Boors boekenweek… #5

Ibiza, land van liefde
boeken, ibiza, land van liefde, lezen, verhaal, Mireille van Hout, schrijfsterWanneer de reis door Marokko strand, nog voor ze het land goed en wel binnen zijn besluit een groep vrienden door te reizen naar Ibiza. Eenmaal daar richten ze een hippiecommune op. Vrijheid blijheid is hun motto. Inner peace, vrede en liefde voor alles en iedereen. Maar zeker ook seks, drugs en andere verdovende middelen. Alles kan, niets moet. Het leven lijkt, op dat stukje aarde, paradijselijk en ver weg van de burgerlijke idealen. Tot Anna, de hoofdpersoon van het boek, een dochter krijgt. Sun Dance. Langzaam komen er scheurtjes in het zo ogenschijnlijk mooie en onbezonnen leven op Ibiza. Als Sun Dance tien jaar is verlaten zij en Anna halsoverkop het eiland, terug naar Nederland. Waar het voor Anna moeilijk is om te aarden. Evenals voor haar dochter. Die nu de wrange vruchten moet plukken van haar vrije opvoeding. Al die tijd is het haar niet duidelijk waarom ze moesten verhuizen. Jaren later, wanneer de dochter van Sun Dance besluit een vakantiebaan te nemen op Ibiza, keren ze terug naar het verleden…

Eigen mening:
Met enige scepsis begon ik aan dit boek. De combinatie: roman, Ibiza en hippies trok mij nu niet 1,2,3. Het is de cover die mij in eerste instantie trok om het boek toch te gaan lezen. Die nodigde uit om verder te bladeren. Want kijk toch eens, die is toch prachtig?! Het deed mij aan vroeger denken. Iets van nostalgie borrelt in mij op wanneer ik naar de kaft kijk.

Even was ik bang dat ik mij had laten verleiden door die mooie kaft. De eerste twee hoofdstukken spraken mij namelijk niet zo aan. Evenals het “gezever” hoe heerlijk stoned zijn wel niet is. Wanneer ik aan het derde hoofdstuk begin word ik in het verhaal meegezogen. Het verhaal wordt vanuit twee personen belicht. Anna en haar dochter Sun Dance, of eigenlijk Sue zoals ze zich zelf heeft genoemd. Alleen haar verhaal wordt daadwerkelijk vanuit het Ik perspectief verteld. In het boek wordt er heen en weer gesprongen tussen de twee hoofdpersonen en tussen heden en verleden. Dit wordt overigens bij ieder hoofdstuk aangegeven. Nadat ik hier aan gewend was las het erg fijn weg. Een goede afwisseling van twee verhalen die naar het einde toe samen komen.

De sfeer in het boek is heerlijk neergezet en geregeld kon ik het verhaal, de vreugde, het mysterieuze, (zelfs het stoned zijn ja ja), maar ook het verdriet, bijna proeven. Alsof ik onderdeel was van het verhaal en vanaf de zijlijn meekeek naar wat er gebeurde. Ik werd meegevoerd naar bijzondere momenten. Dat maakt dat ik blij ben dit boek toch gelezen te hebben. Binnen een dag had ik het uit.

Als ik dan toch een klein puntje moet opnoemen dat iets tegenviel dan is dat het einde van het verhaal. Ik vind dat de schrijfster zich er iets te makkelijk en misschien wel te clichématig vanaf heeft gebracht. Alsof de inspiratie of de tijd op was. Ik had graag wat meer diepgang gewild. Maar dat wordt aan de fantasie van de lezer overgelaten. Dit doet overigens totaal geen afbreuk aan het verhaal zelf. De combinatie: roman, Ibiza en hippies bleek een heel goede. Tot de laatste bladzijde genieten!

Overige info:
Schrijver: Mireille van Hout, Nederlandse schrijfster.
Aantal bladzijde: 266.
Prijs bij bol.com: 4,99 E-boek /19,99 paperback. Of op de website van Mireille zelf, gesigneerd en wel, voor maar 19,90
Aanrader: Zeker weten!!

 

Vaarwel…

Als ik op de kade loop weet ik precies bij welke boot ik moet zijn. Het kan niet anders of dit is voorbestemd. Hij had het overigens niet anders gewild. Dit was zijn laatste wens. Maar tijdens het bespreken van deze “trip” kon ik niet weten dat de boot waarmee we de zee op zouden gaan precies zo’n boot zou zijn waar mijn vader helemaal blij van zou worden. De SS Estrella. Een nostalgisch oud schip uit vervlogen tijden. Geen lux jacht. Maar een gammele verroeste vissersboot met hier en daar een gat in de vloer. Ja, helemaal mijn vaders ding.

Dit was de dag waarop we met familie het as van mijn vader zouden uitstrooien. Mijn vader was over een aantal dingen heel duidelijk. Half stok, as uitstrooienEen daarvan was wat er met zijn lichaam moest gebeuren nadat hij was overleden. Hij wilde gecremeerd worden en daarna uitgestrooid worden op zee. “ Zoals ik vanuit Indonesië naar Nederland gekomen ben, zo wil ik ook weer gaan, met de boot over zee.” En dus voeren we uit, vanaf Scheveningen, richting volle zee. Voordat we opstapten wees mijn zusje naar de vlag. Hij hing halfstok. Een teken dat er een overleden persoon aan boord is. Het was bijna windstil en toch wapperde de vlag vrolijk heen en weer. Alsof hij niet kon wachten om losgelaten te worden.

Op het dek stond een picknicktafel waar we met de hele familie mochten plaatsnemen. In het midden van de tafel stond mijn vaders urn. Omringt door scheepstouw en de bloemen die mijn zusje meegenomen had. Het land achter ons werd al snel kleiner en kleiner terwijl de zee zich voor ons uitstrekte. Boven ons een strak blauwe hemel. Om ons heen cirkelden meeuwen die ons gezelschap hielden tijdens de vaart. Dit was de perfecte dag voor dit bijzondere afscheid.

De boot minderde vaart. We hadden het punt bereikt waarop we mijn vader mochten laten gaan. De familie stond achter ons. Het voelde als een steun in de rug. Zeker omdat dit moment, het loslaten zelf, toch wel een beetje vreemd aanvoelde. Mijn emoties vlogen alle kanten op. Ik wist niet of ik moest huilen of moest lachen. Mijn vader had zeker voor lachen gekozen. “Het is een mooie dag, en ik mag gaan!” Samen met mijn zus hield ik de urn vast. We keken elkaar aan en op het moment dat we er beiden klaar voor waren strooiden we de urn leeg. Samen keken we hem na. Een traan van verdriet en gemis rolde over mijn wang. “Vaarwel pap. Tot ooit!”

De boot kwam langzaam weer in beweging en voer een cirkel om de plek waar wij hem hadden uitgestrooid. Als allerlaatste groet werd de scheepshoorn geluid. Ik kreeg kippenvel over mijn hele lichaam. Het geluid werd weggedragen over zee, mijn vader achterna. Daarna werd de vlag, die nog steeds vrolijk heen en weer wapperde, weer in de top gehesen. Even waren we allemaal stil. Verzonken in onze eigen gedachtes. Niet veel later kwam de kapitein naar beneden. In zijn handen een fles schipperbitter en voor iedereen een glas! Terwijl hij inschonk beantwoorden hij mijn vragende blik. “Wanneer een overledene dit schip verlaat toasten wij op het leven. Zijn leven!”

De boot, de zee, alle familieleden en uiteindelijk de toast met het schipperbitter. Zo bijzonder emotioneel maar heel erg mooi. Wanneer ik nu terug denk aan deze dag verschijnt er een glimlach op mijn gezicht. Deze dag was precies zoals mijn vader had gewild.

 

Je hebt wel eens van die avonden…

Het is nog licht wanneer ik op stal aankom. Alleen dat gegeven maakt mij al vrolijk. Als ik dan ook nog eens de lege parkeerplaats zie, word ik nog vrolijker. Niet dat ik mijn stalgenootjes niet mag. In tegendeel. Met 20 paarden zou je denken dat het iedere avond een drukte van jewelste is. Niets is minder waar. Bij ons op stal wordt alles gedaan. En juist daarom heb je niet de “verplichting” om iedere dag naar stal te moeten. Mesten, voeren, buiten en binnen zetten. De stal eigenaresse doet alles voor ons. Wanneer je naar stal komt kun je direct alle tijd en aandacht aan je paard schenken. Eigenlijk had ik tien jaar terug al naar deze stal moeten verhuizen.

Voorheen vond ik al die stalklusjes geen enkel probleem. Nog steeds niet eigenlijk. Ik heb 18 jaar lang dagelijks gemest, het terrein geveegd, heen en weer gereden om de paarden te voeren of binnen te zetten.  Maar het went toch wel erg snel nu dit allemaal voor mij gedaan word en ik direct alle aandacht aan Poownie kan schenken. Het is de afgelopen weken erg druk geweest zowel thuis als op de zaak. Ik kan dan extra genieten van de uren die ik hier doorbreng. Helemaal wanneer er dus, zoals deze avond, niemand aanwezig is.

Alle paarden staan nog in de paddock. Een buitenspeelplaats met eet- en drinkgelegenheid. Mijn aanwezigheid word al snel opgemerkt en ik krijg een vrolijk gehinnik als welkom. Het werkt aanstekelijk want uit diverse hoeken hoor ik nog meer gehinnik gevolgd door hoefgetrappel. De paarden zijn gewend om begin van de avond terug naar stal te mogen.  Ze denken dat ik ze kom halen en ik moet ze één voor één teleurstellen.

Poownie is behoorlijk in de rui. Dat betekend veel en overmatig verharen. Voor ik het weet zit ik er helemaal onder. Het geeft een voldaan gevoel wanneer hij weer schoon is. Jammer genoeg vind je de haren een jaar later nog in de voering van je jas terug. Er is ruim drie kwartier verstreken met tutten en poetsen. Tijd om Poownie te zadelen. We hebben verlichting in de rijbak, dus kunnen ook in de avonduren een rondje hobbelen. Dat hadden we al heel de week niet gedaan. Mijn vrees voor een paar flinke bokkensprongen was onterecht. Poownie liep de sterren van de hemel. Hij had er ook zin in vandaag.

Nog steeds is er helemaal niemand op stal of het erf. Afgezien van de eigenaresse die even daarvoor alle paarden heeft binnen gezet. Het enige dat ik hoor zijn wat fluitende vogeltjes en de takken van de bomen die ruisen op het beetje wind dat er staat. Het is zo vredig en stil. Heerlijk! Ik hoor de kerkklok van het dorpje even verderop en weet dat we inmiddels een half uur aan het rijden zijn. We stappen nog een paar rondjes voor we teruggaan naar stal. Voor Poownie met zijn neus de voerbak induikt laat ik hem eerst nog even lekker rollen in het zand. Een groter plezier, naast grazen en eten, kan ik hem daar niet mee doen. Om wat tijd te rekken haal ik nog even een borstel over hem heen. Zo kan ik nog even genieten van de serene rust terwijl de paarden staan te knagen op hun hooi. Je hebt wel eens van die avonden die vaker terug mogen komen. Dit was er zo een.

paard, rijden, rijbak, selfie

Vergeef mij, dat ik je achterlaat… (Deel 2 van 2)

Deel één lees je hier: Vergeef mij, dat ik je achterlaat.

Veel eerder dan verwacht werd ik gebeld door de uitvaartbegeleidster. De vrouw had de dag ervoor in bijzijn van haar man en ouders haar laatste adem uitgeblazen. Ik ben er stil van. Kortgeleden had ik nog met haar om de tafel gezeten. Ze vertelde mij over de ziekte en haar naderende einde. Ze vertelde vol liefde over haar driejarige dochtertje. Het deed mij pijn te weten dat ze haar trots niet kan zien opgroeien. Dat ze er niet voor haar kan zijn wanneer ze haar moeder nodig heeft. Voor haar dochtertje wilde ze een rouwalbum. Zodat ze later, wanner ze het zou begrijpen, terug kan kijken op de uitvaart van haar moeder. Afgezien van mijn persoonlijke ervaring had ik nog nooit een persoon bij leven gekend waar ik nu een uitvaartreportage voor mocht maken. Dit overlijden raakte mij meer dan anders.

Ik sta voor dezelfde deur als een paar weken geleden. In tegenstelling tot de vorige keer is er nu een strakblauwe lucht met zon. Het contrast had niet groter kunnen zijn. De uitvaartbegeleidster laat mij binnen. In de woonkamer tref ik de familie. Haar man. En de vrouw zelf. Ze ligt in een witte kist. Zo sereen. Het is alsof ze ieder moment wakker kan worden. Maar haar mooie helderblauwe ogen heeft ze voorgoed gesloten. Achter mij hoor ik voetstapjes. Als ik mij omdraai kijk ik in twee helder blauwe ogen. Die heeft de jonge dame van haar moeder geërfd. Er vormt zich een brok in mijn keel. Het meisje begint te lachen en neemt hiermee direct de spanning weg. Ik lach terug. Kleine kinderen zijn ontwapenend. Zelfs op een uitvaart. Misschien juist op een uitvaart.

Voor haar zal ik vandaag foto’s maken. Naar de laatste wens van haar moeder. Ik pak mijn spullen om aan de slag te gaan. Ik maak foto’s vanuit verschillende hoeken. Niet alleen van de vrouw in de kist. Maar ook van de kamer, de berg met kaarten, de familie en het meisje. Een moment, voor altijd gevangen. De uitvaartbegeleidster komt binnen en het is tijd om de kist te sluiten. Een heel intiem en verdrietig moment. Er rollen heel wat tranen. Ook bij het kleine meisje die haar vader, opa en oma nog nooit zo intens verdrietig heeft gezien. Ze begrijpt wel dat haar moeder nu voorgoed gaat slapen. Dapper vind ik haar, wanneer ze samen met haar vader de knoppen van het deksel op de kist dicht draait.

Er volgt een wandeling naar de begraafplaats waar de vrouw zelf haar laatste rustplaats heeft uitgezocht. Dicht bij huis. Maar toch zo ver weg… De familie flankeert de kist. Op haar verzoek is iedereen fleurig gekleed. Het ziet er op het eerste gezicht dan ook niet uit als een uitvaart. Zodra de herdenkingsdienst erop zit lopen we over de begraafplaats. Aangekomen bij het graf zie ik twee trossen ballonnen hangen. Zodra de kist de grond inzakt mag het meisje deze ballonnen voor haar moeder loslaten. Ze zullen haar de weg wijzen naar de hemel. Over de kist, die inmiddels niet meer zichtbaar is, tref ik de blik van het meisje. Ze kijkt mij recht aan. Over haar wang rolt een traan. Daarna lacht ze mij weer vrolijk toe.

Eenmaal in de auto, wanneer ik alleen ben, laat ik mijn emoties de vrije loop. Soms is het leven oneerlijk. Zo oneerlijk!! Ik huil, net zolang tot er geen traan meer vloeit.

Verwerken kost tijd… #2

Na het overlijden van mijn vader voelde ik mij heel onrustig. Mijn lichaam en geest zaten niet op één lijn. Wat moest ik toch met dat verdriet? Terwijl mijn eigen gezin en familie er voor mij waren, voelde ik mij verlaten en alleen. Het voelde alsof er een stuk uit mijn lichaam was gehaald zonder dat ik wist waar. Onder woorden brengen hoe ik mij voelde? Dat lukte al helemaal niet. Hij zou dat jaar 60 geworden zijn. Dat is toch geen leeftijd om dood te gaan? Ik was boos, gefrustreerd en heel verdrietig. Afgezien van het overlijden van één van mijn huisdieren had ik nog nooit een rouwproces van zo dichtbij en zo intens meegemaakt.

Van lieverlee kwam het punt van accepteren. Beseffen dat het echt zo is. Dat de rest van het leven doorgaat. Ook dat van mij. Maar dan zonder vader. Het moest een plekje krijgen, werd mij verteld. Dat plekje kon mij gestolen worden. Het is zo’n ruim begrip. Wat moest ik daar nu mee? Alsof je het kunt parkeren in je achtertuin?! Die periode voelde mijn lichaam aan alsof het constant onder stroom stond. Alsof ik een tikkende tijdbom had ingeslikt die ieder moment kon afgaan. Ik wilde rennen tot ik er zelf dood bij neerviel, maar had er simpelweg de kracht niet voor.

Op een druilerige wintermiddag reed ik langs de begraafplaats. Zonder er bij na te denken parkeerde ik mijn auto en liep het terrein op. Niet dat mijn vader daar lag. Hij was naar eigen wens gecremeerd. Mijn overgroot oma ligt daar wel. Nu ik er aan terug denk weet ik niet eens wat ik daar dacht te vinden. Misschien hoopte ik op wat rust. Een klik in mijn lichaam en geest waarna ik alles, of in ieder geval iets, kon loslaten. Ik wist alleen niet precies waar ze lag en heb meer dan een uur gezocht. Ik zag vele graven en las verschillende opschriften maar heb haar niet gevonden. Ik voelde mij nog leger en ellendiger dan daarvoor. Huilend liep ik terug naar mijn auto. Wat dacht ik nu te bereiken?

Er zijn geen boekjes met handleidingen die aangeven welke stappen je moet volgen bij verdriet. Daar komt ook nog eens bij dat iedereen zijn verdriet op een eigen manier verwerkt. Er tegen vechten had geen zin. Ik liet het maar over mij heen komen en besloot per dag te kijken hoe het ging. Toen ik er aan had toegegeven kon ik het ellendige gevoel beter handelen. Er ging wel wat tijd overheen. Of het verdriet ook al een plekje had gekregen kon ik nog niet zeggen. Maar, ik wist er mee om te gaan.

Op een zonovergoten middag, een paar maanden later, reed ik langs de begraafplaats. Ik parkeerde mijn auto en liep het terrein op. In mijn hand één witte roos. Vastbesloten om het graf van mijn oma te vinden. Ik kwam langs verschillende graven en las de teksten. Liep voorbij de grote eik. Bukte bij een graf om een gevallen vaas overeind te zetten. Halverwege het pad draaide ik mij om. Daar lag ze. Gevonden zonder te zoeken. Mijn overgroot oma. Het gemis van mijn vader was groter dan anders, maar de pijn was niet langer schrijnend. Hoewel het nog steeds op mijn schouders drukte en ik zijn verlies met mij mee sleepte, was het dragelijk. Vanaf dat moment wist ik, ik kom er wel…

Krontjong…

“Sorry, waar hield hij van?” Vraag ik mijn tante nogmaals. “Je Opa hield van Krontjong muziek”. Eerst lig ik in een deuk om de term. Haha wat is dat nu voor naam voor muziek?! Daarna gaat er vaag een belletje rinkelen maar het is nog te ver weg om het te herkennen. Het belletje wordt luider zodra mijn oom via internet wat muziek opzoekt. Verdraaid, ik herken het van vroeger. Van heel lang geleden weliswaar, maar toch herken ik het. “Vooral de elektrische gitaar vond je opa geweldig. Het was maar goed dat hij daar het geld niet voor had, anders had hij die zeker gekocht. In plaats daarvan tokkelde hij geregeld op zijn ukelele en speelde hij op zijn mondharmonica.”

Geweldig toch? Weer een stukje geschiedenis waar ik niets van afwist. Dit keer ben ik met mijn andere tante om de tafel gekropen om wat meer familiegeschiedenis op te rakelen. Dat mijn ooms en tantes van muziek houden wist ik wel. Maar dat ook mijn opa een voorliefde had voor muziek wist ik helemaal niet. De ukelele en mondharmonica zijn zelfs nog in de familie. Toen mijn tante voordeed hoe mijn opa er bijstond wanneer hij op zijn ukelele aan het tokkelen was moest ik lachen. Ik zag hem namelijk zo voor mij.

De volgende dag, wanneer ik het huis voor mij alleen heb, besluit ik mij onder te dompelen in de lievelingsmuziek van mijn opa en oma. Ik struin rond op Youtube tot ik geen krontjong muziek meer kan horen. Echt er komt geen einde aan. Van het ene liedje val ik in het volgende en voor ik het weet ben ik een hele middag verder. Internet leerde mij dat de naam Krontjong afkomstig is van de Indonesische naam voor een combinatie van een vijfsnarige gitaar en een tamboerijn of voetbelletjes. De gitaar komt oorspronkelijk uit Portugal. De Portugezen brachten dit mee naar Batavia nog voor het van Nederland was. De muziek van deze mensen was afkomstig uit verschillende delen van Portugal. In de loop van de tijd kreeg dit steeds meer Maleise en uiteindelijk ook Nederlandse woorden en uitdrukkingen.

Ik word een beetje weemoedig van het luisteren naar deze muziek. Ik verlang naar een tijd die ik nooit gekend heb. Naar het land en leven van mijn opa en oma. Ik kan er niks aan doen dat ik niet kan mee praten over “vroeger”. Ik heb heimwee naar een tijd die ik niet ken en nooit heb meegemaakt. Hoe meer ik daar aan denk hoe gekker dit klinkt. Maar toch kan ik het niet anders omschrijven. Natuurlijk speelt ook “het verhaal” mee. Een stuk geschiedenis van mijn familie dat ik samen met hen op papier aan het zetten ben.

Juist daardoor wordt ik steeds weer mee getrokken naar vroeger. Heen en weer geslingerd tussen toen en nu. Naar lang vervlogen tijden. Wat ik heerlijk vind, daar niet van! Ik geniet er van om te horen hoe het vroeger was. Juist omdat ik daar niet over mee kan praten. Ik zuig de informatie op als een spons en vind het geweldig om naar oude foto’s te kijken. Maar het maakt het gemis ook een stukje groter. En daarom is het fijn dat ik nu weet wat Krontjong muziek is. Want bij het horen van deze muziek ben ik er toch een beetje bij. Maak ik deel uit van wat ooit was en nooit meer zal zijn…

https://youtu.be/Wt_xetMJyJo

Youtube staat vol met krontjong muziek. Ik weet niet helemaal zeker of Manise van Rudi van Dalm ook onder “krontjong” valt. Het geeft mij in ieder geval het gevoel van “vroeger”.

Jij had het kunnen zijn…

Het zou minder worden. Heus echt waar.
Op momenten dat ik niet aan je denk. Gebeurt het… Ik vang een glimp van je op. Ik zie je fietsen. Gekleed in je gele jas en afgetrapte gympies. Door weer en wind maar altijd zonder handschoenen. Gebogen over het stuur alsof je windje tegen hebt trappend op de pedalen op weg naar je bestemming.
Jij had het kunnen zijn. Maar je bent het niet.

~

Het zou minder worden. Heus echt waar.
Op momenten dat ik niet aan je denk gebeurt het… Ik hoor je stem. Ik hoor je lachen, uitbundig en zonder schaamte. Ik hoor je mijn naam fluisteren wanneer je mij wakker maakt. Ik hoor je hoesten en proesten als jij ‘s morgens wakker wordt. Ik hoor je schelden als je boos bent. Ik hoor hoe jij de telefoon op neemt met een simpel: “Ja hallo..” of “Hey hoi met mij.”
Jij had het kunnen zijn. Maar je bent het niet.

~

Het zou minder worden. Heus echt waar.
Op momenten dat ik niet aan je denk gebeurt het… Ik zie je handschrift. Op een blaadje neergekrabbeld. Onleesbaar en doorelkaar. Ik zie hanenpoten en inktvlekken over het papier. De tekst is doorgehaald, opnieuw geschreven en wederom doorgehaald. Maar eindigt altijd met een kusje.
Het had van jou kunnen zijn. Maar dat is het niet.

~

Het zou minder worden. Heus echt waar.
Op momenten dat ik niet aan je denk gebeurt het… Ik ruik je geur. Zomaar in een vlaag onder mijn neus. Wanneer ik ergens binnen stap. Tijdens het koken wanneer ik iets maak wat jij ook wel eens maakte. Wanneer er iemand langs mij loopt met het zelfde luchtje dat jij droeg.
Jij had het kunnen zijn. Maar je bent het niet.

~

Het zou minder worden. Heus echt waar.
Op momenten dat ik niet aan je denk gebeurt het… Ik merk dat ik een kind van jou ben mam. Wanneer ik op dezelfde lompe manier op de bank zit met mijn arm over mijn hoofd. Wanneer ik voor de spiegel naar mijn eigen spiegelbeeld kijk en gekke bekken trek. Wanneer ik de dieren in huis roep dat het eten klaar staat.
Jij had het kunnen zijn. Maar je bent het niet.

~

Het zou minder worden. En dat doet het, heus echt waar. Het verdriet is niet meer zo intens. De leegte niet meer zo’n groot gat. Nu denk ik aan je, heel bewust. Jij bent nooit heel ver weg. Ik zie je… Ik hoor je… Ik ruik je … Ik voel je…
Jij bent overal om mij heen. Ik hoef maar aan je te denken en jij bent het die daar staat.

Mama, moeder, liefde, missen

24 januari 1961 – 17 november 2011

Count Your Blessings #3…

Met een grote papierstapel op schoot en een kop koffie voor mijn neus ben ik bezig de administratie te scheiden van de reclamefolders die in de loop van de week één grote stapel geworden is. Mijn oog valt op de kennismakingsfolders met een klassenfoto van zoonlief. De foto is gemaakt nog voor de zomervakantie goed en wel begonnen was, na de kennismaking met zijn nieuwe klas en mentor. De kinderen staan er wat onwennig bij. De haantjes pik ik er nu al uit. Evenals de modepopjes. Ergens tussen deze mix van brugpiepers staat zoonlief. Ik kijk nog eens goed naar de foto en ben enigszins verbaasd. Ik draai mijn hoofd naar zoonlief die een stukje verder op de bank “hangt”. Ik werp nog een blik op de foto en dan weer naar hem. Zoonlief kijkt mij met een opgetrokken wenkbrauw aan. Ik beantwoord zijn vragende blik eveneens op een zwijgende manier en werp hem een glimlach toe.

Oh mijn god. We zijn nog geen drie maanden verder. Maar wat is hij veranderd!! Op de foto staat een jochie uit groep 8 in zijn voetbaltenuetje met een ietwat verlegen lachje. Naast mij zit die zelfde jongen. Nu is hij een beginnende puber. Die zich druk maakt over zijn kapsel en sinds kort ook zijn kleding. Tot aan zijn sokken aan toe! Groter, brutaler, ietwat gespierder en wijzer. Ik slik de brok in mijn keel weg. Kleine kindjes worden groot. Met mijn vinger raak ik de foto aan. Alsof ik daarmee het verleden terug kan halen. Ik werp hem voorzichtig een blik toe. Hij merkt niet dat ik naar hem kijk, zo verzonken is hij in zijn spelletje op de Ipad. Waar blijft toch de tijd? Hij lijkt in zijn geheel wel een sprong naar volwassenheid te hebben gemaakt. Nu al!! Hij wordt zo snel, al zo groot.

Wat zit je nu naar mij te kijken!? Vraagt zoonlief een beetje kregel. Ik was diep verzonken in mijn melodramatische gemijmer over het verleden en het heden, dat ik mijn gestaar niet door had. Ik ben daarom een beetje van mijn stuk gebracht door zijn resolute vraag. Ik besluit mijn dagdroom te stoppen bij het feit dat iedere leeftijd zijn charmes heeft. Mijn blik rust nog steeds op hem. Maar hij heeft zijn ogen alweer afgewend en is nog steeds druk bezig met zijn spelletje. Ik zeg hem dat ik mij verwonder over zijn groeispurt. Zowel lichamelijk als geestelijk. Dat hij alleen maar knapper wordt en dat hij gewoon een heerlijk jong is. Zoonlief kijkt mij met een ontwapenende blik aan. Met zijn grote ogen en lange wimpers. Die blik had hij als kleuter al en daar zullen wel wat meisjes voor gaan vallen. Dan wordt zijn gezichtsuitdrukking harder. Hij voelt zich in verlegenheid gebracht en zegt dat het zo wel weer genoeg is. Dat je knap bent is leuk om te horen van je vriendinnetje. Maar niet van je moeder.

Ik moet lachen. Complimentjes in ontvangst nemen is niet zijn sterkste kant. Nog zo iets moois aan hem. Zijn bescheidenheid. Gelukkig voelt hij zich nog niet te “groot” voor een knuffel en een zoen. Die ik dan ook iedere keer met liefde in ontvangst neem. Ik voel mij bevoorrecht met zo’n knappe lieve zoon!!

Zijn laatste reis…

Terwijl ik op de gang sta te wachten blijft de stroom met mensen maar toenemen. Ik vraag mij af hoeveel mensen er in dat kleine kamertje kunnen zonder dat men op elkaars tenen aan het dansen is. “Wij komen nog even langs om gedag te zeggen!” Zegt één van de oudere mannen tegen mij. De jongste telg van het gezin komt waggelend aangelopen met zijn speen nog in zijn mond. “Opa toe” roept hij waarna hij door zijn moeder wordt opgetild en ze samen in de kamer verdwijnen. Iemand in de aangrenzende kamer maakt een grapje en de rest moet er hartelijk om lachen.

Na tien minuten komt de stroom mensen in omgekeerde volgorde weer opgang. Het lijkt wel een polonaise. Uk met speen en moeder als eerste. Hij zwaait nog even over de schouder van zijn moeder naar de achterblijver. De laatste persoon, een jonge dame, komt de kamer uit en knikt mij vriendelijk toe. Ik pak mijn spullen en loop als enige naar binnen. Net over de drempel blijf ik staan. Even daarvoor was deze kamer gevuld met heel veel mensen. De ruimte bruist nog van hun levendige energie en ik moet dat even op mij laten inwerken. Nu zijn er nog maar twee mensen over. Hij, en ik.

Het contrast had niet groter kunnen zijn. Voorzichtig loop ik naar het voeteneinde toe. Ik zet mijn tas naast mij neer. Ik kijk naar het onbeweeglijke lichaam dat voor mij ligt, terwijl mijn vingers langzaam de rand van de houtenkist beroeren. Mijn blik gaat van de bloemen aan het voeteneinde naar zijn handen op zijn buik. In zijn handen heeft hij een trouwfoto. De foto is al erg oud. De randen zijn versleten en her en der zitten er scheuren in. Deze foto moet vast veel voor hem betekenen. Voor mij ligt Opa. Zoals de hele familie hem noemt. Opa heeft voorgoed zijn ogen gesloten.

Ik pak mijn fototoestel om foto’s van dit afscheid te maken. Terwijl ik buk zie ik de jonge dame van zojuist bij de deur staan. Ze glimlacht naar mij en komt de kamer in. Voorzichtig legt ze een lok van Opa’s haar goed en begint dan te vertellen. “Hij kon niet meer. Opa was op. Heel zijn leven was hij een jolig en vrolijk mens. Hij vond het fantastisch om andere mensen in de maling te nemen. Zeker zijn kleinkinderen. Het leven is één groot feest! Zei hij altijd. Opa zag nooit ergens de ernst van in. Behalve toen een paar jaar geleden zijn vrouw hem werd afgenomen. Alzheimer. Oma begon van alles te vergeten. Zelfs wie hij was. Maar als hij in haar ogen keek dan zag hij, diep van binnen, nog het vuurtje in haar branden van de persoon die ze ooit was. Na meer dan 65 jaar samen te zijn geweest kwam er door die ellendige ziekte een einde aan.”

Een traan rolt over haar wang. “Ik heb er vrede mee dat hij er niet meer is.” Zegt ze. “Tussen de grapjes door keek Opa uit naar zijn dood. Doodgaan betekende voor hem een weerzien met Oma. Een groter feest kon hij zich niet voorstellen. Terug naar de liefde van zijn leven. Maar oh, wat zal ik mijn Opa missen!” Even ben ik stil. Ik kijk nog een keer naar de foto in zijn handen en begrijp Opa zijn verhaal. De laatste jaren heeft hij de foto gekoesterd als een vervlogen herinnering. Naar iets wat ooit was en waar hij zo naar terug verlangde.

We hebben nog een half uur voor de dienst begint en ik vraag haar of ze mij zou willen helpen met het maken van de foto’s. Samen leggen we de bloemstukken goed. Draperen de linten met tekst. Voor ik aan de foto’s van Opa begin legt ze nog snel een plukje haar in model. Ze lacht als ze mij aankijkt. Opa was ook erg ijdel. Als we klaar zijn lopen we samen naar de aangrenzende kamer. Daar  wordt ook weer gelachen. Ik krijg een champagneglas in mijn handen gedrukt wanneer er een toost wordt uitgebracht. Een man voor in de ruimte heft zijn glas en zegt: “Opa’s laatste reis is begonnen. Op weg naar Oma.”

Ik kijk de ruimte rond. Iedereen heeft er vrede mee, nu Opa’s laatste wens in vervulling is gegaan. Afscheid nemen is niet altijd makkelijk. Iedereen doet dit op zijn eigen manier. Dit afscheid was helemaal in Opa’s stijl. Want zoals hij het zag, was het leven een feest en zijn reis naar Oma het grootste feest van allemaal.

Uitvaartfotografie Hamar

Liefde is, loslaten…

2014 is alweer bijna teneinde. Ik stond afgelopen week stil bij wat ik dit jaar allemaal gedaan heb. In eerste instantie niet zo veel. Geen bijzondere dingen of uitspattingen. Maar toen realiseerde ik mij dat ik wel degelijk iets heel bijzonders heb gedaan. Eerder dit jaar heb ik twee cursussen gevolgd bij Mieke Zomer en Nathalie Steffens op de Zomerhof. Hiermee zijn er deuren voor mij open gegaan waarvan ik niet eens wist dat ze er waren… Ik leerde daar onder andere hoe ik moest mediteren, hoe ik dichter bij mijzelf kon blijven en hoe ik mijzelf moest aarden. Ik werd bewust gemaakt van mezelf, mijn manier van denken, mijn handelen en mijn ego. Wat dit allemaal met je doet en wat voor invloed dit heeft op andere, zowel mens als dier. Bovenal leerde ik weer te vertrouwen op mijn intuïtie.

Tijdens de verschillende meditatietechnieken werd ons aangeleerd om ons hart te openen. Vanzelfsprekend zou de liefde uit je hart moeten stromen. Vanuit die basis worden alle verdere oefeningen gedaan. Daar waar een ieder de verschillende vormen van liefde ervoer, werd ik bij een hoop oefening en meditaties terug geslingerd naar 17 november 2011.

Ze lag daar hulpeloos in het ziekenhuisbed waarin ze nog kleiner leek dan ze was. Nu was het alleen nog wachten. Wachten tot haar lichaam ophield met vechten. Ik hield mijn moeder in mijn armen. Ik zong voor haar het liedje dat ze altijd zong als één van ons pijn had. Ik deed haar voorhoofd af met een koud washandje en vertelde haar dat Papa en Opa haar zouden opwachten. Ik zei haar dat het goed was, ze mocht gaan.. Heus, het was goed! Wij redden ons wel. De laatste 20 minuten van mijn moeders leven trokken in een snik en een traan aan mij voorbij. Ik putte kracht uit een onzichtbare bron. Op dat moment was ik er voor haar en voor haar alleen.

Het duurde een paar weken maar uiteindelijk lukte het mij om bovenstaande herinnering niet meer zo sterk binnen te laten komen. Ik kon mij toch bezig houden met de verschillende oefeningen en meditaties zonder alle bijkomende extra emoties. Maar tijdens en vooral de weken na de cursus, toen ik op mijzelf aangewezen was, bleef ik vechten met het woordje liefde en het overlijden van mijn moeder in combinatie met mijn nieuwe vaardigheden. Waarom hing dat zo sterk aan elkaar?

Een maand of twee later, toen ik in mijn eentje tussen de paarden in het weiland liep, het zonnetje hoog aan de hemel stond en ik genoot van de rust om mij heen, werd ik getroffen door een ingeving. Alsof iemand het zachtjes in mijn oor fluisterde en daarmee de watten die het beeld zo vertroebelde deed oplossen. Het was ineens zo helder en zo duidelijk. De bron waar ik toen, op 17 november 2011, mijn kracht vandaan haalde was een onuitputtelijke bron van liefde. Het onbaatzuchtigste dat ik ooit in mijn leven heb gedaan was daar zijn voor mijn moeder. Aan haar zijde staan terwijl ze begon aan een nieuwe reis. Beseffen dat ik haar los moest laten en dat ten volle accepteren zonder mijzelf af te vragen waarom.

Ik moest er even bij gaan zitten om deze gedachten tot mij door te laten dringen. Het heeft drie jaar geduurd voor ik er achter kwam, voor ik het begreep. Maar blijkbaar was de tijd nog niet rijp om dit eerder te beseffen. Ik liet mijn moeders leven hier op aarde los. En loslaten is liefde…

Toen dat besef eenmaal was doorgedrongen vond ik rust. Ik vond de rust in heel veel meer dingen dan de meditaties en oefeningen waarmee ik sinds afgelopen zomer ben bezig geweest. Alsof ik hiermee weer een stukje van het “rouwen” kon afsluiten. Daarmee wordt 2014 toch een heel speciaal jaar. Een jaar waarin mijn emotionele en spirituele groei centraal stond, zonder dat ik dit eigenlijk door had…