Poownie’s kaak een gapend gat wat niet gehecht werd maar uit zichzelf dicht zou moeten groeien.

Een uitleg over hoe verder en geruststellende woorden van de arts volgden: Alles komt goed! De verdoving raakte langzaam uitgewerkt. Poownie wist niet helemaal wat hem was overkomen. Bij mij stond het echter haarscherp op mijn netvlies. Ik heb een sterke maag, maar mijn geest draaide overuren. De operatie was nog geen uur geleden en hij stond alweer hooi naar binnen te schuiven. Iet wat onbeholpen maar het lukte wel. Het was zo sneu om te zien en tegelijk vond ik hem zo’n gigantische bikkel!! Tot laat op de avond bleef ik bij hem en hield mij vast aan de woorden van de arts: alles komt goed!

 

Volgende week lees je hoe dit verder afloopt….

 

***