Inmiddels is het ruim 1.5 jaar geleden dat Poownie een zware operatie heeft ondergaan. Er was bij hem EOTRH geconstateerd. De vaste lezers zullen het zich vast nog wel kunnen herinneren. Hier vind je alle delen: deel I, deel II, deel III. EOTRH is een ziekte die het gebit, en met name de snijtanden aantast. Het komt er op neer dat de tanden van binnenuit worden afgebroken en dus brozer worden en/of er vormt zich een cementachtige laag rondom de wortels. Bij het eerste breekt de tand spontaan af. Bij het tweede ontstaat botwoekering wat zorgt voor het verdrukken en ontwrichten van de kaak.
Het is ongemakkelijk en pijnlijk. Een simpele remedie is er nog niet. Om er vanaf te komen zullen de aangedane tanden getrokken moeten worden. Voor Poownie betekende dit het trekken van al zijn 12 snijtanden. Zijn kiezen waren gelukkig nog in orde en mochten blijven zitten. Maar toch was dit niet zomaar een ingreep. Eenmaal uitgevoerd zouden we ook niet meer terug kunnen.
Het ging steeds slechter met Poownie. Hij at genoeg maar toch zagen we hem afvallen. Zijn vacht was dof en vies. Zijn blik vertelde mij dat het voor hem niet meer zo nodig hoefde. Hem zo verder laten lijden was geen optie, die tanden moesten er uit. We zouden daarna wel zien waar het schip zou stranden.
Onze dierenarts bracht mij in contact met haar collega’s in Benschop, die met hun “operatiekamer” onze kant op kwamen voor de ingreep. Gewoon bij ons op stal in zijn eigen omgeving. Na ruim 3.5 uur en heel wat snij- en bikwerk verder lagen al zijn 12 snijtanden netjes op een tafel. Zijn kaak was veranderd in een grote gatenkaas dat uit zichzelf moest helen. Hij zag er niet uit. Gesteund door een van zijn maatjes, die buiten in de paddock de wacht hield mocht hij, al strompelend van de narcose, naar zijn eigen paddock terug.
Ik weet nog dat ik de volgende dag in alle vroegte naar stal ben gegaan. Vanaf een afstandje bleef ik kijken. Het bloed had zijn lippen roze gekleurd maar verder was er niets aan hem te zien. Sterker nog, al het hooi dat ik hem de dag ervoor gegeven had was op. Blijkbaar was de pijn die hij voelde een verademing met de pijn die hij al die tijd gehad moest hebben. Vanaf dat moment klaarde hij zienderogen op.
Een paar dagen na de ingreep stond hij alweer heel voorzichtig aan het gras te knagen. Het lukte hem nog niet zo goed, maar hij zou vanzelf een manier gaan vinden. Het eerste weideseizoen was dan ook erg wennen en moest ik hem geregeld bijvoeren. Deze zomer had hij genoeg eelt gekweekt. Het maakte niet uit of het gras lang, kort, stekelig of zacht was. Hij at zich net zo vol en rond als zijn maten dat ik mij af en toe een beetje zorgen begon te maken. Zoveel vet om de botten had hij in tijden niet gehad.
Poownie is op dit moment met 26 jaar de oudste van de kudde maar gedraagt zich soms als een puber. Hij hinnikt zodra hij mij ziet (of als het te lang duurt voor ik hem zijn partjes appel geef) en komt naar mij toe als ik hem roep. Ook onze band is duidelijk verbeterd. Zolang hij zijn tong binnenboord houdt is er verder niks aan hem te zien. Uiteraard maakt hij voor “tongueouttuesday” graag een uitzondering…
Maar normaal poseren kan hij gelukkig ook nog